61981J0135

1 . BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN - HANDELINGEN DIE HEN RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL RAKEN - AANBESTEDING DOOR GEMEENSCHAPPEN - BESCHIKKING WAARBIJ CONTRACT IS GEGUND AAN VENNOOTSCHAP DIE CONCURREERT MET SOMMIGE LEDEN VAN ONDERNEMERSVERENIGING - HANDELING DIE VERZOEKENDE VERENIGING NIET RECHTSTREEKS RAAKT

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA )

2 . BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN - AUTONOOM GEMEENSCHAPSRECHTELIJK BEGRIP - VERENIGING WIER DEELNEMING AAN AANBESTEDING VAN GEMEENSCHAPPEN IS GEACCEPTEERD - HOEDANIGHEID VAN RECHTSPERSOON

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA )

3 . BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN - HANDELINGEN DIE HEN RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL RAKEN - VERENIGING WIER DEELNEMING AAN AANBESTEDING VAN GEMEENSCHAPPEN IS GEACCEPTEERD - BESCHIKKING WAARBIJ CONTRACT IS GEGUND AAN CONCURRERENDE VENNOOTSCHAP - HANDELING DIE VERZOEKENDE VERENIGING RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL RAAKT

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA )

1 . EEN ONDERNEMERSVERENIGING DIE DE VORM HEEFT VAN EEN VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK , KAN NIET ' ' RECHTSTREEKS ' ' WORDEN GERAAKT , NAAR DE EIS VAN ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA VAN HET VERDRAG , DOOR EEN COMMUNAUTAIRE BESCHIKKING WAARBIJ , IN HET KADER VAN EEN AANBESTEDING , HET CONTRACT IS GEGUND AAN EEN VENNOOTSCHAP DIE DE CONCURRENTE IS VAN SOMMIGE VAN HAAR LEDEN , TERWIJL ZIJ ALS VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK GEEN GEGADIGDE WAS EN KON ZIJN , ZODAT DE KEUZE VAN DE VERWERENDE INSTELLING HAAR GEENSZINS RECHTSTREEKS KON SCHADEN . HAAR BEROEP IS NIET ONTVANKELIJK , OOK AL KAN ZIJ KRACHTENS HAAR NATIONAAL RECHT DE BEROEPSBELANGEN VAN HAAR LEDEN IN RECHTE VERDEDIGEN .

2 . HET BEGRIP ' ' RECHTSPERSOON ' ' IN ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA , VAN HET VERDRAG HEEFT NIET NOODZAKELIJK DEZELFDE INHOUD ALS IN HET RECHT VAN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN .

ZO VOLDOET EEN GELEGENHEIDSVERENIGING VAN RECHTSPERSONEN DIE ZICH HEBBEN AANEENGESLOTEN OM SAMEN IN TE SCHRIJVEN OP EEN AANBESTEDING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , EN WIER DEELNEMING AAN DIE AANBESTEDING DOOR EEN INSTELLING IS GEACCEPTEERD EN WIER OFFERTE IS ONDERZOCHT EN AFGEWEZEN , AAN DE VOORWAARDEN DIE HET COMMUNAUTAIRE RECHT STELT AAN DE ERKENNING ' ' ALS RECHTSPERSOON ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 173 , ZELFS AL ZOU ZIJ VOLGENS HAAR NATIONAAL RECHT NIET BEVOEGD ZIJN IN RECHTE OP TE TREDEN .

3 . EEN GELEGENHEIDSVERENIGING VAN RECHTSPERSONEN DIE ZICH HEBBEN AANEENGESLOTEN OM SAMEN IN TE SCHRIJVEN OP EEN AANBESTEDING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , KAN WORDEN GEACHT ' ' RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL ' ' TE ZIJN GESCHAAD DOOR EEN COMMUNAUTAIRE BESCHIKKING WAARBIJ HET CONTRACT AAN EEN CONCURRERENDE VENNOOTSCHAP IS GEGUND , WANT INDIEN ZIJ OP DE AANBESTEDING KON INSCHRIJVEN - ZIJ HET ONDER VOORBEHOUD DAT ZIJ NADIEN FORMEEL DE VENNOOTSCHAPSVORM ZOU AANNEMEN - , DAN HAD ZIJ OOK EEN KENNELIJK BELANG BIJ DE GUNNING VAN HET CONTRACT .

