EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E002630

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2630/97 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Risico's voor de mens die verbonden zijn aan een al te sterke blootstelling aan niet-ioniserende elektromagnetische stralingen

PB C 102 van 3.4.1998, p. 78 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91997E2630

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2630/97 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Risico's voor de mens die verbonden zijn aan een al te sterke blootstelling aan niet-ioniserende elektromagnetische stralingen

Publicatieblad Nr. C 102 van 03/04/1998 blz. 0078


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2630/97 van Roberta Angelilli (NI) aan de Commissie (1 september 1997)

Betreft: Risico's voor de mens die verbonden zijn aan een al te sterke blootstelling aan niet-ioniserende elektromagnetische stralingen

In de nieuwste technologie wordt op grote schaal gebruik gemaakt van zogeheten "niet-ioniserende stralingen¨, dat zijn elektromagnetische golven waarvan de frequentie tussen 10 kHz en 300 GHz ligt. Overal waar veel mensen zijn ligt de concentratie hiervan bijzonder hoog.

Nu de radio- en tv-diensten en de mobiele telefoon zo'n enorme vlucht hebben gemaakt, is de toestand alleen maar erger geworden, zodat zich veel overlast voordoet, zoals in de wijk Prati in Rome, waar een zeer hoge concentratie van elektromagnetische golven bestaat. De bewoners horen vaak in de parlofoon de uitzendingen "weerklinken¨ van een radiozender. Soms ook gaan elektrische apparaten vanzelf aan. Deze voorvallen worden door de plaatselijke buurtcomités gerapporteerd aan de gemeentelijke autoriteiten.

De Europese regelgeving op dit terrein lijkt echter gebrekkig: tot nog toe zijn er geen officiële onderzoeksgegevens over de gevolgen op korte en lange termijn van blootstelling aan niet-ioniserende stralingen.

De vraag aan de Commissie luidt nu:

1. of er voorschriften op Europees niveau bestaan betreffende bescherming van de gezondheid tegen de risico's die verbonden zijn aan een al te sterke blootstelling aan niet-ioniserende stralingen;

2. of er betrouwbare officiële onderzoeksgegevens over dit onderwerp bestaan die bewijzen dat deze golven voor mensen ongevaarlijk zijn;

3. of het niet nodig is om grote concentraties in een gebied met krachtige zenders te voorkomen;

4. welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen uit het Groenboek over mobiele communicatie waarin de intentie wordt uitgesproken om prioriteit toe te kennen aan milieu- en gezondheidsproblemen in verband met de ontwikkeling van mobiele communicatiesystemen?

Antwoord van de heer Flynn namens de Commissie (23 oktober 1997)

De Commissie is zich bewust van de zorgen aangaande gezondheidsrisico's uit hoofde van blootstelling aan niet-ioniserende elektromagnetische stralingen.

De Commissie houdt zich daarom dan ook op de hoogte van de terzake verrichte research en neemt alle nodige initiatieven binnen haar invloedssfeer tot instelling van communautaire vereisten ter bescherming van de werknemers en het grote publiek.

1. Er bestaat communautaire wetgeving betreffende minimumeisen voor gezondheid en veiligheid voor het werken met beeldschermapparatuur ((Richtlijn van de Raad 90/270/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG); PB L 156 van 21.6.1990 )).

In het kader van de beperking van blootstelling van werknemers aan niet-ioniserende elektromagnetische straling heeft de Commissie in 1993 een voorstel ingediend ((Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia; PB C 77 van 18.3.1993 )). Voorts wordt gewerkt aan de opstelling van voorstellen, gebaseerd op wetenschappelijk vastgestelde feiten, voor aanbevelingen inzake de beperking van blootstelling van het publiek aan elektromagnetische velden in de frequentie tussen 1 hertz (Hz) tot 300 gigahertz (Ghz).

2. Elektromagnetische straling kan leiden tot thermische effecten, die verband houden met de omzetting van energie in warmte. Deze zijn wetenschappelijk deugdelijk bewezen en vormen de biologische grondslag voor richtsnoeren voor minimumwaarden voor blootstelling die door internationaal erkende instanties van de meest bekwame wetenschappelijke onderzoekers worden uitgegeven, waaronder een van de voornaamste is de International commission on non-ionising radiation protection (ICNIRP).

Potentiële niet-thermische effecten, zoals het veroorzaken en bevorderen van kanker, zijn daarentegen niet bewezen; onderzoek daarnaar is nog steeds gaande.

In het kader van het project inzake elektromagnetische velden (EMF) van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO), wordt momenteel gewerkt aan de voorbereiding van richtlijnen voor de risico-evaluatie. De Commissie speelt een grote rol bij deze en andere activiteiten die erop gericht zijn passende communautaire maatregelen voor te stellen indien zich niet-thermische effecten blijken voor te doen.

Een overzicht * "Non-ionizing radiation: Sources, exposure and health effects¨ (niet-ioniserende straling: bronnen, blootstelling en gevolgen voor de gezondheid) * van de bestaande studies werd in 1996 door de Commissie gepubliceerd. Een exemplaar hiervan wordt toegestuurd aan de geachte Afgevaardigde en aan het Secretariaat van het Europees Parlement.

3. Het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's ((COM (96) 511 def. )) heeft ook betrekking op de sector telecommunicatie en daarmee op de kwestie van de installatie van ontvang- en zendsystemen.

4. Een groep van deskundigen werd verzocht een gecoördineerd programma uit te werken voor onderzoek naar potentiële gevolgen voor de gezondheid die te wijten zijn aan mobiele communicatiesystemen.

Eind 1996 stelden de deskundigen het ontbreken van epidemiologisch, biofysisch en biologisch onderzoek naar niet-thermische effecten vast. Ook moet nog worden gewerkt aan blootstellingssystemen en dosimetrie om dosis/reactie effecten vast te stellen in ingewikkelde lichaamsdelen, zoals het hoofd. De Commissie overweegt momenteel hoe de aanbevelingen van de deskundigen het best zijn in te passen in haar voorstellen betreffende het onderzoek- en ontwikkelingsprogramma (O& O) van de Gemeenschap.

Top