EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62012CJ0450

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 12 december 2013.
HARK GmbH & Co KG Kamin- und Kachelofenbau tegen Hauptzollamt Duisburg.
Verzoek van het Finanzgericht Düsseldorf om een prejudiciële beslissing.
Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Posten 7307 en 7321 – Kachelbuissets – Begrippen ‚delen’ van kachels en ‚hulpstukken voor buisleidingen’.
Zaak C‑450/12.

Jurisprudentie – Algemeen

ECLI-code: ECLI:EU:C:2013:824

ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer)

12 december 2013 ( *1 )

„Gemeenschappelijk douanetarief — Tariefindeling — Gecombineerde Nomenclatuur — Posten 7307 en 7321 — Kachelbuissets — Begrippen ‚delen’ van kachels en ‚hulpstukken voor buisleidingen’”

In zaak C‑450/12,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) bij beslissing van 19 september 2012, ingekomen bij het Hof op 8 oktober 2012, in de procedure

HARK GmbH & Co KG Kamin‑ und Kachelofenbau

tegen

Hauptzollamt Duisburg,

wijst

HET HOF (Tiende kamer),

samengesteld als volgt: E. Juhász, kamerpresident, A. Rosas en C. Vajda (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: M. Wathelet,

griffier: K. Malacek, administrateur,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 20 juni 2013,

gelet op de opmerkingen van:

HARK GmbH & Co. KG Kamin‑ und Kachelofenbau, vertegenwoordigd door H.‑D. Eich, Rechtsanwalt,

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door B.‑R. Killmann en L. Keppenne als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de posten 7307 en 7321 van de Gecombineerde Nomenclatuur van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 (PB L 291, blz. 1; hierna: „GN”).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Hark GmbH & Co. KG (hierna: „Hark”) en het Hauptzollamt Duisburg, over de tariefindeling van een kachelbuisset en over douane‑ en antidumpingrechten op de invoer van dat product, dat afkomstig is uit de Volksrepubliek China.

Toepasselijke bepalingen

Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen

3

Het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS”), en het daarbij behorende protocol van wijziging van 24 juni 1986 (hierna: „GS-verdrag”), zijn namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).

4

Krachtens artikel 3, lid 1, sub a, van het GS-verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich ertoe om haar tariefnomenclatuur en haar statistieknomenclaturen in overeenstemming te doen zijn met het GS, om alle posten en onderverdelingen ervan, zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende numerieke codes te gebruiken en om de volgorde van nummering van het systeem in acht te nemen. Diezelfde bepaling legt de verdragsluitende partijen ook de verplichting op om de algemene regels voor de interpretatie van het GS en alle aantekeningen op de afdelingen, de hoofdstukken en de onderverdelingen van het GS toe te passen, en de draagwijdte van deze afdelingen, hoofdstukken, posten en onderverdelingen niet te wijzigen.

5

De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie, die is ingesteld bij het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende verdrag houdende oprichting van deze raad, keurt onder de in artikel 8 van het GS-verdrag vastgelegde voorwaarden de toelichtingen en de indelingsadviezen goed die worden vastgesteld door het comité voor het GS, waarvan de organisatie in artikel 6 van dat verdrag wordt geregeld. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van het GS-verdrag heeft dit comité met name tot taak, wijzigingen van dit verdrag voor te stellen alsmede toelichtingen, indelingsadviezen en andere adviezen voor de uitlegging van het GS op te stellen.

6

Aantekening 2 op afdeling XV van het GS, dat betrekking heeft op „delen voor algemeen gebruik”, bepaalt:

„In de nomenclatuur worden als ‚delen voor algemeen gebruik’ aangemerkt:

a)

artikelen bedoeld bij de posten 7307, 7312, 7315, 7317 en 7318, alsmede dergelijke artikelen van andere onedele metalen;

[...]

Waar in de hoofdstukken 73 tot en met 76 en 78 tot en met 82 (behalve in post 7315) ‚delen’ worden genoemd, slaat zulks niet op ‚delen voor algemeen gebruik’ in bovenbedoelde zin.

[...]”

