Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 61985CJ0254

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 11 november 1986.
Irish Grain Board (Trading) Limited (in liquidatie) tegen Minister van Landbouw.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Supreme Court - Ierland.
Monetair compenserende bedragen - Betalingsvoorwaarden.
Zaak 254/85.

Jurisprudentie 1986 -03309

ECLI-code: ECLI:EU:C:1986:422

61985J0254

ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 11 NOVEMBER 1986. - IRISH GRAIN BOARD (TRADING) LIMITED (IN LIQUIDATIE) TEGEN MINISTERIE VAN LANDBOUW. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE SUPREME COURT OF IRELAND. - MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN - BETALINGSVOORWAARDEN. - ZAAK 254/85.

Jurisprudentie 1986 bladzijde 03309


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


LANDBOUW - MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN - BETALING DOOR LID-STAAT VAN UITVOER VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN DIE DOOR ANDERE LID-STAAT BIJ INVOER MOETEN WORDEN TOEGEKEND - WEIGERING - ONTTREKKING VAN HET PRODUKT AAN ZIJN BESTEMMING NA VERVULLING VAN DOUANEFORMALITEITEN - GOEDE TROUW VAN EXPORTEUR - GEEN INVLOED - FRAUDEONDERZOEK DOOR ADMINISTRATIE - VERPLICHTING TOT MEDEWERKING VAN EXPORTEUR - PRODUKT IN LID-STAAT VAN INVOER DAADWERKELIJK IN VRIJ VERKEER GEBRACHT - GEVOLGEN

( VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 2 BIS ; VERORDENING NR . 1380/75 VAN DE COMMISSIE , ARTIKELEN 11 , LID 2 , EN 16 )

Samenvatting


1 . DE GEMEENSCHAPSBEPALINGEN TER ZAKE VAN DE BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN , MET NAME DE ARTIKELEN 11 EN 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 , MOETEN ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DE LID-STAAT VAN UITVOER , DIE DE DOOR DE LID-STAAT VAN INVOER TOE TE KENNEN MCB ' S MOET BETALEN , DEZE BETALING MAG WEIGEREN WANNEER HET BETROKKEN PRODUKT IN DE

LID-STAAT VAN INVOER NIET IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT ALS GEVOLG VAN FRAUDE DOOR DE KOPERS VAN HET PRODUKT , ZELFS WANNEER DE DOUANEFORMALITEITEN ZIJN VERVULD , DE JUISTE FORMULIEREN T5 ZIJN AFGEGEVEN EN DE ' ' EXPORTEUR ' ' OF DE ' ' BELANGHEBBENDE ' ' IN DE ZIN VAN GENOEMDE VERORDENINGEN BIJ DE TRANSACTIE STEEDS TE GOEDER TROUW HEEFT GEHANDELD .

2 . WANNEER DE ADMINISTRATIE VAN DE LID-STAAT VAN UITVOER INGEVOLGE ARTIKEL 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 EN OP GROND VAN ERNSTIGE , OP FEITELIJKE GEGEVENS GEBASEERDE VERDENKINGEN EEN ONDERZOEK HEEFT INGESTELD NAAR HET BESTAAN VAN FRAUDE - HIERIN BESTAANDE DAT AAN HET PRODUKT EEN ANDERE DAN DE OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR VERMELDE BESTEMMING IS GEGEVEN - , IS DE EXPORTEUR VERPLICHT AAN DAT ONDERZOEK MEE TE WERKEN DOOR ALLE INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN WAARTOE HIJ IN STAAT IS . INDIEN ONDANKS ALLE INSPANNINGEN DIE VAN DE ADMINISTRATIE MOGEN WORDEN VERWACHT , HET ONDERZOEK DE VERDENKINGEN NIET HEEFT KUNNEN WEGNEMEN , MAG DE LID-STAAT VAN UITVOER DE BETALING VAN DE DOOR DE LID-STAAT VAN INVOER TOE TE KENNEN MCB ' S WEIGEREN , TENZIJ ZOU WORDEN BEWEZEN DAT HET PRODUKT IN DE LID-STAAT VAN INVOER DAADWERKELIJK IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT .

