Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Een Europees groei-initiatief

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Een Europees groei-initiatief

1) DOELSTELLING

Het versneld vrijmaken van publieke en private financiële middelen voor investeringen in netwerkinfrastructuren en kennis, sectoren met een sterk groeipotentieel.

2) MAATREGEL

Mededeling van de Commissie van 11 november 2003 - Een Europees groei-initiatief - Investeren in netwerken en kennis ten behoeve van groei en werkgelegenheid - Eindverslag aan de Europese Raad [COM(2003) 690 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

3) SAMENVATTING

Dit initiatief beoogt bij te dragen tot de groei van de Europese economie. Het omvat de noodzakelijke maatregelen voor het aantrekken van de nodige financiële middelen, zowel publieke als private, voor investeringen in netwerken en kennis. Dit initiatief komt tegemoet aan de conclusies van de Europese Raad van oktober 2003, die de lidstaten tevens heeft verzocht een gezond macro-economisch beleid te blijven voeren en de structurele hervormingen versneld door te voeren. In december 2003 heeft de Europese Raad van Brussel (DE) (EN) (FR) het initiatief definitief goedgekeurd.

De ontwikkeling van trans-Europese netwerken (TEN's) voor vervoer, energie en telecommunicatie zijn van essentieel belang, evenals investeringen in onderzoek en innovatie. Zij stimuleren de groei en het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven, en leveren een bijdrage aan de totstandkoming van de uitgebreide interne markt binnen het raamwerk van de doelstellingen van het economische en sociale cohesiebeleid (esdeenfr).

De 3 hoofdpunten van het Europees initiatief zijn:

  • de aanvang van het snelstartprogramma ("Quick start programme");
  • de coördinatie van de bestaande en nieuwe communautaire financiële instrumenten;
  • juridische en administratieve stimuleringsmaatregelen.

Aanvang van het snelstartprogramma

Het snelstartprogramma, dat centraal staat in het Europees groei-initiatief, omvat 54 prioritaire projecten van Europees belang, die binnen drie jaar van start kunnen gaan. Tussen nu en 2010 is hier een totaal investeringsvolume van 62 miljard euro mee gemoeid. De prioritaire projecten zijn vastgesteld op basis van vier criteria: de mate waarin het project is uitgekristalliseerd, de grensoverschrijdende component, het effect op de groei en innovatie en de voordelen voor het milieu.

Deze 54 projecten bestrijken de volgende terreinen:

  • netwerkinfrastructuren;De Commissie heeft 29 trans-Europese vervoersnetwerken aangewezen, waarvoor tussen nu en 2010 een investering van 38 miljard euro nodig is. Een belangrijke doelstelling hiervan is de modaliteitsverschuiving van weg naar spoor of van weg naar zee. Het satellietnavigatiesysteem GALILEO is één van de geselecteerde projecten.In de energiesector (elektriciteit en aardgas) zijn 17 verbindingen geselecteerd, waarmee tot 2010 een investeringsbedrag van 10 miljard euro is gemoeid. De achtergelegen doelstelling is het diversifiëren en veiligstellen van de energievoorziening in de Unie in het licht van de uitbreiding. Drie projecten op het gebied van breedbandcommunicatie zullen de ontwikkeling van communicatienetwerken met hoge capaciteit bespoedigen. Zij zullen zich respectievelijk toeleggen op het dichten van de digitale kloof door breedbandverbindingen tot stand te brengen in afgelegen en plattelandsgebieden, op de ondersteuning van onderzoek naar mobiele technologieën en op de verbetering van het Géant-netwerk, dat universiteiten, onderzoekscentra en hogeronderwijsinstellingen met elkaar verbindt.
  • onderzoek, ontwikkeling en innovatie;Tot 2010 zal er een bedrag van circa 14 miljoen euro worden besteed aan vijf projecten op dit terrein. Drie daarvan zullen zich richten op de volgende sleutelsectoren: nano-elektronica, lasers van de volgende generatie en het gebruik van waterstof als energiebron. De twee andere projecten zullen de aanwezigheid van de Unie in de ruimte vergroten: het nieuwe satellietsysteem voor de wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid (GMES) en de bouw van een lanceerinstallatie voor Sojoez-raketten.

Dit is geen uitputtend overzicht. Ook andere projecten die voldoen aan bovengenoemde criteria, kunnen voor steun in aanmerking komen.

Welke zijn de bestaande en nieuwe Europese financieringsinstrumenten?

De Europese Unie en de Europese Investeringsbank (EIB) zullen een ruime bijdrage leveren aan de financiering van het initiatief. Op dit moment zijn de volgende middelen reeds beschikbaar of gepland:

  • bijdrage uit de Gemeenschapsbegroting;Het begrotingsonderdeel TEN-Vervoer draagt per jaar 700 miljoen euro bij. Er loopt een voorstel van de Commissie om de bijdrage van de communautaire steun in de totale kosten van alle TEN-projecten te verhogen van 10 procent naar 30 procent.De structuurfondsen financieren infrastructuurinvesteringen (vervoer, energie en telecommunicatie), onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie voor een bedrag van ongeveer 60 miljard euro. Het Cohesiefonds draagt jaarlijks tot 1,5 miljard euro bij in de vier Cohesielanden (Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland).In het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling wordt 17,5 miljard euro uitgetrokken voor de ondersteuning van onderzoek. Een bijzonder budget van 300 miljoen euro is bestemd voor de totstandbrenging van een snelle communicatie-backbone (GÉANT).
  • inbreng van de Europese Investeringsbank (EIB);Voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie zal in het kader van het initiatief "Innovatie 2010" van de EIB een bedrag van 50 miljard euro beschikbaar worden gesteld tot 2010.Vanuit het Europees Investeringsfonds (EIF) is er eveneens ondersteuning van innovatie door middel van risicokapitaal. 185 risicokapitaalfondsen ondersteunen 1500 hightech-ondernemingen ten bedrage van 10 miljard euro, waarvan 2,5 miljard uit het EIF. De EIB is bereid een extra bedrag van 500 miljoen euro te reserveren.

Wil het initiatief slagen, dan moeten de verschillende financieringsbronnen goed worden gecoördineerd. Hoe beter ze worden gemobiliseerd, hoe efficiënter het optreden van de betrokken actoren is. De Europese Commissie en de EIB hebben praktische methoden ontwikkeld om synergie te bewerkstelligen tussen de activiteiten van de Bank, de structuurfondsen en het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling. In het kader van het economische en sociale cohesiebeleid moeten deze methoden voornamelijk de gezamenlijke programmering van steunverleningen vergemakkelijken. Het betreft hier vooral het opnemen van de samenvattende betalingsverplichtingen van de EIB in de programmeringsdocumenten voor de regio's en de adequate aanpassing van het steunpercentage aan de globale kosten van een operatie.

De Commissie en de EIB onderzoeken de mogelijkheden om de particuliere investeringen te verhogen. Daarbij denken zij met name aan de volgende vier innovatieve financieringsinstrumenten:

  • beschikbaarstelling van eigen vermogen of quasi-eigen vermogen door derden;In het kader van de financiële regeling voor TEN's kan door gespecialiseerde beleggingsfondsen worden deelgenomen in de begroting van projecten.
  • securitisatie;Securitisatie kan ertoe bijdragen de op de financiële markten beschikbare hoeveelheid middelen voor nieuwe groeibevorderende investeringen te verhogen. Via een securitisatiefonds kunnen aan infrastructuurprojecten deelnemende financiële instellingen hun leningsportefeuilles bundelen en securitiseren om ze bij institutionele beleggers onder te brengen.
  • faciliteit voor gestructureerde financiering;De EIB is bereid een bedrag van 50 miljard euro in te zetten ter ondersteuning van prioritaire TEN-projecten in het kader van de innovatieve faciliteit voor gestructureerde financiering (SFF). Met behulp van deze faciliteit kan bij grote projecten het schuldrisico worden gedeeld en gespreid. Zij zal een bijdrage leveren om de beschikbaarheid van schuldfinanciering voor de vroege, aan de eigenlijke bouw voorafgaande fasen van projecten te vergroten.
  • garantie-instrument;De Commissie werkt aan een nieuw garantie-instrument in het kader van publiek-private partnerschappen (PPP's) op het gebied van TEN's. Het zou specifieke commerciële risico's na de bouw moeten dekken, zoals de risico's van een geringer verkeersaanbod of geringere inkomsten. Geldschieters zouden dan een passende schuldendienst genieten.

Er zijn juridische en administratieve stimuleringsmaatregelen nodig

De praktijk wijst uit dat niet-financiële factoren soms grotere hinderpalen voor de levensvatbaarheid en aantrekkelijkheid van projecten zijn dan het feitelijke gebrek aan financiële middelen.

De Raad en het Europees Parlement wordt verzocht om op vijf gebieden wetgeving tot stand te brengen:

De Commissie wil zelf vooruitgang boeken op de volgende terreinen:

  • de vereenvoudiging van de procedures voor overheidssteun aan MKB's, met name op het gebied van onderzoek en innovatie;
  • de status van PPP's in de communautaire voorschriften voor overheidsopdrachten;
  • de invoering van een juridische structuur voor Europese risicokapitaalfondsen;
  • de oprichting van een aantal Europese technologieplatforms;
  • de oprichting van een Europees garantie-instrument ter dekking van na de bouw optredende risico's in verband met TEN-vervoersprojecten.

Welke statistische benadering van publiek-private partnerschappen ?

Hoe moet de economische eigendom van de onderliggende activa in het publiek-private partnerschap worden vastgesteld, los van de juridische bepalingen inzake eigendom? Zijn dit activa van de overheid of activa van de particuliere partner? De toepassing van het beginsel volgens welk de economische eigendom van activa afhangt van de vraag welke partij de aan de activa verbonden risico's en opbrengsten draagt, respectievelijk krijgt, levert immers een probleem op bij PPP's. Het groei-initiatief zal opheldering verschaffen in deze kwestie, waar voorjaar 2004 een definitieve beslissing over genomen zal worden.

Beoordeling van de geboekte vooruitgang

De met het groei-initiatief geboekte vooruitgang zal vanaf 2005 regelmatig worden beoordeeld in het kader van de jaarlijkse verslaglegging aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad. Bovendien zal het initiatief vijf jaar na de start uitgebreider worden beoordeeld.

4) toepassingsbepalingen

5) verdere werkzaamheden

Laatste wijziging: 27.06.2006

Top