Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 61984CJ0220
Judgment of the Court (Second Chamber) of 4 July 1985. # AS-Autoteile Service GmbH v Pierre Malhé. # Reference for a preliminary ruling: Bundesgerichtshof - Germany. # Enforcement of judgments - Jurisdiction of the courts of the place of enforcement. # Case 220/84.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 juli 1985.
AS-Autoteile Service GmbH tegen Pierre Malhé.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesgerichtshof - Duitsland.
Tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen - Bevoegdheid van de gerechten van plaats van tenuitgvoerlegging.
Zaak 220/84.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 juli 1985.
AS-Autoteile Service GmbH tegen Pierre Malhé.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesgerichtshof - Duitsland.
Tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen - Bevoegdheid van de gerechten van plaats van tenuitgvoerlegging.
Zaak 220/84.
Jurisprudentie 1985 -02267
ECLI-code: ECLI:EU:C:1985:302
ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 4 JULI 1985. - AS-AUTOTEILE SERVICE TEGEN PIERRE MALHE. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET BUNDESGERICHTSHOF. - TENUITVOERLEGGING VAN RECHTERLIJKE BELISSINGEN - BEVOEGDHEID VAN DE GERECHTEN VAN DE PLAATS VAN TENUITVOERLEGGING. - ZAAK 220/84.
Jurisprudentie 1985 bladzijde 02267
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00791
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN - UITSLUITENDE BEVOEGDHEDEN - GESCHILLEN ' ' TEN AANZIEN VAN TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN ' ' - BEGRIP - ACTIES TER AFWERING VAN TENUITVOERLEGGING ALS BEDOELD IN DUITSE RECHT - DAARONDER BEGREPEN - VORDERINGEN DIE BIJ WEGE VAN DERGELIJKE ACTIE KUNNEN WORDEN INGESTELD - GRENZEN
( EEG-EXECUTIEVERDRAG , ARTIKEL 16 , SUB 5 )
ACTIES TER AFWERING VAN TENUITVOERLEGGING , ALS BEDOELD IN PAR 767 VAN DE DUITSE ZIVILPROZESSORDNUNG , VALLEN ALS ZODANIG ONDER DE WERKING VAN DE BEVOEGDHEIDSREGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN ; OP GROND VAN DEZE BEPALING KAN EVENWEL NIET VOOR DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT VAN DE PLAATS VAN TENUITVOERLEGGING , BIJ WEGE VAN EEN ACTIE TER AFWERING VAN DIE TENUITVOERLEGGING EEN BEROEP WORDEN GEDAAN OP COMPENSATIE VAN HET RECHT WAARVOOR VERLOF TOT TENUITVOERLEGGING KAN WORDEN GEVRAAGD , MET EEN SCHULDVORDERING TEN AANZIEN WAARVAN DE GERECHTEN VAN DIE VERDRAGSLUITENDE STAAT NIET BEVOEGD ZOUDEN ZIJN INDIEN ZIJ ZELFSTANDIG AANHANGIG WERD GEMAAKT .
IN ZAAK 220/84 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 3 VAN HET PROTOCOL VAN 3 JUNI 1971 BETREFFENDE DE UITLEGGING DOOR HET HOF VAN JUSTITIE VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN , VAN HET BUNDESGERICHTSHOF IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
AS-AUTOTEILE SERVICE GMBH , GEVESTIGD TE BUHL ( BONDSREPUBLIEK DUITSLAND ),
EN
PIERRE MALHE , INDUSTRIEEL , WONENDE TE SALEUX ( FRANKRIJK ),
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN ,
1 BIJ BESCHIKKING VAN 9 JULI 1984 , TEN HOVE INGEKOMEN OP 28 AUGUSTUS DAARAANVOLGENDE , HEEFT HET BUNDESGERICHTSHOF KRACHTENS HET PROTOCOL VAN 3 JUNI 1971 BETREFFENDE DE UITLEGGING DOOR HET HOF VAN JUSTITIE VAN HET VERDRAG VAN 27 SEPTEMBER 1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN ( HIERNA : HET EXECUTIEVERDRAG ) DRIE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , VAN DIT EXECUTIEVERDRAG .