Partijen


IN ZAAK 254/85 ,

BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE SUPREME COURT VAN IERLAND , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN

IRISH GRAIN BOARD ( TRADING ) LIMITED ( IN LIQUIDATIE )

EN

MINISTER VAN LANDBOUW ,

Onderwerp


OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN , MET NAME , VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1971 BETREFFENDE BEPAALDE CONJUNCTUURPOLITIEKE MAATREGELEN WELKE NAAR AANLEIDING VAN DE TIJDELIJKE VERRUIMING VAN DE FLUCTUATIEMARGES VAN DE VALUTA ' S VAN SOMMIGE LID-STATEN DIENEN TE WORDEN GENOMEN IN DE LANDBOUWSECTOR ( PB 1971 , L 106 , BLZ . 1 ), EN VERORDENING NR . 1380/75 VAN DE COMMISSIE VAN 29 MEI 1975 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN ( PB 1975 , L 139 , BLZ . 37 ), TEN EINDE VAST TE STELLEN OF , EN EVENTUEEL ONDER WELKE VOORWAARDEN , VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING RECHT HEEFT OP BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN BIJ DE INVOER IN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GRAAN WAARVAN NIET VASTSTAAT DAT HET IN DIE LID-STAAT DAADWERKELIJK IN HET VERKEER IS GEBRACHT ,

Overwegingen van het arrest


1 BIJ BESCHIKKING VAN 25 JUNI 1985 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 16 AUGUSTUS DAARAANVOLGEND , HEEFT DE SUPREME COURT VAN IERLAND HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VIER PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN , MET NAME , VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1971 BETREFFENDE BEPAALDE CONJUNCTUURPOLITIEKE MAATREGELEN WELKE NAAR AANLEIDING VAN DE TIJDELIJKE VERRUIMING VAN DE FLUCTUATIEMARGES VAN DE VALUTA ' S VAN SOMMIGE LID-STATEN DIENEN TE WORDEN GENOMEN IN DE LANDBOUWSECTOR , EN VERORDENING NR . 1380/75 VAN DE COMMISSIE VAN 29 MEI 1975 HOUDENDE UIVOERINGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE MONETAIRE COMPENSERENDE BEDRAGEN , TEN EINDE VAST TE STELLEN OF , EN EVENTUEEL ONDER WELKE VOORWAARDEN , VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING RECHT HEEFT OP BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN BIJ DE INVOER IN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GRAAN WAARVAN NIET VASTSTAAT DAT HET IN DIE LID-STAAT DAADWERKELIJK IN HET VERKEER IS GEBRACHT .

2 DEZE VRAGEN ZIJN GEREZEN IN EEN GESCHIL TUSSEN IRISH GRAIN BOARD ( TRADING ) LIMITED ( IN LIQUIDATIE ), VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING , EN DE MINISTER VAN LANDBOUW , ZIJNDE DE IN IERLAND TER ZAKE VAN INTERVENTIES BEVOEGDE INSTANTIE , BETREFFENDE DOOR VERZOEKSTER AAN VIJF KOPERS IN NOORD-IERLAND VERKOCHT GRAAN .

3 UIT DE PROCESSTUKKEN BLIJKT , DAT DE BETROKKEN PARTIJEN GRAAN DOOR VOOR REKENING VAN DE KOPERS HANDELENDE TRANSPORTEURS VAN IERLAND NAAR NOORD-IERLAND ZIJN VERVOERD , TERWIJL DE MET HET OOG OP DE BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN ( HIERNA : MCB ' S ) AAN HET INTERVENTIEBUREAU OVERGELEGDE DOCUMENTEN DOOR VERZOEKSTER ZIJN INGEVULD . ONDER DIE DOCUMENTEN BEVONDEN ZICH MET NAME CONTROLE-EXEMPLAREN T5 , WAAROP DE VERMELDING VOORKWAM : ' ' BESTEMD OM IN HET VRIJE VERKEER TE WORDEN GEBRACHT IN NOORD-IERLAND ' ' .

