This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013TA1213(09)
Report on the annual accounts of the Executive Agency for Health and Consumers for the financial year 2012, together with the Agency’s replies
Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
PB C 365 van 13.12.2013, p. 57–65
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 365/57 |
VERSLAG
over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
2013/C 365/09
INLEIDING
1. |
Het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (hierna: „Agentschap” ofwel „EAHC”), gevestigd te Luxemburg, werd opgericht bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie (1) en omgevormd bij Besluit 2008/544/EG (2). Het werd ingesteld voor een periode die begon op 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2015, voor het beheer van de acties van de Unie op het gebied van volksgezondheid en consumentenbeleid (3). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. |
De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
3. |
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:
|
De verantwoordelijkheid van de leiding
4. |
Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie (6) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:
|
De verantwoordelijkheid van de controleur
5. |
De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (8) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. |
6. |
De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. |
7. |
De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring. |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
8. |
Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
9. |
Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. |
10. |
De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER
11. |
Van de uit 2011 overgedragen 1,1 miljoen euro werd 0,2 miljoen euro (18 %) in 2012 geannuleerd. Hoewel dit ten dele voortvloeit uit problemen bij de raming van de kosten voor vergaderingen met externe deelnemers, wijst dit hoge niveau toch op tekortkomingen in de begrotingsplanning. |
12. |
De betalingsgraad over 2012 voor de vastgelegde kredieten is bevredigend wat de titels I en II betreft (respectievelijk 96 % en 84 %). De overdrachten voor titel III zijn echter hoog (1,1 miljoen euro ofwel 47 % van de vastgelegde kredieten voor titel III). Hoewel dit deels verband houdt met de late indiening van declaraties van kosten van dienstreizen door externe deelnemers aan vergaderingen, is dit hoge niveau in strijd met het begrotingsbeginsel van jrperiodiciteit. |
FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR
13. |
Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar. |
Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 10 september 2013.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
(1) PB L 369 van 15.12.2004, blz. 73.
(2) PB L 173 van 3.7.2008, blz. 27.
(3) Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap.
(4) Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.
(5) Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.
(6) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(7) De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.
(8) Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
BIJLAGE I
Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar
Jaar |
Opmerking van de Rekenkamer |
Status van de corrigerende maatregel (Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.) |
2011 |
Bij titel III — Uitgaven met betrekking tot de beleidsuitgaven werd een bedrag van 0,8 miljoen euro, ofwel 46 % van de gedane vastleggingen, overgedragen naar 2012. Het hoge niveau van overdrachten is in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit. |
Nog af te handelen |
BIJLAGE II
Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (Luxemburg)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikelen 168 en 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) |
Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd. Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs. De Unie vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie. Om de belangen van de consumenten te bevorderen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, draagt de Unie bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten alsmede tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming, en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevoegdheden van het Agentschap |
Doelstellingen
Taken Krachtens de hierna genoemde programma’s van de Unie is het Agentschap verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende, in het op 9 september 2008 vastgestelde delegatiebesluit omschreven taken (1):
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie |
Directiecomité Bestaat uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie. De leden van het directiecomité worden voor twee jaar benoemd. Het stelt, na goedkeuring door de Europese Commissie, het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast. Directeur Aangesteld door de Europese Commissie voor een periode van vier jaar. Externe controle Europese Rekenkamer. Kwijtingverlenende autoriteit Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2012 (2011) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen |
Definitieve begroting De administratieve begroting 2012 van het Agentschap bedroeg 7,22 (7,04) miljoen euro. Personeelsbestand per 31 december 2012 Per 31 december 2012 had het Agentschap 50 (49) statutaire personeelsleden in dienst, namelijk 11 (11) tijdelijke functionarissen en 39 (38) arbeidscontractanten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Producten en diensten in 2012 |
1. Monitoring van de in het kader van het volksgezondheidsprogramma (VGP) 2003-2008 toegekende subsidies voor 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009, succesvolle afronding van de onderhandelingen voor subsidies naar aanleiding van de in 2009 gedane oproepen tot het indienen van voorstellen, inclusief projecten, conferenties, exploitatiesubsidies, gezamenlijke acties, en beheer van de oproep tot het indienen van voorstellen 2011. Toegekende subsidies en contracten naar aanleiding van de in 2008 gedane oproepen tot het indienen van voorstellen en de uitnodiging tot inschrijving voor het consumentenprogramma (CP) 2007-2013, en projecten naar aanleiding van de uitnodigingen tot inschrijving in 2007, 2008 en 2009 voor de opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid. 2. VGP-werkprogramma
3. CP-werkprogramma
4. BOVVOVV-werkprogramma
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. |
(1) Besluit van de Commissie van 9 september 2008 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Agentschap.
(2) PB C 358 van 8.12.2011, http://ec.europa.eu/eahc/documents/health/calls/2012/WP_2012_en_for_projects.pdf.
(3) http://ec.europa.eu/eahc/health/projects.html.
(4) Zie het COM-document ter uitvoering van Besluit C(2012) 8448.
(5) Verordening (EG) nr. 882/2004 en Richtlijn 2000/29/EG.
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.
ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP
11. |
Het Agentschap neemt nota van de opmerking van de Rekenkamer. Voortdurende inspanningen hebben in de periode van 2009 tot en met 2012 geleid tot een halvering (van 36 % tot 18 %) van het percentage annuleringen van overgedragen kredieten. Deze positieve tendens zal in de komende jaren nog worden versterkt door verbeterde planning en monitoring van de acties onder titel III van de begroting. |
12. |
Het Agentschap blijft werken aan een verdere verbetering van de uitvoering van zijn begroting teneinde de betalingsgraad onder titel III van de begroting te verhogen en het percentage overdrachten naar het volgende jaar te beperken. Contractanten zullen expliciet worden verzocht hun rekeningen prompt en zo mogelijk binnen het kalenderjaar in te zenden. |