EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62018CJ0306

Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 15 mei 2019.
KORADO a.s. tegen Generální ředitelství cel.
Verzoek van de Krajský soud v Ostravě – pobočka v Olomouci om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Gelast stuk staal – Radiatoren voor centrale verwarming, niet-elektrisch verwarmd – Posten 7307 en 7322 – Begrippen ,delen’ van radiatoren en ,hulpstukken (fittings) voor buisleidingen’ – Uitvoeringsverordening (EU) 2015/23 – Geldigheid.
Zaak C-306/18.

ECLI-code: ECLI:EU:C:2019:414

 ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

15 mei 2019 ( *1 )

„Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Gelast stuk staal – Radiatoren voor centrale verwarming, niet-elektrisch verwarmd – Posten 7307 en 7322 – Begrippen ‚delen’ van radiatoren en ‚hulpstukken (fittings) voor buisleidingen’ – Uitvoeringsverordening (EU) 2015/23 – Geldigheid”

In zaak C‑306/18,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Krajský soud v Ostravě – pobočka v Olomouci (rechter in eerste aanleg Ostrava, afdeling Olomouc, Tsjechië) bij beslissing van 29 maart 2018, ingekomen bij het Hof op 7 mei 2018, in de procedure

KORADO a.s.

tegen

Generální ředitelství cel,

wijst

HET HOF (Achtste kamer),

samengesteld als volgt: F. Biltgen (rapporteur), kamerpresident, C. G. Fernlund en L. S. Rossi, rechters,

advocaat-generaal: Y. Bot,

griffier: M. Aleksejev, hoofd van een administratieve eenheid,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 28 februari 2019,

gelet op de opmerkingen van:

KORADO a.s., vertegenwoordigd door P. Mrázek en V. Beringerová, advokáti,

de Tsjechische regering, vertegenwoordigd door M. Smolek, J. Vláčil en O. Serdula als gemachtigden,

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door A. Caeiros en J. Hradil als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing heeft betrekking op de uitlegging van de posten 7307 en 7322 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: „GN”), die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1987, L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1101/2014 van de Commissie van 16 oktober 2014 (PB 2014, L 312, blz. 1), en voorts op de geldigheid van uitvoeringsverordening (EU) 2015/23 van de Commissie van 5 januari 2015 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB 2015, L 4, blz. 15).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen KORADO a.s. (hierna: „KORADO”) en Generální ředitelství cel (directoraat-generaal Douane, Tsjechië) over de indeling van bepaalde goederen in de GN.

Toepasselijke bepalingen

GS

3

Het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS”) en het daarbij behorende protocol van wijziging van 24 juni 1986 zijn namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB 1987, L 198, blz. 1).

4

De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie (WCO), die is opgericht bij het op 15 december 1950 te Brussel gesloten Verdrag houdende instelling ervan, keurt onder de voorwaarden van artikel 8 van het in het vorige punt genoemde GS-verdrag de door het comité voor het GS vastgestelde toelichtingen en indelingsadviezen goed.

5

Volgens artikel 3, lid 1, onder a), van dat GS-verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich om haar tariefnomenclatuur en haar statistieknomenclaturen in overeenstemming te brengen met het GS, om alle posten en onderverdelingen ervan zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende numerieke codes te gebruiken en om de volgorde van nummering van het GS in acht te nemen. Uit die bepaling volgt ook dat de verdragsluitende partijen de algemene regels voor de interpretatie van het GS, alsmede alle aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken en de aanvullende aantekeningen op de onderverdelingen moeten toepassen en de draagwijdte van de afdelingen, hoofdstukken, posten of onderverdelingen niet mogen wijzigen.

6

Punt C van de algemene opmerkingen van de GS-toelichting op afdeling XV, met het opschrift „Delen”, luidt als volgt:

„[...] delen voor algemeen gebruik (zie toelichting 2 op de afdeling) die afzonderlijk worden aangeboden, [worden] niet als delen aangemerkt; zij volgen hun eigen tarifering. Zulks is bijvoorbeeld het geval met bouten die speciaal zijn bestemd voor radiators voor centrale verwarming, of met speciale veren voor motorrijtuigen. De bouten worden ingedeeld onder post 7318 en niet als delen van radiators onder post 7322, terwijl de veren tot post 7320 behoren en niet tot post 8708 (delen en toebehoren van motorvoertuigen).”

