Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 61983CJ0274

Arrest van het Hof van 28 maart 1985.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
Richtlijn - Coördinatie van procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken.
Zaak 274/83.

Jurisprudentie 1985 -01077

ECLI-code: ECLI:EU:C:1985:148

61983J0274

ARREST VAN HET HOF VAN 28 MAART 1985. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ITALIAANSE REPUBLIEK. - RICHTLIJN - COORDINATIE VAN DE PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN. - ZAAK 274/83.

Jurisprudentie 1985 bladzijde 01077


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . BEROEP WEGENS NIET-NAKOMING - PRECONTENTIEUZE FASE - INGEBREKESTELLING - AFBAKENING VAN ONDERWERP VAN GESCHIL - MET REDENEN OMKLEED ADVIES - GEDETAILLEERDE OPSOMMING VAN BEZWAREN - TOELAATBAARHEID

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 169 )

2 . HARMONISATIE VAN WETGEVINGEN - PROCEDURES VOOR PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR UITVOERING VAN WERKEN - GUNNING VAN OPDRACHTEN - CRITERIA - ECONOMISCH GUNSTIGSTE AANBIEDING

( RICHTLIJN NR . 71/305 VAN DE RAAD , ARTIKEL 29 , LID 1 )

3 . LID-STATEN - UITVOERING VAN RICHTLIJNEN - MEDEDELINGSPLICHT - NIET-INACHTNEMING - NIET-NAKOMING

( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 5 EN 155 )

Samenvatting


1 . BLIJKENS DE FUNCTIE DIE IN ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG WORDT GEGEVEN AAN DE PRECONTENTIEUZE FASE VAN DE NIET-NAKOMINGSPROCEDURE , WELKE OOK DE SCHRIFTELIJKE INGEBREKESTELLING OMVAT , HEEFT DEZE LAATSTE TOT DOEL HET ONDERWERP VAN HET GESCHIL TE BEPALEN EN DE LID-STAAT DIE OM OPMERKINGEN WORDT VERZOCHT , DE GEGEVENS TE VERSCHAFFEN DIE HIJ NODIG HEEFT OM ZIJN VERDEDIGING VOOR TE BEREIDEN . DE AAN DE BETROKKEN LID-STAAT GEBODEN MOGELIJKHEID OM OPMERKINGEN IN TE DIENEN , VORMT - OOK WANNEER DEZE MEENT DAARVAN GEEN GEBRUIK TE MOETEN MAKEN - EEN DOOR HET VERDRAG GEWILDE WEZENLIJKE WAARBORG , WAARVAN DE INACHTNEMING EEN VOORWAARDE IS VOOR DE REGELMATIGHEID VAN DE NIET-NAKOMINGSPROCEDURE .

HET IN ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG BEDOELDE MET REDENEN OMKLEED ADVIES MOET BIJGEVOLG EEN COHERENTE , GEDETAILLEERDE UITEENZETTING BEVATTEN VAN DE REDENEN DIE DE COMMISSIE TOT DE OVERTUIGING HEBBEN GEBRACHT , DAT DE BETROKKEN LID-STAAT EEN VAN DE KRACHTENS HET VERDRAG OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN ; HET HOF KAN ECHTER NIET EVEN STRENGE EISEN STELLEN AAN DE NAUWKEURIGHEID VAN DE INGEBREKESTELLING , DIE NOODZAKELIJKER WIJZE NIET MEER KAN BEVATTEN DAN EEN EERSTE BEKNOPTE SAMENVATTING VAN DE BEZWAREN . NIETS BELET DUS DE COMMISSIE OM DE GRIEVEN DIE ZIJ IN DE SCHRIFTELIJKE INGEBREKESTELLING IN MEER ALGEMENE TERMEN HEEFT GEFORMULEERD , IN HAAR MET REDENEN OMKLEED ADVIES MEER GEDETAILLEERD UITEEN TE ZETTEN .

2 . IN DE ZIN VAN ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN RICHTLIJN NR . 71/305 BETREFFENDE DE COORDINATIE VAN DE PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN , ONDERSTELT DE GUNNING VAN HET WERK VOLGENS DE CRITERIA VOOR DE ECONOMISCH GUNSTIGSTE AANBIEDING , DAT DE AANBESTEDENDE DIENST EEN DISCRETIONAIRE BESLISSING MOET KUNNEN NEMEN OP BASIS VAN VARIABELE , OP DE ONTWIKKELING VAN DE MARKT AFGESTEMDE KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE CRITERIA EN DUS NIET BIJ UITSLUITING GEBONDEN IS AAN HET KWANTITATIEVE CRITE RIUM ONTLEEND AAN HET GEMIDDELDE DER GEBODEN PRIJZEN .

3 . INGEVOLGE ARTIKEL 5 EEG-VERDRAG ZIJN DE LID-STATEN VERPLICHT , DE COMMISSIE DE VERVULLING VAN HAAR TAAK TE VERGEMAKKELIJKEN , DIE VOLGENS ARTIKEL 155 VAN HET VERDRAG ONDER MEER BESTAAT IN HET TOEZIEN OP DE TOEPASSING VAN DE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG EN VAN DE BEPALINGEN WELKE DE INSTELLINGEN KRACHTENS HET VERDRAG VASTSTELLEN .

WANNEER EEN RICHTLIJN DE LID-STATEN DAARTOE EEN MEDEDELINGSPLICHT OPLEGT , TENEINDE DE COMMISSIE IN STAAT TE STELLEN NA TE GAAN OF DE RICHTLIJN WERKELIJK EN VOLLEDIG IS UITGEVOERD , MAAKT EEN LID-STAAT DIE NIET AAN DIE VERPLICHTING VOLDOET , ZICH SCHULDIG AAN EEN NIET-NAKOMING , OOK INDIEN DE COMMISSIE LANGS ANDERE WEG KENNIS HEEFT GEKREGEN VAN DE DOOR DIE STAAT VASTGESTELDE UITVOERINGSBEPALINGEN .

