This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0049
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS in accordance with Article 117(4) of REACH and Article 46(2) of CLP, and a review of certain elements of REACH in line with Articles 75(2), 138(2), 138(3) and 138(6) of REACH
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S in overeenstemming met artikel 117, lid 4, van de REACHverordening en artikel 46, lid 2, van de CLPverordening en een evaluatie van bepaalde elementen van de REACHverordening overeenkomstig artikel 75, lid 2, en artikel 138, leden 2, 3 en 6, van die verordening
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S in overeenstemming met artikel 117, lid 4, van de REACHverordening en artikel 46, lid 2, van de CLPverordening en een evaluatie van bepaalde elementen van de REACHverordening overeenkomstig artikel 75, lid 2, en artikel 138, leden 2, 3 en 6, van die verordening
/* COM/2013/049 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S in overeenstemming met artikel 117, lid 4, van de REACHverordening en artikel 46, lid 2, van de CLPverordening en een evaluatie van bepaalde elementen van de REACHverordening overeenkomstig artikel 75, lid 2, en artikel 138, leden 2, 3 en 6, van die verordening /* COM/2013/049 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN
DE REGIO'S in overeenstemming met artikel 117, lid 4,
van de REACH‑verordening en artikel 46, lid 2, van de CLP‑verordening
en een evaluatie van bepaalde elementen van de REACH‑verordening
overeenkomstig artikel 75, lid 2, en artikel 138, leden 2, 3 en 6, van die
verordening (Voor de EER relevante tekst) 1. Inleiding De REACH-verordening[1] (REACH)
heeft tot doel een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de mens en
het milieu, alsmede het vrije verkeer van stoffen op de interne markt te
waarborgen en tegelijkertijd het concurrentievermogen en de innovatie te
vergroten en de verantwoordelijkheid voor het beheer van chemische risico's van
de overheid naar de sector te verschuiven. Deze verordening is in werking
getreden op 1 juni 2007. Ten tijde van de vaststelling van de verordening
bracht REACH belangrijke uitdagingen en vragen voor alle belanghebbenden met
zich mee. REACH vereiste nieuwe vormen van samenwerking met het oog op de
uitwisseling van informatie tussen bedrijven, een betere communicatie in de
hele toeleveringsketen, en de ontwikkeling van instrumenten om bedrijven en
overheden bij de uitvoering te leiden en bij te staan. Vijf jaar na de inwerkingtreding van REACH zijn er
wat betreft de uitvoering belangrijke mijlpalen bereikt. De uiterste termijn
voor de eerste registratie in 2010 was een succes, de sector voldeed aan haar
verplichtingen met 24 675 ingediende registratiedossiers over 4 300
verschillende stoffen. Hierdoor is de kwaliteit van de beschikbare gegevens
voor risicobeheer aanzienlijk verbeterd, waardoor het nominaal risico voor de
geregistreerde stoffen aanzienlijk is afgenomen. De overheidsinstanties hebben
hun rol gespeeld, bijvoorbeeld door via het netwerk van helpdesks, die in alle
lidstaten beschikbaar zijn, duizenden vragen te beantwoorden, voor het grootste
deel afkomstig van kleine en middelgrote ondernemingen. Het Europees Agentschap
voor chemische stoffen (ECHA), dat in 2007 werd opgericht, is inmiddels
volledig operationeel. In dezelfde periode heeft de Commissie 330 miljoen
euro beschikbaar gesteld om onderzoek en andere activiteiten te financieren met
het oog op de ontwikkeling van alternatieve methoden ter vervanging van
dierproeven. Vijf jaar na de inwerkingtreding heeft de
Commissie een aantal rapportage- en evaluatieverplichtingen, die zij met dit
verslag nakomt. Bovendien verschaft dit verslag de Commissie een platform om
verslag uit te brengen over de resultaten van een aantal meer algemene
beoordelingen van de werking van REACH. Een begeleidend werkdocument van de
diensten van de Commissie[2]
bevat verdere details van de bevindingen die voor de conclusies en
aanbevelingen van dit verslag werden gebruikt. In overeenstemming met REACH[3] moet de
Commissie verslag uitbrengen over de opgedane ervaring inzake de werking van de
verordening en over de middelen die door de Commissie beschikbaar zijn gesteld
voor de ontwikkeling en evaluatie van alternatieve testmethoden. Ook belast
REACH de Commissie met de taak om de voorschriften te evalueren voor de
registratie van stoffen die in kleine hoeveelheden worden gebruikt, verslag uit
te brengen over de eventuele noodzaak om bepaalde soorten polymeren te registreren,
