91998E3670

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3670/98

van Gerhard Hager (NI) aan de Raad

(4 december 1998)

Betreft: Reiskostenvergoeding van EU-ambtenaren

Uit persberichten blijkt dat overwogen wordt de reiskostenvergoeding van EU-ambtenaren met maximaal 30 % te verhogen.

1. Is dat juist?

2. Wat is de reden voor deze verhoging?

3. Hoe gaat deze verhoging eruit zien?

4. Welke extra belasting voor de EU-begroting vloeit hieruit voort?

Antwoord

(22/23 februari 1999)

1. De Raad kan bevestigen dat het voorstel(1) voor een verordening (EG, EGKS, Euratom) van de Raad "houdende aanpassing van de bedragen van de dagvergoeding voor dienstreizen binnen het Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 13 van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen" momenteel door de bevoegde instanties van de Raad wordt onderzocht.

Zoals in de toelichting wordt gezegd gaat dit voorstel voort op het voorstel voor een verordening "houdende aanpassing van de bedragen van de dagvergoeding voor dienstreizen binnen het Europees grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 13 van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en tot vaststelling van een procedure voor de jaarlijkse aanpassing van deze bedragen", dat de Commissie op 23 september 1996 heeft ingediend(2) en waarover het Europees Parlement op 12 maart 1997 advies heeft uitgebracht(3).

2. In de toelichting bij het Commissievoorstel worden ook de redenen voor deze aanpassing opgegeven, namelijk: "De huidige bedragen van de vergoeding werden door de Raad op 22 juli 1991 (Verordening nr. 2232/91) vastgesteld op grond van een enquête over de prijzen in de horecasector. Deze bedragen zijn echter niet meer afgestemd op de huidige economische situatie en beantwoorden niet meer aan hun doel. Een aanpassing van de bedragen van de dagvergoeding en van de vergoeding voor hotelkosten voor dienstreizen binnen de lidstaten is derhalve dringend noodzakelijk [...]".

3. De tabel van de voorgestelde dagvergoedingen voor dienstreizen staat in artikel 1 van het genoemde voorstel.

4. In het financieel memorandum dat bij het voorstel is gevoegd, worden de gevolgen voor de begroting die het geachte parlementslid in punt 4 van zijn vraag bedoelt, op 9,8 miljoen ecu geraamd.

(1) Door de Commissie op 17 juli 1998 ingediend (COM(98) 455 def., nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(2) COM(96) 451 def., PB C 349 van 20.11.1996, blz. 8, als gewijzigd op 31 juli 1997 (doc. COM(97) 429 def., PB C 277 van 12.09.1997, blz. 4).

(3) PB C 115 van 14.04.1997, blz. 77.