Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62006CJ0142

    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2007.
    Olicom A/S tegen Skatteministeriet.
    Verzoek om een prejudiciële beslissing: Østre Landsret - Denemarken.
    Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefposten - Indeling in gecombineerde nomenclatuur - Automatische gegevensverwerkende machines - Netwerkkaarten met modemfunctie - Begrip ‚eigen functie’.
    Zaak C-142/06.

    Jurisprudentie 2007 I-06675

    ECLI-code: ECLI:EU:C:2007:449

    Zaak C‑142/06

    Olicom A/S

    tegen

    Skatteministeriet

    (verzoek van het Østre Landsret om een prejudiciële beslissing)

    „Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten – Indeling in gecombineerde nomenclatuur – Automatische gegevensverwerkende machines – Netwerkkaarten met modemfunctie – Begrip ‚eigen functie’”

    Samenvatting van het arrest

    Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten


    Gecombineerde netwerkkaarten, die bedoeld zijn om in draagbare computers te worden gestoken en die kunnen worden gebruikt voor de uitwisseling van gegevens via externe netwerken omdat zij over de modemfunctie beschikken, moeten na 1 januari 1996 als gegevensverwerkende machines worden ingedeeld onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 3009/95.

    Zij voldoen immers aan de drie voorwaarden die worden gesteld in aantekening 5 B bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur, aangezien zij uitsluitend worden gebruikt wanneer zij in draagbare computers zijn gestoken, zij uitsluitend werken indien zij op dit soort computer zijn aangesloten en zij in staat zijn om de binnenkomende signalen om te zetten in gegevens die bruikbaar zijn voor een automatische gegevensverwerkende machine en de uitgaande signalen in gegevens die extern bruikbaar zijn, ongeacht of zij binnen een lokaal netwerk (LAN) of in een extern netwerk (WAN) worden overgedragen.

    Deze kaarten vervullen geen „eigen functie” in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur. De „eigen functie” van een machine die werkt met een automatische gegevensverwerkende machine, moet immers een „andere dan automatische gegevensverwerking” zijn. Aangezien de gecombineerde kaarten bestemd zijn om informatie over te brengen tussen verscheidene computers en daartoe externe signalen bij binnenkomst begrijpelijk maken voor de computer en de uitgaande signalen die door deze laatste zijn verwerkt, omzetten in extern bruikbare signalen, ongeacht of het ontvangen of verzonden signaal analoog of digitaal is, bestaat de door hen vervulde functie in gegevensverwerking.

    (cf. punten 22, 25, 30, 32 en dictum)







    ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

    18 juli 2007 (*)

    „Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefposten – Indeling in gecombineerde nomenclatuur – Automatische gegevensverwerkende machines – Netwerkkaarten met modemfunctie – Begrip ‚eigen functie’”

    In zaak C‑142/06,

    betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Østre Landsret (Denemarken) bij beslissing van 9 maart 2006, ingekomen bij het Hof op 16 maart 2006, in de procedure

    Olicom A/S

    tegen

    Skatteministeriet,

    wijst

    HET HOF VAN JUSTITIE (Derde kamer),

    samengesteld als volgt: A. Rosas, kamerpresident, J. N. Cunha Rodrigues, U. Lõhmus (rapporteur), A. Ó Caoimh en A. Arabadjiev, rechters,

    advocaat-generaal: J. Mazák,

    griffier: R. Grass,

    gezien de stukken,

    gelet op de opmerkingen van:

    –        de Deense regering, vertegenwoordigd door J. Molde als gemachtigde, bijgestaan door P. Biering, advokat,

    –        de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. Hottiaux als gemachtigde, bijgestaan door P. Heidmann, advokat,

    gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 6 maart 2007,

    het navolgende

    Arrest

    1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijke douanetarief, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3009/95 van de Commissie van 22 december 1995 (PB L 319, blz. 1; hierna: „gecombineerde nomenclatuur”).

    2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Olicom A/S (hierna: „Olicom”), een in Denemarken gevestigde vennootschap, en Skatteministeriet (Deens ministerie van belastingen en accijnzen) over de tariefindeling van bepaalde netwerkkaarten die over een modemfunctie beschikken.

     Rechtskader

    3        Post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur luidt als volgt:

    „Automatische gegevensverwerkende machines [computers] en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen.”

    4        Aantekening 5 bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur, die betrekking heeft op post 8471, bepaalt:

    „A.      [...]

