61982J0271

1 . HANDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN - RICHTLIJNEN - WERKING

( ARTIKEL 189 , DERDE ALINEA EEG-VERDRAG )

VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - VRIJHEID VAN VESTIGING EN VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - DIERENARTSEN - ONDERLINGE ERKENNING VAN DIPLOMA ' S - VERPLICHTINGEN VAN LID-STATEN - DRAAGWIJDTE

( RICHTLIJN NR . 78/1026 VAN DE RAAD , ARTIKELEN 2 EN 3 )

2 . VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - VRIJHEID VAN VESTIGING EN VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - DIERENARTSEN - RECHT OM BEROEP UIT TE OEFENEN - DIPLOMA BEHAALD IN LID-STAAT VOOR TENUITVOERLEGGING VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 - RECHT OM NA AFLOOP VAN UITVOERINGSTERMIJN VAN RICHTLIJN BEROEP UIT TE OEFENEN IN ANDERE LID-STAAT - VOORWAARDEN - VERKLARING DOOR LAND VAN AFGIFTE DAT DIPLOMA OVEREENSTEMT MET VEREISTEN VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 - GEVOLGEN

( RICHTLIJNEN VAN DE RAAD NRS . 78/1026 , ARTIKELEN 2 EN 3 EN 78/1027 , ARTIKEL 1 )

3 . VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - VRIJHEID VAN VESTIGING EN VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - DIERENARTSEN - RECHT OM BEROEP UIT TE OEFENEN IN ANDERE LID-STAAT DAN WAAR DIPLOMA IS AFGEGEVEN - VOORWAARDEN - VERPLICHTE INSCHRIJVING BIJ ORDE VAN DIERENARTSEN VAN ONTVANGENDE LID-STAAT - TOELAATBAARHEID - WEIGERING INSCHRIJVING IN STRIJD MET VERPLICHTING TOT ONDERLINGE ERKENNING VAN DIPLOMA ' S VAN DIERENARTS - GEEN ONRECHTMATIGE BEROEPSUITOEFENING

( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 52 EN 57 ; RICHTLIJN VAN DE RAAD NR . 78/1206 )

1 . DE ARTIKELEN 2 EN 3 VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 BETREFFENDE DE ONDERLINGE ERKENNING VAN DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS VAN DIERENARTS BRENGEN VOOR ELKE LID-STAAT DUIDELIJKE , VOLLEDIGE , NAUWKEURIG BEPAALDE EN ONVOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN MEE EN LATEN GEEN RUIMTE VOOR DISCRETIONAIRE BEOORDELINGEN . EEN PARTICULIER KAN ZICH DUS VOOR DE NATIONALE RECHTER OP DEZE BEPALINGEN BEROEPEN WANNEER ZIJ DOOR DE BETROKKEN LID-STAAT NIET OF ONVOLLEDIG ZIJN UITGEVOERD .

2 . EEN ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT , DIE BEVOEGD IS HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN IN EEN ANDERE LID-STAAT , WELKE HEM EEN VAN DE DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN OF ANDERE TITELS BEDOELD IN ARTIKEL 3 VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 NOG VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DIE RICHTLIJN HEEFT UITGEREIKT , HEEFT NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DIE RICHTLIJN HET RECHT , DAT BEROEP IN EERSTBEDOELDE STAAT UIT TE OEFENEN , OP VOORWAARDE DAT DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE STAAT WAAR HIJ ZIJN DIPLOMA HEEFT BEHAALD , HEM EEN VERKLARING HEBBEN AFGEGEVEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 , TWEEDE ALINEA , VAN DE RICHTLIJN .

DEZE VERKLARING DOET NIET ' ' EX NUNC ' ' HET RECHT ONTSTAAN OM HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE ANDERE LID-STATEN DAN DIE WELKE HET DIPLOMA HEEFT AFGEGEVEN , MAAR BEWIJST SLECHTS , DAT HET VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 AFGEGEVEN DIPLOMA IN OVEREENSTEMMING IS MET ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 .

BIJGEVOLG KAN EEN DIERENARTS DIE WORDT VERVOLGD WEGENS HET NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 ONRECHTMATIG UITOEFENEN VAN DE DIERGENEESKUNDE OP HET GRONDGEBIED VAN EEN ANDERE LID-STAAT DAN DIE WAARIN HEM ZIJN DIPLOMA IS UITGEREIKT , ZICH OP EEN DERGELIJKE VERKLARING BEROEPEN , ZELFS ALS DEZE VAN LATERE DATUM IS DAN DE AAN DE STRAFVERVOLGING TEN GRONDSLAG LIGGENDE FEITEN .