Partijen


IN ZAAK 274/83 ,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR A . PROZZILLO ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . BESCHEL , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

ITALIAANSE REPUBLIEK , VERTEGENWOORDIGD DOOR A . SQUILLANTE , HOOFD VAN DE DIENST DIPLOMATIEKE GESCHILLEN , ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR I.M . BRAGUGLIA , AVVOCATO DELLO STATO , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER ITALIAANSE AMBASSADE ,

VERWEERSTER ,

Onderwerp


BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF OM VAST TE STELLEN , DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR ZEKERE BEPALINGEN BETREFFENDE HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN VAST TE STELLEN EN DOOR DE COMMISSIE NIET IN KENNIS TE STELLEN VAN DE BELANGRIJKSTE DOOR HAAR VASTGESTELDE BEPALINGEN VAN NATIONAAL RECHT OP HET GEBIED DAT WORDT BEHEERST DOOR RICHTLIJN NR . 71/305 VAN DE RAAD VAN 26 JULI 1971 BETREFFENDE DE COORDINATIE VAN DE PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN ( PB 1971 , L 185 , BLZ . 5 ), DE KRACHTENS HET EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN ,

Overwegingen van het arrest


1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 16 DECEMBER 1983 , HEEFT DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG HET HOF VERZOCHT VAST TE STELLEN , DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR ZEKERE BEPALINGEN BETREFFENDE HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN VAST TE STELLEN EN DOOR DE COMMISSIE NIET IN KENNIS TE STELLEN VAN DE BELANGRIJKSTE DOOR HAAR VASTGESTELDE NATIONALE BEPALINGEN VAN NATIONAAL RECHT OP HET GEBIED DAT WORDT BEHEERST DOOR RICHTLIJN NR . 71/305 VAN DE RAAD VAN 26 JULI 1971 BETREFFENDE DE COORDINATIE VAN DE PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN ( PB 1971 , L 185 , BLZ . 5 ), DE KRACHTENS HET EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

2 OP 26 JULI 1971 HEEFT DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TWEE RICHTLIJNEN VASTGESTELD TER VERWEZENLIJKING VAN DE VRIJHEID VAN VESTIGING EN HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN OP HET GEBIED VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN . DE EERSTE , NR . 71/304 ( PB 1971 , L 185 , BLZ . 1 ), GEEFT MET BETREKKING TOT OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN UITVOERING AAN HET BEGINSEL VAN NON-DISCRIMINATIE OP GROND VAN NATIONALITEIT BIJ DIENSTVERRICHTINGEN . DE TWEEDE , NR . 71/305 ( PB 1971 , L 185 , BLZ . 5 ), VOORZIET IN EEN COORDINATIE VAN DE NATIONALE PROCEDURES VOOR HET PLAATSEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DE UITVOERING VAN WERKEN . DEZE LAATSTE RICHTLIJN BEVAT ONDER MEER :

- GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS VOOR DE BEKENDMAKING ( ARTIKEL 12 E.V .);

-GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS INZAKE DE DEELNEMING ( TITEL IV ), ONDER MEER OMVATTENDE EEN OPSOMMING VAN OBJECTIEVE CRITERIA VOOR DE KWALITATIEVE SELECTIE VAN ONDERNEMINGEN ( ARTIKEL 23 E.V .) EN VOOR DE GUNNING ( ARTIKEL 29 ).

3 BIJ ARREST VAN 22 SEPTEMBER 1976 ( ZAAK 10/76 , COMMISSIE/ITALIE , JURISPR . 1976 , BLZ . 1359 ) VERKLAARDE HET HOF , DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR DE NODIGE BEPALINGEN VOOR HET VOLGEN VAN ' S RAADS RICHTLIJN NR . 71/305 NIET BINNEN DE VOORGESCHREVEN TERMIJN IN WERKING TE DOEN TREDEN , EEN KRACHTENS HET VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTING NIET WAS NAGEKOMEN . GEVOLG GEVEND AAN DIT ARREST , STELDE DE ITALIAANSE REPUBLIEK OP 8 AUGUSTUS 1977 EEN WET VAST ( WET NR . 584 , GURI NR . 232 VAN 26 AUGUSTUS 1977 , BLZ . 6272 ) DIE , NAAR HET OORDEEL VAN DE COMMISSIE , EEN JUISTE UITVOERING VAN DE RICHTLIJN VERZEKERDE .

4 OP 10 DECEMBER 1981 STELDE DE ITALIAANSE WETGEVER WET NR . 741 VAST , HOUDENDE ' ' AANVULLENDE REGELS TER VERSNELLING VAN DE PROCEDURES VOOR DE UITVOERING VAN OPENBARE WERKEN ' ' ( GURI NR . 344 VAN 16 DECEMBER 1981 , BLZ . 8271 ). DE COMMISSIE WAS VAN OORDEEL , DAT VERSCHEIDENE BEPALINGEN VAN DEZE WET , MEER BEPAALD DE ARTIKELEN 9 , 10 , 11 , 13 EN 15 , IN STRIJD WAREN MET INZONDERHEID DE BEPALINGEN VAN RICHTLIJN NR . 71/305 INZAKE DE BEKENDMAKING VAN AANKONDIGINGEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , HET BEWIJS VAN DE FINANCIELE EN ECONOMISCHE DRAAGKRACHT EN DE TECHNISCHE CAPACITEIT VAN DE ONDERNEMER , EN DE GUNNINGSCRITERIA ; VOORTS MEENDE ZIJ DAT ITALIE DE KRACHTENS ARTIKEL 33 VAN DE RICHTLIJN OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET WAS NAGEKOMEN DOOR DE TEKST VAN DEZE WET NIET AAN DE COMMISSIE MEE TE DELEN . BIJ BRIEF VAN 17 DECEMBER 1982 VERZOCHT ZIJ DERHALVE KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG DE ITALIAANSE REGERING OM BINNEN EEN TERMIJN VAN TWEE MAANDEN NA ONTVANGST VAN DE BRIEF HAAR OPMERKINGEN TE MAKEN OVER DE DAARIN GEFORMULEERDE ACHT PUNTEN VAN BEZWAAR .