2 BLIJKENS DE STUKKEN HOUDT VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING , AS-AUTOTEILE SERVICE GMBH , GEVESTIGD TE BUHL , ZICH BEZIG MET DE TERUGWINNING VAN GEBRUIKTE AUTO-ONDERDELEN EN DEED ZIJ ZAKEN MET DE TE MECKENHEIM BIJ BONN GEVESTIGDE ONDERNEMING PAT GMBH . EEN VAN DE VENNOTEN VAN DEZE LAATSTE ONDERNEMING IS VERWEERDER IN HET HOOFDGEDING PIERRE MALHE , DIE TE SALEUX ( FRANKRIJK ) WOONT EN DE SOCIETE DE RECUPERATION DE PIECES AUTOMOBILES LEIDT . OP 5 APRIL 1978 WERD DE VENNOOTSCHAP PAT OP VORDERING VAN VERZOEKSTER DOOR HET LANDGERICHT BONN WEGENS DE LEVERING VAN ONDEUGDELIJKE GOEDEREN BIJ VERSTEK VEROORDEELD TOT BETALING VAN DM 1 001 476,95 MET RENTE .
3 TOEN VERZOEKSTER HET BETROKKEN VONNIS TEGEN DE ONDERNEMING PAT TEN UITVOER TRACHTTE TE LEGGEN , BLEEK DEZE ONDERNEMING INSOLVENT TE ZIJN GEWORDEN . VOLGENS VERZOEKSTER IS DEZE INSOLVENTIE TE WIJTEN AAN HET FEIT DAT DE LIQUIDE MIDDELEN VAN DE VENNOOTSCHAP WEDERRECHTELIJK ALS FICTIEVE WINST ZIJN OVERGEMAAKT AAN EEN VAN DE VENNOTEN , TE WETEN DE IN FRANKRIJK WOONACHTIGE MALHE . BIJGEVOLG VORDERDE VERZOEKSTER BIJ HET AMTSGERICHT RHEINBACH BESLAGLEGGING OP EN OVERDRACHT VAN DE SCHULDVORDERING UIT ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING , DIE PAT VOLGENS VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING JEGENS MALHE GELDEND KON MAKEN ; BIJ BESCHIKKING VAN 6 MAART 1980 WERD DEZE VORDERING TOEGEWEZEN .
4 KRACHTENS DEZE BESCHIKKING STELDE VERZOEKSTER VOOR HET LANDGERICHT BADEN-BADEN TEGEN MALHE EEN VORDERING TOT BETALING IN . UIT HET DOSSIER BLIJKT NIET OP WELKE GRONDSLAG DEZE VORDERING BERUST . HOE DAN OOK , HET LANDGERICHT BADEN-BADEN ACHTTE ZICH INTERNATIONAAL BEVOEGD EN VEROORDEELDE MALHE BIJ VONNIS VAN 17 NOVEMBER 1981 OM VERZOEKSTER TEN BELOPE VAN HAAR SCHULDVORDERING TE BETALEN UIT DE BEDRAGEN WAARMEE HIJ ZICH TEN NADELE VAN DE VENNOOTSCHAP PAT ONGERECHTVAARDIGD HAD VERRIJKT .
5 VAN DIT VONNIS KWAM MALHE IN HOGER BEROEP BIJ HET OBERLANDESGERICHT KARLSRUHE , DAT ZICH BIJ ARREST VAN 15 OKTOBER 1982 OP GROND VAN ARTIKEL 2 EXECUTIEVERDRAG ONBEVOEGD VERKLAARDE , OMDAT DE SCHULDENAAR IN FRANKRIJK WOONDE . VOLGENS HET OBERLANDESGERICHT WAREN IN DAT GEVAL DE FRANSE GERECHTEN BEVOEGD . TEGEN DIT ARREST STELDE VERZOEKSTER CASSATIEBEROEP ( REVISION ) IN BIJ HET BUNDESGERICHTSHOF , DOCH DIT WERD BIJ BESCHIKKING VAN 7 NOVEMBER 1983 VERWORPEN . WAT DE GROND VAN DE ZAAK BETREFT IS DAARMEE HET PROBLEEM VAN DE BEVOEGDHEID DUS DEFINITIEF BESLECHT .
6 HANGENDE DEZE PROCEDURE , GAF HET LANDGERICHT BADEN-BADEN OP 17 DECEMBER 1982 EEN BESCHIKKING WAARBIJ VERZOEKSTER WERD VERWEZEN IN DE KOSTEN VAN HET GEDING . TEN EINDE DE GEDWONGEN TENUITVOERLEGGING VAN DEZE UITVOERBARE BESCHIKKING TE VOORKOMEN , VERLEENDE VERZOEKSTER MALHE EEN BANKWAARBORG VAN DM 40 000 ; DE DESBETREFFENDE BORGAKTE IS THANS IN HET BEZIT VAN VERWEERDER .