7

De GS-toelichting op post 7307 bepaalt het volgende:

„[...]

Deze post heeft betrekking op hulpstukken (fittings) van gietijzer, ijzer of staal, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor het samenvoegen of verbinden van twee buizen of buisvormige delen, van een buis met een ander voorwerp, of voor het afsluiten van bepaalde delen van buisleidingen, met uitzondering evenwel van artikelen die worden gebruikt voor het installeren van pijpen en buizen en welke geen deel hebben aan de functie van de buisleiding (bijvoorbeeld bevestigingsbeugels, pijphangers, zadels, enzovoort voor het bevestigen, ophangen, ondersteunen, enzovoort van pijpen en buizen aan muren, klemringen voor het vastklemmen van buigzame slangen om buizen, pijpen, kranen, straalpijpen, enzovoort) (post 7325 of 7326).

[...]

Van onder deze post vallende goederen kunnen worden genoemd, gladde flenzen of flenzen met versterkte kraag, ellebogen, lasbochten, reductiemoffen, T-stukken, kruisstukken, kappen en pluggen voor stomplassen, verbindingsstukken voor uit buizen samengestelde leuningen, meervoudige spruitstukken, koppelingen of moffen, stankafsluiters, nippels, voegringen, klemfittings en kragen.”

8

De GS-toelichting op post 7322 bevat onder andere de volgende tekst:

„[...]

Deze post omvat:

[...]

2)

herkenbare elementen en andere herkenbare delen van radiatoren.

Als delen van de bovengenoemde toestellen worden niet aangemerkt:

a)

buisleidingen, met inbegrip van hulpstukken, die de verwarmingsketels met de radiatoren verbinden (posten 7303 tot en met 7307);

[...]”

GN

9

De tariefindeling van goederen die in de Europese Unie worden ingevoerd, wordt geregeld door de GN, die is gebaseerd op het GS. Ten tijde van de feiten in het hoofdgeding gold de versie van verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening nr. 1101/2014.

10

Het eerste deel van de GN bevat een aantal inleidende bepalingen. In titel I van dat deel, houdende de algemene regels, voorziet afdeling A in algemene regels voor de interpretatie van deze nomenclatuur op grond waarvan goederen in de GN worden ingedeeld. Hierin heet het met name dat de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken wettelijk bepalend zijn voor de indeling, terwijl de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden.

11

Het tweede deel van de GN bevat een afdeling XV, die betrekking heeft op „Onedele metalen en werken daarvan”.

12

Die afdeling bestaat uit de hoofdstukken 72 tot en met 83 en bevat onder meer hoofdstuk 73, met het opschrift „Werken van gietijzer, van ijzer en van staal”.

13

Aantekening 2 bij afdeling XV van de GN bevat de volgende tekst:

„In de nomenclatuur worden als ‚delen voor algemeen gebruik’ aangemerkt:

a)

artikelen bedoeld bij de posten 7307, 7312, 7315, 7317 en 7318, alsmede dergelijke artikelen van andere onedele metalen;

[...]

Waar in de hoofdstukken 73 tot en met 76 en 78 tot en met 82 (behalve in post 7315) ‚delen’ worden genoemd, slaat zulks niet op ‚delen voor algemeen gebruik’ in bovenbedoelde zin.

[...]”

14

GN-post 7307 luidt als volgt:

„Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), van gietijzer, van ijzer of van staal

[...]

730793 – – hulpstukken, door stomplassen te bevestigen

met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 609,6 mm

[...]

73079319 – – – – andere

[...]”

15

GN-post 7322 luidt:

„Radiatoren voor centrale verwarming, niet-elektrisch verwarmd, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal; luchtverhitters en apparaten voor het verspreiden van warme lucht (andere dan die met een elektrische warmtebron), ook indien deze apparaten tevens geschikt zijn voor het verspreiden van gekoelde of geconditioneerde lucht, voorzien van een door een motor aangedreven ventilator of blaasinrichting, alsmede delen van deze verwarmingsapparaten, van gietijzer, van ijzer of van staal

radiatoren en delen daarvan

[...]

73221900 – – andere

[...]”

Uitvoeringsverordening 2015/23

16

Om een uniforme toepassing van de GN te waarborgen, heeft de Europese Commissie uitvoeringsverordening 2015/23 vastgesteld, die overeenkomstig artikel 3 ervan op 28 januari 2015 in werking is getreden.