7

De toelichting van het GS op afdeling XV, met het opschrift „Delen”, luidt als volgt:

„[...] delen voor algemeen gebruik (zie toelichting 2 op de afdeling) die afzonderlijk worden aangeboden, [worden] niet als delen aangemerkt; zij volgen hun eigen tarifering. Zulks is bijvoorbeeld het geval met bouten die speciaal zijn bestemd voor radiators voor centrale verwarming, of met speciale veren voor motorrijtuigen. De bouten worden ingedeeld onder post 7318 en niet als delen van radiators onder post 7322, terwijl de veren tot post 7320 behoren en niet tot post 8708 (delen en toebehoren van motorvoertuigen).”

8

Volgens de toelichting van het GS op post 7307, omvat deze post „een geheel van artikelen van gietijzer, ijzer of staal, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor het samenvoegen of verbinden van twee buizen of buisvormige delen, van een buis met een ander voorwerp, of voor het afsluiten van bepaalde delen van buisleidingen, met uitzondering evenwel van artikelen die worden gebruikt voor het installeren van pijpen en buizen en welke geen deel hebben aan de functie van de buisleiding (bijvoorbeeld beugels die ter bevestiging van de buizen in muren worden aangebracht en klemringen die dienen om slangen te bevestigen aan stijve onderdelen, zoals buizen, kranen of verbindingsstukken enz.) (posten 7325 of 7326).”

9

De toelichting van het GS op post 7321 die betrekking heeft op „delen” van de onder die post vallende artikelen, bepaalt:

„Deze post omvat ook delen van bovengenoemde artikelen, van gietijzer, ijzer of staal, die duidelijk als zodanig herkenbaar zijn, zoals kachelplaten, kookplaten, ringen, asladen, verplaatsbare kachels, eenvoudige branders (op gas, petroleum enz.), deuren, roosters, voeten, beschermingsbeugels, handdoekdragers en bordenwarmers.”

GN

10

De op het GS gebaseerde GN is bij verordening nr. 2658/87 ingesteld ten behoeve van zowel het gemeenschappelijke douanetarief als de statistieken van de buitenlandse handel van de Europese Unie.

11

Het eerste deel van de GN bevat een geheel van inleidende bepalingen. In titel I ervan, houdende de algemene regels, voorziet afdeling A in algemene regels voor de interpretatie van de GN op grond waarvan goederen in de GN worden ingedeeld. Hierin is met name vastgelegd dat de indeling wettelijk wordt bepaald volgens de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken, en dat de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden.

12

De indeling van mengsels of samengestelde artikelen geschiedt volgens de principes die met name genoemd worden in regel 3 van de GN, waarvan punt b bepaalt:

„mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3, sub a, worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald.”

13

Het tweede deel van de GN bevat een afdeling XV, die betrekking heeft op onedele metalen en werken daarvan. Van deze afdeling, die is samengesteld uit de hoofdstukken 72 tot en met 83, luidt de titel van hoofdstuk 73: „Werken van gietijzer, van ijzer en van staal”. Aantekening 2 op die afdeling bepaalt:

„In de nomenclatuur worden als ‚delen voor algemeen gebruik’ aangemerkt:

a)

artikelen bedoeld bij de posten 7307, 7312, 7315, 7317 en 7318, alsmede dergelijke artikelen van andere onedele metalen,

[...]

Waar in de hoofdstukken 73 tot en met 76 en 78 tot en met 82 (behalve in post 7315) ‚delen’ worden genoemd, slaat zulks niet op ‚delen voor algemeen gebruik’ in bovenbedoelde zin.

[...]”

14

GN-post 7307 luidt als volgt:

„Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), van gietijzer, van ijzer of van staal:

[...]

andere:

7307 99 – – andere:

[...]

7307 99 90 – – – andere”.

15

GN-post 7321 luidt als volgt:

„Kachels, kookketels met vuurhaard, keukenfornuizen (die, welke mede dienen voor centrale verwarming daaronder begrepen), barbecues, vuurpotten, gaskookplaten, bordenwarmers en dergelijke niet-elektrische toestellen voor huishoudelijk gebruik, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal:

[...]

7321 90 00 – delen”.

16

GN-post 7326 luidt:

„Andere werken van ijzer of van staal:

[...]”

