Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62006CJ0063

    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 19 april 2007.
    UAB Profisa tegen Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos.
    Verzoek om een prejudiciële beslissing: Lietuvos Vyriausiasis administracinis teismas - Litouwen.
    Richtlijn 92/83/EEG - Harmonisatie van structuur van accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken - Artikel 27, lid 1, sub f - Alcohol verwerkt in chocoladeproducten - Vrijstelling van geharmoniseerde accijns.
    Zaak C-63/06.

    Jurisprudentie 2007 I-03239

    ECLI-code: ECLI:EU:C:2007:233

    Zaak C‑63/06

    UAB Profisa

    tegen

    Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

    (verzoek van het Vyriausiasis administracinis teismas om een prejudiciële beslissing)

    „Richtlijn 92/83/EEG – Harmonisatie van structuur van accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken – Artikel 27, lid 1, sub f – Alcohol verwerkt in chocoladeproducten – Vrijstelling van geharmoniseerde accijns”

    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 19 april 2007 

    Samenvatting van het arrest

    1.     Gemeenschapsrecht – Uitlegging – Meertalige teksten

    2.     Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Accijns – Richtlijn 92/83 – Alcohol en alcoholhoudende dranken – Vrijstellingen van geharmoniseerde accijns

    (Richtlijn 92/83 van de Raad, art. 27, lid 1, sub f)

    1.     Het vereiste van een uniforme toepassing, en derhalve van een uniforme uitlegging, van de bepalingen van gemeenschapsrecht brengt mee dat de tekst van een bepaling in geval van twijfel niet op zichzelf in één van de taalversies ervan mag worden beschouwd, maar moet worden uitgelegd en toegepast tegen de achtergrond van de versies in de andere officiële talen.

    Wanneer er verschillen zijn tussen de verschillende taalversies van een gemeenschapstekst, moet bij de uitlegging van de betrokken bepaling worden gelet op de algemene opzet en het doel van de regeling waarvan zij een onderdeel vormt.

    (cf. punten 13‑14)

    2.     Artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken moet aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten verplicht om vrijstelling van de geharmoniseerde accijns te verlenen voor in het douanegebied van de Europese Unie ingevoerde ethylalcohol die verwerkt is in chocoladeproducten die bestemd zijn voor rechtstreeks verbruik, mits het alcoholgehalte van deze producten niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product.

    De plaats waar de ethylalcohol voor de vervaardiging van deze producten wordt aangewend, is in dit opzicht irrelevant.

    (cf. punten 16, 19 en dictum)




    ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

    19 april 2007 (*)

    „Richtlijn 92/83/EEG – Harmonisatie van structuur van accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken – Artikel 27, lid 1, sub f – Alcohol verwerkt in chocoladeproducten – Vrijstelling van geharmoniseerde accijns”

    In zaak C‑63/06,

    betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) bij beslissing van 20 december 2005, ingekomen bij het Hof op 3 februari 2006, in de procedure

    UAB Profisa

    tegen

    Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos,

    wijst

    HET HOF VAN JUSTITIE (Achtste kamer),

    samengesteld als volgt: E. Juhász, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta (rapporteur) en J. Malenovský, rechters,

    advocaat-generaal: Y. Bot,

    griffier: R. Grass,

    gezien de stukken,

    gelet op de opmerkingen van:

    –       UAB Profisa, vertegenwoordigd door T. Blažys, advokatas,

    –       de Litouwse regering, vertegenwoordigd door D. Kriaučiūnas als gemachtigde,

    –       de Portugese regering, vertegenwoordigd door L. Fernandes en Â. Seiça Neves als gemachtigden,

    –       de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door W. Mölls en A. Steiblytė als gemachtigden,

    gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

    het navolgende

    Arrest

    1       Het verzoek om een prejudiciële beslissing heeft betrekking op de uitlegging van artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (PB L 316, blz. 21).

    2       Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen UAB Profisa (hierna: „Profisa”) en de Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos (Litouwse douaneadministratie) ter zake van de heffing van de geharmoniseerde accijns op alcohol verwerkt in chocoladeproducten.

     Toepasselijke bepalingen

     Gemeenschapsregeling

    3       Artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 bepaalt het volgende:

    „De lidstaten verlenen voor de onder deze richtlijn vallende producten vrijstelling van de geharmoniseerde accijns op de voorwaarden die zij vaststellen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik: [...]

    f.      wanneer zij rechtstreeks of als bestanddeel van een halffabrikaat worden aangewend voor de productie van levensmiddelen, gevuld of anderszins, waarvan het alcoholgehalte niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product voor chocola, en 5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product voor andere producten.”

     Nationale regeling

    4       Artikel 25, lid 1, sub 5, van de wet van 30 oktober 2001 op de accijnzen (Lietuvos Respublikos akcizų įstatymas) (Žin., 2001, nr. 98‑3482), zoals gewijzigd bij de wet van 29 januari 2004 (Žin., 2004, nr. 26‑802; hierna: „wet op de accijnzen”), bepaalt dat ethylalcohol en alcoholhoudende dranken voor de bereiding van chocoladeproducten zijn vrijgesteld van accijnzen mits niet meer dan 8,5 liter absolute ethylalcohol wordt gebruikt per 100 kilogram (netto) chocoladeproduct.

