EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E003368

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3368/97 van Kirsi PIHA aan de Commissie. Financiering van de uitbreiding

PB C 158 van 25.5.1998, p. 92 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91997E3368

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3368/97 van Kirsi PIHA aan de Commissie. Financiering van de uitbreiding

Publicatieblad Nr. C 158 van 25/05/1998 blz. 0092


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3368/97 van Kirsi Piha (PPE) aan de Commissie (22 oktober 1997)

Betreft: Financiering van de uitbreiding

In het hoofdstuk betreffende de financiering van de uitbreiding in de "Agenda 2000¨ van de Commissie wordt gezegd dat de financiële bijdragen in verband met de uitbreiding voor de huidige lidstaten van de Unie niet meer mogen bedragen dan 1,27% van het BNP. Hoewel o.a. wegens de sterke economische groei als gevolg van structurele hervormingen van het steunbeleid van de Unie middelen beschikbaar zullen komen, lijkt de prognose dat het huidige financieringsniveau voldoende is aan de optimistische kant.

Blijkens recente discussies zowel in de Raad als het Europees Parlement is het niet waarschijnlijk dat de toetredingsonderhandelingen zullen beginnen op de door de Commissie voorgestelde 5+1 basis. Dat kan betekenen dat het totale financieringsprogramma op de middellange en lange termijn aanmerkelijk afwijkt van de huidige ramingen van de Commissie.

Meent de Commissie, gezien het bovenstaande, dat het totale financieringsprogramma onder alle omstandigheden binnen de ramingen van de Agenda 2000 blijft? Hoe heeft de Comissie zich voorbereid op en hoe zal zij zich in de toekomst voorbereiden op een situatie, waarin de huidige financiële ramingen wellicht aan de lage kant blijken te zijn?

Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie (9 december 1997)

In de mededeling "Agenda 2000¨ ((COM (97) 2000. )) heeft de Commissie aangegeven onder welke voorwaarden en op welke grondslagen zij het mogelijk acht zowel de ontwikkeling van het beleid van de Gemeenschap als de integratie van de eerste kandidaat-landen te financieren zonder het huidige maximum van de eigen middelen, dat is vastgesteld op 1,27 % van het bruto nationaal product (BNP), te overschrijden en tegelijk onder dit maximum nog een marge beschikbaar te houden. Aangezien dit maximum op het niveau van de Gemeenschap in haar geheel wordt vastgesteld, zal het te zijner tijd op het BNP van de uitgebreide Gemeenschap worden toegepast.

Het algemene overzicht dat in de mededeling "Agenda 2000¨ van het financiële kader wordt gegeven, berust echter op bepaalde werkhypothesen die verband houden met de voorwaarden voor de uitbreiding (aantal landen, datum van toetreding,...). Er wordt in het bijzonder uitgegaan van de toetreding, in 2002, van vijf kandidaat-landen uit Midden- en Oost-Europa en van Cyprus. Mocht de uitbreiding plaatshebben onder voorwaarden die aanzienlijk afwijken van die welke de Commissie voor ogen heeft, dan kunnen de bedragen die in het financiële gedeelte van de mededeling "Agenda 2000¨ zijn aangegeven, dienovereenkomstig worden aangepast.

Top