7 HIEROP STELDE VERZOEKSTER BIJ HETZELFDE GERECHT EEN ACTIE TER AFWERING VAN DE TENUITVOERLEGGING IN , ALS BEDOELD IN PARAGRAAF 767 VAN DE DUITSE ZIVILPROZESSORDNUNG ( ZPO ). DEZE PARAGRAAF LUIDT ALS VOLGT :
1 ) BEZWAREN DIE HET BIJ HET VONNIS VASTGESTELDE RECHT ZELF BETREFFEN DIENT DE SCHULDENAAR BIJ WEGE VAN EEN ACTIE VOOR HET IN EERSTE AANLEG BEVOEGDE GERECHT GELDEND TE MAKEN .
2 ) ZIJ ZIJN SLECHTS ONTVANKELIJK INDIEN ZIJ BERUSTEN OP GRONDEN DIE EERST ZIJN ONTSTAAN NA DE SLUITING VAN DE MONDELINGE BEHANDELING , HET TIJDSTIP WAAROP BEZWAREN VOLGENS DIT WETBOEK UITERLIJK HADDEN MOETEN WORDEN AANGEVOERD , EN NIET MEER BIJ WEGE VAN VERZET KUNNEN WORDEN GELDEND GEMAAKT .
3 ) DE SCHULDENAAR MOET IN DE DOOR HEM IN TE STELLEN ACTIE ALLE BEZWAREN AANVOEREN , DIE HIJ BIJ HET INSTELLEN VAN DE ACTIE KON GELDEND MAKEN .
8 VERZOEKSTER BETOOGT DAT ZIJ VERWEERDERS VORDERING TOT VERGOEDING VAN DE KOSTEN HEEFT GECOMPENSEERD MET DE HAAR TER INNING OVERGEDRAGEN SCHULDVORDERING UIT ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING VAN DE VENNOOTSCHAP PAT JEGENS VERWEERDER . DAARNAAST VORDERT VERZOEKSTER TERUGGAVE VAN DE BORGAKTE .
9 BIJ VONNIS VAN 4 APRIL 1983 VERKLAARDE HET LANDGERICHT BADEN-BADEN ZICH ONBEVOEGD , OMDAT DE ACTIE VERBAND HIELD MET EEN ANDERE ACTIE , DIE REEDS WEGENS ONBEVOEGDHEID VAN DE DUITSE GERECHTEN NIET-ONTVANKELIJK WAS VERKLAARD .
10 TEGEN DIT VONNIS WAARBIJ HET LANDGERICHT ZICH ONBEVOEGD VERKLAARDE , STELDE VERZOEKSTER RECHTSTREEKS CASSATIEBEROEP ( SPRUNGREVISION ) IN BIJ HET BUNDESGERICHTSHOF . IN HET KADER VAN DIT BEROEP HEEFT HET BUNDESGERICHTSHOF DE NAVOLGENDE VRAGEN GESTELD :
1 ) VALLEN ACTIES TER AFWERING VAN DE TENUITVOERLEGGING , ALS BEDOELD IN PAR 767 VAN DE DUITSE ZIVILPROZESSORDNUNG , ONDER DE WERKING VAN DE BEVOEGDHEIDSREGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , EXECUTIEVERDRAG ?
2 ) KAN OP GROND VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , EXECUTIEVERDRAG VOOR DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT WAAR DE TENUITVOERLEGGING MOET PLAATSVINDEN , BIJ WEGE VAN EEN ACTIE TER AFWERING VAN DIE TENUITVOERLEGGING AANSPRAAK WORDEN GEMAAKT OP COMPENSATIE VAN HET TEN UITVOER TE LEGGEN RECHT MET EEN SCHULDVORDERING TEN AANZIEN WAARVAN DE GERECHTEN VAN DIE VERDRAGSLUITENDE STAAT NIET BEVOEGD ZOUDEN ZIJN INDIEN ZIJ ZELFSTANDIG AANHANGIG WERD GEMAAKT ?
3 ) STREKT DE BEVOEGDHEID EX ARTIKEL 16 , SUB 5 , EXECUTIEVERDRAG ZICH OOK UIT TOT EEN PROCEDURE WAARIN DE SCHULDENAAR MET EEN BEROEP OP DE ONTOELAATBAARHEID VAN DE TENUITVOERLEGGING DE TERUGGAVE VORDERT VAN DE AKTE VAN DE WAARBORG DIE HIJ TER VOORKOMING VAN TENUITVOERLEGGING HAD VERLEEND ?