IN ZAAK 135/81 ,

GROUPEMENT DES AGENCES DE VOYAGES , ASBL , AANGESLOTEN BIJ DE FEDERATION DES COMMERCANTS DU GRAND-DUCHE DE LUXEMBOURG , GEVESTIGD TE LUXEMBURG , ALLEE SCHEFFER 23 ,

EN , VOOR ZOVEEL NODIG ,

DE TIEN REISAGENTSCHAPPEN , SAMENGAANDE IN DE SOCIETE EUROPEENNE DE VOYAGES ( SEV ) VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID ( SARL ) IN OPRICHTING , VERTEGENWOORDIGD DOOR R . MICHEL , ADVOCAAT TE LUXEMBURG , BIJGESTAAN DOOR M . REICHERTS EN M . JAEGER , ADVOCATEN TE LUXEMBURG , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ R . MICHEL , VOORNOEMD , AVENUE DE LA LIBERTE 47 ,

VERZOEKERS ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH HOOFDADVISEUR R . BAEYENS ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ O . MONTALTO , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE OM , INGAANDE OP DE OFFERTE VAN DE FIRMA HAPAG-LLOYD REISEBURO GMBH TE BREMEN , DE EXPLOITATIE VAN EEN REISBUREAU IN HAAR GEBOUW TE LUXEMBURG TE GUNNEN AAN HET AGENTSCHAP HAPAG-LLOYD TRAVEL SARL TE LUXEMBURG ,

1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , INGEKOMEN TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 4 JUNI 1981 , HEBBEN DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK GROUPEMENT DES AGENCES ET BUREAUX DE VOYAGES DU GRAND-DUCHE DE LUXEMBOURG ( HIERNA : DE GROUPEMENT ), AANGESLOTEN BIJ DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK FEDERATION DES COMMERCANTS DU GRAND-DUCHE DE LUXEMBOURG , EN , VOOR ZOVEEL NODIG , DE TIEN REISAGENTSCHAPPEN DIE ZIJN SAMENGEGAAN IN DE VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID IN OPRICHTING SOCIETE EUROPEENNE DE VOYAGES ( SEV ), KRACHTENS ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG , BEROEP INGESTELD TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN NIET-GEPUBLICEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , WAARBIJ , IN HET KADER VAN DE AANBESTEDING VAN DE EXPLOITATIE VAN EEN REISBUREAU IN HET GEBOUW VAN DE COMMISSIE TE LUXEMBURG ( PB C 142 VAN 1980 ), DE OFFERTE VAN DE VENNOOTSCHAP HAPAG-LLOYD GMBH TE BREMEN , WERD AANVAARD .

2 VERZOEKERS STELLEN DAT HET BESTREDEN BESLUIT ONGELDIG IS , DOORDAT DE VENNOOTSCHAP WAARVAN DE OFFERTE IS AANVAARD , NIET AAN DE VOORWAARDEN VAN DE AANBESTEDING VOLDEED . ZIJ WIJZEN ER MET NAME OP , DAT DEZE VENNOOTSCHAP TOEN ZIJ HAAR OFFERTE INDIENDE , GEEN VERGUNNING HAD OM IN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG HANDEL TE DRIJVEN EN OP 1 JULI 1980 EVENMIN BESCHIKTE OVER ' ' DE NODIGE VERGUNNINGEN VAN DE IATA EN VAN DE VOORNAAMSTE SPOORWEG- EN ZEEVAARTMAATSCHAPPIJEN OM IN DE DAARVOOR BESTEMDE LOKALEN IN DE GEBOUWEN VAN DE COMMISSIE TE LUXEMBURG GELIJK WELK REISBILJET TE KUNNEN AFLEVEREN ' ' , GELIJK IN DE AANBESTEDING WERD GEEIST .

3 DE COMMISSIE , VERWEERSTER , STELT VOOREERST DAT HET BEROEP NIET ONVANKELIJK IS EN VOERT TOT STAVING DAARVAN VERSCHEIDENE MIDDELEN AAN , TE WETEN VERVAL VAN RECHT , ONTBREKEN VAN PROCESBEKWAAMHEID , EN NIET-VERVULLING DOOR VERZOEKERS ZELF VAN DE VOORWAARDEN WAARAAN DE VENNOOTSCHAP WAARAAN DE COMMISSIE HET CONTRACT HEEFT GEGUND , VOLGENS HUN ZEGGEN NIET ZOU HEBBEN VOLDAAN . HET MIDDEL ONTLEEND AAN HET ONTBREKEN VAN PROCESBEKWAAMHEID , MOET WEGENS DE PRELIMINAIRE AARD VAN DIT PROBLEEM , ALS EERSTE WORDEN BEHANDELD .