4 OP GROND VAN EEN KRACHTENS ARTIKEL 2 BIS VAN VERORDENING NR . 974/71 TUSSEN IERLAND EN HET VERENIGD KONINKRIJK GESLOTEN OVEREENKOMST MOEST HET IERSE INTERVENTIEBUREAU DE MCB ' S BETALEN DIE DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK BIJ INVOER IN DIT LAND MOESTEN WORDEN TOEGEKEND . OMDAT HET INTERVENTIEBUREAU ERNSTIGE REDENEN HAD OM TE GELOVEN , DAT HET GRAAN CLANDESTIEN OPNIEUW IN IERLAND WAS INGEVOERD MET HET DOEL HET NOG EENS NAAR HET VERENIGD KONINKRIJK UIT TE VOEREN , VROEG HET DE NOORDIERSE DOUANE NAMENS HEM EEN ONDERZOEK IN TE STELLEN . AANGEZIEN DE DOUANE NIET KON VASTSTELLEN DAT HET GRAAN DAADWERKELIJK IN NOORD-IERLAND IN HET VRIJE VERKEER WAS GEBRACHT , WEIGERDE HET INTERVENTIEBUREAU DE GEVRAAGDE MCB ' S TE BETALEN .

5 VERZOEKSTER VROEG DE IERSE HIGH COURT , HET INTERVENTIEBUREAU TOT BETALING VAN DEZE MCB ' S TE VEROORDELEN . DE HIGH COURT WAS VAN OORDEEL , DAT DE NOORDIERSE KOPERS OF ALTHANS SOMMIGEN HUNNER ZICH SCHULDIG HADDEN GEMAAKT AAN FRAUDULEUZE CARROUSELHANDEL EN AAN ONREGELMATIGHEDEN IN VERBAND MET HET DOOR VERZOEKSTER VERKOCHTE EN UITGEVOERDE GRAAN . DE HIGH COURT MEENDE EVENWEL , DAT VERZOEKSTER IN GENEN DELE BIJ DIE ONREGELMATIGHEDEN BETROKKEN OF DAARVAN OP DE HOOGTE WAS GEWEEST EN DAT ZIJ HAAR RECHT OP BETALING VAN DE MCB ' S NIET HAD VERLOREN TEN GEVOLGE VAN HET WANGEDRAG VAN DE KOPERS , OVER WIE ZIJ GEEN CONTROLE HAD .

6 HET INTERVENTIEBUREAU IS VAN DIE BESLISSING IN BEROEP GEKOMEN BIJ DE SUPREME COURT VAN IERLAND , DAT HET HOF VAN JUSTITIE DE VOLGENDE PREJUDICIELE VRAGEN HEEFT GESTELD :

1 ) WANNEER EEN LID-STAAT KRACHTENS DE RELEVANTE COMMUNAUTAIRE VERORDENINGEN EN HET GEMEENSCHAPSRECHT INZAKE DE BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN ( INZONDERHEID DE ARTIKELEN 38 TOT 45 EEG-VERDRAG ; VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1971 , ZOALS GEWIJZIGD ; VERORDENING NR . 1380/75 VAN DE COMMISSIE VAN 29 MEI 1975 , ZOALS GEWIJZIGD ; EN VERORDENING NR . 3094/76 VAN DE COMMISSIE VAN 17 DECEMBER 1976 ) BIJ DE UITVOER VAN PRODUKTEN NAAR EEN ANDERE LID-STAAT MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN MOET BETALEN , IS HIJ DAN GERECHTIGD BETALING TE WEIGEREN WANNEER DE BETROKKEN PRODUKTEN , TEN GEVOLGE VAN FRAUDE OF ENIGE ANDERE ONREGELMATIGHEID VANWEGE DE KOPERS , IN DE LID-STAAT VAN INVOER NIET IN HET VRIJE VERKEER ZIJN GEBRACHT , OOK AL WAREN DE DOUANEFORMALITEITEN VERVULD EN DE PASSENDE T5-FORMULIEREN AFGEGEVEN , EN AL WAS DE ' ' EXPORTEUR ' ' OF ' ' BELANGHEBBENDE ' ' IN DE ZIN VAN GENOEMDE VERORDENINGEN , WAT BEDOELDE TRANSACTIE BETREFT , STEEDS TE GOEDER TROUW ?