11 INGEVOLGE ARTIKEL 16 EXECUTIEVERDRAG ZIJN ' ' ONGEACHT DE WOONPLAATS ... BIJ UITSLUITING BEVOEGD : ... 5 . TEN AANZIEN VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN : DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT VAN DE PLAATS VAN TENUITVOERLEGGING ' ' .
12 IN ANTWOORD OP DE EERSTE VRAAG MOET WORDEN VASTGESTELD DAT EEN PROCEDURE , ALS IN PAR 767 VAN DE DUITSE ZIVILPROZESSORDNUNG IS VOORZIEN , WEGENS HAAR NAUWE BAND MET DE TENUITVOERLEGGINGSPROCEDURE OP ZICH ONDER DE BEVOEGDHEIDSREGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , VALT . DEZE VASTSTELLING SPREEKT ZICH EVENWEL NIET UIT OVER DE VRAAG , WELKE BEZWAREN EEN PARTIJ IN HET KADER VAN EEN DERGELIJKE PROCEDURE KAN OPWERPEN ZONDER DE GRENZEN VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , TE OVERSCHRIJDEN . DAT IS HET ONDERWERP VAN DE TWEEDE VRAAG VAN HET BUNDESGERICHTSHOF .
13 DE STREKKING VAN DEZE VRAAG IS NAMELIJK OF EEN PARTIJ ZICH IN HET KADER VAN EEN TENUITVOERLEGGINGSPROCEDURE KAN VERWEREN MET EEN BEROEP OP EEN SCHULDVORDERING TEN AANZIEN WAARVAN DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT VAN TENUITVOERLEGGING NIET BEVOEGD ZOUDEN ZIJN , INDIEN ZIJ ZELFSTANDIG AANHANGIG WERD GEMAAKT .
14 DEZE VRAAG MOET WORDEN BEANTWOORD MET INACHTNEMING VAN HET SYSTEEM VAN HET EXECUTIEVERDRAG EN INZONDERHEID MET INACHTNEMING VAN DE VERHOUDING TUSSEN DE ARTIKELEN 2 EN 16 VAN DIT VERDRAG .
15 INGEVOLGE ARTIKEL 2 WORDEN PERSONEN DIE HUN WOONPLAATS HEBBEN OP HET GRONDGEBIED VAN EEN VERDRAGSLUITENDE STAAT , OPGEROEPEN VOOR DE GERECHTEN VAN DIE STAAT . HET DOEL VAN DEZE BEPALING IS DE RECHTEN VAN DE VERWEERDER TE BESCHERMEN ; UIT DIEN HOOFDE VORMT ZIJ HET TEGENWICHT VAN DE BIJ HET EXECUTIEVERDRAG VERGEMAKKELIJKTE ERKENNING EN TENUITVOERLEGGING VAN BUITENLANDSE BESLISSINGEN . IN HET ONDERHAVIGE GEVAL HEBBEN DE DUITSE GERECHTEN REEDS BESLIST , DAT HET ONDERZOEK VAN DE DOOR VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING AANGEVOERDE SCHULDVORDERING TOT DE BEVOEGDHEID VAN DE FRANSE GERECHTEN BEHOORT , AANGEZIEN VERWEERDER IN HET HOOFDGEDING IN FRANKRIJK WOONT .
16 ARTIKEL 16 EXECUTIEVERDRAG VOORZIET IN EEN AANTAL UITZONDERINGEN OP DEZE ALGEMENE REGEL , IN DE VORM VAN EXCLUSIEVE BEVOEGDHEDEN VOOR EEN AANTAL GESCHILLEN DIE EEN BIJZONDERE BAND HEBBEN MET HET GRONDGEBIED VAN EEN ANDERE DAN DE DOOR ARTIKEL 2 AANGEWEZEN VERDRAGSLUITENDE STAAT , WEGENS DE LIGGING VAN EEN ONROEREND GOED , DE PLAATS VAN VESTIGING VAN EEN VENNOOTSCHAP , DE INSCHRIJVING IN EEN OPENBAAR REGISTER OF , SUB 5 , DE PLAATS VAN DE GERECHTELIJKE TENUITVOERLEGGING .