5 IN EEN BRIEF VAN HAAR PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN 24 FEBRUARI 1983 ERKENDE DE ITALIAANSE REGERING DE GEGRONDHEID VAN DE BEZWAREN TEGEN DE DERDE , VIERDE EN VIJFDE ALINEA VAN ARTIKEL 10 EN TEGEN ARTIKEL 13 VAN WET NR . 741 , DOCH ZIJ BETWISTTE DE GEGRONDHEID VAN DE BEZWAREN TEGEN DE ARTIKELEN 9 , 10 , EERSTE ALINEA , 11 EN 15 , TWEEDE ALINEA , EERSTE VOLZIN . IN BIJLAGE VAN DEZE BRIEF ZOND DE ITALIAANSE REGERING DE COMMISSIE DE TEKST VAN EEN DOOR HET MINISTERIE VAN OPENBARE WERKEN OPGESTELD VOORONTWERP VAN WET , WAARIN TEGEMOET WERD GEKOMEN AAN DE WENSEN VAN DE COMMISSIE .

6 OMDAT DE COMMISSIE MEENDE GEEN REKENING TE KUNNEN HOUDEN MET DIT VOORONTWERP , DAAR DIT NIET MEER WAS DAN EEN ' ' VAAG EN ONVOLLEDIG VOORNEMEN VAN DE BEVOEGDE INSTANTIES OM ZICH NAAR DE BEPALINGEN VAN DE RICHTLIJN TE VOEGEN ' ' , BRACHT ZIJ OP 2 AUGUSTUS 1983 EEN MET REDENEN OMKLEED ADVIES UIT , WAARIN ALLE REEDS IN DE INGEBREKESTELLING GEFORMULEERDE BEZWAREN WERDEN HERHAALD . IN DIT ADVIES WERD DE ITALIAANSE REPUBLIEK UITDRUKKELIJK UITGENODIGD , BINNEN EEN MAAND DE VEREISTE MAATREGELEN TE TREFFEN .

7 IN ANTWOORD OP HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES STELDE DE ITALIAANSE REGERING DE COMMISSIE BIJ TELEXBERICHT VAN 27 SEPTEMBER 1983 IN KENNIS VAN HET VOORNEMEN VAN DE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN OM VORENBEDOELD WETSONTWERP , DAT WEGENS HET EINDE VAN DE LEGISLATUURPERIODE WAS VERVALLEN , OPNIEUW BIJ HET PARLEMENT IN TE DIENEN . DAAR ZICH VERVOLGENS GEEN NIEUWE ONTWIKKELINGEN VOORDEDEN , BESLOOT DE COMMISSIE DE ZAAK BIJ HET HOF AANHANGIG TE MAKEN .

8 EERST OP 8 OKTOBER 1984 IS WET NR . 687 AANGENOMEN , WAARBIJ WET NR . 741 EN DE BEPALINGEN INZAKE VOORLOPIGE BORGSTELLING EN PUBLIKATIE ZIJN GEWIJZIGD .

9 IN HET ONDERHAVIGE BEROEP VERWIJT DE COMMISSIE ITALIE IN DE EERSTE PLAATS , OP 10 DECEMBER 1981 TE HEBBEN VASTGESTELD WET NR . 741 , HOUDENDE AANVULLENDE REGELS TER VERSNELLING VAN DE PROCEDURE VOOR DE UITVOERING VAN OPENBARE WERKEN ( GURI NR . 344 VAN 16 DECEMBER 1981 , BLZ . 8271 ), WAARVAN DE ARTIKELEN 9 , 10 , 11 , 13 EN 15 IN STRIJD ZOUDEN ZIJN MET SOMMIGE BEPALINGEN VAN RICHTLIJN NR . 71/305 , EN IN DE TWEEDE PLAATS , IN STRIJD MET ARTIKEL 33 VAN DEZE RICHTLIJN TE HEBBEN NAGELATEN HAAR DE TEKST VAN DEZE WET MEE TE DELEN .

I - DE VASTSTELLING VAN EEN AANTAL BEPALINGEN VAN WET NR . 741

A ) TOELAATBAARHEID VAN HOGERE AANBIEDINGEN

10 DE COMMISSIE STELT , DAT ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN DE RICHTLIJN SLECHTS TWEE GUNNINGSCRITERIA KENT , TE WETEN DE LAAGSTE PRIJS EN DE ECONOMISCH VOORDELIGSTE AANBIEDING , TERWIJL ARTIKEL 9 VAN DE ITALIAANSE WET BIJ NIET-OPENBARE AANBESTEDINGEN HOGERE AANBIEDINGEN TOELAAT DIE AAN GEEN VAN BEIDE CRITERIA VOLDOEN .

11 DE ITALIAANSE REGERING ANTWOORDT HIEROP , DAT DE MOGELIJKHEID OM IN TE SCHRIJVEN VOOR EEN HOGERE DAN DE DOOR DE ADMINISTRATIE VOOR DE GUNNING VASTGESTELDE BASISPRIJS , IN OVEREENSTEMMING IS MET HET IN ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN DE RICHTLIJN GENOEMDE CRITERIUM ' ' LAAGSTE PRIJS ' ' . ARTIKEL 9 VAN DE ITALIAANSE WET BEPAALT IMMERS DAT DE OPDRACHT WORDT GEGUND AAN DE INSCHRIJVER WIENS AANBIEDING HET DICHTST BOVEN DE VASTGESTELDE PRIJS LIGT ; DE GUNNING ZAL DUS STEEDS PLAATSVINDEN AAN DEGENE DIE VOOR ' ' DE LAAGSTE PRIJS ' ' HEEFT INGESCHREVEN .

