Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Ondernemingen voor goederen- en personenvervoer: voorgeschreven werkwijzen

Ondernemingen voor goederen- en personenvervoer: voorgeschreven werkwijzen

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 1071/2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen

Verordening (EU) 2020/1055 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1071/2009 om deze aan te passen aan ontwikkelingen in de wegvervoersector

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EG) nr. 1071/2009:

  • bevat de regels voor ondernemingen die willen toetreden tot en actief willen zijn in de sector van het goederenvervoer (d.w.z. vervoer van goederen over de weg) en het personenvervoer;
  • is van toepassing op alle in de Europese Unie (EU) gevestigde ondernemingen die actief zijn (of van plan zijn actief te worden) in het vervoer van goederen of personen in ruil voor betaling.

Wijzigingsverordening (EU) 2020/1055 bevat een actualisering van de regels voor het uitoefenen van het beroep van wegvervoerondernemer om het verschijnsel van de brievenbusondernemingen* en oneerlijke concurrentie tegen te gaan.

KERNPUNTEN

Ondernemingen die actief zijn in de sector van wegvervoerondernemers, moeten:

  • werkelijk en op duurzame wijze in een EU-land gevestigd zijn;
  • betrouwbaar zijn;
  • voldoende financiële draagkracht bezitten, en
  • de vereiste vakbekwaamheid bezitten.

Vervoersmanager

Ieder wegvervoerbedrijf moet een vervoersmanager aanwijzen die verantwoordelijk is voor de permanente leiding over de vervoersactiviteiten. Deze manager moet zijn of haar woonplaats in de EU hebben en een reële band hebben met de onderneming, bijv. als werknemer, beheerder of aandeelhouder.

Hoe kun je wegvervoerondernemer worden

  • Een onderneming die wegvervoerondernemer wil worden, moet een vestiging in een EU-land hebben met ruimten in dat EU-land waarin zij alle documenten (boekhoudkundige bescheiden, documenten inzake personeelsbeleid, gegevens over de rij- en rusttijden enz.) bewaart die vereist zijn voor haar activiteiten.
  • De onderneming moet over een of meer in dat EU-land ingeschreven voertuigen beschikken (wanneer de vergunning eenmaal is verleend) en een in dat land gelegen exploitatievestiging hebben met de juiste technische voorzieningen en faciliteiten voor de exploitatie van de voertuigen.
  • En verder:
    • mogen de onderneming en de manager niet veroordeeld zijn geweest voor eventuele inbreuken op bepaalde nationale en EU-regels met betrekking tot wegvervoer;
    • moet de onderneming in staat zijn haar financiële verplichtingen na te komen;
    • moet de manager geslaagd zijn voor een verplicht schriftelijk examen dat kan worden aangevuld met een mondeling examen.

Vergunning en toezicht

  • De EU-landen moeten een of meer bevoegde autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor:
    • de behandeling van de door bedrijven ingediende aanvragen;
    • het verlenen van vergunningen om te starten als wegvervoerondernemer;
    • het (on)geschikt verklaren van een persoon om de vervoersactiviteiten van een onderneming te leiden;
    • het uitvoeren van controles om na te gaan of een onderneming aan alle relevante vereisten voldoet.
  • Ook moeten de bevoegde autoriteiten de registratieaanvragen van bedrijven binnen drie maanden behandelen. Bovendien kunnen ze een bedrijf ongeschikt verklaren om vervoersactiviteiten te beheren.

Vereenvoudiging en administratieve samenwerking

  • Ieder EU-land moet een nationaal elektronisch register bijhouden van bedrijven die een vergunning hebben gekregen om werkzaam te zijn in de sector van wegvervoerondernemers. De bevoegde nationale autoriteiten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de gegevens in dat register.
  • De nationale registers moeten onderling gekoppeld zijn, zodat de bevoegde autoriteiten van ieder EU-land het nationaal elektronisch register van ieder ander EU-land kunnen raadplegen.

Wijzigingsverordening (EU) 2020/1055

De belangrijkste wijzigingen die door Wijzigingsverordening (EU) 2020/1055 zijn aangebracht in Verordening (EG) nr. 1071/2009, zijn de volgende:

  • de vervanging van het artikel over de voorwaarden inzake de vestigingseis voor vervoersbedrijven (artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1071/2009) om het verschijnsel van de brievenbusondernemingen te bestrijden. Hierdoor worden de vestigingsplaats van de vervoersondernemer en zijn activiteiten nauwer aan elkaar gekoppeld;
  • de uitbreiding van de regels tot bestelwagens die worden gebruikt voor internationaal vervoer (lichte bedrijfsvoertuigen met een gewicht van meer dan 2,5 ton);
  • de verplichting voor de Europese Commissie om uitvoeringshandelingen vast te stellen met daarin een lijst van de categorieën, types en ernst van zware inbreuken op de EU-regels;
  • de invoering van nieuwe administratieve procedures wanneer een vervoersmanager of een onderneming een ernstige inbreuk op de EU-regels heeft gepleegd;
  • de invoering van nieuwe regels met betrekking tot de betrouwbaarheidsstatus van een vervoerder: een vervoersmanager kan niet eerder dan één jaar na de datum van het verlies van de betrouwbaarheidsstatus worden gerehabiliteerd. Managers moeten na het verlies van de betrouwbaarheidsstatus aantonen dat ze een minimaal opleidingsniveau hebben gevolgd of met succes een examen hebben afgelegd waaruit blijkt dat ze over kennis van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1071/2009 vermelde onderwerpen beschikken;
  • de herziening van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1071/2009, waarbij de zwaarste inbreuken worden verduidelijkt;
  • de verplichting voor vervoersbedrijven om aan te tonen, aan de hand van hun door een accountant of een daartoe naar behoren gemachtigde persoon gecertificeerde jaarrekeningen, dat zij voor elk jaar beschikken over specifieke niveaus van vermogen en reserves.

VANAF WANNEER IS DEZE VERORDENING VAN TOEPASSING?

  • Verordening (EG) nr. 1071/2009 is van toepassing sinds 4 december 2011.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2020/1055 is van toepassing vanaf 21 februari 2022.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Brievenbusondernemingen: ondernemingen die zijn opgericht om gebruik te maken van de mazen in de wetgeving. Zij verlenen zelf geen diensten aan klanten, maar dienen als façade voor diensten die door de eigenaars worden verricht (COM(2013) 122 final).

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51-71)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1071/2009 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU) 2020/1055 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 houdende wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1071/2009, (EG) nr. 1072/2009 en (EU) nr. 1024/2012 teneinde ze aan te passen aan ontwikkelingen in de wegvervoersector (PB L 249 van 31.7.2020, blz. 17-32)

GERELATEERD DOCUMENT

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging in de periode van 4 december 2011 tot en met 31 december 2012 van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1071/2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen (Eerste verslag van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen inzake de toegang tot het beroep van wegvervoerondernemer door de lidstaten) (COM(2014) 592 final van 25 september 2014).

Laatste bijwerking 09.10.2020

Top