3 . NATIONALE BEPALINGEN DIE INSCHRIJVING OF VERPLICHTE AANSLUITING BIJ EEN BEROEPS- OF BEDRIJFSORGANISATIE VOORSCHRIJVEN ZIJN WELISWAAR ALS ZODANIG NIET ONVERENIGBAAR MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , MAAR DE INSCHRIJVING VAN EEN ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT IN HET DIERENARTSENREGISTER VAN DIE LID-STAAT MAG NIET WORDEN GEWEIGERD OM REDENEN VERBAND HOUDEND MET EEN MISKENNING VAN DE GELDIGHEID VAN EEN IN EEN ANDERE LID-STAAT BEHAALDE TITEL , WANNEER DEZE BEHOORT TOT DE TITELS DIE ALLE LID-STATEN ALSMEDE HUN BEROEPSORGANISATIES , ALS MET EEN OVERHEIDSTAAK BELASTE ORGANISATIES , OP GROND VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT MOETEN ERKENNEN .

EEN WETTELIJKE REGELING DIE VOORZIET IN STRAF- OF TUCHTRECHTELIJKE VERVOLGING VAN EEN DIERENARTS DIE ZIJN BEROEP UITOEFENT ZONDER TE ZIJN INGESCHREVEN BIJ DE ORDE VAN BEROEPSGENOTEN , IS DERHALVE ONVERENIGBAAR MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , WANNEER DIE INSCHRIJVING IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT IS GEWEIGERD ; ZIJ ZOU IMMERS GEHEEL AFDOEN AAN DE NUTTIGE WERKING VAN DE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG EN VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 .

IN ZAAK 271/82 ,

BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE COUR D ' APPEL TE COLMAR ( CHAMBRE DES APPELS CORRECTIONNELS ), IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN

VINCENT RODOLPHE AUER , TE MULHOUSE ,

EN

MINISTERE PUBLIC ( OPENBAAR MINISTERIE ),

BURGERLIJKE PARTIJEN :

ORDRE NATIONAL DES VETERINAIRES DE FRANCE , GEVESTIGD TE PARIJS EN VERTEGENWOORDIGD DOOR ZIJN VOORZITTER ,

EN

SYNDICAT NATIONAL DES VETERINAIRES PRATICIENS DE FRANCE , GEVESTIGD TE PARIJS EN VERTEGENWOORDIGD DOOR ZIJN VOORZITTER ,

OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 52 TOT EN MET 57 EEG-VERDRAG EN VAN DE RICHTLIJNEN NRS . 78/1026 EN 78/1027 VAN DE RAAD VAN 18 DECEMBER 1978 ( PB L 362 VAN 1978 , BLZ . 1 EN 7 ),

1 BIJ ARREST VAN 16 SEPTEMBER 1982 , INGEKOMEN BIJ HET HOF OP 4 NOVEMBER 1982 , HEEFT DE COUR D ' APPEL TE COLMAR HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 52 EN 57 EEG-VERDRAG EN VAN DE RICHTLIJNEN NRS . 78/1026 EN 78/1027 VAN DE RAAD VAN 18 DECEMBER 1978 , DE EERSTE INZAKE DE ONDERLINGE ERKENNING VAN DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS VAN DIERENARTS , TEVENS HOUDENDE MAATREGELEN TOT VERGEMAKKELIJKING VAN DE DAADWERKELIJKE UITOEFENING VAN HET RECHT VAN VESTIGING EN HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN , DE TWEEDE INZAKE DE COORDINATIE VAN DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE WERKZAAMHEDEN VAN DIERENARTS ( PB L 362 VAN 1978 , BLZ . 1 EN 7 ).