2 ) IS EEN LID-STAAT GERECHTIGD DE BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN , GEVORDERD BIJ DE UITVOER VAN PRODUKTEN NAAR EEN ANDERE LID-STAAT , TE WEIGEREN ZOLANG DE EISER NIET HET BEWIJS HEEFT GELEVERD DAT DE TRANSACTIES DAADWERKELIJK EN IN OVEREENSTEMMING MET WET EN GEMEENSCHAPSVERORDENING ZIJN UITGEVOERD , EN ONDANKS DE OVERLEGGING VAN DE PASSENDE T5-FORMULIEREN OF DE GOEDE TROUW VAN DE EISER ?

3 ) WANNEER DE BEVOEGDE AUTORITEIT , DIE EEN MONETAIR COMPENSEREND BEDRAG IS VERSCHULDIGD , HET TWEE MAANDEN NA ONTVANGST VAN VOLDOENDE BEWIJSSTUKKEN NOG NIET HEEFT BETAALD , OMDAT ZIJ WEGENS HAAR TWIJFELS OMTRENT BEDOELDE DOCUMENTEN EEN ADMINISTRATIEF ONDERZOEK HEEFT INGESTELD , MOET DAN ARTIKEL 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 VAN DE COMMISSIE VAN 29 MEI 1975 ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DIE BEVOEGDE AUTORITEIT OVER DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN RENTE MOET BETALEN , EN ZO JA , VANAF WANNEER EN VOLGENS WELK PERCENTAGE ?

4 ) WANNEER EEN LID-STAAT KRACHTENS VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1971 , ZOALS GEWIJZIGD , EEN HEFFING MOET TOEPASSEN OP UITGEVOERDE PRODUKTEN , EN KRACHTENS EEN OP GROND VAN ARTIKEL 2 BIS VAN GENOEMDE VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD GESLOTEN OVEREENKOMST MET EEN ANDERE LID-STAAT DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN BETAALT DIE DIE IMPORTERENDE LID-STAAT BIJ INVOER TOEKENT EN DIE DE HEFFING OVERSCHRIJDEN , ZODAT HET AAN DE BETROKKENE BETAALDE BEDRAG HET VERSCHIL IS TUSSEN HET MONETAIR COMPENSEREND BEDRAG EN DE HEFFING , MOETEN DAN ARTIKEL 2 BIS VAN VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD EN ARTIKEL 8 VAN VERORDENING NR . 1380/75 VAN DE COMMISSIE ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DE BETROKKENE RECHT HEEFT OP BETALING IN DE VALUTA VAN DE LID-STAAT VAN INVOER DIE HET MONETAIR COMPENSEREND BEDRAG TOEKENT ?

7 VOOR DE BIJ HET HOF INGEDIENDE OPMERKINGEN , WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING .

DE EERSTE VRAAG 8 ARTIKEL 11 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1380/75 BEPAALT , DAT VOOR BETALING DOOR DE UITVOERENDE LID-STAAT VAN HET MCB DAT DOOR DE INVOERENDE LID-STAAT ZOU MOETEN WORDEN TOEGEKEND , HET BEWIJS MOET WORDEN OVERGELEGD DAT DE DOUANEFORMALITEITEN BIJ INVOER ZIJN VERVULD EN DAT DE IN DE LID-STAAT VAN INVOER VERSCHULDIGDE RECHTEN EN HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ZIJN GEHEVEN . DEZE BEPALING PRECISEERT VOORTS , DAT DIT BEWIJS MOET WORDEN GELEVERD DOOR OVERLEGGING VAN HET CONTROLE-EXEMPLAAR T5 , WAAROP MOET ZIJN VERMELD DAT HET PRODUKT IS ' ' BESTEMD OM IN HET VRIJE VERKEER TE WORDEN GEBRACHT ' ' IN DE INVOERENDE LID-STAAT .