Verordening (EG) nr. 964/2003

17

Bij verordening (EG) nr. 964/2003 van 2 juni 2003 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op hulpstukken voor buisleidingen, van ijzer of van staal, uit de Volksrepubliek China en uit Thailand, of verzonden vanuit Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan (PB L 139, blz. 1), heeft de Raad van de Europese Unie definitieve antidumpingmaatregelen genomen ten aanzien van bepaalde hulpstukken voor buisleidingen, van ijzer of van staal, met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 609,6 millimeter, van het type dat onder meer wordt gebruikt voor door lassen te bevestigen hulpstukken die onder andere vallen onder GN-code 7307 99 90 en die met name afkomstig zijn uit China. Het ten tijde van de feiten in het hoofdgeding geldende antidumpingrecht voor deze uit China geïmporteerde producten bedroeg 58,6 %.

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

18

Hark heeft in Duitsland stalen kachelbuissets geïmporteerd die afkomstig waren uit China. Deze voor verkoop in het klein opgemaakte kachelbuissets bestaan uit een rechthoekig buisbochtstuk, een afsluitdeksel, waardoor de binnenkant kan worden schoongemaakt, een schoorsteenverbindingsstuk en een passende afsluiter, alle voorzien van een hittebestendige laklaag.

19

Op 28 juli 2009 heeft Hark bij het Hauptzollamt Duisburg aangifte gedaan voor de invoer van bovengenoemde kachelbuissets, onder de GN-onderverdeling 7321 90 00, waaronder vallen „Kachels, kookketels met vuurhaard, keukenfornuizen (die, welke mede dienen voor centrale verwarming daaronder begrepen), barbecues, vuurpotten, gaskookplaten, bordenwarmers en dergelijke niet-elektrische toestellen voor huishoudelijk gebruik, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal”, waarvoor een douanerecht geldt van 2,7 %. De in het hoofdgeding aan de orde zijnde kachelbuissets zijn overeenkomstig een daartoe strekkend verzoek in het vrije verkeer gebracht.

20

Naar aanleiding van een controle, verricht bij een latere invoer van kachelbuissets door Hark, heeft het Hauptzollamt Duisburg, van mening zijnde dat de ingevoerde artikelen in feite vielen onder GN-postonderverdeling 7307 99 90, die betrekking heeft op andere „Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), van gietijzer, van ijzer of van staal”, op 20 mei 2010 een aanslag vastgesteld waarmee het de betaling navordert van een douanerecht van 3,7 % en, krachtens verordening nr. 964/2003, van een antidumpingrecht van 58,6 %, op grond dat de artikelen afkomstig waren uit China.

21

Hark heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, welk bezwaar op 10 augustus 2011 door het Hauptzollamt Duisburg werd verworpen.

22

Het Hauptzollamt Duisburg oordeelde dat post 7307, volgens de toelichtingen op het GS en de GN, artikelen omvat die in wezen zijn bedoeld om twee buizen of buisstukken op elkaar aan te sluiten of met elkaar te verbinden, om een buis op een ander toestel aan te sluiten of om buisopeningen af te sluiten. Bovendien was het Hauptzollamt Duisburg van mening dat de artikelen die vallen onder post 7307 delen voor algemeen gebruik zijn – in de zin van aantekening 2, sub a, op afdeling XV van de GN – die niet gedetailleerd in de tekst van die post moeten zijn vermeld. Het voegt hieraan toe dat de artikelen van GN-post 7307 moeten worden beschouwd als delen die voor algemeen gebruik zijn geschikt, zodat zij naar hun eigen aard moeten worden ingedeeld, zelfs wanneer zij duidelijk ten dienste staan van een bepaald hoofdproduct. Bovendien wordt volgens deze autoriteit in de toelichtingen op het GS geen enkel moment verwezen naar enigerlei norm volgens welke deze post enkel van toepassing zou zijn op buizen en op hulpstukken voor het transport van vloeistoffen.