17

De overwegingen 1 tot en met 5 van uitvoeringsverordening 2015/23 luiden als volgt:

„(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de [GN] die als bijlage bij verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de [GN] vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief‑ of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad [van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB 1992, L 302, blz. 1)]. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek”.

18

Artikel 1 van uitvoeringsverordening 2015/23 bepaalt:

„De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de [GN] ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.”

19

Artikel 2 van de uitvoeringsverordening luidt:

„Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 12, lid 6, van verordening (EEG) nr. 2913/92 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.”

20

De bijlage bij uitvoeringsverordening 2015/23 heeft de volgende bewoordingen:

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een T-vormig artikel van staal. De uitwendige diameter van de schouders bedraagt 23 mm en de grootste diameter van het centrale gedeelte van het artikel 40 mm. De zijdelingse uiteinden zijn afgeschuind en geschikt voor stomplassen, het derde uiteinde is aan de binnenkant voorzien van schroefdraad.

De zijdelingse uiteinden moeten worden gelast tussen de panelen van de radiator. Het derde uiteinde wordt gebruikt om een ontluchtingsventiel of regelkraan te installeren of om de radiator aan te sluiten op een buis die deze dan verbindt met bijvoorbeeld een verwarmingsketel.

Zie afbeelding (*).

7307 93 19

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 a) op afdeling XV en de tekst van de GN-codes 7307, 7307 93 en 7307 93 19.

Het artikel heeft de objectieve kenmerken van hulpstukken (fittings) voor buisleidingen die worden ingedeeld onder post 7307. Artikelen van post 7307 zijn, overeenkomstig aantekening 2 a) op afdeling XV, delen voor algemeen gebruik. Aangezien verwijzingen naar delen, onder andere in hoofdstuk 73, geen verwijzingen inhouden naar delen voor algemeen gebruik zoals omschreven in die aantekening, is indeling van het artikel onder post 7322 als deel van radiatoren voor centrale verwarming uitgesloten (zie ook de toelichting bij het geharmoniseerde systeem op post 7322, punt 2 a)).

Het artikel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 7307 93 19 als andere door stomplassen te bevestigen hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van staal, met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 609,6 mm.

(*) De afbeelding is louter ter informatie.

Image

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

21

Op 9 november 2015 heeft verzoekster in het hoofdgeding de Celní úřad pro Olomoucký kraj (douanekantoor voor de regio Olomouc, Tsjechië) verzocht om een bindende tariefinlichting met betrekking tot de indeling van bepaalde goederen. Verzoekster in het hoofdgeding heeft daarbij voorgesteld om de goederen in te delen onder GN-postonderverdeling 73221900.

22

De in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen, met nummers „T 74‑32”, „T 40‑32” en „L 35‑32”, bestaan uit een gelast stuk staal dat wordt vervaardigd voor niet-elektrisch verwarmde radiatoren voor centrale verwarming.

23

De goederen hebben twee of drie uiteinden. Daarbij is er ten eerste sprake van een of twee schouders die zo zijn ontworpen dat zij door stomplassen met de radiatorpanelen kunnen worden verbonden, en ten tweede van een uiteinde dat een kraag met schroefdraad heeft en wordt gebruikt om een ontluchtingsventiel, regelkraan of ander voorwerp op aan te sluiten, of om een buis op aan te sluiten die naar een warmtebron leidt.

24

Bij besluiten van 24 november 2015 heeft het douanekantoor voor de regio Olomouc overeenkomstig uitvoeringsverordening 2015/23 de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen ingedeeld onder GN-postonderverdeling 73079319.

25

Verzoekster in het hoofdgeding heeft tegen die besluiten bezwaar aangetekend bij het directoraat-generaal Douane. Daar afwijzend is beslist op het gemaakte bezwaar, is zij in beroep gegaan bij de Krajský soud v Ostravě – pobočka v Olomouci (rechter in eerste aanleg Ostrava, afdeling Olomouc, Tsjechië).

26

De verwijzende rechter geeft aan dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen weliswaar identiek of voldoende identiek zijn aan de goederen waarop uitvoeringsverordening 2015/23 betrekking heeft, met als gevolg dat zij onder GN-post 7307 zouden moeten worden ingedeeld als „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van gietijzer, van ijzer of van staal”, en meer in het bijzonder onder GN-postonderverdeling 73079319, maar dat een dergelijke indeling niet juist is, met name gelet op de aard van die goederen.