te beoordelen of het toepassingsgebied van REACH dient te worden gewijzigd om
overlappingen met andere toepasselijke EU‑bepalingen te vermijden en een
evaluatie van ECHA uit te voeren. 2. Algemene conclusies over de
verwezenlijking van de doelstellingen van REACH 2.1. De gezondheid van de mens en
het milieu REACH werd vastgesteld om een hoog niveau van
bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu, inclusief de
bevordering van alternatieve beoordelingsmethoden voor gevaren van stoffen, alsmede
het vrije verkeer van stoffen op de interne markt te waarborgen en
tegelijkertijd het concurrentievermogen en de innovatie te vergroten. REACH
staat centraal in het engagement van de EU in het kader van het uitvoeringsplan
dat tijdens de Wereldtop voor duurzame ontwikkeling in 2002 is aangenomen en
dat ervoor moet zorgen dat chemische stoffen uiterlijk in 2020 worden
geproduceerd en gebruikt met zo weinig mogelijk negatieve gevolgen voor de
gezondheid van de mens en het milieu. Op grond van REACH is een systematische
registratie van stoffen vereist. De registratie zou het veilig gebruik van
stoffen moeten documenteren door informatie op te nemen over de gevaren van de
stof, zodat registranten stoffen kunnen indelen en etiketteren,
risicobeheersmaatregelen kunnen vaststellen en deze informatie kunnen doorgeven
aan de verdere toeleveringsketen. Voor stoffen in hoeveelheden van meer dan 10
ton moeten registranten een chemischeveiligheidsbeoordeling uitvoeren om na te
gaan of aanvullende risicobeperkende maatregelen nodig zijn. REACH verbetert de controle van afzonderlijke
stoffen. De beperkingen zijn gericht op het beheersen van risico’s die de
sector niet afdoende onder controle kan houden. Met betrekking tot gezondheid
en milieu moet de autorisatieprocedure ervoor zorgen dat de risico's van zeer
zorgwekkende stoffen (SVHC) worden beheerst en dat die stoffen gestaag worden
vervangen door geschikte alternatieven mits die economisch haalbaar en
technisch uitvoerbaar zijn. Hoewel het bereiken van die doelstellingen het
gebruik van dieren voor laboratoriumexperimenten vereist, bevat REACH een
aantal gedetailleerde verplichtingen met de bedoeling dierproeven te beperken
en biedt de verordening stimulansen voor het gebruik en de ontwikkeling van
alternatieve beoordelingsmethoden voor gevaren. Kortom, de doelstelling van REACH op het gebied
van gezondheid en milieu zal naar verwachting worden gerealiseerd door (1) een
betere kennis van de eigenschappen en het gebruik van stoffen, die tot betere
veiligheids- en controlemaatregelen leidt en die de blootstelling en daardoor
ook de negatieve gevolgen voor de gezondheid van de mens en het milieu beperkt;
en (2) het gebruik van minder gevaarlijke alternatieve stoffen of technologieën
ter vervanging van zeer zorgwekkende stoffen. 2.1.1. Verwachtingen ten aanzien van
REACH De mogelijke voordelen voor de gezondheid en het
milieu (hierna "voordelen" genoemd) werden geëvalueerd in het kader
van de effectbeoordeling van REACH in 2003[4]. De voordelen van REACH komen voort uit de
toepassing van passende risicobeperkende maatregelen – in eerste instantie door
de sector, in tweede instantie in opdracht van overheidsinstanties –, die wordt
mogelijk gemaakt door de systematische verzameling van informatie over de
gevaren en het gebruik van chemische stoffen. De effectbeoordeling illustreerde de potentiële
omvang van de verwachte voordelen voor de gezondheid op lange termijn ten
gevolge van deze risicobeperkende maatregelen. Er werd van uitgegaan dat de
positieve gevolgen van REACH voor de volksgezondheid 10 jaar na het begin
van de uitvoering, d.w.z. in 2018, zouden aanvangen, en dat zij na nog eens
20 jaar volledig zichtbaar zouden worden, wat op gezondheidsvlak in
30 jaar een totale winst dankzij REACH van om en bij de 50 miljard
euro (geactualiseerd) zou opleveren. De milieuvoordelen van REACH op lange
termijn werden in een ander onderzoek geschat op maximaal 50 miljard euro
(geactualiseerd) over een periode van 25 jaar[5]. Ondanks methodologische problemen was de
algemene conclusie dat de voordelen van REACH naar verwachting ruimschoots
zouden opwegen tegen de kosten. 2.1.2. Bevindingen Zoals verwacht is het nu, vijf jaar na de
inwerkingtreding van REACH, nog te vroeg om de voordelen te kwantificeren. De
Commissie heeft in plaats daarvan de eerste trends bestudeerd op basis van het
onderzoek van kwalitatieve informatie en een representatieve reeks
kwantitatieve indicatoren. De Commissie heeft de sleutelfactoren geëvalueerd