9 VOLGENS ARTIKEL 16 VAN DEZE VERORDENING MOETEN DE MCB ' S WORDEN BETAALD BINNEN TWEE MAANDEN NA DE DAG VAN INDIENING VAN HET VOLLEDIGE DOSSIER , BEHALVE , ONDER MEER , IN GEVALLEN WAARIN TWIJFEL BESTAAT OMTRENT DE JUISTHEID VAN HET VOORGELEGDE DOSSIER EN DOOR DE OVERHEID EEN ONDERZOEK IS INGESTELD .

10 BIJ DE UITLEGGING VAN DEZE BEPALINGEN MOET WORDEN UITGEGAAN VAN HET DOEL VAN HET MCB-STELSEL , NAMELIJK HET HOOFD TE BIEDEN AAN DE MOEILIJKHEDEN DIE VOOR DE GOEDE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING KUNNEN VOORTVLOEIEN UIT DE MONETAIRE ONRUST EN , IN DE HUIDIGE SITUATIE , UIT DE VERSCHILLEN TUSSEN DE IN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID TOEGEPASTE REPRESENTATIEVE KOERSEN EN DE OP DE MARKT GEHANTEERDE WISSELKOERSEN . DAARTOE MOETEN DE MCB ' S EVENTUELE VERSCHILLEN TUSSEN DEZE TWEE KOERSEN ZOWEL IN DE INVOERENDE ALS IN DE UITVOERENDE LID-STAAT COMPENSEREN EN ALDUS HET VERSCHIL TUSSEN DE PRIJSNIVEAUS IN NATIONALE VALUTA IN DEZE TWEE LID-STATEN CORRIGEREN .

11 HET BIJ INVOER TOEGEKENDE MCB KAN BIJGEVOLG SLECHTS ZIJN FUNCTIE VERVULLEN , INDIEN HET INGEVOERDE PRODUKT DAADWERKELIJK IN DE INVOERENDE LID-STAAT IN HET VRIJE VER KEER WORDT GEBRACHT EN DAARDOOR VAN DE OP DE MARKT IN DAT LAND BESTAANDE PRIJSSITUATIE KOMT AF TE HANGEN . WORDT AAN HET PRODUKT DAARENTEGEN OP FRAUDULEUZE WIJZE EEN ANDERE DAN DE OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR T5 VERMELDE BESTEMMING GEGEVEN EN WORDT HET CLANDESTIEN WEDERUITGEVOERD , DAT WIL ZEGGEN ZONDER BETALING VAN HET MCB DAT IN VERBAND MET DEZE TRANSACTIE VERSCHULDIGD IS EN WAARDOOR HET VOORDEEL VAN HET BIJ INVOER TOEGEKENDE MCB ZOU WORDEN OPGEHEVEN , DAN HEEFT LAATSTBEDOELD BEDRAG GEEN REDEN VAN BESTAAN MEER .

12 DAARBIJ DOET NIET TER ZAKE DAT DE FRAUDULEUZE HANDELINGEN HET WERK VAN DE IMPORTEUR WAREN , WANT WANNEER ER EEN OVEREENKOMST ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 BIS VAN VERORDENING NR . 974/71 IS GESLOTEN , MOET HET MCB BIJ INVOER NIET DOOR DE INVOERENDE LID-STAAT WORDEN BETAALD , DOCH DOOR DE UITVOERENDE LID-STAAT AAN DE EXPORTEUR DIE TE GOEDER TROUW IS . BOVENDIEN KAN DE EXPORTEUR LANGS CONTRACTUELE WEG ZODANIGE VOORZORGEN TREFFEN , DAT DE KOPERS NIET OP FRAUDULEUZE WIJZE EEN ANDERE BESTEMMING AAN HET PRODUKT KUNNEN GEVEN DAN DIE WELKE DE EXPORTEUR ZELF OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR T5 HAD VERMELD .