4 IN DIT MIDDEL STELT DE COMMISSIE , DAT HET BEROEP NIET ONTVANKELIJK IS OMDAT NOCH DE GROUPEMENT NOCH DE SEV VOLDOEN AAN DE VOORWAARDEN GESTELD IN ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG , LUIDENDE : ' ' IEDERE NATUURLIJKE OF RECHTSPERSOON KAN . . . BEROEP INSTELLEN TEGEN DE TOT HEM GERICHTE BESCHIKKINGEN , ALSMEDE TEGEN BESCHIKKINGEN DIE , HOEWEL GENOMEN IN DE VORM VAN EEN VERORDENING , OF VAN EEN BESCHIKKING GERICHT TEGEN EEN ANDERE PERSOON , HEM RECHTSTREEKS OF INDIVIDUEEL RAKEN . ' '

5 WAT DE GROUPEMENT BETREFT , BETOOGT DE COMMISSIE DAT DE LUXEMBURGSE WET VAN 21 APRIL 1928 DE VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERK VERBIEDT ZICH TOE TE LEGGEN OP COMMERCIELE OF INDUSTIRELE ACTIVITEITEN OF ERNAAR TE STREVEN HUN LEDEN ENIG MATERIEEL GEWIN TE VERSCHAFFEN ; DIT ZOU UITSLUITEN DAT ZIJ TER VERDEDIGING VAN DE COMMERCIELE BELANGEN VAN HUN LEDEN IN RECHTE KUNNEN OPTREDEN . DE GROUPEMENT VOERT HIERTEGEN AAN , DAT EEN VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK VOLGENS DE LUXEMBURGSE RECHTSPRAAK DE BEROEPSBELANGEN VAN HAAR LEDEN IN RECHTE KAN VERDEDIGEN .

6 ER ZIJ EVENWEL OPGEMERKT DAT , OFSCHOON PARTIJEN HET PROBLEEM OP HET VLAK VAN HET NATIONALE RECHT VAN DE VERZOEKER HEBBEN GEPLAATST , DE ONTVANKELIJKHEID VAN EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING KRACHTENS ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG AFHANKELIJK IS VAN SPECIFIEKE VOORWAARDEN DIE STRINGENTER ZIJN DAN DIE WELKE WORDEN GESTELD AAN SOORTGELIJKE BEROEPEN DIE BIJ DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIES AANHANGIG ZIJN .

7 IN CASU MOET HET UITGESLOTEN WORDEN GEACHT , DAT DE GROUPEMENT NAAR DE EIS VAN VOORMELD ARTIKEL 173 ' ' RECHTSTREEKS ' ' IS GERAAKT DOOR EEN BESCHIKKING WAARBIJ , IN HET KADER VAN EEN AANBESTEDING , HET CONTRACT IS GEGUND AAN EEN VENNOOTSCHAP DIE DE CONCURRENTE IS VAN SOMMIGE VAN HAAR LEDEN , DIE ZICH IN EEN FEITELIJKE VERENIGING HEBBEN AANEENGESLOTEN . ALS VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK WAS DE GROUPEMENT GEEN GEGADIGDE , EN KON ZIJ DIT OOK NIET ZIJN , ZODAT DE KEUZE VAN DE COMMISSIE HAAR GEENSZINS RECHTSTREEKS KON SCHADEN . VOOR ZOVER DOOR DE GROUPEMENT INGESTELD , IS HET BEROEP DUS NIET ONTVANKELIJK .

8 BLIJFT NOG TE ONDERZOEKEN OF HET BEROEP ONTVANKELIJK IS VOOR ZOVER HET IS INGESTELD DOOR DE VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID IN OPRICHTING ' ' SOCIETE EUROPEENNE DE VOYAGES ' ' ( SEV ), OP GROND DAT DEZE NIET BEKWAAM ZOU ZIJN , IN RECHTE OP TE TREDEN .

9 HIEROMTRENT MOET WORDEN VASTGESTELD , DAT BLIJKENS HET DOSSIER , EN MET NAME DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN HET AANKOOPEN GUNNINGSADVIESCOMITE VAN 24 OKTOBER 1980 , DE BESLISSING VAN DE COMMISSIE VAN 17 DECEMBER 1980 OM DE OFFERTE VAN SEV TERZIJDE TE LEGGEN , BERUSTTE OP DE OVERWEGING DAT DEZE VENNOOTSCHAP ' ' IN DE PRAKTIJK GEEN CONCRETE WAARBORG BIEDT VOOR EEN BEHOORLIJKE UITVOERING VAN DE GEVRAAGDE DIENSTEN . ' ' VOORTS BLIJKT UIT EEN BRIEF VAN DE DIRECTEUR PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER VAN DE COMMISSIE TE LUXEMBURG VAN 26 FEBRUARI 1981 , DAT DEZE BESLISSING WERD GENOMEN ' ' NA EEN VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN ALLE INSCHRIJVERS ' ' . HIERUIT BLIJKT DUIDELIJK , DAT DE COMMISSIE DE GELDIGHEID VAN DE OFFERTE VAN DE SEV HAD ERKEND . BIJGEVOLG KAN ZIJ THANS NIET DE PROCESBEKWAAMHEID BETWISTEN VAN EEN INSCHRIJVER DIE ZIJ TOT DE AANBESTEDING HEEFT TOEGELATEN EN TOT WIE ZIJ , NA EEN VERGELIJKEND ONDERZOEK VAN ALLE INSCHRIJVERS , EEN NEGATIEVE BESCHIKKING HEEFT GERICHT .