17 HET SPECIFIEK KARAKTER VAN DE KRACHTENS ARTIKEL 16 VEREISTE BAND BRENGT MEE DAT EEN PARTIJ ZICH NIET MET EEN BEROEP OP DE BEVOEGDHEID DIE SUB 5 VAN DAT ARTIKEL AAN DE GERECHTEN VAN DE PLAATS VAN TENUITVOERLEGGING WORDT TOEGEKEND KAN VERWEREN EN DIE GERECHTEN KAN LATEN KENNISNEMEN VAN EEN VORDERING TER ZAKE WAARVAN KRACHTENS ARTIKEL 2 DE GERECHTEN VAN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT BEVOEGD ZIJN . EEN DERGELIJK GEBRUIK VAN DE ACTIE TER AFWERING VAN DE TENUITVOERLEGGING ( VOLLSTRECKUNGSABWEHRKLAGE ) IS IN STRIJD MET DE DOOR HET EXECUTIEVERDRAG BEOOGDE BEVOEGDHEIDSVERDELING TUSSEN HET GERECHT VAN DE WOONPLAATS VAN DE VERWEERDER EN HET GERECHT VAN DE PLAATS VAN DE TENUITVOERLEGGING .
18 DAAR IN HET ONDERHAVIGE GEVAL DE DUITSE GERECHTEN ZICH REEDS ONBEVOEGD HEBBEN VERKLAARD OM KENNIS TE NEMEN VAN DE TER COMPENSATIE INGEBRACHTE SCHULDVORDERING , VORMT VERZOEKSTERS BEROEP OP DIE SCHULDVORDERING TEN EINDE DE GEDWONGEN TENUITVOERLEGGING VAN EEN IN DIEZELFDE PROCEDURE GEGEVEN KOSTENBESCHIKKING AF TE WEREN , EEN KENNELIJK MISBRUIK VAN PROCEDURE , DAT EROP IS GERICHT VAN DE DUITSE GERECHTEN INDIRECT EEN BESLISSING TE VERKRIJGEN OVER EEN SCHULDVORDERING TEN AANZIEN WAARVAN DIE GERECHTEN OP GROND VAN HET EXECUTIEVERDRAG NIET BEVOEGD ZIJN .
19 MITSDIEN MOET OP DE EERSTE TWEE VRAGEN VAN HET BUNDESGERICHTSHOF WORDEN GEANTWOORD DAT ACTIES TER AFWERING VAN TENUITVOERLEGGING , ALS BEDOELD IN PAR 767 VAN DE DUITSE ZIVILPROZESSORDNUNG , ALS ZODANIG ONDER DE WERKING VAN DE BEVOEGDHEIDSREGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , EXECUTIEVERDRAG VALLEN , MAAR DAT OP GROND VAN DEZE BEPALING VOOR DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT VAN DE PLAATS VAN TENUITVOERLEGGING , NIET BIJ WEGE VAN EEN ACTIE TER AFWERING VAN DIE TENUITVOERLEGGING EEN BEROEP KAN WORDEN GEDAAN OP COMPENSATIE VAN HET RECHT WAARVOOR VERLOF TOT TENUITVOERLEGGING KAN WORDEN GEVRAAGD , MET EEN SCHULDVORDERING TEN AANZIEN WAARVAN DE GERECHTEN VAN DIE VERDRAGSLUITENDE STAAT NIET BEVOEGD ZOUDEN ZIJN , INDIEN ZIJ ZELFSTANDIG AANHANGIG WERD GEMAAKT .
20 GELET OP DIT ANTWOORD , BEHOEFT DE DERDE VRAAG NIET MEER TE WORDEN BEANTWOORD .
KOSTEN
21 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER ),
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET BUNDESGERICHTSHOF BIJ BESCHIKKING VAN 9 JULI 1984 GESTELDE VRAGEN VERKLAART VOOR RECHT :
ACTIES TER AFWERING VAN TENUITVOERLEGGING , ALS BEDOELD IN PAR 767 VAN DE DUITSE ZIVILPROZESSORDNUNG , VALLEN ALS ZODANIG ONDER DE WERKING VAN DE BEVOEGDHEIDSREGEL VAN ARTIKEL 16 , SUB 5 , EXECUTIEVERDRAG ; OP GROND VAN DEZE BEPALING KAN EVENWEL NIET VOOR DE GERECHTEN VAN DE VERDRAGSLUITENDE STAAT VAN DE PLAATS VAN TENUITVOERLEGGING , BIJ WEGE VAN EEN ACTIE TER AFWERING VAN DIE TENUITVOERLEGGING EEN BEROEP WORDEN GEDAAN OP COMPENSATIE VAN HET RECHT WAARVOOR VERLOF TOT TENUITVOERLEGGING KAN WORDEN GEVRAAGD , MET EEN SCHULDVORDERING TEN AANZIEN WAARVAN DE GERECHTEN VAN DIE VERDRAGSLUITENDE STAAT NIET BEVOEGD ZOUDEN ZIJN INDIEN ZIJ ZELFSTANDIG AANHANGIG WERD GEMAAKT .