23

Hark heeft bij de verwijzende rechter beroep ingesteld strekkende tot nietigverklaring van voornoemde aanslag. Zij heeft daarbij met name betoogd dat de rookbuizen, die speciaal dienen voor de afvoer van rookgassen naar kachels, niet kunnen worden aangemerkt als zijnde geschikt voor algemeen gebruik. Zij heeft hieraan toegevoegd dat de door haar ingevoerde goederen niet zijn bestemd voor het plaatsen van buisleidingen, maar wel voor het plaatsen van kachels, zodat zij niet kunnen vallen onder GN-post 7307, gelezen in het licht van toelichting op het GS. Bovendien zijn de in het hoofdgeding aan de orde zijnde artikelen eenvoudig te monteren eindproducten, terwijl buisleidingen daarentegen zijn bestemd om te worden verwerkt en door middel van technische middelen moeten worden verbonden.

24

De verwijzende rechter constateert dat volgens algemene regel 3, sub b, van de GN, een product dat een samenstelling van goederen is waarvan de indeling niet kan plaatsvinden volgens algemene regel 3, sub a, van de GN, wordt ingedeeld aan de hand van de stof of het onderdeel dat aan dit product het wezenlijke karakter verleent. In de voor hem aanhangige zaak is deze rechter van oordeel dat de aard van de betrokken kachelbuissets wordt bepaald door het buisbochtstuk. Hij merkt ook op dat deze sets onmisbaar zijn voor de werking van kachels. Zonder de verbinding die de kachelbuisset maakt met de schoorsteen, kan de kachel niet in werking worden gesteld, aangezien anders de verbrandingsgassen zouden ontsnappen, hetgeen de veiligheid van het gebruik van de kachel in gevaar zou brengen. De verwijzende rechter merkt voorts op dat de kachelbuisset uitsluitend bestemd is voor kachels. Bovendien wijst hij erop dat de afmetingen van de set, te weten een buitendiameter van 154 millimeter en buitenafmetingen van 495 x 595 millimeter, erop duiden dat het niet gaat om een eenvoudig verbindingsstuk, maar om een verbindingsonderdeel dat essentieel is voor de afvoer van rookgassen uit de kachel.

25

Aangezien het Finanzgericht Düsseldorf echter twijfelt of dergelijke artikelen moeten worden ingedeeld als „hulpstukken voor buisleidingen” onder GN-post 7307 of als „delen”, van staal, van „kachels, kookketels met vuurhaard, keukenfornuizen” onder GN-post 7321, heeft het besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de volgende twee vragen:

„1)

Dient post 7321 van de [GN], aldus te worden uitgelegd dat de in de motivering van de onderhavige beschikking omschreven kachelbuissets als delen van kachels, kookketels met vuurhaard en keukenfornuizen zijn te beschouwen?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, kunnen bovengenoemde sets dan onder post 7307 [van de GN] worden ingedeeld?”

Beantwoording van de prejudiciële vragen

26

Met zijn twee vragen, die samen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen van het Hof te vernemen of de GN aldus moet worden uitgelegd dat een kachelbuisset als aan de orde in het hoofdgeding, bestaande uit een rechthoekig buisbochtstuk, van staal, met een buitendiameter van 154 millimeter en buitenafmetingen van 495 x 595 millimeter, voorzien van een hittebestendige laklaag, een afsluitdeksel, waardoor de binnenkant kan worden schoongemaakt, een schoorsteenverbindingsstuk en een passende afsluiter, valt onder post 7321 van de GN, als deel, van staal, van een kachel, of onder post 7307 van de GN, als hulpstuk voor een buisleiding.

27

Aangaande de in het hoofdgeding aan de orde zijnde kachelbuissets, die in stellen of assortimenten zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein, wordt voor de verwijzende rechter niet betwist dat van de drie artikelen waaruit de kachelbuisset bestaat, het buisbochtstuk het artikel is dat deze sets hun wezenlijke karakter verleent, in de zin van algemene regel 3, sub b, van de GN, zodat dit artikel bepalend is voor de tariefindeling van de drie betrokken artikelen.

28

Hark betoogt dat dit buisbochtstuk een onderdeel is dat uitsluitend dient om de kachel te verbinden met de schoorsteen, en preciseert dat bij het ontbreken van deze verbinding er geen trekgat zou zijn waardoor de rookgassen van de kachel kunnen worden afgevoerd naar de schoorsteen. Dit zou ertoe leiden dat het vuur korte tijd na het ontbranden weer uitdooft vanwege de rookgassen die in de kachel achterblijven. In deze omstandigheden kan het openen van de kacheldeur het gevaar met zich meebrengen van een explosieve ontbranding van de onverbrande gassen in de kachel. Bijgevolg is Hark van mening dat voornoemd buisbochtstuk onmisbaar is voor de werking van de kachel, en derhalve moet worden ingedeeld onder GN-post 7321, als deel van een kachel.