10 VOORTS VALT UIT ' S HOFS ARRESTEN VAN 8 OKTOBER 1974 / ZAAK 18/74 , ALGEMEEN VAKVERBOND , JURISPR . 1974 , BLZ . 933 , EN ZAAK 175/73 , UNION SYNDICALE , JURISPR . 1974 , BLZ . 917 ) AF TE LEIDEN , DAT HET BEGRIP ' ' RECHTSPERSOON ' ' IN ARTIKEL 173 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG , NIET NOODZAKELIJK DEZELFDE INHOUD HEEFT ALS IN HET RECHT VAN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN .

11 IN HET ONDERHAVIGE GEVAL VOLDOET DE SEV - EEN GELEGENHEIDSVERENIGING VAN TIEN REISAGENTSCHAPPEN DIE ZICH HEBBEN AANEENGESLOTEN OM SAMEN IN TE SCHRIJVEN OP EEN AANBESTEDING , EN WIER DEELNEMING AAN DIE AANBESTEDING DOOR DE COMMISSIE ZELF IS GEACCEPTEERD EN WIER OFFERTE IS ONDERZOCHT EN AFGEWEZEN - AAN DE VOORWAARDEN DIE HET COMMUNAUTAIRE RECHT STELT AAN DE ERKENNING ALS ' ' RECHTSPERSOON ' ' IN DE ZIN VAN ARTIKEL 173 .

12 BIJGEVOLG IS DE TEGEN HET BEROEP OPGEWORPEN EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID ONTLEEND AAN HET ONTBREKEN VAN PROCESBEKWAAMHEID , ONGEGROND VOOR WAT DE SEV BETREFT .

13 BOVENDIEN KAN DE VERENIGING VAN DE TIEN REISAGENTSCHAPPEN WORDEN GEACHT ' ' RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL ' ' TE ZIJN GESCHAAD DOOR HET BESTREDEN BESLUIT , WANT INDIEN ZIJ OP DE AANBESTEDING KON INSCHRIJVEN - ZIJ HET UITERAARD ONDER HET VOORBEHOUD DAT ZIJ NADIEN FORMEEL DE VENNOOTSCHAPSVORM ZOU AANNEMEN - DAN HAD ZIJ OOK EEN KENNELIJK BELANG BIJ DE GUNNING VAN HET CONTRACT .

14 HET TWEEDE MIDDEL VAN DE COMMISSIE IS ONTLEEND AAN VERVAL VAN RECHT , DOORDAT VERZOEKSTER HET BEROEP NIET HEEFT INGESTELD BINNEN DE IN ARTIKEL 173 , DERDE ALINEA , GESTELDE TERMIJN VAN TWEE MAANDEN TE REKENEN VAN DE DAG WAAROP ZIJ VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING KENNIS HEEFT GEKREGEN .

15 TOT STAVING VAN DIT MIDDEL LEGT DE COMMISSIE ALS BIJLAGE BIJ HAAR DUPLIEK EEN BRIEF OVER DIE DE SECRETARIS-GENERAAL VAN DE REGERING VAN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG OP 17 MAART 1981 HEEFT GERICHT AAN DE DIRECTEUR PERSONEELSZAKEN EN ALGEMEEN BEHEER VAN DE COMMISSIE DE LUXEMBURG . DEZE BRIEF LUIDT ALS VOLGT :

' ' MIJNHEER DE DIRECTEUR ,

IK HEB DE EER U MEDE TE DELEN DAT DE PLAATSELIJKE REISAGENTEN BIJ DE HEER STAATSSECRETARIS BIJ HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN MIDDENSTAND EEN KLACHT HEBBEN INGEDIEND . ZIJ BEWEREN BIJ EEN VAN UW INSTELLING UITGAANDE AANBESTEDING IN VERBAND MET DE VESTIGING VAN EEN REISAGENTSCHAP IN HET JEAN MONNET-GEBOUW , TEN ONRECHTE TE ZIJN UITGESLOTEN .