27

De verwijzende rechter wijst erop dat in aantekening 2 bij afdeling XV van de GN staat dat artikelen bedoeld bij GN-post 7307 als „delen voor algemeen gebruik” worden aangemerkt. Naar zijn oordeel zijn de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen geen delen voor algemeen gebruik, maar specifieke delen van de radiatoren die op bestelling voor verzoekster in het hoofdgeding worden geproduceerd in overeenstemming met de door de radiatorfabrikant opgestelde technische documentatie. Deze goederen vallen vanwege hun aard dan ook onder GN-post 7322.

28

Verder is de verwijzende rechter het met verzoekster in het hoofdgeding eens dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen niet zijn aan te merken als toebehoren en merkt hij in dit verband op dat het Hof in het arrest van 26 oktober 2006, Turbon International (C‑250/05, EU:C:2006:681), heeft geoordeeld dat het begrip „delen” de aanwezigheid impliceert van een geheel voor de werking waarvan deze delen onmisbaar zijn, en dat het begrip „toebehoren” ziet op verwisselbare uitrusting waardoor een apparaat voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of die het geschikt maakt voor bijkomende mogelijkheden of voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie van de machine.

29

Volgens de verwijzende rechter zijn de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen onmisbaar voor de werking van de radiator en vormen zij een geheel met die radiator. Er is dan ook geen sprake van „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen” in de zin van GN-post 7307, maar wel van „delen” van radiatoren als bedoeld in GN-post 7322.

30

Gelet op die overwegingen vraagt de verwijzende rechter zich af of uitvoeringsverordening 2015/23 geldig is, en met name of die verordening niet heeft geleid tot een onrechtmatige uitbreiding van de reikwijdte van GN-postonderverdeling 73079319.

31

Tegen die achtergrond heeft de Krajský soud v Ostravě – pobočka v Olomouci besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)

Is [uitvoeringsverordening 2015/23], waarin de in kolom 1 van de tabel in de bijlage beschreven goederen worden ingedeeld onder onderverdeling 73079319 van de [GN], geldig?

2)

Indien deze verordening ongeldig is, kunnen de betrokken artikelen dan worden ingedeeld onder onderverdeling 73221900 van de [GN]?

3)

Indien deze verordening geldig is, moeten de betrokken artikelen dan worden ingedeeld onder onderverdeling 73079319 van de [GN]?”

Beantwoording van de prejudiciële vragen

32

Met zijn vragen, die gezamenlijk moeten worden behandeld, wenst de verwijzende rechter in wezen ten eerste te vernemen of de GN aldus dient te worden uitgelegd dat een gelast stuk staal zoals dat in het hoofdgeding moet worden ingedeeld onder GN-post 7307 omdat er sprake is van „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen” dan wel onder GN-post 7322 aangezien het „delen” van radiatoren betreft, en ten tweede, en subsidiair, of uitvoeringsverordening 2015/23 geldig is.

33

Om te beginnen dient eraan te worden herinnerd dat, wanneer het Hof wordt verzocht om een prejudiciële beslissing over een vraag op het gebied van de tariefindeling, het volgens vaste rechtspraak tot taak heeft om de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan deze de betrokken producten correct in de GN kan indelen, en niet zozeer om zelf deze producten in te delen, temeer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in ieder geval beter in staat te zijn (zie onder meer arrest van 25 februari 2016, G. E. Security, C‑143/15, EU:C:2016:115, punt 41 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

34

Het staat dus aan de verwijzende rechter om de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen in te delen in het licht van het antwoord van het Hof op de door hem gestelde vragen.

35

Teneinde de verwijzende rechter een nuttig antwoord te geven, zij meteen opgemerkt dat volgens de algemene regels voor de interpretatie van de GN de bewoordingen van de posten en van de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken bepalend zijn voor de indeling van goederen, terwijl de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden. De toelichtingen op het GS en de GN zijn weliswaar niet bindend, maar zijn belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de tariefposten (arrest van 12 juni 2014, Lukoyl Neftohim Burgas, C‑330/13, EU:C:2014:1757, punten 33 en 35 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

36

Het is vaste rechtspraak van het Hof dat het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen – ter wille van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle – in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-post en van de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven (arrest van 25 februari 2016, G. E. Security, C‑143/15, EU:C:2016:115, punt 44 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

37

Het Hof heeft tevens geoordeeld dat de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product, en dat die inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (arresten van 13 juli 2006, Uroplasty, C‑514/04, EU:C:2006:464, punt 42, en 26 april 2017, Stryker EMEA Supply Chain Services, C‑51/16, EU:C:2017:298, punt 40).