    B.      Automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen in de vorm van systemen bestaande uit een variabel aantal afzonderlijke eenheden. Met inachtneming van het bepaalde in letter E hierna wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:

    a)      zij moet van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem;

    b)      zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van een of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten; en

    c)      zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm – codes of signalen – die bruikbaar is voor het systeem.

    C.      Afzonderlijk aangeboden eenheden van een automatische gegevensverwerkende machine worden onder post 8471 ingedeeld.

    D.      [...]

    E.      Machines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.”

    5        Post 8517 van de gecombineerde nomenclatuur luidt als volgt:

    „Elektrische toestellen voor lijntelefonie en voor lijntelegrafie, lijntelefoontoestellen met draagbare draadloze hoorn en toestellen voor telecommunicatie met draaggolf of voor digitale telecommunicatie daaronder begrepen; videofoontoestellen.”

     Hoofdgeding en prejudiciële vragen

    6        In de periode van 1996 tot 1999 heeft Olicom apparatuur voor computernetwerken ingevoerd die zij onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur heeft ingedeeld. Het betrof in het bijzonder netwerkkaarten die bestemd waren om in draagbare computers te worden gestoken.

    7        Deze kaarten ontvangen signalen, zetten deze om en verzenden ze van een computer naar andere computers in het netwerk. Sommige ingevoerde netwerkkaarten dienen alleen om computers op lokale netwerken aan te sluiten (de Local Area Network‑ of LAN-functie), terwijl andere gecombineerd zijn, in die zin dat zij bovendien beschikken over een modemfunctie (hierna: „gecombineerde kaarten”) die het mogelijk maakt om draagbare computers te verbinden met externe netwerken (de Wide Area Network‑ of WAN-functie).

    8        Blijkens de verwijzingsbeslissing komen de gecombineerde kaarten voort uit een verdere ontwikkeling van zuivere LAN-producten en zijn zij aldus ontworpen dat de WAN-functie niet kan werken zonder de LAN-functie, terwijl deze laatste echter ook blijft werken wanneer de WAN-functie is uitgeschakeld. Het percentage van de totale prijs van de gecombineerde kaart dat door de WAN-functie wordt vertegenwoordigd, bedraagt 27 % of 40 %. De snelheid van de gegevensoverdracht is bij de LAN-functie van deze kaarten 500 maal hoger dan bij de WAN-functie.

    9        Dit soort gecombineerde kaarten komt tegemoet aan de behoeften van gebruikers van draagbare computers die gewoonlijk gebruik maken van een lokaal netwerk om te communiceren, maar bij gelegenheid gegevens moeten verzenden of ontvangen wanneer zij niet op hun gewone werkplek zijn. In die situatie kunnen zij de WAN-functie van de kaart gebruiken als modem. Dankzij deze toegevoegde functionaliteit worden de afnemers niet verplicht een afzonderlijke modem te kopen. De prijs van de gecombineerde kaarten die door Olicom op de markt zijn gebracht, lag drie tot zes keer hoger dan die van een gewone modem.

    10      Op grond van punt 4 van de bijlage bij verordening (EG) nr. 1165/95 van de Commissie van 23 mei 1995 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 117, blz. 15), dat bepaalt dat kaarten die bestemd zijn voor het gebruik in via kabels verbonden computers en die het mogelijk maken om gegevens via een lokaal netwerk uit te wisselen zonder gebruikmaking van een modem, moeten worden ingedeeld onder post 8517, hetgeen heeft geleid tot een verhoging van de te betalen tarieven, hebben de Deense autoriteiten besloten de door Olicom verschuldigde douanerechten na te vorderen. Deze laatste is op 16 juni 1999 tegen dit besluit opgekomen.

    11      Bij arrest van 10 mei 2001, Cabletron (C‑463/98, Jurispr. blz. I‑3495), heeft het Hof verordening nr. 1165/95 ongeldig verklaard voor zover daarbij de in punt 4 van de bijlage bij deze verordening bedoelde netwerkkaarten zijn ingedeeld onder post 8517 van de gecombineerde nomenclatuur.

    12      Op grond van de richtlijnen met betrekking tot de uitlegging van het arrest in de reeds aangehaalde zaak Cabletron, die door de Commissie zijn opgesteld en aan de lidstaten zijn gericht, heeft Olicom terugbetaling van de douanerechten met betrekking tot de netwerkkaarten met uitsluitend de LAN-functie verkregen. De Deense bevoegde autoriteiten hebben geweigerd de op de gecombineerde kaarten betrekking hebbende rechten terug te betalen, omdat zij van mening zijn dat deze kaarten als toestellen voor telecommunicatie onder post 8517 moeten worden ingedeeld, omdat zij tevens over een modemfunctie beschikken.