die reeds operationeel zijn en bijzonder belangrijk om de voordelen tot stand
te brengen, namelijk: registratie, informatie in de toeleveringsketen,
autorisatie en beperkingen. Ook werden maatregelen onderzocht die tot de
voordelen bijdragen, zoals dossierbeoordeling, het verstrekken van
richtsnoeren, inspecties en handhavingsactiviteiten. De Commissie merkt hierbij het volgende op: –
een grotere hoeveelheid informatie leidt tot
wijzigingen in de indeling, waarbij de meeste stoffen strikter worden
ingedeeld. De kwaliteit van de beschikbare gegevens voor risicobeoordeling is
reeds verbeterd in vergelijking met de periode vóór REACH; –
een grotere hoeveelheid informatie in de
toeleveringsketen en verbeterde veiligheidsinformatiebladen leiden tot meer
aangewezen risicobeheersmaatregelen; dit draagt bij tot de vastgestelde daling
van het nominaal risico en heeft voordelen opgeleverd voor eindgebruikers,
zoals producenten van voorwerpen; –
versterkte verplichtingen inzake zeer zorgwekkende
stoffen door de lijst van stoffen die in aanmerking komen en door de
autorisatiebepalingen hebben geleid tot grotere inspanningen voor de vervanging
van die stoffen in de toeleveringsketen. Er is dus zichtbare vooruitgang inzake de
realisatie van de doelstelling van REACH op het gebied van menselijke
gezondheid en milieu. Verwacht wordt dat deze tendens nog zal versnellen
naarmate de overige sleutelfactoren die voordelen kunnen opleveren, volledig
operationeel worden. Desondanks merkt de Commissie een aantal belangrijke
tekortkomingen op die de verwezenlijking van de voordelen zouden kunnen belemmeren:
–
volgens ECHA is gebleken dat veel
registratiedossiers niet in orde zijn, ook met betrekking tot de identiteit van
de stof; –
volgens ECHA zijn er onvoldoende beoordelingen door
de registranten van de mate waarin een stof persistent, bioaccumulerend en
toxisch (PBT) is en van de mate waarin een stof zeer persistent en zeer
bioaccumulerend (zPzB) is; –
volgens de sector zijn er problemen met betrekking
tot de inhoud en vorm van de uitgebreide veiligheidsinformatiebladen. Op basis van het voorgaande, a) verzoekt de Commissie de sector om de
kwaliteit van de registratiedossiers eerst te verhogen door zich te richten op
een strikte naleving van de voorschriften in alle dossiers en door de dossiers
onmiddellijk bij te werken wanneer dit nodig is; b) moedigt de Commissie ECHA en de lidstaten
aan om de inspanningen voor naleving van de informatie-eisen met betrekking tot
de dossiers op te voeren; c) moedigt de Commissie ECHA en de sector
aan om de problemen met betrekking tot de samenstelling, de overdracht en het
gebruik van de uitgebreide veiligheidsinformatiebladen aan te pakken en deze
derhalve als een belangrijk risicobeheersinstrument te promoten; d) zal de Commissie in nauw contact met ECHA
verdere praktische informatie verzamelen voor een verbeterde identificatie van
de stoffen en bepaling van "gelijkheid". Eventueel kan de Commissie
maatregelen voorstellen, met inbegrip van uitvoeringswetgeving; e) zal de Commissie in samenwerking met de
lidstaten en ECHA haar inspanningen voor de identificatie van relevante zeer
zorgwekkende stoffen opvoeren en daarbij voortbouwen op het RMO-kader (opties
voor risicobeheer). 2.2. Interne markt en
concurrentievermogen Van 1999 tot 2009 is de chemische sector in de EU
iets meer gegroeid dan het gemiddelde voor alle fabricagesectoren en zij is de
crisis van 2008 grotendeels te boven. De sector noteert een positieve
handelsbalans en presteert bijzonder goed op het vlak van specialiteitenchemie
met hoge marges. Toen REACH in 2003 werd voorgesteld, beschikte de
EU over de grootste markt voor chemische stoffen ter wereld met bij benadering
30 % van de wereldwijde verkoop van chemische stoffen. Tegenwoordig
behaalt zij ongeveer 21 %, terwijl China nu over de grootste markt voor
chemische stoffen beschikt. Desondanks blijft de chemische sector van de EU de
grootste exporteur ter wereld en in absolute cijfers is haar omzet gestegen. REACH heeft de interne markt, een van de
sleutelfactoren voor de groei en het concurrentievermogen van de chemische
sector, verder geharmoniseerd. De sector erkent de positieve economische
gevolgen voor hun activiteiten, ook al blijven nog een aantal belemmeringen
bestaan. In dit kader herinnert de Commissie de lidstaten eraan dat alle
bepalingen van REACH samenhangend en geharmoniseerd moeten worden geïnterpreteerd
en in het bijzonder de concentratiedrempel van 0,1 % van zeer zorgwekkende
stoffen in voorwerpen[6].