2 DEZE VRAAG IS GEREZEN IN HET KADER VAN EEN STRAFZAAK TEGEN VINCENT RODOLPHE AUER , DIE ONDER MEER TERECHTSTAAT TER ZAKE VAN DE ONWETTIGE UITOEFENING VAN DE DIERGENEESKUNDE IN FRANKRIJK . VERDACHTE , VAN GEBOORTE OOSTENRIJKER , STUDEERDE DIERGENEESKUNDE , EERST IN WENEN ( OOSTENRIJK ), VERVOLGENS IN LYON EN TENSLOTTE IN PARMA ( ITALIE ). IN PARMA ONTVING HIJ OP 1 DECEMBER 1956 HET DIPLOMA DIERGENEESKUNDE ( LAUREA IN MEDICINA VETERINARIA ), OP 11 MAART 1957 EEN VOORLOPIGE VERKLARING VAN VAKBEKWAAMHEID VOOR DE UITOEFENING VAN DE DIERGENEESKUNDE EN OP 2 MEI 1980 HET DEFINITIEVE DIPLOMA VAN VAKBEKWAAMHEID VOOR DE UITOEFENING VAN DIT BEROEP . IN 1958 VESTIGDE HIJ ZICH IN FRANKRIJK OM ALDAAR ZIJN BEROEP UIT TE OEFENEN , EERST ALS ASSISTENT VAN FRANSE DIERENARTSEN EN LATER ZELFSTANDIG .

3 VERDACHTE WERD IN 1961 TOT FRANSMAN GENATURALISEERD . HIJ VERZOCHT HERHAALDELIJK OM EEN VERGUNNING VOOR DE UITOEFENING VAN DE DIERGENEESKUNDE EN DE DIERGENEESKUNDIGE CHIRURGIE ALS BEDOELD IN MINISTERIEEL DECREET NR . 62-1481 VAN 27 NOVEMBER 1962 . VOLGENS DIT DECREET KAN DIE VERGUNNING WORDEN VERLEEND AAN DIERENARTSEN DIE VAN GEBOORTE BUITENLANDER ZIJN EN DE FRANSE NATIONALITEIT HEBBEN VERWORVEN , INDIEN ZIJ IN HET BEZIT ZIJN VAN EEN IN HET BUITENLAND BEHAALD DIPLOMA DIERGENEESKUNDE DAT DOOR EEN HIERTOE IN HET LEVEN GEROEPEN COMMISSIE IS ERKEND ALS GELIJKWAARDIG MET HET FRANSE DIPLOMA . VERDACHTES AANVRAGEN WERDEN ECHTER STEEDS AFGEWEZEN , OP GROND DAT BEDOELDE COMMISSIE ZIJN DIPLOMA , WAARVAN DE GELDIGHEID ENKEL ' ' ACADEMISCH ' ' WERD ERKEND , NIET GELIJKWAARDIG ACHTTE MET HET FRANSE DIPLOMA . BIJGEVOLG KON VERDACHTE ZICH NIET LATEN INSCHRIJVEN IN HET REGISTER VAN DIERENARTSEN .

4 VAN OORDEEL DAT DEZE WEIGERING NIET GERECHTVAARDIGD WAS , OPENDE VERDACHTE NIETTEMIN EEN PRAKTIJK IN MULHOUSE , ALWAAR HIJ ZIJN BEROEP BEGON UIT TE OEFENEN . OP KLACHTEN VAN DE ORDRE NATIONAL DES VETERINAIRES WERD HIJ VERSCHILLENDE MALEN VERVOLGD WEGENS ONWETTIGE UITOEFENING VAN DE DIERGENEESKUNDE . IN HET KADER VAN EEN VAN DEZE STRAFVERVOLGINGEN , INGELEID IN 1978 , HEEFT DE COUR D ' APPEL TE COLMAR HET HOF VAN JUSTITIE EERDER REEDS VERZOCHT OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE VRAAG , OF HET FEIT DAT IEMAND DIE HET RECHT HEEFT VERWORVEN OM IN EEN ANDERE LID-STAAT HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN , IN FRANKRIJK HET VERBOD KRIJGT OPGELEGD DIT BEROEP UIT TE OEFENEN , EEN BEPERKING VORMT VAN DE IN DE ARTIKELEN 52 EN 57 EEG-VERDRAG ERKENDE VRIJHEID VAN VESTIGING .

5 DESTIJDS WAS AAN ARTIKEL 57 NOG GEEN UITVOERING GEGEVEN VOOR WAT BETREFT DE TOEGANG TOT HET BEROEP VAN DIERENARTS ; PAS OP 18 DECEMBER 1978 STELDE DE RAAD DE TWEE VOORNOEMDE RICHTLIJNEN VAST . BEIDE BEPALEN IN RESPECTIEVELIJK ARTIKEL 18 , LID 1 EN ARTIKEL 3 , LID 1 , DAT DE LID-STATEN BINNEN TWEE JAAR NA KENNISGEVING ERVAN , DAT WIL ZEGGEN VOOR 20 DECEMBER 1980 , DE MAATREGELEN DIENDEN TE TREFFEN DIE NODIG ZIJN OM AAN DE BETROKKEN BEPALINGEN TE VOLDOEN .