12 NAAR AANLEIDING VAN DE OPMERKINGEN VAN DE ITALIAANSE REGERING HEEFT DE COMMISSIE VERKLAARD DIT BEZWAAR TERUG TE NEMEN .

B ) PROCEDURES BIJ HOGERE AANBIEDINGEN

13 VOLGENS DE COMMISSIE BEPAALT ARTIKEL 9 VAN DE ITALIAANSE WET NR . 741 VAN 10 DECEMBER 1981 , JUNCTO ARTIKEL 1 , DERDE ALINEA , VAN WET NR . 504 VAN 3 JULI 1970 ( GURI NR . 179 VAN 17 JULI 1970 ), DAT BIJ AANBESTEDINGSPROCEDURES WAARBIJ HOGERE INSCHRIJVINGEN ZIJN TOEGELATEN , DE PRIJZEN WORDEN BEREKEND VOLGENS DE ' ' PROCEDURE VAN DE GEHEIME ENVELOPPE ' ' , TERWIJL ARTIKEL 29 , LID 3 , VAN DE RICHTLIJN VASTSTELLING VAN DE PRIJZEN VOLGENS DEZE PROCEDURE NA AFLOOP VAN DE ALDAAR GENOEMDE TERMIJN VERBIEDT .

14 DE ITALIAANSE REGERING REPLICEERT HIEROP , DAT HET GEBRUIK VAN DE PROCEDURE VAN DE GEHEIME ENVELOPPE GEEN UITVLOEISEL IS VAN ARTIKEL 9 VAN DE WET VAN 1981 EN DAT DEZE PROCEDURE IN DE PRAKTIJK NIET WORDT VOORBEREID OF TOEGEPAST BIJ AANBESTEDINGEN DIE ONDER ARTIKEL 9 VALLEN . UITSLUITEND TER VERDUIDELIJKING VAN DE SITUATIE EN OM DE TWIJFELS VAN DE COMMISSIE WEG TE NEMEN , ZOU ARTIKEL 1 VAN HET OP 22 DECEMBER 1983 GOEDGEKEURDE WETSONTWERP DE IN ARTIKEL 1 VAN WET NR . 504/70 BEDOELDE PROCEDURE VAN DE GEHEIME ENVELOPPE HEBBEN VERBODEN VOOR OPDRACHTEN DIE ONDER DE WERKINGSSFEER VAN DE RICHTLIJN VALLEN .

15 NADAT HET WETSONTWERP OP 8 OKTOBER 1984 WAS AANGENOMEN , HEEFT DE COMMISSIE DIT BEZWAAR TER TERECHTZITTING TERUGGENOMEN .

C ) GEHEIME AANBIEDINGEN , GELIJK AAN HET GEMIDDELDE OF DIT GEMIDDELDE HET DICHTST BENADEREND

16 ARTIKEL 10 , EERSTE ALINEA , VAN DE ITALIAANSE WET VERWIJST NAAR ARTIKEL 4 VAN WET NR . 14 VAN 2 FEBRUARI 1973 EN DAARMEE NAAR ARTIKEL 1 D VAN DIE WET , BEPALENDE DAT DE OPDRACHT WORDT GEGUND AAN DE INSCHRIJVER WIENS AANBIEDING GELIJK IS AAN HET GEMIDDELDE OF DAAR HET DICHTST ONDER LIGT ; HIERMEE BEVAT EERSTGENOEMD ARTIKEL VOLGENS DE COMMISSIE EEN GUNNINGSCRITERIUM DAT NIET IN OVEREENSTEMMING IS MET EEN VAN BEIDE CRITERIA VAN ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN DE RICHTLIJN , TE WETEN DE LAAGSTE PRIJS OF DE ECONOMISCH VOORDELIGSTE AANBIEDING , VASTGESTELD AAN DE HAND VAN VERSCHEIDENENE VARIABELE , OP DE MARKTONTWIKKELING AFGESTEMDE PARAMETERS .

17 VOLGENS DE ITALIAANSE REGERING KAN MEN ECHTER JUIST DANKZIJ DE IN ARTIKEL 4 VAN WET NR . 14/73 OMSCHREVEN SPECIFIEKE TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN HET CRITERIUM ' ' GEMIDDELDE ' ' VASTSTELLEN , WELKE AANBIEDING ECONOMISCH HET VOORDELIGST IS . BOVENDIEN HEEFT DE ITALIAANSE REGERING TER TERECHTZITTING EEN EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJK HEID OPGEWORPEN , OP GROND DAT ARTIKEL 10 , LID 1 , VAN WET NR . 741 IN DE SCHRIFTELIJKE INGEBREKESTELLING ENKEL ONVERENIGBAAR WERD GEACHT MET ARTIKEL 29 , LID 3 , VAN DE RICHTLIJN , TERWIJL DE COMMISSIE IN HAAR MET REDENEN OMKLEED ADVIES HEEFT GESTELD DAT HET BETROKKEN GUNNINGSCRITERIUM MET GEEN VAN DE CRITERIA VAN ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN DE RICHTLIJN OVEREENKWAM .

