Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986Y0924(01)

    Resolutie van de Raad van 15 september 1986 betreffende de verbetering van het energierendement in de industriële ondernemingen van de Lid-Staten

    PB C 240 van 24.9.1986, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document In force

    31986Y0924(01)

    Resolutie van de Raad van 15 september 1986 betreffende de verbetering van het energierendement in de industriële ondernemingen van de Lid-Staten

    Publicatieblad Nr. C 240 van 24/09/1986 blz. 0001 - 0002


    RESOLUTIE VAN DE RAADvan 15 september 1986betreffende de verbetering van het energierendement in de industriële ondernemingen van de Lid-Staten(86/C 240/01)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gezien de mededeling van de Commissie van 16 mei 1986 ,,Naar een Europees beleid inzake energetische doeltreffendheid in industriële ondernemingen'', Gezien de resoluties van de Raad van 9 juli 1980 (1) en 15 januari 1985 (2) , waarmee beoogd wordt de energiebesparingsinspanningen in de Gemeenschap te intensiveren en het verbruik en de invoer van aardolie te beperken en waarbij aan de Lid-Staten een aantal hoofdlijnen voor een basisprogramma voor energiebesparing worden aanbevolen, Gezien de aanbeveling van de Commissie van 29 juli 1980 betreffende het rationele gebruik van energie in industriële ondernemingen (3) , Gezien de aanbeveling van de Raad van 28 juli 1982 betreffende de stimulering van investeringen op het gebied van het rationele energiegebruik (4) , Overwegende dat het energierendement van de industriële ondernemingen van de Lid-Staten aanzienlijk is verbeterd; dat er door toepassing van technieken die economisch rendabel zijn gebleken, niettemin nog een aanzienlijk potentieel voor energiebesparingen in de industrie bestaat; Overwegende dat modernisering van het produktieapparaat op termijn de voornaamste mogelijkheid tot energiebesparing biedt; dat hierdoor het mededingingsvermogen van de Europese industrie kan worden verbeterd en de schepping van arbeidsplaatsen in de ondernemingen kan worden bevorderd; Overwegende dat de door de Lid-Staten en de Gemeenschap te voeren acties de nodige verbeteringen van het energierendement van de ondernemingen kunnen ondersteunen en bevorderen, zulks vooral op het gebied van onderzoek, demonstratie en passende financiering van de investeringen en van informatie en opleiding; Overwegende dat de huidige bruuske dalingen van de aardolieprijzen niet blijvend zijn; dat zij een directe, negatieve weerslag kunnen hebben op een voldoende en veilige voorziening op lange termijn en aldus een nieuwe uitdaging vormen voor het energiebesparingsbeleid van de Gemeenschap, 1. verzoekt de Lid-Staten in de huidige situatie van dalende energieprijzen, hun inspanningen ter bevordering van een doeltreffend energiegebruik niet te verminderen doch integendeel op te voeren, met name in de industriële ondernemingen waar dit economisch verantwoord is; 2. herinnert eraan dat dit beleid gebaseerd moet zijn op de beginselen inzake prijsbeleid en de maatregelen die zijn genoemd in de resolutie van 9 juli 1980 betreffende de nieuwe beleidslijnen van de Gemeenschap op het gebied van energiebesparing, alsmede in de resolutie van 15 januari 1985 betreffende verdere hoofdlijnen van dit beleid; 3. constateert dat een verhoging van het energierendement in de industriële ondernemingen van de Lid-Staten ook voor het milieu positieve gevolgen kan hebben; 4. merkt op dat de Commissie nauwlettend toeziet op de ontwikkeling van de energieprijzen, met name de aardolieprijzen, alsmede op de gevolgen daarvan voor de energiebesparingen in de Gemeenschap, vooral in de industriële ondernemingen; 5. neemt akte van het voornemen van de Commissie om bij haar toekomstige activiteiten ten behoeve van energiebesparingen in de industriesector: - een belangrijke plaats te blijven toekennen aan de door de industrie en door kleine en middelgrote ondernemingen ingediende projecten in het kader van het communautaire demonstratieprogramma op energiegebied, met name met betrekking tot energiebesparingen en de terugwinning van industrieafval; - de uitwisseling van inlichtingen en ervaringen tussen de Lid-Staten over de in het kader van hun programma's behaalde resultaten te bevorderen, waarbij met name de gedachtenwisseling op Europees niveau tussen de in de Lid-Staten bestaande organisaties voor energiebesparing zal worden gestimuleerd; - de voorlichting van de industriële ondernemingen van de Gemeenschap over voltooide demonstratieprojecten, alsmede activiteiten als seminars, voorlichtings-workshops en specifieke studies te intensiveren, ten einde de verbreiding van de gedemonstreerde technieken te vergemakkelijken; - de inspanningen op het gebied van de energiebesparing in de industriesector in het kader van het communautaire programma voor niet-nucleair onderzoek en ontwikkeling voort te zetten; - met bekwame spoed verder te werken aan de databank SESAME betreffende demonstratieprojecten die in het kader van de nationale en communautaire programma's zijn verwezenlijkt, zulks met het oog op de eventuele totstandbrenging van een documentatiecentrum voor nieuwe energietechnieken; - in het kader van het communautaire energiebusprogramma de analyses van de energieboekhouding van kleine en middelgrote ondernemingen in bepaalde sectoren te verdiepen, de betrokken industrieën over de resultaten in te lichten, en op basis van een evaluatie van de proeffase 1985-1987 de nog te ondernemen passende acties nader af te bakenen; - in voorkomend geval het opzetten en uitwerken van energiediagnoses in de industriële ondernemingen in de Lid-Staten te vergemakkelijken; - de in bepaalde industriesectoren reeds verrichte energie-expertises aan te vullen; - passende methoden te onderzoeken om de afzet van nieuwe produkten of technieken waarmee energie kan worden bespaard, te stimuleren; - nieuwe financieringsmogelijkheden voor investeringen die energiebesparing mogelijk maken, zoals bijvoorbeeld de financiering door derden (,,Third-Party Financing'') beter bekend te maken en het gebruik van risicodragend kapitaal te bevorderen, alsook de betrokken industriële ondernemingen en financiële instellingen - waarbij de Europese Investeringsbank mogelijkerwijs een taak kan vervullen - en de Lid-Staten hiervan op de hoogte te stellen; 6. verzoekt de Commissie geregeld verslag uit te brengen aan de Raad over het verloop van deze activiteiten en over de behaalde resultaten. (1) PB nr. C 149 van 18. 6. 1980, blz. 1 en 3.

    (2) PB nr. C 20 van 22. 1. 1985, blz. 1.

    (3) PB nr. L 239 van 12. 9. 1980, blz. 26.

    (4) PB nr. L 247 van 23. 8. 1982, blz. 9.

    Top