6 OP VERDACHTES BETOOG DAT DE BEPALINGEN VAN DE BETROKKEN RICHTLIJNEN RECHTSTREEKS TEN GUNSTE VAN HEM MOESTEN WORDEN TOEGEPAST , OVERWOOG HET HOF IN HET ARREST VAN 7 FEBRUARI 1979 ( ZAAK 136/78 , AUER , JURISPR . 1979 , BLZ . 437 ):

- DAT GEDURENDE HET TIJDVAK VOORAFGAANDE AAN DE DATUM WAAROP DE LID-STATEN DE NOODZAKELIJKE MAATREGELEN HADDEN MOETEN TREFFEN OM AAN BEDOELDE RICHTLIJNEN TE VOLDOEN , DE ONDERDANEN VAN EEN LID-STAAT HIEROP GEEN BEROEP KONDEN DOEN TENEINDE HET BEROEP VAN DIERENARTS IN DIE LID-STAAT OP ANDERE DAN DOOR DE NATIONALE WETGEVING GESTELDE VOORWAARDEN TE KUNNEN UITOEFENEN ;

- DAT DIT ANTWOORD OVERIGENS NIET PREJUDICIEERDE AAN DE WERKING VAN VOORNOEMDE RICHTLIJNEN OP HET MOMENT WAAROP DE LID-STATEN DAARAAN HADDEN MOETEN VOLDOEN ;

- EN TENSLOTTE DAT GEEN ENKELE BEPALING VAN HET VERDRAG EEN ONGELIJKE BEHANDELING TOELAAT VAN DE ONDERDANEN VAN EEN LID-STAAT WEGENS HET TIJDSTIP OF DE WIJZE WAAROP ZIJ DE NATIONALITEIT VAN DIE STAAT HEBBEN VERWORVEN .

7 OP 20 DECEMBER 1980 HAD DE FRANSE REPUBLIEK NOG NIET AAN VOORNOEMDE RICHTLIJNEN VOLDAAN ; EERST BIJ WET NR . 82899 VAN 20 OKTOBER 1982 WERDEN UITVOERINGSMAATREGELEN VASTGESTELD . INMIDDELS ZETTE VERDACHTE ZIJN PRAKTIJK IN MULHOUSE VOORT , NOG STEEDS ZONDER TE ZIJN INGESCHREVEN IN HET REGISTER VAN DIERENARTSEN . NA EEN NIEUWE KLACHT VAN DE ORDRE NATIONAL DES VETERINAIRES DE FRANCE EN HET SYNDICAT NATIONAL DES VETERINAIRES FRANCAIS STAAT HIJ THANS WEER TERECHT TER ZAKE VAN ONWETTIGE UITOEFENING VAN DE DIERGENEESKUNDE , OP GROND VAN OP 26 JANUARI EN 15 JUNI 1981 VASTGESTELDE FEITEN . DEZE HEBBEN ZICH VOORGEDAAN NA HET VERSTRIJKEN VAN DE TERMIJN WAARBINNEN AAN DE BETROKKEN RICHTLIJNEN MOEST WORDEN VOLDAAN , MAAR VOOR DE VASTSTELLING VAN DE DAARTOE NOODZAKELIJKE FRANSE WET .

8 IN DEZE PROCEDURE BEROEPT VERDACHTE ZICH OP DE RECHTEN DIE UIT HET GEMEENSCHAPSRECHT VOORTVLOEIEN , WAARTOE HIJ ONDER MEER BETOOGT DAT TEN TIJDE VAN DE LITIGIEUZE FEITEN DE TERMIJN WAARBINNEN DE LID-STATEN AAN DE ONDERHAVIGE RICHTLIJNEN MOESTEN VOLDOEN WAS VERSTREKEN , ZONDER DAT FRANKRIJK DE NODIGE UITVOERINGSMAATREGELEN HAD GETROFFEN ; DAT DERHALVE DE BEPALINGEN VAN DE RICHTLIJNEN RECHTSTREEKSE WERKING HEBBEN GEKREGEN , EN HIJ BIJGEVOLG GERECHTIGD IS IN FRANKRIJK ZIJN BEROEP UIT TE OEFENEN .

