EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62013CO0665

Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 21 oktober 2014.
Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins tegen Via Directa - Companhia de Seguros SA.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal do Trabalho de Lisboa - Portugal.
Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel - Nationale regeling houdende loonsverlagingen voor bepaalde werknemers in de openbare sector - Geen uitvoering van het recht van de Unie - Kennelijke onbevoegdheid van Hof.
Zaak C-665/13.

Jurisprudentie – Algemeen

ECLI-code: ECLI:EU:C:2014:2327

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer)

21 oktober 2014 ( *1 )

„Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel — Nationale regeling houdende loonsverlagingen voor bepaalde werknemers in de openbare sector — Geen uitvoering van het recht van de Unie — Kennelijke onbevoegdheid van Hof”

In zaak C‑665/13,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Tribunal do Trabalho de Lisboa (Portugal) bij beslissing van 28 oktober 2013, ingekomen bij het Hof op 16 december 2013, in de procedure

Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins

tegen

Via Directa – Companhia de Seguros SA,

geeft HET HOF (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: A. Borg Barthet, waarnemend voor de president van de Zesde kamer, E. Levits (rapporteur) en M. Berger, rechters,

advocaat-generaal: N. Jääskinen,

griffier: A. Calot Escobar,

gelet op het besluit, de advocaat-generaal gehoord, om uitspraak te doen bij met redenen omklede beschikking, overeenkomstig artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof,

de navolgende

Beschikking

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins en Via Directa – Companhia de Seguros SA (hierna: „Via Directa”) over de schorsing van de betaling van vakantie- en kerstgratificaties of enige andere vergoeding die overeenstemt met een dertiende en/of veertiende maandsalaris voor 2012.

Toepasselijke bepalingen

3

In Portugal bepaalt artikel 20 van wet nr. 64-B/2011 van 30 december 2011 tot goedkeuring van de algemene staatsbegroting voor 2012 (Diário da República, Serie I, nr. 250, van 30 december 2011; hierna: „begrotingswet voor 2012”) dat de loonsverlagingen voor de werknemers in de openbare sector, zoals vastgesteld bij wet nr. 55-A/2010 van 31 december 2010 tot goedkeuring van de algemene staatsbegroting voor 2011 (Diário da República, Serie I, nr. 253, van 31 december 2010; hierna: „begrotingswet voor 2011”) gedurende 2012 van kracht zullen blijven.

4

Artikel 21, lid 1, van de begrotingswet voor 2012, met het opschrift „Schorsing van de betaling van vakantie- en kerstgratificaties of gelijkwaardige vergoedingen”, luidt:

„Voor de duur van het Programma van Economische en Financiële bijstand (programa de assistência económica e financeira [PAEF]) blijft, als uitzonderlijke maatregel om de stabiliteit van de begroting te verzekeren, de betaling van vakantie- en kerstgratificaties of enige andere vergoeding die overeenstemt met het dertiende en/of veertiende maandsalaris geschorst voor de personen bedoeld in artikel 19, lid 9, van de [begrotingswet voor 2011], zoals gewijzigd bij de wetten nrs. 48/2011 van 26 augustus 2011 en 60-A/2011 van 30 november 2011, met een basismaandsalaris van meer dan 1100 EUR.”

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

5

De Portugese verzekeringsonderneming Via Directa is een naamloze vennootschap met uitsluitend overheidskapitaal. Zij heeft met de partijen in het hoofdgeding een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.

6

In januari 2012 heeft Via Directa beslist om artikel 21, lid 1, van de begrotingswet voor 2012 op haar werknemers toe te passen, waardoor de betaling van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde gratificaties werd geschorst.

7

De begrotingswet voor 2012 is een aanvulling op de bepalingen van de begrotingswet voor 2011, die ook beoogt de overheidsuitgaven te verminderen.

8

Bij het Tribunal do Trabalho do Porto zijn twee andere gedingen aanhangig betreffende artikel 19 van de begrotingswet voor 2011 respectievelijk artikel 21 van de begrotingswet voor 2012; deze rechterlijke instantie heeft ernstige twijfel over de verenigbaarheid van deze bepalingen met het Unierecht en heeft twee verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend, die bij het Hof zijn ingekomen op 8 maart 2012 respectievelijk 29 mei 2012. Deze zaken hebben geleid tot de beschikkingen Sindicato dos Bancários do Norte e.a. (C‑128/12, EU:C:2013:149) respectievelijk Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins (C‑264/12, EU:C:2014:2036).