    13      Olicom heeft deze indeling van de gecombineerde kaarten aangevochten en heeft na uitputting van de administratieve beroepen het geschil voor het Østre Landsret gebracht. Deze rechter heeft in eerste instantie de Deense autoriteiten verzocht om de zaak aan het Comité douanewetboek voor te leggen. Deze laatste heeft op 10 januari 2005 een advies uitgebracht, waarin het verklaart dat de gecombineerde kaarten moeten worden ingedeeld onder post 8517.

    14      Daarop heeft het Østre Landsret de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:

    „1.      Moet bijlage 1 bij verordening [...] nr. 2658/87 [...], in de versie van verordening [...] nr. 3009/95 [...], aldus worden uitgelegd dat gecombineerde netwerk‑ en modemkaarten als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, na 1 januari 1996 als gegevensverwerkende machines onder post 8471 of als toestellen voor telecommunicatie onder post 8517 moeten worden ingedeeld?

    Dienaangaande wordt het Hof verzocht om een antwoord op de vraag of het begrip ‚eigen functie’ in aantekening 5 E bij hoofdstuk 84, in de versie van verordening nr. 3009/95, aldus moet worden uitgelegd dat indeling onder een andere post dan post 8471 moet plaatsvinden wanneer er een WAN-functie is, of dat een product slechts in een andere post dan post 8471 moet worden ingedeeld voor zover de WAN-functie zelfstandig zonder een automatische gegevenswerkende machine kan werken.

    2.      Voor zover het Hof van oordeel is dat de WAN-functie in de gecombineerde netwerk‑ en modemkaart een eigen functie vormt, wordt het Hof verzocht te antwoorden op de vraag of het voor de indeling relevant is of de hoofdfunctie van het product als een LAN-functie kan worden beschouwd.”

     Beantwoording van de prejudiciële vragen

     Eerste vraag

    15      Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of gecombineerde kaarten, die bedoeld zijn om in draagbare computers te worden gestoken, na 1 januari 1996 als gegevensverwerkende machines onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur of als toestellen voor telecommunicatie onder post 8517 daarvan moeten worden ingedeeld. Hij vraagt dienaangaande of voor die indeling het begrip „eigen functie” in aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur aldus moet worden uitgelegd dat daarvoor is vereist dat de modemfunctie van deze kaarten zelfstandig zonder een automatische gegevenswerkende machine kan werken, of dat het volstaat dat deze kaarten over een dergelijke functie beschikken.

    16      Het is vaste rechtspraak dat, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de posten van de gecombineerde nomenclatuur en in de aantekeningen bij de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (zie met name arresten van 19 oktober 2000, Peacock, C‑339/98, Jurispr. blz. I‑8947, punt 9; 16 september 2004, DFDS, C‑396/02, Jurispr. blz. I‑8439, punt 27; 15 september 2005, Intermodal Transports, C‑495/03, Jurispr. blz. I‑8151, punt 47, en 12 januari 2006, Algemene Scheeps Agentuur Dordrecht, C‑311/04, Jurispr. blz. I‑609, punt 26).

    17      Zowel de aantekeningen bij de hoofdstukken van het gemeenschappelijk douanetarief als de toelichtingen bij de nomenclatuur van de Internationale Douaneraad vormen immers belangrijke middelen ter verzekering van een uniforme toepassing van dit tarief en kunnen derhalve als waardevolle hulpmiddelen bij de uitlegging ervan worden beschouwd (zie arresten van 19 mei 1994, Siemens Nixdorf, C‑11/93, Jurispr. blz. I‑1945, punt 12; 18 december 1997, Techex, C‑382/95, Jurispr. blz. I‑7363, punt 12, en Peacock, reeds aangehaald, punt 10).

    18      Voorts kan voor de indeling onder de juiste post de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arresten van 1 juni 1995, Thyssen Haniel Logistic, C‑459/93, Jurispr. blz. I‑1381, punt 13; DFDS, reeds aangehaald, punt 29, en 15 februari 2007, RUMA, C‑183/06, Jurispr. blz. I‑0000, punt 36).