9 DE RECHTER IN EERSTE AANLEG HEEFT DIT BETOOG NIET AANVAARD . DE COUR D ' APPEL TE COLMAR HEEFT ECHTER OVERWOGEN , DAT DE DOOR HET HOF VAN JUSTITIE IN HET ARREST VAN 7 FEBRUARI 1979 AANVAARDE OPLOSSING UITDRUKKELIJK BEPERKT WAS TOT DE OVERGANGSPERIODE VAN TWEE JAAR , EN DAT DERHALVE DE VERWACHTING GEWETTIGD IS , DAT VOOR DE DAAROPVOLGENDE PERIODE HET TEGENOVERGESTELDE GELDT ; EVENWEL ACHT DE COUR D ' APPEL HET ONDENKBAAR , DAT IEMAND DIE AFKOMSTIG IS UIT HET BUITENLAND EN HOUDER IS VAN EEN BUITENLANDS DIPLOMA , IN FRANKRIJK HET BEROEP VAN DIERENARTS ZOU KUNNEN UITOEFENEN ZONDER ZICH TE HOEVEN BEKREUNEN OM INSCHRIJVING BIJ DE ORDE VAN BEROEPSGENOTEN , EN ALDUS MEER RECHTEN ZOU HEBBEN DAN DE GEBOORTIGE FRANSMAN DIE HOUDER IS VAN NATIONALE DIPLOMA ' S . DAAROP HEEFT DEZE RECHTERLIJKE INSTANTIE ZICH TOT HET HOF GEWEND MET DE VOLGENDE PREJUDICIELE VRAAG :

' ' WORDT DE IN DE ARTIKELEN 52 EN 57 EEG-VERDRAG VOORZIENE VRIJHEID VAN VESTIGING BEPERKT , WANNEER EEN PERSOON DIE HET RECHT TOT UITOEFENING VAN HET BEROEP VAN DIERENARTS HEEFT VERWORVEN IN EEN LID-STAAT VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WAARIN HEM DE IN ARTIKEL 3 VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 VERMELDE DIPLOMA ' S ZIJN UITGEREIKT , EN DIE DE NATIONALITEIT VAN EEN ANDERE LID-STAAT HEEFT VERKREGEN , ZICH IN DIE ANDERE LID-STAAT MOET LATEN INSCHRIJVEN BIJ EEN NATIONALE ORDE , AAN WELKE VOORWAARDE KRACHTENS HET INTERNE RECHT VAN DIE ANDERE LID-STAAT MOET ZIJN VOLDAAN OM HET BEROEP TE MOGEN UITOEFENEN , TERWIJL DE TERMIJN VAN TWEE JAAR VOOR HET NEMEN VAN DE NOODZAKELIJKE MAATREGELEN OM TE VOLDOEN AAN DE RICHTLIJNEN NRS . 78/1026 EN 78/1027 IS VERSTREKEN?

' '

10 DE BURGERLIJKE PARTIJEN , DE ORDRE NATIONAL DES VETERINAIRES EN HET SYNDICAT NATIONAL DES VETERINAIRES , MERKEN OP DAT HET DOOR VERDACHTE BEHAALDE DIPLOMA GEENSZINS BEANTWOORDT AAN DE IN ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 GESTELDE OPLEIDINGSEISEN , EN DAT DE HEM OP 2 MEI 1980 AFGEGEVEN VERKLARING VAN VAKBEKWAAMHEID EVENMIN BEVESTIGT DAT HIJ AAN DE IN DEZE BEPALING GENOEMDE OPLEIDINGSEISEN VOLDOET .

11 VERDACHTE BETOOGT DAT DE LID-STATEN INGEVOLGE ARTIKEL 2 VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 GEHOUDEN ZIJN , DE IN ARTIKEL 3 OPGESOMDE DIPLOMA ' S TE ERKENNEN , EN DAT IN DEZE OPSOMMING ONDER LETTER F DE DIPLOMA ' S WORDEN GENOEMD DIE HEM IN ITALIE ZIJN UITGEREIKT . HIERUIT ZOU VOOR HEM HET RECHT VOORTVLOEIEN OM IN FRANKRIJK HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN . DE RICHTLIJN ZOU DE LID-STATEN IMMERS DUIDELIJKE , NAUWKEURIG BEPAALDE EN ONVOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN OPLEGGEN EN DERHALVE VATBAAR ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE TOEPASSING , IN DIE ZIN DAT EEN PARTICULIER HAAR KAN TEGENWERPEN AAN EEN LID-STAAT DIE NIET HEEFT VOLDAAN AAN ZIJN VERPLICHTING OM BINNEN DE GESTELDE TERMIJN AAN DE BEPALINGEN ERVAN TE VOLDOEN . DEZE OPVATTING WORDT IN GROTE LIJNEN DOOR DE COMMISSIE GEDEELD .