38

In het hoofdgeding wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen onder welke GN-post, namelijk GN-post 7307 dan wel GN-post 7322, een gelast stuk staal zoals dat in het hoofdgeding moet worden ingedeeld.

39

Uit de bewoordingen van GN-post 7307 volgt dat die post ziet op hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, zoals verbindingsstukken, ellebogen en moffen, van gietijzer, ijzer of staal.

40

De GS-toelichting op GS-post 7307 bepaalt voorts dat die post betrekking heeft op hulpstukken (fittings) van gietijzer, ijzer of staal die hoofdzakelijk worden gebruikt voor het samenvoegen of verbinden van twee buizen of buisvormige delen, van een buis met een ander voorwerp, of voor het afsluiten van bepaalde delen van buisleidingen.

41

Blijkens de bewoordingen van GN-post 7322 ziet GN-post 7322 op radiatoren voor centrale verwarming, niet-elektrisch verwarmd, alsmede delen daarvan, van gietijzer, ijzer of staal.

42

Derhalve moet voor de indeling van een gelast stuk staal zoals dat in het hoofdgeding, worden nagegaan of er in dat verband sprake is van „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen” in de zin van GN-post 7307, dan wel van „delen” van radiatoren in de zin van GN-post 7322.

43

Opgemerkt moet worden dat de GN weliswaar geen definitie van het begrip „delen” in de zin van GN-post 7322 bevat, maar dat uit de rechtspraak die het Hof heeft ontwikkeld binnen de context van de hoofdstukken 84 en 85 van afdeling XVI en van hoofdstuk 90 van afdeling XVIII van de GN, volgt dat het begrip „delen” de aanwezigheid impliceert van een geheel voor de werking waarvan deze delen onmisbaar zijn. Om een artikel te kunnen doen vallen onder de „delen”, in de zin van bovengenoemde hoofdstukken, is het niet voldoende dat wordt aangetoond dat de machine of het apparaat zonder dat artikel niet de functie kan vervullen waarvoor het is bestemd, doch dient tevens te worden aangetoond dat de mechanische of elektronische werking van die machine of dat apparaat afhangt van de aanwezigheid van dat artikel (arrest van 12 december 2013, HARK, C‑450/12, EU:C:2013:824, punt 36).

44

In het belang van een coherente en uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief dient het begrip „delen”, in de zin van GN-post 7322, dezelfde definitie te krijgen als die welke voortvloeit uit de ten aanzien van andere hoofdstukken van de GN gewezen rechtspraak (zie naar analogie arrest van 12 december 2013, HARK, C‑450/12, EU:C:2013:824, punt 37).

45

In casu volgt uit het dossier waarover het Hof beschikt, dat een gelast stuk staal als bedoeld in het hoofdgeding onmisbaar is voor de werking van de radiator waarmee het is verbonden en waarmee het een geheel vormt.

46

Er kan dan ook sprake zijn van „delen” van radiatoren in de zin van GN-post 7322.

47

Het Hof heeft echter reeds geoordeeld dat de indeling van een bepaald product onder GN-post 7307 als „hulpstuk voor een buisleiding”, en daarmee als een „deel voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2 bij afdeling XV van de GN, tot gevolg heeft dat dat product niet onder een andere GN-post kan worden ingedeeld als „deel” (arrest van 12 december 2013, HARK, C‑450/12, EU:C:2013:824, punten 4043).

48

Uit aantekening 2 bij afdeling XV van de GN volgt namelijk dat wanneer in de hoofdstukken 73 tot en met 76 en 78 tot en met 82 van de GN „delen” worden genoemd, dit niet slaat op „delen voor algemeen gebruik”. Blijkens aantekening 2 bij afdeling XV van de GN zijn onder meer de artikelen bedoeld bij GN-post 7307 „delen voor algemeen gebruik”.

49

Nagegaan dient dus te worden of er bij een gelast stuk staal als dat in het hoofdgeding sprake is van „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen” als bedoeld in GN-post 7307 en daarmee van „delen voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2 bij afdeling XV van de GN, hetgeen tot gevolg zou hebben dat een dergelijk gelast stuk staal niet onder GN-post 7322 kan worden ingedeeld als „delen” van radiatoren.

