Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62005CO0368

    Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 8 december 2006.
    Polyelectrolyte Producers Group tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen en Raad van de Europese Unie.
    Hogere voorziening - Besluit van Raad tot vaststelling van standpunt van Gemeenschap - Besluit van Gemengd Comité van EER op grond waarvan Noorwegen specifieke concentratiegrenzen voor de chemische stof acrylamide mag voorschrijven, die strenger zijn dan die welke in de Gemeenschap gelden.
    Zaak C-368/05 P.

    Jurisprudentie 2006 I-00130*

    ECLI-code: ECLI:EU:C:2006:771





    Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 8 december 2006 – Polyelectrolyte Producers Group / Raad en Commissie

    (Zaak C‑368/05 P)

    „Hogere voorziening – Besluit van Raad tot vaststelling van standpunt van Gemeenschap – Besluit van Gemengd Comité van EER op grond waarvan Noorwegen specifieke concentratiegrenzen voor chemische stof acrylamide mag voorschrijven, die strenger zijn dan die welke in Gemeenschap gelden”

    1.                     Procedure – Verplichting voor Gerecht om mondelinge behandeling aan te vatten alvorens uitspraak te doen op exceptie van niet-ontvankelijkheid – Geen (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 114, leden 1-3) (cf. punt 46)

    2.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken (Art. 230, vierde alinea, EG) (cf. punten 56‑60, 67)

    3.                     Hogere voorziening – Middelen – Ontbreken van aanwijzing van gestelde onjuiste rechtsopvatting – Niet-ontvankelijkheid (Art. 225 EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 112, lid 1, sub c) (cf. punt 62)

    Voorwerp

    Hogere voorziening tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 22 juli 2005, Polyelectrolyte Producers Group/Raad en Commissie (T‑376/04), waarbij niet-ontvankelijk is verklaard een beroep tot nietigverklaring van het besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 59/2004 van 26 april 2004 tot wijziging van bijlage II (PB L 277, blz. 30), voor zover Noorwegen op grond daarvan specifieke concentratiegrenzen voor de chemische stof acrylamide mag voorschrijven, die strenger zijn dan die welke in de Gemeenschap gelden, alsmede tot vaststelling van de onrechtmatigheid van de gemeenschappelijke verklaring in het kader van de herzieningsclausules betreffende gevaarlijke stoffen van bijlage II bij de EER-Overeenkomst, aangenomen op de vergadering van het Gemengd Comité van de EER van 26 maart 1999 (PB C 185, blz. 6), en een beroep tot vergoeding van de schade die rekwirante als gevolg van de vaststelling van het bestreden besluit zou hebben geleden

    Dictum

     

    De hogere voorziening wordt afgewezen.

     

    Polyelectrolyte Producers Group wordt verwezen in de kosten.

    Naar boven