12 VOOR DE BEOORDELING VAN DE ARGUMENTEN VAN PARTIJEN MOETEN OM TE BEGINNEN DE IN CASU RELEVANTE BEPALINGEN VAN VOORNOEMDE RICHTLIJNEN WORDEN ONDERZOCHT . ARTIKEL 2 , EERSTE ALINEA , VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 BEPAALT : ' ' ELKE LID-STAAT ERKENT DE DOOR DE OVERIGE LID-STATEN AAN DE ONDERDANEN VAN LID- STATEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN 78/1027/EEG AFGEGEVEN EN IN ARTIKEL 3 VERMELDE DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS DOOR DAARAAN MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT EN DE UITOEFENING VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DIERENARTS , OP ZIJN GRONDGEBIED HETZELFDE RECHTSGEVOLG TOE TE KENNEN ALS AAN DE DOOR HEMZELF UITGEREIKTE DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN EN ANDERE TITELS . ' ' HIERAAN WORDT IN DE TWEEDE ALINEA TOEGEVOEGD , DAT ' ' WANNEER DE IN ARTIKEL 3 GENOEMDE DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN OF ANDERE TITELS VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DEZE RICHTLIJN ZIJN AFGEGEVEN , DEZE VERGEZELD MOETEN GAAN VAN EEN DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN HET LAND VAN AFGIFTE OPGESTELDE VERKLARING WAARIN WORDT BEVESTIGD DAT ZIJ IN OVEREENSTEMMING MET ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN 78/1027/EEG ZIJN . ' ' MET BETREKKING TOT DE IN ITALIE AFGEGEVEN TITELS NOEMT ARTIKEL 3 , SUB F , VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 ' ' HET DIPLOMA DI LAUREA DI DOTTORE IN MEDICINA VETERINARIA ACCOMPAGNATO DAL DIPLOMA DI ABILITAZIONE ALL ' ESERCIZIO DELLA MEDICINA VETERINARIA ' AFGEGEVEN DOOR DE MINISTER VAN ONDERWIJS OP BASIS VAN DE RESULTATEN VAN DE BEVOEGDE STAATSEXAMENCOMMISSIE ' ' .

13 GELIJK DE COUR D ' APPEL TE COLMAR OVERIGENS REEDS VASTSTELT IN HAAR VERWIJZINGSARREST , STEMMEN DE DOOR VERDACHTE BEHAALDE DIPLOMA ' S ' ' DI LAUREA ' ' EN ' ' D ' ABILITAZIONE ' ' NAUWKEURIG OVEREEN MET DE TITELS GENOEMD IN ARTIKEL 3 , SUB F , VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 . AANGEZIEN ZIJ VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE RICHTLIJN ( RESPECTIEVELIJK IN 1956 EN IN 1980 ) WERDEN UITGEREIKT , IS ARTIKEL 2 , TWEEDE ALINEA , VAN TOEPASSING .

14 IN DIT VERBAND MOET WORDEN VERMELD , DAT VERDACHTES RAADSMAN TER TERECHTZITTING EEN VERKLARING HEEFT OVERGELEGD , OP 3 DECEMBER 1982 AFGEGEVEN DOOR DE DEKEN VAN DE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE VAN DE UNIVERSITEIT VAN PARMA , VOLGENS WELKE VERDACHTES IN 1956 RESPECTIEVELIJK 1980 BEHAALDE ' ' DIPLOMA DI LAUREA ' ' EN ' ' CERTIFICATO D ' ABILITAZIONE ' ' IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 .

15 DE OMSTANDIGHEID DAT DEZE VERKLARING VAN LATERE DATUM IS DAN DE AAN DE ONDERHAVIGE ZAAK TEN GRONDSLAG LIGGENDE FEITEN , BRENGT GEEN WIJZIGING IN VERDACHTES RECHTSPOSITIE . HET BETROKKEN DOCUMENT DOET IMMERS NIET EX NUNC HET RECHT ONTSTAAN , HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN , MAAR BEWIJST SLECHTS DAT DE OP EERDERE DATUM AFGEGEVEN DIPLOMA ' S IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET DE VEREISTEN VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 . IN CASU IS DAN OOK VOLDAAN AAN DE VOORWAARDE VAN ARTIKEL 2 , TWEEDE ALINEA , VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 .