18 ER ZIJ AAN HERINNERD , DAT INGEVOLGE ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG DE COMMISSIE SLECHTS EEN BEROEP WEGENS NIET-NAKOMING KAN INSTELLEN , INDIEN DE BETROKKEN STAAT HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES BINNEN DE DAARIN GENOEMDE TERMIJN NIET OPVOLGT . ZIJ BRENGT HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES EERST UIT , NADAT ZIJ DE BETROKKEN LID-STAAT IN DE GELEGENHEID HEEFT GESTELD ZIJN OPMERKINGEN TE MAKEN .

19 BLIJKENS DE FUNCTIE VAN DE PRECONTENTIEUZE FASE VAN DE NIET-NAKOMINGSPROCEDURE , HEEFT DE SCHRIFTELIJKE INGEBREKESTELLING TOT DOEL HET ONDERWERP VAN HET GESCHIL TE BEPALEN EN DE LID-STAAT DIE OM OPMERKINGEN WORDT VERZOCHT , DE GEGEVENS TE VERSCHAFFEN DIE HIJ NODIG HEEFT OM ZIJN VERWEER VOOR TE BEREIDEN .

20 GELIJK HET HOF OVERWOOG IN ZIJN ARREST VAN 11 JULI 1984 ( ZAAK 51/83 , COMMISSIE/ITALIE , JURISPR . 1984 ), VORMT DE AAN DE BETROKKEN STAAT GEBODEN MOGELIJKHEID OM OPMERKINGEN IN TE DIENEN - OOK WANNEER DEZE MEENT DAARVAN GEEN GEBRUIK TE MOETEN MAKEN - , EEN DOOR HET VERDRAG GEWILDE WEZENLIJKE WAARBORG , WAARVAN DE INACHTNEMING EEN VOORWAARDE IS VOOR DE REGELMATIGHEID VAN DE NIET-NAKOMINGSPROCEDURE .

21 HET IN ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG BEDOELDE MET REDENEN OMKLEED ADVIES MOET BIJGEVOLG EEN COHERENTE , GEDETAILLEERDE UITEENZETTING BEVATTEN VAN DE REDENEN DIE DE COMMISSIE TOT DE OVERTUIGING HEBBEN GEBRACHT , DAT DE BETROKKEN LID-STAAT EEN VAN DE KRACHTENS HET VERDRAG OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN ; HET HOF KAN ECHTER NIET EVEN STRENGE EISEN STELLEN AAN DE NAUWKEURIGHEID VAN DE INGEBREKESTELLING , DIE NOODZAKELIJKERWIJZE NIET MEER KAN BEVATTEN DAN EEN EERSTE BEKNOPTE SAMENVATTING VAN DE BEZWAREN . GELIJK HET HOF OVERWOOG IN ZIJN ARREST VAN 31 JANUARI 1984 ( ZAAK 74/82 , COMMISSIE/IERLAND , JURISPR . 1984 , BLZ . 317 ), BELET NIETS DE COMMISSIE OM DE GRIEVEN DIE ZIJ IN DE SCHRIFTELIJKE INGEBREKESTELLING IN MEER ALGEMENE TERMEN HEEFT GEFORMULEERD , IN HAAR MET REDENEN OMKLEED ADVIES MEER GEDETAILLEERD UITEEN TE ZETTEN .

22 IN DIT VERBAND BLIJKT UIT DE STUKKEN VAN HET DOSSIER , DAT DE COMMISSIE IN HAAR SCHRIFTELIJKE INGEBREKESTELLING VAN 17 DECEMBER 1982 , ARTIKEL 10 , EERSTE ALINEA , VAN DE ITALIAANSE WET IN STRIJD ACHTTE MET ARTIKEL 29 , LID 3 , VAN RICHTLIJN NR . 71/305 , DAT DE PROCEDURE VAN DE GEHEIME ENVELOPPE VERBIEDT . NA DE TEKST VAN DE WET TE HEBBEN GECITEERD , PRECISEERDE ZIJ EVENWEL , DAT DEZE BEPALING IN STRIJD WAS MET DE RICHTLIJN ' ' NAAR ANALOGIE VAN HETGEEN IN DE VORIGE ALINEA IS OPGEMERKT ' ' . IN LAATSTBEDOELDE ALINEA BEKLAAGDE ZIJ ZICH EROVER , DAT ARTIKEL 9 VAN DE ITALIAANSE WET ONDER MEER VOORZAG IN EEN GUNNINGSCRITERIUM DAT MET GEEN VAN BEIDE IN ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN DE RICHTLIJN GENOEMDE CRITERIA STROOKTE .

23 DE FORMULERING VAN DE INGEBREKESTELLING MOGE DUS NIET AL TE DUIDELIJK ZIJN GEWEEST , ZIJ STELDE DE ITALIAANSE REGERING WEL IN STAAT KENNIS TE NEMEN VAN HET TEGEN HAAR INGEBRACHTE BEZWAAR . DIT BEZWAAR VAN DE COMMISSIE IS DERHALVE ONTVANKELIJK .

24 WAT DE GEGRONDHEID ERVAN BETREFT , BEVAT ARTIKEL 10 , EERSTE ALINEA , VAN DE ITALIAANSE WET , NAAST DE DOOR DE RICHTLIJN VOORZIENE GUNNINGSCRITERIA ' ' LAAGSTE PRIJS ' ' EN ' ' ECONOMISCH VOORDELIGSTE AANBIEDING ' ' , HET CRITERIUM ' ' GEMIDDELDE PRIJS ' ' , WELKE PRIJS WORDT BEREKEND AAN DE HAND VAN DE HELFT VAN DE AANBIEDINGEN MET DE LAAGSTE PRIJZEN .