9

Zonder de uitspraak van het Hof in zaak C‑264/12 af te wachten, heeft de verwijzende rechter bij het Hof het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend, met vragen die overeenkomen met die in de zaken C‑128/12 en C‑264/12.

10

Van oordeel dat een beslissing van het Hof betreffende de uitlegging van de artikelen 20 en 21 van het Handvest noodzakelijk is voor de beslechting van het voor hem aanhangige geding, heeft het Tribunal do Trabalho de Lisbao de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)

Moet het beginsel van gelijke behandeling, waarin het discriminatieverbod zijn oorsprong vindt, aldus worden uitgelegd dat het geldt voor werknemers in de openbare sector?

2)

Levert het feit dat de Staat eenzijdig voorschrijft dat de betaling van deze vergoedingen moet worden geschorst, een discriminatie op grond van de juridische aard van de arbeidsbetrekking op wanneer deze schorsing slechts geldt voor een specifieke categorie werknemers, namelijk die van de openbare sector?”

Bevoegdheid van het Hof

11

Overeenkomstig artikel 53, lid 2, van zijn Reglement voor de procesvoering kan het Hof wanneer het kennelijk onbevoegd is om kennis te nemen van een zaak, de advocaat-generaal gehoord, te allen tijde beslissen bij met redenen omklede beschikking.

12

In het kader van een prejudiciële verwijzing krachtens artikel 267 VWEU kan het Hof slechts binnen de grenzen van de aan de Europese Unie toegekende bevoegdheden het Unierecht uitleggen (beschikkingen Corpul Naţional al Poliţiştilor, C‑434/11, EU:C:2011:830, punt 13; Sindicato dos Bancários do Norte e.a., EU:C:2013:149, punt 9, en Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins EU:C:2014:2036, punt 18).

13

In zijn beschikking Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins (EU:C:2014:2036) heeft het Hof vastgesteld dat het kennelijk onbevoegd was om kennis te nemen van de vragen van het Tribunal do Trabalho do Porto, die overeenkomen met de vragen die in casu aan het Hof zijn gesteld. Zoals het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing bevatte de verwijzingsbeslissing in de zaak die tot die beschikking heeft geleid, geen concrete gegevens op basis waarvan kon worden aangenomen dat de begrotingswet voor 2012 strekte tot uitvoering van het recht van de Unie.

14

Voorts had het Tribunal do Trabalho do Porto in de zaak die heeft geleid tot de beschikking Sindicato dos Bancários do Norte e.a. (EU:C:2013:149) prejudiciële vragen over de begrotingswet voor 2011 gesteld, die overeenkwamen met de vragen in de zaak die heeft geleid tot de beschikking Sindicato Nacional dos Profissionais des Seguros e Afins (EU:C:2014:2036) over de begrotingswet voor 2012. In de eerste van deze beschikkingen had het Hof reeds vastgesteld dat het kennelijk onbevoegd was om kennis te nemen van de prejudiciële vragen, aangezien de verwijzingsbeslissing geen concrete gegevens bevatte op basis waarvan kon worden aangenomen dat de betrokken wet strekte tot uitvoering van het recht van de Unie.

15

Uit het al het voorgaande volgt dat, zoals in de twee zaken die hebben geleid tot de genoemde beschikkingen, niet kan worden vastgesteld dat het Hof bevoegd is om uitspraak te doen op het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing, waarvan de behandeling trouwens werd geschorst tot de uitspraak van het Hof in de zaak die heeft geleid tot de beschikking Sindicato Nacional dos Profissionais de Seguros e Afins (EU:C:2014:2036).

16

Bijgevolg dient op grond van artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof te worden vastgesteld dat het Hof kennelijk onbevoegd is om kennis te nemen van het onderhavige verzoek van het Tribunal do Trabalho de Lisboa om een prejudiciële beslissing.

Kosten

17

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Zesde kamer) verklaart voor recht:

 

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het door het Tribunal do Trabalho de Lisboa (Portugal) bij beslissing van 28 oktober 2013 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing (zaak C‑665/13).

 

ondertekeningen


( *1 ) Procestaal: Portugees.

Naar boven