Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Specifiek programma Strafrecht (2007-2013)

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Specifiek programma Strafrecht (2007-2013)

Dit besluit stelt het programma Strafrecht in. Het programma is een van de vijf pijlers van het algemene programma Grondrechten en justitie, dat tot doel heeft in de Europese Unie (EU) een echte ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen. Het programma Strafrecht moet de samenwerking en het wederzijdse vertrouwen tussen de justitiële autoriteiten, de juridische beroepsbeoefenaren en EU-landen bevorderen.

BESLUIT

Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het Algemene programma Grondrechten en justitie.

SAMENVATTING

Dit besluit stelt het specifieke programma Strafrecht in. Het programma is een van de vijf specifieke programma’s van het algemene programma Grondrechten en justitie, dat is opgezet om in de Europese Unie (EU) een echte ruimte van vrijheid, veiligheid en recht tot stand te brengen.

Het programma Strafrecht bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013.

Algemene doelstellingen

Het programma Strafrecht beoogt de totstandbrenging van een Europese justitiële ruimte. Het streeft vier algemene doelstellingen na, te weten:

  • bevorderen van de justitiële samenwerking in strafzaken;
  • op elkaar afstemmen van de rechtsstelsels van de EU-landen onderling en tussen die van de EU-landen en de EU;
  • verbeteren van de contacten en van de uitwisseling van informatie en goede praktijken tussen justitiële en administratieve autoriteiten en beoefenaren van juridische beroepen en aanmoedigen van de opleiding van juridische beroepsbeoefenaren;
  • vergroten van het vertrouwen tussen de justitiële autoriteiten.

Specifieke doelstellingen

Het programma Strafrecht beoogt met name de bevordering van de justitiële samenwerking in strafzaken om:

  • de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen te bevorderen;
  • de rechtsstelsels van de EU-landen op elkaar af te stemmen, met name in strafzaken betreffende grensoverschrijdende zware criminaliteit;
  • minimumnormen betreffende strafvordering vast te stellen;
  • jurisdictiegeschillen te voorkomen;
  • de uitwisseling van informatie te verbeteren, bijvoorbeeld dankzij een geautomatiseerd systeem voor de uitwisseling van informatie over strafregisters;
  • de bescherming van de bij strafzaken betrokken personen en de bijstand aan slachtoffers te bevorderen;
  • de samenwerking van de EU-landen met Eurojust te versterken;
  • maatregelen te bevorderen die gericht zijn op de resocialisatie van daders.

Het programma beoogt ook de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

  • verbetering van de wederzijdse kennis van het recht en de strafrechtsstelsels van de EU-landen en bevordering van netwerkvorming, samenwerking en uitwisseling van informatie en praktijken;
  • juiste uitvoering en evaluatie van de acties van de EU op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken;
  • betere voorlichting over de rechtsstelsels van de EU-landen en over de toegang tot de rechter;
  • bevordering van de opleiding van de actoren die beroepshalve bij de werkzaamheden van de rechterlijke macht betrokken zijn met betrekking tot het Europees recht;
  • verbetering van het wederzijdse begrip tussen de EU-landen om de basis te leggen voor wederzijds vertrouwen;
  • implementatie van een geautomatiseerd systeem voor de uitwisseling van informatie uit strafregisters en onderzoek van de mogelijkheid om andere vormen van informatie-uitwisseling te ontwikkelen.

In aanmerking komende acties

Het programma Strafrecht ondersteunt verschillende initiatieven, waaronder:

  • specifieke acties van de Commissie, zoals onderzoek, uitvoering van specifieke projecten, vaststelling van indicatoren en methodologieën, ontwikkeling van netwerken van nationale deskundigen of verspreiding van informatie;
  • transnationale projecten die door verscheidene EU-landen zijn ingediend in onderlinge samenwerking (ten minste twee EU-landen of ten minste één EU-land en één toetredend of kandidaat-land);
  • activiteiten van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) of andere entiteiten die doelstellingen van algemeen Europees belang nastreven;
  • uitgaven van het Europees netwerk voor justitiële opleiding , dat in het kader van dit programma een exploitatiesubsidie kan ontvangen;
  • nationale projecten van de EU-landen kunnen onder bepaalde voorwaarden uit hoofde van dit programma individueel worden gesteund.