29

De Commissie is daarentegen van mening dat ditzelfde buisbochtstuk, vanwege de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, moet worden ingedeeld onder post 7307 van de GN, als hulpstuk voor een buisleiding. Volgens deze instelling vormen het feit dat het buisbochtstuk uitsluitend de werking van de kachel dient en het feit dat dit artikel onmisbaar is voor die werking, geen relevante criteria voor de indeling van dit onderdeel in een post. De Commissie betoogt dat de bestemming van een product slechts een aanvullend criterium is voor de tariefindeling daarvan en dat wanneer het gaat om een product dat valt onder de „delen voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2 op afdeling XV van het GS, de bestemming van een dergelijk product niet in aanmerking kan worden genomen voor de tariefindeling ervan.

30

Volgens vaste rechtspraak moet, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel worden gevonden in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven (zie met name arrest van 19 juli 2012, Rohm & Haas Electronic Materials CMP Europe e.a., C‑336/11, punt 31).

31

Uit de algemene regels voor de interpretatie van de GN volgt immers dat voor de indeling van goederen wettelijk bepalend zijn de bewoordingen van de posten en postonderverdelingen en de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken van de GN, die rechtens verbindend zijn [arrest van 12 juli 2012, TNT Freight Management (Amsterdam), C‑291/11, punt 31].

32

Verder zijn de voor de GN door de Commissie en voor het GS door de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen, hoewel zij rechtens niet verbindend zijn, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten [reeds aangehaald arrest TNT Freight Management (Amsterdam), C‑291/11, punt 32].

33

Voorts dient eraan te worden herinnerd dat de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product, waarbij de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product [reeds aangehaald arrest TNT Freight Management (Amsterdam), punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak].

34

Buisbochtstukken als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, worden noch in de tekst van de GN-posten 7321 of 7307 of in die van de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken van de GN, noch in de toelichting op de GN of het GS expliciet genoemd.

35

Uit het onderzoek van GN-post 7321 is gebleken dat deze met name „kachels” omvat, alsmede de „delen” daarvan, „van gietijzer, ijzer of staal”, terwijl GN-postonderverdeling 7321 90 00 specifiek verwijst naar „delen”.

36

De GN bevat geen definitie van het begrip „delen” in de zin van GN-post 7321. Niettemin volgt uit de rechtspraak die het Hof heeft ontwikkeld binnen de context van de hoofdstukken 84 en 85 van afdeling XVI en van hoofdstuk 90 van afdeling XVIII van de GN, dat het begrip „delen” de aanwezigheid impliceert van een geheel, voor de werking waarvan deze delen noodzakelijk zijn (zie met name arresten van 15 februari 2007, RUMA, C-183/06, Jurispr. blz. I-1559, punt 31; 16 juni 2011 Unomedical, C-152/10, Jurispr. blz. I-5433, punt 29, en reeds aangehaald arrest Rohm & Haas Electronic Materials CMP Europe e.a., punt 34). Uit die rechtspraak volgt dat om een artikel te kunnen doen vallen onder de „delen”, in de zin van bovengenoemde hoofdstukken, het niet voldoende is dat wordt aangetoond dat de machine of het apparaat zonder dat artikel niet de functie kan vervullen waarvoor het is bestemd, doch dient eveneens te worden aangetoond dat de mechanische of elektronische werking van die machine of dat apparaat afhangt van de aanwezigheid van dat artikel (zie in die zin arrest van 7 februari 2002, Turbon International, C-276/00, Jurispr. blz. I-1389, punt 30, en reeds aangehaald arrest Rohm & Haas Electronic Materials CMP Europe e.a., punt 35). Bovendien moet aantekening 2, sub a, op afdeling XV van de GN in aanmerking worden genomen, die preciseert dat waar, inter alia, in post 7321 „delen” worden genoemd, zulks niet slaat op „delen voor algemeen gebruik”.