50

Dienaangaande moet worden opgemerkt dat, om te kunnen spreken van „delen voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2 bij afdeling XV van de GN, het betrokken product, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen alsook op de inherente bestemming ervan, bedoeld moet zijn om twee buizen of buisstukken met elkaar te verbinden of om een buis op een ander toestel aan te sluiten (zie in die zin arrest van 12 december 2013, HARK, C‑450/12, EU:C:2013:824, punten 41 en 42).

51

In het onderhavige geval heeft een gelast stuk staal als bedoeld in het hoofdgeding, zoals in punt 23 van dit arrest is aangegeven, twee of drie uiteinden. Daarbij is er ten eerste sprake van een of twee schouders die zo zijn ontworpen dat zij door stomplassen met de radiatorpanelen kunnen worden verbonden, en ten tweede van een uiteinde dat een kraag met schroefdraad heeft en wordt gebruikt om een ontluchtingsventiel, regelkraan of ander voorwerp op aan te sluiten, of om een buis op aan te sluiten die naar een warmtebron leidt.

52

Voorts heeft verzoekster in het hoofdgeding ter terechtzitting bij het Hof erkend dat de binnendiameter van de kraag met schroefdraad waarvan een gelast stuk staal als bedoeld in het hoofdgeding is voorzien, overeenkomt met de typische diameter die in de regel wordt gebruikt voor hulpstukken (fittings) voor buisleidingen.

53

Derhalve moet een gelast stuk staal als dat in het hoofdgeding, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, als een „deel voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2 bij afdeling XV van de GN worden aangemerkt, en meer in het bijzonder als een „hulpstuk voor buisleidingen” als bedoeld in GN-post 7307.

54

Wat de geldigheid van uitvoeringsverordening 2015/23 betreft, volgt uit de vaste rechtspraak van het Hof, ten eerste, dat een indelingsverordening door de Commissie wordt vastgesteld wanneer de indeling van een specifiek product in de GN moeilijkheden kan opleveren of controversieel is en, ten tweede, dat wanneer een dergelijke verordening niet voor een bepaalde marktdeelnemer geldt maar van toepassing is op alle producten die identiek zijn aan het ingedeelde product, zij een algemene strekking heeft (arresten van 19 februari 2009, Kamino International Logistics, C‑376/07, EU:C:2009:105, punt 63, en 26 april 2017, Stryker EMEA Supply Chain Services, C‑51/16, EU:C:2017:298, punt 59 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

55

In casu is het op basis van de gegevens in de verwijzingsbeslissing niet duidelijk of een gelast stuk staal als bedoeld in het hoofdgeding identiek is aan het product waarop uitvoeringsverordening 2015/23 betrekking heeft, en dus of die verordening van toepassing is op een dergelijk gelast stuk staal.

56

Ook al zou uitvoeringsverordening 2015/23 van toepassing zijn, het Hof heeft reeds geoordeeld dat die toepassing niet noodzakelijk is wanneer het met zijn antwoord op een prejudiciële vraag de verwijzende rechter alle benodigde gegevens heeft verstrekt voor de indeling van een product onder de juiste GN-post (arrest van 26 april 2017, Stryker EMEA Supply Chain Services, C‑51/16, EU:C:2017:298, punt 62).

57

Hieruit volgt dat, aangezien uit het voorgaande blijkt dat het Hof de verwijzende rechter alle benodigde gegevens heeft verstrekt voor de indeling van een gelast stuk staal als bedoeld in het hoofdgeding onder de juiste GN-post, er geen uitspraak behoeft te worden gedaan over de geldigheid van uitvoeringsverordening 2015/23.

58

Gelet op een en ander dient op de gestelde vragen te worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat een gelast stuk staal zoals dat in het hoofdgeding, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, is in te delen onder GN-post 7307 omdat er sprake is van „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen”.

Kosten

59

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht:

 

De gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1101/2014 van de Commissie van 16 oktober 2014, moet aldus worden uitgelegd dat een gelast stuk staal zoals dat in het hoofdgeding, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, is in te delen onder post 7307 van de gecombineerde nomenclatuur omdat er sprake is van „hulpstukken (fittings) voor buisleidingen”.

 

ondertekeningen


( *1 ) Procestaal: Tsjechisch.

Naar boven