16 VOORNOEMDE BEPALINGEN VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 BRENGEN VOOR ELKE LID-STAAT DUIDELIJKE , VOLLEDIGE , NAUWKEURIG BEPAALDE EN ONVOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN MEE EN LATEN GEEN RUIMTE VOOR DISCRETIONAIRE BEOORDELINGEN . VOLGENS VASTE RECHTSPRAAK VAN HET HOF KAN EEN PARTICULIER ZICH ONDER DERGELIJKE OMSTANDIGHEDEN VOOR DE NATIONALE RECHTER BEROEPEN OP DE BEPALINGEN VAN EEN GEMEENSCHAPSRICHTLIJN DIE DOOR DE BETROKKEN LID-STAAT NIET OF ONVOLLEDIG IS UITGEVOERD . DIT IS IN CASU HET GEVAL , ZODAT MEN VERDACHTE NIET HET RECHT KAN ONTZEGGEN OM , VANAF DE DAG WAAROP DE BETROKKEN RICHTLIJNEN IN DE FRANSE REPUBLIEK MOESTEN ZIJN UITGEVOERD , IN FRANKRIJK DE DIERGENEESKUNDE UIT TE OEFENEN OP GROND VAN IN ITALIE BEHAALDE UNIVERSITAIRE DIPLOMA ' S EN TITELS .

17 MET BETREKKING TOT DE SPECIFIEKE VRAAG VAN DE NATIONALE RECHTER , OF EEN ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT DIE IN EEN ANDERE LID-STAAT DE TITELS HEEFT BEHAALD DIE HEM DE BEVOEGDHEID GEVEN OM HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN , GERECHTIGD IS DIT BEROEP ZELFS UIT TE OEFENEN INDIEN HIJ NIET IS INGESCHREVEN IN HET REGISTER VAN DIERENARTSEN , ZIJN DE BURGERLIJKE PARTIJEN VAN OORDEEL , DAT BETROKKENE ZICH NIET AAN DE INSCHRIJVINGSPLICHT KAN ONTTREKKEN , ZELFS ALS DE DOOR HEM BEHAALDE DIPLOMA ' S EN CERTIFICATEN GELDIG ZIJN .

18 IN DIT VERBAND MOET WORDEN VASTGESTELD , DAT INSCHRIJVING OF VERPLICHTE AANSLUITING BIJ EEN BEROEPS- OF BEDRIJFSORGANISATIE IN VERSCHILLENDE BEPALINGEN VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 - ONDER MEER IN DE EERSTE OVERWEGING EN DE ARTIKELEN 7 EN 12 - WORDEN GENOEMD ; ZIJ MOETEN GEOORLOOFD WORDEN GEACHT , AANGEZIEN ZIJ HET GOEDE GEDRAG EN DE NALEVING VAN BEGINSELEN VAN BEROEPSETHIEK ALSMEDE EEN DISCIPLINAIR TOEZICHT OP DE WERKZAAMHEDEN VAN DE DIERENARTS BEOGEN TE WAARBORGEN EN DERHALVE ZIJN ONTLEEND AAN BESCHERMENSWAARDIGE VERLANGENS . DE WETTELIJKE BEPALINGEN VAN DE LID-STATEN INZAKE DE VERPLICHTE INSCHRIJVING BIJ EEN ORDE VAN BEROEPSGENOTEN ZIJN DERHALVE ALS ZODANIG NIET ONVERENIGBAAR MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .

19 MAAR , EN DE BURGERLIJKE PARTIJEN GEVEN ZULKS OOK TOE , DIE VERPLICHTING IS SLECHTS IN OVEREENSTEMMING MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , INDIEN DE FUNDAMENTELE GEMEENSCHAPSRECHTELIJKE BEGINSELEN , MET NAME HET DISCRIMINATIEVERBOD , IN ACHT ZIJN GENOMEN . DE INSCHRIJVING IN DE REGISTERS VAN EEN ORDE VAN BEROEPSGENOTEN MAG IMMERS NIET WORDEN GEWEIGERD OM REDENEN VERBAND HOUDEND MET EEN MISKENNING VAN DE GELDIGHEID VAN EEN IN EEN ANDERE LID-STAAT BEHAALDE TITEL , WANNEER DEZE BEHOORT TOT DE TITELS DIE ALLE LID-STATEN ALSMEDE HUN BEROEPSORGANISATIES , ALS MET EEN OVERHEIDSTAAK BELASTE ORGANISATIES , OP GROND VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT MOETEN ERKENNEN . EEN WETTELIJKE REGELING DIE VOORZIET IN STRAF- OF TUCHTRECHTELIJKE VERVOLGING VAN EEN DIERENARTS DIE ZIJN BEROEP UITOEFENT ZONDER TE ZIJN INGESCHREVEN BIJ DE ORDE VAN BEROEPSGENOTEN , IS DERHALVE ONVERENIGBAAR MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , WANNEER DIE INSCHRIJVING IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT IS GEWEIGERD ; ZIJ ZOU IMMERS GEHEEL AFDOEN AAN DE NUTTIGE WERKING VAN DE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG EN VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 , DIE , ALDUS HAAR TWEEDE OVERWEGING , DE VERGEMAKKELIJKING BEOOGT VAN DE ' ' DAADWERKELIJKE ' ' UITOEFENING VAN HET RECHT VAN VESTIGING EN HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN VAN DE DIERENARTS .