25 ONJUIST IS DE BEWERING VAN DE ITALIAANSE REGERING , DAT DE ' ' ECONOMISCH VOORDELIGSTE AANBIEDING ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 29 VAN DE RICHTLIJN KAN WORDEN VASTGESTELD MET BEHULP VAN HET GUNNINGSCRITERIUM ' ' AANBIEDING DIE MET HET GEMIDDELDE OVEREENKOMT OF DIT HET DICHTST BENADERT ' ' . TER BEPALING VAN DE VOORDELIGSTE AANBIEDING MOET DE AANBESTEDENDE DIENST IMMERS EEN DISCRETIONAIRE BESLISSING KUNNEN NEMEN OP BASIS VAN VARIABELE , OP DE ONTWIKKELING VAN DE MARKT AFGESTEMDE KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE CRITERIA , EN KAN ZIJ ZICH DUS NIET ENKEL BASEREN OP HET AAN HET GEMIDDELDE DER PRIJZEN ONTLEENDE KWANTITATIEVE CRITERIUM .

26 MITSDIEN MOET WORDEN VASTGESTELD , DAT ARTIKEL 10 , EERSTE ALINEA , VAN WET NR . 741 NIET VERENIGBAAR IS MET RICHTLIJN NR . 71/305 , DOORDAT HET EEN GUNNINGSCRITERIUM BEVAT DAT NIET IN ARTIKEL 29 , LID 1 , VAN DEZE RICHTLIJN IS VOORZIEN .

D ) BEKENDMAKING VAN AANKONDIGINGEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN

27 DE COMMISSIE STELT VOORTS DAT ARTIKEL 10 , DERDE ALINEA , VAN WET NR . 741 ONVERENIGBAAR IS MET ARTIKEL 12 VAN DE RICHTLIJN - DAT DE LID-STATEN VERPLICHT AANKONDIGIN GEN VAN ONDER DE WERKINGSSFEER VAN DE RICHTLIJN VALLENDE OVERHEIDSOPDRACHTEN BEKEND TE MAKEN IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN - , DOORDAT HET DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 7 VAN WET NR . 14 VAN 2 FEBRUARI 1973 EN VAN DE BEPALINGEN VAN WET NR . 584 VAN 8 AUGUSTUS 1977 INZAKE DE BEKENDMAKING VAN AANKONDIGINGEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN , TOT 31 DECEMBER 1983 SCHORST . OOK DE VIERDE ALINEA , BETREFFENDE DE BEKENDMAKING VAN AANKONDIGINGEN ZOU ONVERENIGBAAR ZIJN MET ARTIKEL 12 VAN DE RICHTLIJN , VOLGENS HETWELK BEKENDMAKING VAN AANKONDIGINGEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN IN DAGBLADEN NIET KAN PLAATSVINDEN VOOR DE DATUM VAN VERZENDING AAN HET BUREAU VOOR OFFICIELE PUBLIKATIES VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

28 DE ITALIAANSE REGERING BETWIST DE GEGRONDHEID VAN DEZE BEZWAREN NIET . MITSDIEN MOET WORDEN VASTGESTELD DAT ZIJ HAAR VERPLICHTINGEN OP DIT PUNT NIET IS NAGEKOMEN .

E ) DE FINANCIELE EN ECONOMISCHE DRAAGKRACHT EN DE TECHNISCHE BEKWAAMHEID VAN DE ONDERNEMER

29 VOOR ZOVER ARTIKEL 10 , VIJFDE ALINEA , VAN WET NR . 741 VOORZIET IN DE SCHORSING TOT 31 DECEMBER 1983 VAN DE ARTIKELEN 17 EN 18 VAN WET NR . 584 VAN 8 AUGUSTUS 1977 , WAARBIJ DE ARTIKELEN 25 EN 26 VAN DE RICHTLIJN IN NATIONAAL RECHT ZIJN OMGEZET , IS HET VOLGENS DE COMMISSIE NIET ENKEL ONVERENIGBAAR MET GENOEMDE ARTIKELEN 25 EN 26 , DIE DE REFERENTIES OPSOMMEN WELKE DE AANBESTEDENDE DIENSTEN KUNNEN VERLANGEN VOOR DE BEOORDELING VAN DE FINANCIELE EN ECONOMISCHE DRAAGKRACHT EN DE TECHNISCHE CAPACITEIT VAN DE AANNEMER , DOCH OOK MET DE ARTIKELEN 17 , SUB D , 20 , 22 EN 27 VAN DE RICHTLIJN , VOLGENS WELKE DE GESCHIKTHEID VAN DE AANNEMERS MOET WORDEN GETOETST AAN DE IN DE ARTIKELEN 25 TOT EN MET 27 GENOEMDE CRITERIA BETREFFENDE DE FINANCIELE EN ECONOMISCHE DRAAGKRACHT EN DE TECHNISCHE BEKWAAMHEID .

30 DE GEGRONDHEID VAN DEZE BEZWAREN WORDT DOOR DE ITALIAANSE REGERING NIET BETWIST . OOK HIER MOET DUS WORDEN VASTGESTELD DAT ZIJ HAAR VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

F ) BIJKOMENDE OF GEWIJZIGDE WERKZAAMHEDEN

31 DE COMMISSIE STELT , DAT ARTIKEL 11 VAN WET NR . 741 DE OVERHEID DE BEVOEGDHEID GEEFT ' ' BIJKOMENDE OF GEWIJZIGDE WERKZAAMHEDEN OP TE DRAGEN NA POSITIEF ADVIES INZAKE DE GOEDKEURING VAN DE OP DIE WERKZAAMHEDEN BETREKKING HEBBENDE EXPERTISE , VAN HET BEVOEGDE ADVIESORGAAN OF HET AANBESTEDENDE ORGAAN . ' ' DIT ARTIKEL ZOU ONVERENIGBAAR ZIJN MET ARTIKEL 9 , SUB F , VAN DE RICHTLIJN , DOORDAT HET GEEN REKENING HOUDT MET DE DAAR VOORZIENE BEPERKINGEN VOOR DE GUNNING VAN AANVULLENDE WERKZAAMHEDEN AAN DEGENE AAN WIE DE HOOFDWERKZAAMHEDEN ZIJN GEGUND .