37

In het belang van een coherente en uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief dient het begrip „delen”, in de zin van GN-post 7321, dezelfde definitie te krijgen als die welke voortvloeit uit de in punt 36 van het onderhavige arrest genoemde en ten aanzien van andere hoofdstukken van de GN gewezen rechtspraak.

38

In casu volgt uit de feitelijke vaststellingen van de verwijzende rechter dat het buisbochtstuk, het verbindingsstuk en de afsluiter die in het hoofdgeding aan de orde zijn, exclusief bestemd zijn voor kachels. Voorts dient dit onderdeel ertoe om de kachel te verbinden met de schoorsteen. Bij het ontbreken van een dergelijk verbindingsstuk kan de kachel niet in werking worden gesteld, daar anders de rookgassen zouden ontsnappen.

39

Derhalve moet worden vastgesteld dat het buisbochtstuk onmisbaar is voor de werking van de kachel. Gelet op de in punt 36 van het onderhavige arrest aangehaalde rechtspraak kan een dergelijk buisbochtstuk dus worden aangemerkt als een „deel” van een kachel en, bijgevolg, worden ingedeeld onder GN-post 7321.

40

Desalniettemin moet worden nagegaan of het buisbochtstuk niet moet worden ingedeeld in GN-post 7307, als „hulpstuk voor een buisleiding”, waardoor, overeenkomstig aantekening 2 op afdeling XV van de GN – in herinnering gebracht in punt 36 van het onderhavige arrest – indeling van dit onderdeel als „deel” van een kachel, in de zin van GN-post 7321, uitgesloten zou zijn.

41

GN-post 7307 duidt op hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), „van gietijzer, van ijzer of van staal”. Volgens de toelichting op deze post 7307 van het GS, omvat deze post artikelen „van gietijzer, ijzer of staal”, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor het samenvoegen of verbinden van twee buizen of buisvormige delen, van een buis met een ander voorwerp, of voor het afsluiten van bepaalde delen van buisleidingen.

42

In het hoofdgeding blijkt uit de feitelijke vaststellingen van de verwijzende rechter dat een buisbochtstuk als dat wat hier aan de orde is, niet is bedoeld om twee buizen of buisstukken met elkaar te verbinden of om een buis op een ander toestel aan te sluiten, maar om een kachel te verbinden met een schoorsteen. Bijgevolg kan dit onderdeel niet worden aangemerkt als een „deel voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2, sub a, op afdeling XV van de GN.

43

Derhalve moet worden geconcludeerd dat een artikel als dat wat aan de orde is in het hoofdgeding, niet kan worden ingedeeld in GN-post 7307 en niet valt onder de „delen voor algemeen gebruik” in de zin van aantekening 2, sub a, van afdeling XV van de GN. Dit artikel dient daarentegen, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen alsook op de inherente bestemming ervan, te worden ingedeeld in GN-post 7321, als „deel”, van staal, van een kachel.

44

Gelet op het voorgaande dient op de gestelde vragen te worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat een kachelbuisset die bestaat uit een rechthoekig buisbochtstuk, van staal, met een buitendiameter van 154 millimeter en buitenafmetingen van 495 x 595 millimeter, voorzien van een hittebestendige laklaag, een afsluitdeksel, waardoor de binnenkant kan worden schoongemaakt, een schoorsteenverbindingsstuk en een passende afsluiter, valt onder GN-post 7321, als deel, van staal, van een kachel.

Kosten

45

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Tiende kamer) verklaart voor recht:

 

De Gecombineerde Nomenclatuur van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008, moet aldus worden uitgelegd dat een kachelbuisset die bestaat uit een rechthoekig buisbochtstuk, van staal, met een buitendiameter van 154 millimeter en buitenafmetingen van 495 x 595 millimeter, voorzien van een hittebestendige laklaag, een afsluitdeksel, waardoor de binnenkant kan worden schoongemaakt, een schoorsteenverbindingsstuk en een passende afsluiter, valt onder post 7321 van de Gecombineerde Nomenclatuur, als deel, van staal, van een kachel.

 

ondertekeningen


( *1 ) Procestaal: Duits.

Naar boven