13 MITSDIEN MOET OP DE EERSTE AAN HET HOF GESTELDE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT DE GEMEENSCHAPSBEPALINGEN TER ZAKE VAN DE BETALING VAN MCB ' S , MET NAME DE ARTIKELEN 11 EN 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 , ALDUS MOETEN WORDEN UITGELEGD , DAT DE LID-STAAT VAN UITVOER , DIE DE DOOR DE LID-STAAT VAN INVOER TOE TE KENNEN MCB ' S MOET BETALEN , DEZE BETALING MAG WEIGEREN WANNEER HET BETROKKEN PRODUKT IN DE LID-STAAT VAN INVOER NIET IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT ALS GEVOLG VAN FRAUDE DOOR DE KOPERS VAN HET PRODUKT , ZELFS WANNEER DE DOUANEFORMALITEITEN ZIJN VERVULD , DE JUISTE FORMULIEREN T5 ZIJN AFGEGEVEN EN DE ' ' EXPORTEUR ' ' OF DE ' ' BELANGHEBBENDE ' ' IN DE ZIN VAN GENOEMDE VERORDENINGEN BIJ DE TRANSACTIE STEEDS TE GOEDER TROUW HEEFT GEHANDELD .

DE TWEEDE VRAAG 14 MET ZIJN TWEEDE VRAAG WENST DE SUPREME COURT IN WEZEN TE VERNEMEN OF DE UITVOERENDE LID-STAAT , OOK WANNEER DE JUISTE CONTROLE-EXEMPLAREN T5 ZIJN OVERGELEGD , HET RECHT HEEFT TE WEIGEREN , AAN EEN EXPORTEUR TE GOEDER TROUW HET BIJ INVOER IN EEN ANDERE LID-STAAT TOE TE KENNEN MCB TE BETALEN , TOTDAT DIE EXPORTEUR HET BEWIJS HEEFT GELEVERD DAT HET BETROKKEN PRODUKT IN DE INVOERENDE LID-STAAT DAADWERKELIJK IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT .

15 IN DIT VERBAND ZIJ EROP GEWEZEN DAT , OFSCHOON HET GEMEENSCHAPSRECHT GEEN ENKELE BEPALING BEVAT DIE UITDRUKKELIJK EEN DERGELIJK FORMEEL BEWIJS VEREIST , ARTIKEL 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 ZOALS GEZEGD IN EEN AFWIJKING VAN DE ALGEMENE REGEL BETREFFENDE DE BETALINGSTERMIJN VOORZIET VOOR GEVALLEN WAARIN TWIJFEL BESTAAT OMTRENT DE JUISTHEID VAN HET VOORGELEGDE DOSSIER EN DOOR DE OVERHEID EEN ONDERZOEK IS INGESTELD .

16 IN DE EERSTE PLAATS MOET WORDEN BEKLEMTOOND , DAT DE ADMINISTRATIE GEHOUDEN IS DIT ONDERZOEK MET DE GROOTST MOGELIJKE ZORGVULDIGHEID TE VERRICHTEN TEN EINDE DE BESTAANDE TWIJFELS WEG TE NEMEN , EN IN DE TWEEDE PLAATS , DAT DE EXPORTEUR VERPLICHT IS AAN HET ONDERZOEK MEE TE WERKEN DOOR ALLE INFORMATIE TE VERSTREKKEN WAAROVER HIJ BESCHIKT . SLECHTS WANNEER EEN DERGELIJK ONDERZOEK NIET AAN HET LICHT HEEFT KUNNEN BRENGEN WELKE BESTEMMING AAN HET BETROKKEN PRODUKT IS GEGEVEN , RIJST HET PROBLEEM VAN DE BEWIJSLAST .