    19      In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat het Hof in punt 23 van zijn arrest in de zaak Peacock, reeds aangehaald, heeft geoordeeld dat netwerkkaarten die zijn bestemd om in automatische gegevensverwerkende machines te worden geïnstalleerd, in de periode van juli 1990 tot mei 1995 als „eenheden” van dergelijke machines onder post 8471 moesten worden ingedeeld.

    20      Het Hof heeft in de punten 16 tot en met 20 van het arrest in de zaak Peacock, reeds aangehaald, tevens vastgesteld dat netwerkkaarten uitsluitend zijn bestemd voor automatische gegevensverwerkende machines, rechtstreeks daarop zijn aangesloten, en dat hun functie erin bestaat gegevens te leveren en te ontvangen in een voor die machines bruikbare vorm. Hieruit heeft het Hof afgeleid dat deze kaarten vergelijkbaar zijn met ieder ander middel waarmee een automatische gegevensverwerkende machine gegevens ontvangt of levert, in die zin dat zij geen functie vervullen die zij zonder een dergelijke machine zouden kunnen uitoefenen. De laatste alinea van aantekening 5 B bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur, in de vóór 1 januari 1996 geldende versie, sluit de indeling van deze kaarten onder post 8471 derhalve niet uit, aangezien zij geen eigen functie vervullen. Bovendien voldoen zij aan alle in deze aantekening met betrekking tot „eenheden” gestelde voorwaarden, aangezien zij op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten en speciaal zijn ontworpen om deel uit te maken van een automatisch gegevensverwerkend systeem.

    21      Deze uitlegging is bevestigd in de punten 16 en 17 van het arrest in de zaak Cabletron, reeds aangehaald, waarin het Hof bovendien in punt 27 heeft verklaard dat de in punt 4 van de bijlage bij verordening nr. 1165/95 bedoelde netwerkkaarten, namelijk de kaarten die zijn bedoeld om te worden ingebouwd in via kabels verbonden digitale computers en die het mogelijk maken om zonder gebruikmaking van een modem gegevens uit te wisselen via een lokaal netwerk, zowel vóór als na 1 januari 1996 onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur moesten worden ingedeeld.

    22      In de tweede plaats moet worden onderzocht of de in de punten 19 tot en met 21 van dit arrest aangehaalde rechtspraak tevens kan worden toegepast op de gecombineerde kaarten, die kunnen worden gebruikt voor de uitwisseling van gegevens via externe netwerken omdat zij over de modemfunctie beschikken.

    23      De tekst van post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur omvat onder meer automatische gegevensverwerkende machines en de eenheden daarvoor, terwijl de tekst van post 8517 onder meer toestellen voor telecommunicatie met draaggolf of voor digitale telecommunicatie betreft.

    24      Uit aantekening 5 B bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur blijkt dat automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen in de vorm van systemen bestaande uit een variabel aantal afzonderlijke eenheden. Met inachtneming van aantekening 5 E bij dit hoofdstuk wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan drie voorwaarden voldoet: ten eerste moet zij van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem; ten tweede moet zij rechtstreeks of indirect op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten, en ten derde moet zij in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm die bruikbaar is voor het systeem. In aantekening 5 C bij dit hoofdstuk wordt hieraan toegevoegd dat afzonderlijk aangeboden eenheden van een automatische gegevensverwerkende machine onder post 8471 worden ingedeeld.

    25      Evenals de netwerkkaarten die het voorwerp vormden van de reeds aangehaalde arresten in de zaken Peacock en Cabletron, voldoen de gecombineerde kaarten volgens de beschrijving die uit het dossier naar voren komt, aan deze drie voorwaarden, aangezien zij uitsluitend worden gebruikt wanneer zij in draagbare computers zijn gestoken, zij uitsluitend werken indien zij op dit soort computer zijn aangesloten en zij in staat zijn om de binnenkomende signalen om te zetten in gegevens die bruikbaar zijn voor een automatische gegevensverwerkende machine en de uitgaande signalen in gegevens die extern bruikbaar zijn, ongeacht of zij binnen een lokaal netwerk (LAN) of in een extern netwerk (WAN) worden overgedragen.

