EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E004194

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4194/97 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. Gendiagnostiek per computer

PB C 187 van 16.6.1998, p. 137 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91997E4194

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4194/97 van Hiltrud BREYER aan de Commissie. Gendiagnostiek per computer

Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0137


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-4194/97 van Hiltrud Breyer (V) aan de Commissie (14 januari 1998)

Betreft: Gendiagnostiek per computer

Kan de Commmissie mededelen:

1. of het haar bekend is dat in de VS computersystemen voor de gendiagnostiek binnenkort in de handel worden gebracht, waarmee het mogelijk is binnen de kortste tijd zonder grote uitgaven voor laboratoria en met tot nu toe ongekende nauwkeurigheid ingewikkelde genetische informatie te verkrijgen voor de diagnose van genetische ziekten en disposities,

2. of het haar bekend is dat deze technologie het zelfs zonder gedetailleerde kennis van de moleculaire genetica en zonder gekwalificeerd medisch of psychologisch advies mogelijk maakt genetische profielen te verkrijgen,

3. of het haar bekend is dat in 1997 meerdere grote Europese farmaceutische bedrijven met de Amerikaanse firma Affymetrix Inc., Santa Clara, Californië, overeenkomsten hebben gesloten voor het gebruik van deze technologie,

4. of het haar bekend is dat een van deze overeenkomsten tevens het gebruik omvat voor het onderzoek naar genetische polymorfismen die in verband kunnen worden gebracht met overgevoeligheid voor bepaalde chemische stoffen op de werkplek,

5. of zij van mening is dat deze sensibele technologie zonder regelingen voor de vergunning en het gebruik, alsmede voor de bescherming van genetische informatie, mag worden ingevoerd in Europa,

6. met welke maatregelen zij denkt met name de genetische discriminatie van bepaalde groepen van personen, bijv. bij het gebruik van deze technologie door werkgevers en verzekeringen, te verhinderen?

Antwoord van mevrouw Cresson namens de Commissie (17 februari 1998)

1. en 2. De Commissie is op de hoogte van wetenschappelijke publicaties over computerdiagnosesystemen en de mogelijke toepassingen daarvan. Zij is zich ook bewust van de ethische implicaties van dergelijke hulpmiddelen. Wat in het bijzonder prenatale diagnose (PND) betreft, werd het belang van dit vraagstuk in advies nr. 6 ((Doc. van 20.2.96 "Ethische aspecten van PND¨. )) van de adviesgroep ethische aspecten van de biotechnologie benadrukt.

3. De Commissie heeft geen informatie over Europese farmaceutische bedrijven die met Amerikaanse bedrijven voor het gebruik van deze technologie overeenkomsten zouden hebben gesloten.

4. Deze technologie kan niet alleen worden gebruikt om overgevoeligheid voor bepaalde chemische stoffen op te sporen en zo te voorkomen dat werknemers aan de risico's van toxische contaminatie worden blootgesteld, maar ook om patiënten die waarschijnlijk niet op bepaalde geneesmiddelen zullen reageren weg te selecteren, zodat patiëntgerichter kan worden gewerkt en neveneffecten kunnen worden verminderd.

5. en 6. De relevante diagnosesystemen zullen wellicht onder het toepassingsgebied van de toekomstige richtlijn betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek vallen. Dit voorstel ((PB C 87 van 18.3.1997. )) bevindt zich momenteel in het stadium van de eerste lezing in het kader van de medebeslissingsprocedure. In deze richtlijn zal het vereiste prestatievermogen van dergelijke medische hulpmiddelen aan de hand van hun medische bestemming worden gereguleerd. Er zullen echter geen voorwaarden voor het gebruik ervan en geen mogelijke beperkingen in worden vastgelegd. Deze aspecten vallen nog steeds onder de nationale wetgeving.

De Commissie zal in haar onderzoeksprogramma's evenwel nauwlettend toezien op de wettelijke en ethische aspecten van mogelijke genetische discriminatie.

Top