Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0337

Zaak C-337/20: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — DM, LR/Caisse régionale de Crédit agricole mutuel (CRCAM) — Alpes-Provence (Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de wetgevingen – Betalingsdiensten in de interne markt – Richtlijn 2007/64/EG – Artikelen 58 en 60 – Betalingsdienstgebruiker – Kennisgeving van niet-toegestane betalingstransacties – Aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder voor deze transacties – Aansprakelijkheidsvordering ingesteld door de borg van een betalingsdienstgebruiker)

PB C 462 van 15.11.2021, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 462/20


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — DM, LR/Caisse régionale de Crédit agricole mutuel (CRCAM) — Alpes-Provence

(Zaak C-337/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Harmonisatie van de wetgevingen - Betalingsdiensten in de interne markt - Richtlijn 2007/64/EG - Artikelen 58 en 60 - Betalingsdienstgebruiker - Kennisgeving van niet-toegestane betalingstransacties - Aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder voor deze transacties - Aansprakelijkheidsvordering ingesteld door de borg van een betalingsdienstgebruiker)

(2021/C 462/20)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: DM, LR

Verwerende partij: Caisse régionale de Crédit agricole mutuel (CRCAM) — Alpes-Provence

Dictum

1)

Artikel 58 en artikel 60, lid 1, van richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van richtlijn 97/5/EG moeten aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan dat een betalingsdienstgebruiker de aanbieder van deze diensten aansprakelijk kan stellen op basis van een andere aansprakelijkheidsregeling dan de regeling in deze bepalingen wanneer deze gebruiker de in artikel 58 neergelegde kennisgevingsverplichting niet is nagekomen.

2)

Artikel 58 en artikel 60, lid 1, van richtlijn 2007/64 moeten aldus worden uitgelegd dat zij er zich niet tegen verzetten dat de borg van een betalingsdienstgebruiker zich, vanwege niet-nakoming door de betalingsdienstaanbieder van zijn verplichtingen in verband met een niet-toegestane transactie, beroept op de civielrechtelijke aansprakelijkheid van een dergelijke aanbieder, begunstigde van de borgstelling, om het bedrag van de gewaarborgde schuld overeenkomstig een gemeenrechtelijke regeling inzake contractuele aansprakelijkheid te betwisten.


(1)  PB C 339 van 12.10.2020.


Top