20 DE VRAAG VAN DE COUR D ' APPEL TE COLMAR MOET DERHALVE ALDUS WORDEN BEANTWOORD , DAT

- EEN ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT , DIE BEVOEGD IS HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN IN EEN ANDERE LID-STAAT , WELKE HEM EEN VAN DE DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN OF ANDERE TITELS BEDOELD IN ARTIKEL 3 VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 NOG VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DIE RICHTLIJN HEEFT UITGEREIKT , VANAF 20 DECEMBER 1980 HET RECHT HEEFT DAT BEROEP IN EERSTBEDOELDE STAAT UIT TE OEFENEN , OP VOORWAARDE DAT DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE STAAT WAAR HIJ ZIJN DIPLOMA HEEFT BEHAALD , HEM EEN VERKLARING HEBBEN AFGEGEVEN WAARIN WORDT BEVESTIGD DAT DAT DIPLOMA IN OVEREENSTEMMING IS MET ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 ;

- HET FEIT DAT DE BETROKKENE NIET IS INGESCHREVEN BIJ EEN NATIONALE ORDE VAN DIERENARTSEN , VOOR HEM GEEN BELETSEL VORMT OM ZIJN BEROEP UIT TE OEFENEN EN GEEN GROND KAN OPLEVEREN VOOR EEN STRAFVERVOLGING TER ZAKE VAN ONRECHTMATIGE BEROEPSUITOEFENING , INDIEN DIE INSCHRIJVING IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT IS GEWEIGERD .

KOSTEN

21 DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING VAN HAAR OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN DE HOOFDZAAK IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .

HET HOF VAN JUSTITIE ( EERSTE KAMER ),

UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE COUR D ' APPEL TE COLMAR ( CHAMBRE DES APPELS CORRECTIONNELS ) BIJ ARREST VAN 16 SEPTEMBER 1982 GESTELDE VRAAG , VERKLAART VOOR RECHT :

1 . EEN ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT DIE BEVOEGD IS HET BEROEP VAN DIERENARTS UIT TE OEFENEN IN EEN ANDERE LID-STAAT , WELKE HEM EEN VAN DE DIPLOMA ' S , CERTIFICATEN OF ANDERE TITELS BEDOELD IN ARTIKEL 3 VAN RICHTLIJN NR . 78/1026 NOG VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DIE RICHTLIJN HEEFT UITGEREIKT , HEEFT VANAF 20 DECEMBER 1980 HET RECHT DAT BEROEP IN EERSTBEDOELDE STAAT UIT TE OEFENEN , OP VOORWAARDE DAT DE BEVOEGDE INSTANTIES VAN DE STAAT WAAR HIJ ZIJN DIPLOMA HEEFT BEHAALD , HEM EEN VERKLARING HEBBEN AFGEGEVEN WAARIN WORDT BEVESTIGD DAT DAT DIPLOMA IN OVEREENSTEMMING IS MET DE VOORSCHRIFTEN VAN ARTIKEL 1 VAN RICHTLIJN NR . 78/1027 .

2.HET FEIT DAT DE BETROKKENE NIET IS INGESCHREVEN BIJ EEN NATIONALE ORDE VAN DIERENARTSEN , VORMT VOOR HEM GEEN BELETSEL OM ZIJN BEROEP UIT TE OEFENEN EN KAN GEEN GROND OPLEVEREN VOOR STRAFVERVOLGING TER ZAKE VAN ONRECHTMATIGE BEROEPSUITOEFENING , WANNEER DIE INSCHRIJVING IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT IS GEWEIGERD .