    26      De Deense regering en de Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn evenwel van mening dat deze kaarten een eigen functie in de zin van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur hebben, omdat zij in staat zijn autonoom informatie over te brengen door middel van de verzending van gegevens via een lijntelefonienetwerk zonder gebruik te hoeven maken van de draagbare computer waarop zij zijn aangesloten. Aangezien het niet mogelijk is om de hoofdfunctie van deze gecombineerde kaarten overeenkomstig aantekening 3 bij afdeling XVI van de gecombineerde nomenclatuur te bepalen, moet de juiste tariefpost worden vastgesteld op grond van regel 3, sub c, van de algemene regels voor de interpretatie van deze nomenclatuur, volgens welke regel de goederen worden ingedeeld onder de post die van de verschillende in aanmerking komende posten in volgorde van nummering het laatst is geplaatst. Hieruit volgt dat de gecombineerde kaarten als toestellen voor telecommunicatie moeten worden ingedeeld onder post 8517.

    27      Dit betoog kan niet worden aanvaard.

    28      In de eerste plaats zijn de gecombineerde kaarten weliswaar dankzij hun modemfunctie in staat om informatie over te brengen door middel van de verzending van gegevens via een lijntelefonienetwerk, maar daaruit volgt al met al niet, anders dan de Deense regering en de Commissie stellen, dat zij dit autonoom kunnen doen noch dat zij zelfstandig kunnen werken zonder gebruik te maken van de draagbare computer waarop zij zijn aangesloten.

    29      Uit het dossier blijkt immers dat de modemfunctie van een gecombineerde kaart uitsluitend kan werken indien zij is aangesloten op een automatische gegevensverwerkende machine, die haar de noodzakelijke instructies en gegevens verstrekt, en dat deze functie niet kan werken zonder de LAN-functie, terwijl deze laatste ook kan blijven werken wanneer de WAN-functie is uitgeschakeld.

    30      In de tweede plaats blijkt uit de tekst van aantekening 5 E bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur dat de „eigen functie” die wordt vervuld door een machine die werkt met een automatische gegevensverwerkende machine, een „andere dan automatische gegevensverwerking” moet zijn. Aangezien de gecombineerde kaarten bestemd zijn om informatie over te brengen tussen verscheidene computers en daartoe externe signalen bij binnenkomst begrijpelijk maken voor de computer en de uitgaande signalen die door deze laatste zijn verwerkt, omzetten in extern bruikbare signalen, ongeacht of het ontvangen of verzonden signaal analoog of digitaal is, bestaat de door hen vervulde functie in gegevensverwerking. Hieruit volgt dat deze kaarten geen „eigen functie” in de zin van genoemde aantekening vervullen.

    31      In de derde plaats werden in de verklarende aantekeningen bij het geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie met betrekking tot post 8517 modulators-demodulators (modems) ten tijde van de feiten van het hoofdgeding weliswaar uitdrukkelijk genoemd onder de toestellen voor telecommunicatie met draaggolf of voor digitale telecommunicatie, maar dat doet niet af aan het feit dat deze toelichtingen volgens vaste rechtspraak belangrijke hulpmiddelen zijn bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten, maar rechtens niet bindend zijn. De inhoud van die toelichtingen moet derhalve in overeenstemming zijn met de bepalingen van de gecombineerde nomenclatuur en mag de strekking daarvan niet wijzigen (zie met name arrest Intermodal Transports, reeds aangehaald, punt 48; arresten van 8 december 2005, Possehl Erzkontor, C‑445/04, Jurispr. blz. I‑10721, punt 20, en 16 februari 2006, Proxxon, C‑500/04, Jurispr. blz. I‑1545, punt 22).

    32      Gelet op een en ander moet op de eerste vraag worden geantwoord dat gecombineerde kaarten, die bedoeld zijn om in draagbare computers te worden gestoken, na 1 januari 1996 als gegevensverwerkende machines onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur moeten worden ingedeeld.

     Tweede vraag

    33      De tweede vraag is alleen gesteld voor het geval dat het Hof zou oordelen dat de modemfunctie van de gecombineerde kaarten een eigen functie vormt. Gelet op het antwoord op de eerste vraag behoeft de tweede vraag niet te worden onderzocht.

     Kosten

    34      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

    Het Hof van Justitie (Derde kamer) verklaart voor recht:

    Gecombineerde netwerkkaarten, die bedoeld zijn om in draagbare computers te worden gestoken, moeten na 1 januari 1996 als gegevensverwerkende machines worden ingedeeld onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijke douanetarief, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3009/95 van de Commissie van 22 december 1995.

    ondertekeningen


    * Procestaal: Deens.

    Naar boven