Doelgroep en actoren

Dit programma is met name gericht op de actoren die beroepshalve bij de werkzaamheden van de rechterlijke macht betrokken zijn, de nationale autoriteiten en de burgers van de Unie in het algemeen.

Aan het programma deelnemen kunnen openbare of particuliere organisaties, waaronder beroepsorganisaties, universiteiten, onderzoek- en opleidingscentra, beoefenaren van juridische beroepen, niet-gouvernementele organisaties, alsook, onder bepaalde voorwaarden, commerciële organisaties.

Derde landen en internationale organisaties kunnen slechts als partner aan transnationale projecten deelnemen.

Vormen van EU-financiering

Er zijn twee vormen van EU-financiering, te weten:

  • subsidies, die in principe na een oproep tot het indienen van voorstellen worden toegekend in de vorm van exploitatiesubsidies en subsidies voor acties. Het minimumpercentage van de jaarlijkse uitgaven bestemd voor subsidies moet in het jaarlijks werkprogramma worden vermeld en bedraagt ten minste 65 %. Ook het maximale medefinancieringspercentage van de kosten van projecten moet erin worden vastgesteld;
  • overheidsopdrachten worden gegund voor begeleidende maatregelen, zoals de aankoop van diensten en goederen. Het gaat daarbij met name om uitgaven met betrekking tot voorlichting en communicatie, uitvoering van en toezicht op projecten, beleidsinitiatieven, programma's en wetgeving.

Uitvoeringsmaatregelen

De Commissie voert de communautaire bijstand uit overeenkomstig het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de EU. Zij keurt ook een jaarlijks werkprogramma goed met specifieke doelstellingen, thematische prioriteiten en een beschrijving van de via overheidsopdrachten gefinancierde begeleidende maatregelen.

Bij de evaluatie en de gunning van de subsidies wordt rekening gehouden met verscheidene criteria, waaronder:

  • conformiteit met het jaarlijkse werkprogramma, de vier algemene doelstellingen, de specifieke doelstellingen en de in aanmerking komende acties;
  • kwaliteit van de actie;
  • bedrag van de gevraagde EU-financiering;
  • overeenstemming tussen de verwachte resultaten en de algemene en specifieke doelstellingen en de in aanmerking komende acties.

De toekenning van exploitatiesubsidies voor door ngo’s of het Europees netwerk voor justitiële opleiding uitgevoerde acties is ook aan bepaalde criteria onderworpen.

Complementariteit met andere programma’s

Er dienen synergieën te worden gecreëerd met andere programma’s, waaronder:

Toezicht en evaluatie

Om te zorgen dat de Commissie toezicht kan uitoefenen op de gefinancierde acties moet de begunstigde:

  • technische en financiële voortgangsverslagen overleggen en binnen drie maanden na de uitvoering van de gefinancierde actie een eindverslag indienen;
  • de bescheiden met betrekking tot de uitgaven voor de betrokken actie gedurende vijf jaar na de laatste betaling bewaren en ter beschikking van de Commissie houden.

De Commissie moet van haar kant:

  • toezicht houden en een financiële controle verrichten op de in het kader van het programma uitgevoerde acties, met name door controles ter plaatse. De Rekenkamer kan ook controles verrichten om zich te vergewissen van de goede uitvoering van de uitgaven;
  • erop toezien dat de omvang, de voorwaarden voor de toekenning van de steun en het tijdschema worden aangepast;
  • erop toezien dat al het nodige wordt gedaan om te verifiëren dat de gefinancierde acties correct worden uitgevoerd.

De Commissie moet maatregelen nemen om fraude, corruptie en andere illegale activiteiten te voorkomen. Zij voert controles uit, vordert ten onrechte betaalde bedragen terug en legt bij onregelmatigheden sancties op.

De Commissie zorgt voor een regelmatige, onafhankelijke en externe controle en evaluatie van het programma. Elk jaar maakt zij een lijst bekend van de acties die in het kader van het programma zijn gefinancierd.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2007/126/JBZ

24.2.2007

-

L 58, 24.2.2007

Laatste wijziging: 18.05.2011

Top