91997E3044

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3044/97 van Olivier Dupuis (ARE) aan de Commissie (16 september 1997)

Betreft: Herhuisvesting in de Chittagong-heuvels

In de toelichting van het Europees Parlement bij begrotingspost B7-301 - Economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Azië - staat dat een deel van het bedrag dat voor Bangladesh is uitgetrokken, moet worden gebruikt om Bengaalse kolonisten naar hun streek van herkomst te laten terugkeren. Welke initiatieven heeft de Commissie in 1997 genomen en welke overweegt zij nog te nemen om aan deze richtlijn van het Parlement gevolg te geven? Heeft zij daartoe met de Bengaalse autoriteiten onderhandelingen aangeknoopt? Heeft zij informatie over de ontwikkelingen in de Chittagong-heuvels, in het bijzonder wat de mensenrechten betreft?

Antwoord van de heer Marín namens de Commissie (1 oktober 1997)

De Commissie heeft terdege nota genomen van het commentaar van het Parlement op begrotingspost B7-301 waarin is gespecificeerd dat een deel van de begroting zou moeten worden bestemd voor de terugkeer naar de vlakten van Bengaalse kolonisten uit de Chittagong-heuvels.

Ofschoon de Commissie voornemens is de tenuitvoerlegging van het vredesproces te steunen, is het evenwel nog te vroeg om in de Chittagong-heuvels projecten voor te bereiden en ten uitvoer te leggen, aangezien de onderhandelingen tussen de Bengaalse autoriteiten en de stamhoofden worden voortgezet, en de politieke en veiligheidsomstandigheden voor hulp van buitenaf niet gunstig zijn.

De zesde ronde van onderhandelingen tussen de Bengaalse autoriteiten (het nationaal comité) en de politieke vleugel van de Shanti Bahini zou echter spoedig van start moeten gaan, terwijl de verwachting is dat dit in de ondertekening van een vredesovereenkomst zal uitmonden.

De Commissie volgt de situatie met aandacht.