This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/082/14
Case C-2/05: Reference for a preliminary ruling by the Arbeidshof te Brussel of 23 December 2004 in the case of Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. v N.V. Herbosch-Kiere
Zaak C-2/05: Verzoek van het Arbeidshof te Brussel, van 23 december 2004, om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en N.V. Herbosch-Kiere
Zaak C-2/05: Verzoek van het Arbeidshof te Brussel, van 23 december 2004, om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en N.V. Herbosch-Kiere
PB C 82 van 2.4.2005, p. 6–7
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
2.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 82/6 |
Verzoek van het Arbeidshof te Brussel, van 23 december 2004, om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en N.V. Herbosch-Kiere
(Zaak C-2/05)
(2005/C 82/14)
Procestaal: Nederlands
Het Arbeidshof te Brussel heeft, bij arrest van 23 december 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 5 januari 2005, in het geding tussen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en N.V. Herbosch-Kiere, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:
Mag een rechter van de ontvangststaat het bestaan van de organische band tussen de uitzendende onderneming en de gedetacheerde werknemer onderzoeken en/of beoordelen, gezien het begrip van artikel 14, lid 1, a) van de E.E.G.-verordening 1408/71 (1)„onderneming waaraan hij normaal is verbonden” vereist (overeenkomstig besluit nr. 128) dat er gedurende de detacheringsperiode een organische band blijft bestaan?
Mag een rechter van een andere lidstaat dan diegene die het genoemde bewijs (E 101-formulier) heeft afgeleverd het genoemd bewijs naast zich neerleggen en/of nietig verklaren indien uit de feitelijke omstandigheden welke aan zijn beoordeling worden voorgelegd, komt vast te staan dat de organische band tussen de uitzendende onderneming en de uitgestuurde werknemer gedurende de detacheringsperiode niet aanwezig was?
Is het bevoegd orgaan van de uitzendstaat gebonden door de beslissing van de rechter van de ontvangststaat die in de omstandigheden zoals hierboven aangeduid het genoemd bewijs (E l01-formulier) naast zich neerlegt en/of nietig verklaart?
(1) Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2).