32 DE ITALIAANSE REGERING WIJST ER HARERZIJDS OP , DAT ARTIKEL 11 ENKEL BETREKKING HEEFT OP ' ' HET OPDRAGEN VAN BIJKOMENDE OF GEWIJZIGDE WERKZAAMHEDEN ' ' EN NIET OP DE IN ARTIKEL 9 , SUB F , BEDOELDE VOORWAARDEN VOOR DE GUNNING VAN AANVULLENDE WERKZAAMHEDEN AAN DE AANNEMER AAN WIE DE HOOFDOPDRACHT IS VERLEEND . DEZE LAATSTE WERKZAAMHEDEN BLIJVEN VALLEN ONDER DE REGELING VAN ARTIKEL 5 , SUB F , VAN WET NR . 584/77 , DAT STROOKT MET GENOEMD ARTIKEL 9 , SUB F . ARTIKEL 11 ZOU HOOGSTENS TOESTAAN DAT , WANNEER AAN DE VOORWAARDEN VAN ARTIKEL 5 , SUB F , IS VOLDAAN , DE WERKZAAMHEDEN WORDEN OPGEDRAGEN AAN DEGENE AAN WIE DE OPDRACHT IS GEGUND , VOORDAT HET CONTRACT BETREFFENDE DE AANVULLENDE WERKZAAMHEDEN IS GOEDGEKEURD , ZULKS TER VERSNELLING VAN DE PROCEDURES VOOR DE UITVOERING VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN . DE VERONDERSTELLING DIE AAN HET BEZWAAR VAN DE COMMISSIE TEN GRONDSLAG LIGT , NAMELIJK DAT ARTIKEL 11 EEN AFWIJKING VAN ARTIKEL 9 , SUB F , VAN DE RICHTLIJN ZOU INVOEREN , ZOU DUS VAN IEDERE GROND ZIJN ONTBLOOT .

33 NA DEZE TOELICHTING VAN DE ITALIAANSE REGERING HEEFT DE COMMISSIE VERKLAARD DIT BEZWAAR NIET LANGER TE HANDHAVEN .

G ) SPOEDEISENDHEID

34 DE COMMISSIE STELT , DAT ARTIKEL 13 VAN DE ITALIAANSE WET , WAAR HET DOOR VERWIJZING NAAR ARTIKEL 41 , LID 5 , VAN HET BIJ KONINKLIJK BESLUIT NR . 827 VAN 23 MEI 1924 GOEDGEKEURDE REGLEMENT , DE MOGELIJKHEID BIEDT OM EEN OPDRACHT ONDERSHANDS TE VERLENEN ' ' WANNEER DE WERKZAAMHEDEN , AANKOPEN , HET VERVOER EN DE LEVERING DERMATE SPOEDEISEND ZIJN , DAT ZIJ GEEN UITSTEL GEDOGEN ' ' , ONVERENIGBAAR IS MET ARTIKEL 9 , SUB D , VAN DE RICHTLIJN , MET NAME OMDAT HET EEN BEROEP OP SPOEDEISENDHEID MOGELIJK MAAKT IN GEVALLEN WAARIN NIET WORDT VOLDAAN AAN DE IN ARTIKEL 9 , SUB D , UITDRUKKELIJK GENOEMDE VOORWAARDEN .

35 DE ITALIAANSE REGERING HEEFT DEZE STELLING NIET BESTREDEN . MITSDIEN MOET WORDEN VASTGESTELD DAT ZIJ HAAAR VERPLICHTINGEN OP DIT PUNT NIET IS NAGEKOMEN .

H ) BORGSOM

36 TENSLOTTE ACHT DE COMMISSIE ARTIKEL 15 , TWEEDE ALINEA , EERSTE VOLZIN , VAN DE ITALIAANSE WET , VOLGENS WELKE ' ' INDIEN IS BEPAALD , DAT AAN DE UITGENODIGDE ONDERNEMINGEN NIET MEER DAN EEN OPDRACHT KAN WORDEN TOEGEKEND , DE ONDERNEMING SLECHTS EEN VOORLOPIGE BORGSOM STORT , BEREKEND NAAR HET BEDRAG VOOR HET WERK MET DE HOOGSTE WAARDE ' ' , ONVERENIGBAAR IS MET DE ARTIKELEN 25 EN 26 VAN DE RICHTLIJN , DOORDAT EEN BORGSOM NIET BEHOORT TOT DE IN DEZE ARTIKELEN LIMITATIEF OPGESOMDE REFERENTIES DIE BIJ DE INSCHRIJVING MOGEN WORDEN VERLANGD ALS BEWIJS VOOR DE FINANCIELE EN ECONOMISCHE DRAAGKRACHT EN DE TECHNISCHE BEKWAAMHEID VAN DE ONDERNEMER . DAAR DE BORGSOM BEDOELD IS OM DE AANBESTEDENDE DIENST EEN GARANTIE TE GEVEN VOOR DE JUISTE UITVOERING VAN DE WERKEN , ZOU ZIJ ENKEL KUNNEN WORDEN VERLANGD VAN DE ONDERNEMER AAN WIE HET WERK WORDT GEGUND .

37 VOLGENS DE ITALIAANSE REGERING IS DIT BEZWAAR NIET ONTVANKELIJK WEGENS GEBREK AAN BELANG , NU HET ENKEL BERUST OP ARTIKEL 15 , TWEEDE ALINEA , EERSTE VOLZIN , VAN DE ITALIAANSE WET NR . 741 EN NIET DIT ARTIKEL DE STORTING VAN EEN BORGSOM VOOR DE DEELNEMING AAN INSCHRIJVINGEN VERLANGT , MAAR ANDERE , NIET AANGEVOCHTEN ARTIKELEN . ARTIKEL 15 , TWEEDE ALINEA , EERSTE VOLZIN , ZOU ENKEL EEN FACILITEIT INVOEREN WAARDOOR DEGENE DIE AAN VERSCHILLENDE INSCHRIJVINGEN DEELNEEMT , MET HET STORTEN VAN EEN VOORLOPIGE BORGSOM KAN VOLSTAAN .