17 VOLGENS ARTIKEL 11 VAN VERORDENING NR . 1380/75 LEVERT HET CONTROLE-EXEMPLAAR T5 HET BEWIJS , ' ' DAT DE DOUANEFORMALITEITEN BIJ INVOER ZIJN VERVULD EN DAT DE IN DE LID-STAAT VAN INVOER VERSCHULDIGDE RECHTEN EN HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ZIJN GEHEVEN ' ' . OP DIT DOCUMENT MOET WELISWAAR EEN DOOR DE AANVRAGER AANGEBRACHTE VERMELDING VOORKOMEN DAT HET PRODUKT IS ' ' BESTEMD OM IN HET VRIJE VERKEER TE WORDEN GEBRACHT ' ' IN DE INVOERENDE LID-STAAT , DOCH HET BEVAT GEEN VERKLARING VAN DE AUTORITEITEN VAN DE INVOERENDE LID-STAAT , DAT HET PRODUKT DAADWERKELIJK ZIJN BESTEMMING HEEFT BEREIKT . DIT LAATSTE GEBEURT IMMERS PAS NADAT DIE AUTORITEITEN HET DOCUMENT NA VERVULLING VAN DE DOUANEFORMALITEITEN BIJ INVOER HEBBEN GEVISEERD . DE BETROKKEN BEPALING VERSCHILT IN DIT OPZICHT VAN REGELINGEN VOLGENS WELKE BIJ HET VISEREN VAN HET CONTROLE-EXEMPLAAR OOK HET EINDGEBRUIK VAN HET INGEVOERDE PRODUKT DAAROP MOET WORDEN AANGEGEVEN .

18 DOOR DE BEPALING DAT EEN REGELMATIG INGEVULD EN DOOR DE AUTORITEITEN VAN DE INVOERENDE LID-STAAT GEVISEERD CONTROLE-EXEMPLAAR T5 MOET WORDEN OVERGELEGD , WORDT HET PROBLEEM VAN HET BEWIJS DAT HET PRODUKT IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT , DUS NIET OPGELOST .

19 ZOALS GEZEGD , KAN DE EXPORTEUR IN ZIJN EIGEN BELANG DE NODIGE VOORZORGEN TREFFEN OM TE VOORKOMEN DAT OP FRAUDULEUZE WIJZE EEN ANDERE BESTEMMING AAN HET PRODUKT WORDT GEGEVEN DAN DIE WELKE HIJ ZELF OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR T5 HEEFT VERMELD . HET IS DUS DE EXPORTEUR DIE HET GEMAKKELIJKST HET BEWIJS KAN LEVEREN , DAT HET PRODUKT DAADWERKELIJK IN HET VERKEER IS GEBRACHT . HEEFT DE ADMINISTRATIE OP GROND VAN ERNSTIGE , OP FEITELIJKE GEGEVENS GEBASEERDE VERDENKINGEN EEN ONDERZOEK INGESTELD , TEN EINDE VAST TE STELLEN OF AAN HET PRODUKT OP FRAUDULEUZE WIJZE EEN ANDERE DAN DE OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR VERMELDE BESTEMMING IS GEGEVEN , EN HEEFT DAT ONDERZOEK , ONDANKS ALLE INSPANNINGEN DIE VAN DE ADMINISTRATIE MOGEN WORDEN VERWACHT , DIE VERDENKINGEN NIET KUNNEN WEGNEMEN , DAN HEEFT DE ADMINISTRATIE HET RECHT OM ALS VOORWAARDE VOOR BETALING TE EISEN , DAT HET BEWIJS WORDT GELEVERD DAT HET PRODUKT DAADWERKELIJK IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT .

20 MITSDIEN MOET OP DE TWEEDE AAN HET HOF GESTELDE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT WANNEER DE ADMINISTRATIE VAN DE LID-STAAT VAN UITVOER INGEVOLGE ARTIKEL 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 EN OP GROND VAN ERNSTIGE , OP FEITELIJKE GEGEVENS GEBASEERDE VERDENKINGEN EEN ONDERZOEK HEEFT INGESTELD NAAR HET BESTAAN VAN FRAUDE - HIERIN BESTAANDE DAT AAN HET PRODUKT EEN ANDERE DAN DE OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR VERMELDE BESTEMMING IS GEGEVEN - , DE EXPORTEUR VERPLICHT IS AAN DAT ONDERZOEK MEE TE WERKEN DOOR ALLE INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN WAARTOE HIJ IN STAAT IS . INDIEN ONDANKS ALLE INSPANNINGEN DIE VAN DE ADMINISTRATIE MOGEN WORDEN VERWACHT , HET ONDERZOEK DE VERDENKINGEN NIET HEEFT KUNNEN WEGNEMEN , MAG DE LID-STAAT VAN UITVOER DE BETALING VAN DE DOOR DE LID-STAAT VAN INVOER TOE TE KENNEN MCB ' S WEIGEREN , TENZIJ ZOU WORDEN BEWEZEN DAT HET PRODUKT IN DE LID-STAAT VAN INVOER DAADWERKELIJK IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT .

