This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/108/25
Case T-15-02: Judgment of the Court of First Instance (First Chamber) of 15 March 2006 — BASF AG v Commission (Competition — Cartels in the vitamin products sector — Rights of the defence — Guidelines on the method of setting fines — Determination of the starting amount of the fine — Deterrent effect — Aggravating circumstances — Role of leader or instigator — Cooperation during the administrative procedure — Professional secrecy and principle of sound administration)
Zaak T-15/02: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 15 maart 2006 — BASF tegen Commissie ( Mededinging — Mededingingsregelingen in sector vitamineproducten — Rechten van verdediging — Richtsnoeren voor berekening van geldboete — Vaststelling van uitgangsbedrag van geldboeten — Afschrikkende werking — Verzwarende omstandigheden — Rol van leider of aanstichter — Medewerking tijdens administratieve procedure — Beroepsgeheim en beginsel van behoorlijk bestuur )
Zaak T-15/02: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 15 maart 2006 — BASF tegen Commissie ( Mededinging — Mededingingsregelingen in sector vitamineproducten — Rechten van verdediging — Richtsnoeren voor berekening van geldboete — Vaststelling van uitgangsbedrag van geldboeten — Afschrikkende werking — Verzwarende omstandigheden — Rol van leider of aanstichter — Medewerking tijdens administratieve procedure — Beroepsgeheim en beginsel van behoorlijk bestuur )
PB C 108 van 6.5.2006, p. 16–16
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
6.5.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 108/16 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 15 maart 2006 — BASF tegen Commissie
(Zaak T-15/02) (1)
(„Mededinging - Mededingingsregelingen in sector vitamineproducten - Rechten van verdediging - Richtsnoeren voor berekening van geldboete - Vaststelling van uitgangsbedrag van geldboeten - Afschrikkende werking - Verzwarende omstandigheden - Rol van leider of aanstichter - Medewerking tijdens administratieve procedure - Beroepsgeheim en beginsel van behoorlijk bestuur”)
(2006/C 108/25)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekster: BASF AG (Ludwigshafen, Duitsland) (vertegenwoordigers: N. Levy, J. Temple-Lang, solicitors, R. O' Donoghue, barrister, en C. Feddersen, advocaat)
Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: R. Wainwright en L. Pignataro-Nolin, gemachtigden)
Voorwerp van de zaak
Verzoek tot nietigverklaring of tot vermindering van de geldboeten die verzoekster zijn opgelegd bij artikel 3, sub b, van beschikking 2003/2/EG van de Commissie van 21 november 2001 inzake een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-overeenkomst (Zaak COMP/E-1/37.512 — Vitaminen) (PB 2003, L 6, blz. 1)
Dictum van het arrest
1) |
Het bedrag van de geldboeten die aan verzoekster voor de inbreuken met betrekking tot de vitaminen C en D 3, betacaroteen en carotenoïden zijn opgelegd bij artikel 3, sub b, van beschikking 2003/2/EG van de Commissie van 21 november 2001 inzake een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-overeenkomst (Zaak COMP/E-1/37.512 — Vitaminen), wordt vastgesteld als volgt:
|
2) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
3) |
Verzoekster zal viervijfde van haar eigen kosten en viervijfde van de kosten van de Commissie dragen, en deze laatste zal eenvijfde van haar eigen kosten en eenvijfde van de kosten van verzoekster dragen. |