38 VOORTS BETOOGT DE ITALIAANSE REGERING , DAT ARTIKEL 16 , SUB I , VAN DE RICHTLIJN IN ALGEMENE BEWOORDINGEN SPREEKT VAN ' ' BORGSOMMEN EN ALLE ANDERE TE STELLEN WAARBORGEN DIE DOOR DE AANBESTEDENDE DIENSTEN IN WELKE VORM OOK KUNNEN WORDEN VERLANGD ' ' , EN DUS NIET ENKEL HET OOG HEEFT OP DE DEFINITIEVE BORGSOM DIE WORDT OPGELEGD AAN DE INSCHRIJVER AAN WIE DE OPDRACHT WORDT VERLEEND , MAAR OOK OP DE VOORLOPIGE BORGSOM DIE MET NAME BEDOELD IS ALS GARANTIE VOOR HET SERIEUZE KARAKTER VAN DE AANBIEDING EN ALS VERGOEDING VOORAF VAN DE SCHADE VAN DE ADMINISTRATIE . DE VOORLOPIGE BORGSOM VERSTERKT ENKEL DE IN ARTIKEL 16 , SUB M , VAN DE RICHTLIJN GENOEMDE VERPLICHTING VAN DE INSCHRIJVER OM ZIJN AANBIEDING GEDURENDE EEN ZEKERE TIJD GESTAND TE DOEN .

39 NADAT OP 8 OKTOBER 1984 DE ITALIAANSE WET NR . 687 TOT WIJZIGING VAN WET NR . 741 EN MET NAME VAN DE BEPALINGEN INZAKE DE VOORLOPIGE BORGSOM WAS VASTGESTELD , HEEFT DE COMMISSIE DIT BEZWAAR TER TERECHTZITTING TERUGGENOMEN .

II - HET VERZUIM OM DE TEKST VAN WET NR . 741 MEE TE DELEN

40 DE COMMISSIE IS VAN OORDEEL DAT ITALIE , DOOR DE TEKST VAN WET NR . 741 VAN 10 DECEMBER 1981 NIET TER KENNIS VAN DE COMMISSIE TE BRENGEN , DE KRACHTENS ARTIKEL 33 VAN RICHTLIJN NR . 71/305 OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

41 DE ITALIAANSE REGERING MEENT DAARENTEGEN DAT DIT BEZWAAR IN ZOVERRE MOET VERVALLEN ALS DE COMMISSIE OP HET TIJDSTIP VAN HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES VOLLEDIG BEKEND WAS MET DE TEKST VAN DE WET .

42 DIENAANGAANDE MOET WORDEN VASTGESTELD , DAT OOK INDIEN DE COMMISSIE OP HET TIJDSTIP VAN HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES BEKEND WAS MET WET NR . 741 , DIT NIET WEGNEEMT DAT DE ITALIAANSE REGERING HAAR DE TEKST VAN DEZE WET NIET OFFICIEEL HEEFT MEEGEDEELD , HETGEEN ZIJ INGEVOLGE ARTIKEL 33 WEL HAD MOETEN DOEN . IN DIT VERBAND ZIJ ER MET KLEM OP GEWEZEN , DAT DE LID-STATEN INGEVOLGE ARTIKEL 5 EEG-VERDRAG VERPLICHT ZIJN , DE COMMISSIE DE VERVULLING VAN HAAR TAAK TE VERGEMAKKELIJKEN , DIE VOLGENS ARTIKEL 155 VAN HET VERDRAG ONDER MEER BESTAAT IN HET TOEZIEN OP DE TOEPASSING VAN DE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG EN VAN DE BEPALINGEN WELKE DE INSTELLINGEN KRACHTENS HET VERDRAG VASTSTELLEN . MET DIT DOEL LEGT DE ONDERHAVIGE RICHTLIJN , IN NAVOLGING VAN ANDERE RICHTLIJNEN , IN ARTIKEL 33 DE LID-STATEN EEN MEDEDELINGSPLICHT OP . ZONDER DERGELIJKE MEDEDELINGEN IS DE COMMISSIE NIET IN STAAT , NA TE GAAN OF DE LID-STAAT DE RICHTLIJN WERKELIJK EN VOLLEDIG HEEFT UITGEVOERD .

43 BIJGEVOLG MOET WORDEN VERKLAARD , DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR DE TEKST VAN WET NR . 741 NIET OFFICIEEL TER KENNIS VAN DE COMMISSIE TE BRENGEN , DE KRACHTENS ARTIKEL 33 VAN RICHTLIJN NR . 71/305 OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

Beslissing inzake de kosten


III - KOSTEN

44 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN VERWEERSTER OP DE MEESTE PUNTEN IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE , VERSTAAT :

1 ) DOOR ARTIKEL 10 , EERSTE , DERDE EN VIJFDE ALINEA , EN ARTIKEL 13 VAN WET NR . 741 VAST TE STELLEN , IS DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE KRACHTENS RICHTLIJN NR . 71/305 OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN .

2)VOORTS IS DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE KRACHTENS ARTIKEL 33 VAN RICHTLIJN NR . 71/305 OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN DOOR DE TEKST VAN WET NR . 741 NIET OFFICIEEL TER KENNIS VAN DE COMMISSIE TE BRENGEN .

3)VERWEERSTER WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN VAN DE PROCEDURE .

Naar boven