DE DERDE EN DE VIERDE VRAAG 21 GELET OP HET ANTWOORD OP DE EERSTE TWEE VRAGEN , BEHOEFT NIET MEER TE WORDEN INGEGAAN OP DE DERDE EN DE VIERDE VRAAG , DIE ONDERSTELLEN DAT DE EXPORTEUR ONDER VORENBESCHREVEN OMSTANDIGHEDEN RECHT HEEFT OP MCB ' S , ZONDER DAT HIJ HET BEWIJS DIENT TE LEVEREN DAT HET PRODUKT DAADWERKELIJK IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

22 DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HARER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ( ZESDE KAMER ),

UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE SUPREME COURT VAN IERLAND BIJ BESCHIKKING VAN 25 JUNI 1985 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :

1 ) DE GEMEENSCHAPSBEPALINGEN TER ZAKE VAN DE BETALING VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN , MET NAME DE ARTIKELEN 11 EN 16 VAN VERORDENING NR . 1380/75 VAN 29 MEI 1975 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN , MOETEN ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DE LID-STAAT VAN UITVOER , DIE DE DOOR DE LID-STAAT VAN INVOER TOE TE KENNEN MCB ' S MOET BETALEN , DEZE BETALING MAG WEIGEREN WANNEER HET BETROKKEN PRODUKT IN DE LID-STAAT VAN INVOER NIET IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT ALS GEVOLG VAN FRAUDE DOOR DE KOPERS VAN HET PRODUKT , ZELFS WANNEER DE DOUANEFORMALITEITEN ZIJN VERVULD , DE JUISTE FORMULIEREN T5 ZIJN AFGEGEVEN EN DE ' ' EXPORTEUR ' ' OF DE ' ' BELANGHEBBENDE ' ' IN DE ZIN VAN GENOEMDE VERORDENINGEN BIJ DE TRANSACTIE STEEDS TE GOEDER TROUW HEEFT GEHANDELD .

2 ) WANNEER DE ADMINISTRATIE VAN DE LID-STAAT VAN UITVOER INGEVOLGE ARTIKEL 16 VAN GENOEMDE VERORDENING EN OP GROND VAN ERNSTIGE , OP FEITELIJKE GEGEVENS GEBASEERDE VERDENKINGEN EEN ONDERZOEK HEEFT INGESTELD NAAR HET BESTAAN VAN FRAUDE - HIERIN BESTAANDE DAT AAN HET PRODUKT EEN ANDERE DAN DE OP HET CONTROLE-EXEMPLAAR VERMELDE BESTEMMING IS GEGEVEN - , IS DE EXPORTEUR VERPLICHT AAN DAT ONDERZOEK MEE TE WERKEN DOOR ALLE INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN WAARTOE HIJ IN STAAT IS . INDIEN ONDANKS ALLE INSPANNINGEN DIE VAN DE ADMINISTRATIE MOGEN WORDEN VERWACHT , HET ONDERZOEK DE VERDENKINGEN NIET HEEFT KUNNEN WEGNEMEN , MAG DE LID-STAAT VAN UITVOER DE BETALING VAN DE DOOR DE LID-STAAT VAN INVOER TOE TE KENNEN MCB ' S WEIGEREN , TENZIJ ZOU WORDEN BEWEZEN DAT HET PRODUKT IN DE LID-STAAT VAN INVOER DAADWERKELIJK IN HET VRIJE VERKEER IS GEBRACHT .

Naar boven