     Hoofdgeding en prejudiciële vraag

    5       Profisa voert in Litouwen chocoladeproducten in die ethylalcohol bevatten.

    6       Bij beschikkingen van 4 januari en 14 maart 2005 heeft de Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos geweigerd om de door Profisa ingevoerde producten vrij te stellen van accijnzen, op grond dat artikel 25, lid 1, sub 5, van de wet op de accijnzen weliswaar ethylalcohol voor de bereiding van chocoladeproducten vrijstelt van accijnzen, maar deze bepaling niet van toepassing is op afgewerkte chocoladeproducten die, zoals de producten in het hoofdgeding, ethylalcohol bevatten.

    7       Profisa heeft een verzoek tot nietigverklaring van deze beschikkingen ingediend bij de Vilniaus apygardos administracinis teismas, die dit verzoek bij vonnis van 9 mei 2005 heeft afgewezen.

    8       Profisa heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld bij de verwijzende rechter.

    9       Deze rechterlijke instantie wijst erop dat aangezien artikel 25, lid 1, sub 5, van de wet op de accijnzen de omzetting in de Litouwse rechtsorde van artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 beoogt, een uitlegging van deze laatste bepaling noodzakelijk is voor de beslechting van het bij haar aanhangige geding.

    10     Genoemde rechterlijke instantie merkt op dat de Litouwse versie van artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 evenwel verschilt van alle andere taalversies van dit artikel.

    11     In deze context heeft de Vyriausiasis administracinis teismas de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

    „Moet artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 […] gelet op de verschillen tussen de diverse taalversies, aldus worden uitgelegd dat de lidstaten vrijstelling van accijns moeten verlenen voor in het douanegebied van de Europese Gemeenschappen ingevoerde ethylalcohol die verwerkt is in chocoladeproducten die bestemd zijn voor rechtstreeks verbruik, wanneer het alcoholgehalte niet meer bedraagt dan 8,5 liter per 100 kilogram chocoladeproducten?”

     Prejudiciële vraag

    12     Alle partijen die schriftelijke opmerkingen hebben ingediend stellen voor om de prejudiciële vraag bevestigend te beantwoorden.

    13     Volgens vaste rechtspraak brengt het vereiste van een uniforme toepassing en uitlegging van de bepalingen van gemeenschapsrecht mee dat de tekst van een bepaling in geval van twijfel niet op zichzelf in één van zijn taalversies mag worden beschouwd, maar daarentegen moet worden uitgelegd en toegepast in het licht van de versies in de andere officiële talen (arresten van 12 november 1969, Stauder/Ulm, 29/69, Jurispr. blz. 419, punt 3; 7 juli 1988, Moksel, 55/87, Jurispr. blz. 3845, punt 15, en 2 april 1998, EMU Tabac e.a., C‑296/95, Jurispr. blz. I‑1605, punt 36).

    14     Wanneer er verschillen zijn tussen de verschillende taalversies van een gemeenschapstekst, moet bij de uitlegging van de betrokken bepaling worden gelet op de algemene opzet en de doelstelling van de regeling waarvan zij een onderdeel vormt (arresten van 27 oktober 1977, Bouchereau, 30/77, Jurispr. blz. 1999, punt 14; 7 december 2000, Italië/Commissie, C‑482/98, Jurispr. blz. I‑10861, punt 49, en 1 april 2004, Borgmann, C‑1/02, Jurispr. blz. I‑3219, punt 25).

    15     Uit een vergelijkend onderzoek van de verschillende taalversies van artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 blijkt dat, met uitzondering van de Litouwse versie, alle taalversies van dit artikel bepalen dat de lidstaten, op de voorwaarden die zij vaststellen, vrijstelling van de geharmoniseerde accijns verlenen voor de onder deze richtlijn vallende producten, waaronder ethylalcohol, wanneer zij rechtstreeks worden aangewend voor de productie van levensmiddelen waarvan het alcoholgehalte niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product voor chocola, en 5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product voor andere producten.

    16     De plaats waar de ethylalcohol voor deze productie wordt aangewend, is in dit opzicht irrelevant.

    17     Voorts hebben de vrijstellingen waarin richtlijn 92/83 voorziet, met name tot doel, de weerslag van de accijns op alcohol als tussenproduct in de samenstelling van andere commerciële of industriële producten te neutraliseren (arrest Italië/Commissie, reeds aangehaald, punt 4).

    18     Bovendien is de vrijstelling van de in artikel 27, lid 1, van richtlijn 92/83 bedoelde producten de regel, en de weigering ervan de uitzondering. De door deze bepaling aan de lidstaten verleende bevoegdheid om voorwaarden vast te stellen „voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik”, kan niet afdoen aan het onvoorwaardelijke karakter van de in die bepaling bedoelde vrijstellingsverplichting (zie arrest Italië/Commissie, reeds aangehaald, punt 50).

    19     Bijgevolg dient op de prejudiciële vraag te worden geantwoord dat artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83 aldus moet worden uitgelegd dat het de lidstaten verplicht om vrijstelling van de geharmoniseerde accijns te verlenen voor in het douanegebied van de Europese Unie ingevoerde ethylalcohol die verwerkt is in chocoladeproducten die bestemd zijn voor rechtstreeks verbruik, mits het alcoholgehalte van deze producten niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product.

     Kosten

    20     Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

    Het Hof van Justitie (Achtste kamer) verklaart voor recht:

    Artikel 27, lid 1, sub f, van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken, moet aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten verplicht om vrijstelling van de geharmoniseerde accijns te verlenen voor in het douanegebied van de Europese Unie ingevoerde ethylalcohol die verwerkt is in chocoladeproducten die bestemd zijn voor rechtstreeks verbruik, mits het alcoholgehalte van deze producten niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram product.

    ondertekeningen


    * Procestaal: Litouws.

    Naar boven