HET GAAT ER MET NAME OM TE VERNEMEN , OM WELKE REDENEN DE COMMISSIE DE INSCHRIJVING VAN LUXEMBURGSE REISAGENTEN HEEFT AFGEWEZEN ; DEZE LAATSTEN VERKLAREN AAN ALLE VOORWAARDEN , WAARONDER DIE GESTELD IN DIE VIERDE ALINEA VAN DE AANBESTEDING , TE VOLDOEN , TERWIJL DE VENNOOTSCHAP IN OPRICHTING , WAARAAN HET CONTRACT IS GEGUND , THANS OG NIET DAARAAN ZOU VOLDOEN .

INDIEN HERZIENING VAN DE GUNNING NIET MEER MOGELIJK IS , ZOU TOCH DE VERZEKERING MOETEN KUNNEN WORDEN VERKREGEN DAT HET TIJDELIJK CONTRACT ( ARTIKEL 8 VAN DE AANBESTEDING ) NA EEN BEPAALDE TIJD OPNIEUW WORDT AANBESTEED , OM ALLEN DIE IN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN VAN DE EEG DIT BEROEP UITOEFENEN , GELIJKE KANSEN TE BIEDEN .

IK ZOU U ZEER DANKBAAR ZIJN INDIEN U MIJ , OP DE WIJZE DIE U HET BEST PAST , OVER HET VOORGAANDE DIE NODIGE INLICHTINGEN ZOUDT KUNNEN VERSTREKKEN , EN VESTIG UW BIJZONDERE AANDACHT OG HET FEIT DAT DE AANVRAAG OM EEN VERGUNNING TOT HANDELDRIJVEN , INGEDIEND DOOR DE VENNOOTSCHAP WAARAAN HET CONTRACT IS GEGUND , IN BEHANDELING IS OP HET BEVOEGDE MINISTERIE .

MET BIJZONDERE HOOGACHTING . ' '

16 UIT DIT STUK BLIJKT DAT DE LUXEMBURGSE REISAGENTSCHAPPEN REEDS OP 17 MAART 1981 KENNIS HADDEN VAN HET GUNNINGSBESLUIT EN VAN OORDEEL WAREN DAT DE VENNOOTSCHAP WAARAAN HET CONTRACT WAS GEGUND , NIET VOLDEED AAN DE IN DE AANBESTEDING GESTELDE VOORWAARDEN .

17 DE IN ARTIKEL 173 , DERDE ALINEA , GESTELDE TERMIJN IS DUS INGEGAAN OP 17 MAART 1981 EN VERSTREKEN OP 17 MEI 1981 . HET ONDERHAVIGE , OP 4 JUNI 1981 INGESTELDE BEROEP IS DERHALVE TARDIEF .

18 ONDER DEZE ONSTANDIGHEDEN IS HET BEROEP , - NU VOOR DE INSTELLING ERVAN VERVAL VAN RECHT BLIJKT TE ZIJN INGETREDEN - NIET ONTVANKELIJK . HET ANDERE DOOR DE COMMISSIE TOT STAVING VAN DE NIET-ONTVANKELIJKHEID OPGEWORPEN MIDDEL BEHOEFT BIJGEVOLG NIET MEER TE WORDEN ONDERZOCHT .

KOSTEN

19 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . EVENWEL KAN HET HOF LUIDENS PARAGRAAF 3 , EERSTE ALINEA , IN FINE , DE PROCESKOSTEN WEGENS BIJZONDERE REDENEN COMPENSEREN .

20 IN CASU HEEFT DE COMMISSIE DE VOLLEDIGE TEKST VAN DE BRIEF VAN 17 MAART 1981 TARDIEF - NAMELIJK EERST ALS BIJLAGE BIJ HAAR DUPLIEK - OVERGELEGD , TERWIJL OVERLEGGING ALS BIJLAGE BIJ HET VERWEERSCHRIFT VOOR VERZOEKSTER AANLEIDING HAD KUNNEN ZIJN DE PROCEDURE NIET VOORT TE ZETTEN . HET HOF ZIET IN DEZE HANDELWIJZE VAN DE COMMISSIE EEN BIJZONDERE REDEN DIE COMPENSATIE VAN DE KOSTEN RECHTVAARDIGT .

HET HOF VAN JUSTITIE ( EERSTE KAMER ),

RECHTDOENDE :

1 . VERKLAART HET BEROEP NIET ONTVANKELIJK .

2 . COMPENSEERT DE PROCESKOSTEN .