Onverminderd de uitlegging die de Commissie aan deze bepalingen geeft en
onverminderd de lopende procedures tegen lidstaten wegens niet-nakoming van een
verplichting uit hoofde van de Verdragen, verzoekt de Commissie de lidstaten en
de andere belanghebbenden om de eventuele gevolgen van de huidige
REACH-bepaling voor het milieu en de gezondheid te kwantificeren. De kosten voor de REACH-registratie heeft sommige
bedrijven er voor bepaalde stoffen van weerhouden om op de markt te
concurreren, waardoor in deze gevallen de marktconcentratie en de prijzen zijn
toegenomen. Een mogelijk positief gevolg hiervan is dat een verdergaande
specialisatie van leveranciers van chemische stoffen evenals nieuwe
bedrijfsmodellen (zoals chemische leasing) de veiligheid kunnen vergroten. Dat
sommige toeleveringsketens moeten worden geherstructureerd, biedt nieuwe
mogelijkheden; kleine en middelgrote ondernemingen zijn omwille van beperkingen
van financiële en organisatorische aard minder geneigd deze mogelijkheden te
benutten, tenzij zij behoorlijk worden ondersteund. De registratie heeft ook invloed gehad op de
downstreamgebruikers die zich in het algemeen minder bewust zijn van hun rol in
REACH. Hun situatie moet verder worden bewaakt, vooral in het kader van
registratietermijnen in de toekomst. In het bijzonder moet aandacht worden
besteed aan de situatie van producenten van voorwerpen en aan de kosten voor de
administratie van REACH. Aangezien veruit de meeste downstreamgebruikers kleine
en middelgrote ondernemingen zijn, verdient deze groep bijzondere aandacht om
de uitvoering van REACH te verbeteren. In een aanzienlijk aantal kleine en middelgrote
ondernemingen is men niet op de hoogte van zijn rol en verplichtingen in het
kader van REACH; is men hiervan wel op de hoogte, dan heeft men wel eens een
verkeerd beeld van de precieze omvang van zijn verplichtingen. Daarom zijn
verdere maatregelen nodig ter ondersteuning en begeleiding van deze bedrijven.
De bezorgdheid van de Commissie over de gevolgen van REACH voor kleine en
middelgrote ondernemingen wordt nog versterkt door een recente enquête[7], die
aantoont dat REACH door kleine en middelgrote ondernemingen als een van de tien
meest hinderlijke EU‑wetgevingsteksten wordt beschouwd. Op basis van het voorgaande, a) zal de Commissie nagaan hoe de financiële
gevolgen van de verordening kunnen worden verminderd, in het bijzonder voor
kleine en middelgrote ondernemingen, onder meer door de verdeling van de
registratievergoedingen te herzien om grotere kortingen te kunnen toestaan aan
kleine en middelgrote ondernemingen, en door ECHA te verzoeken meer specifieke
richtsnoeren te verstrekken met betrekking tot transparantie, non-discriminatie
en eerlijke kostenverdeling; meer specifieke aanbevelingen van de Commissie om
de gevolgen van de verordening voor kleine en middelgrote ondernemingen te
beperken zijn opgenomen in een bijlage bij dit verslag; b) moedigt de Commissie ECHA en de sector
aan de problemen rond transparantie, communicatie en kostenverdeling binnen het
informatie-uitwisselingsforum voor stoffen (SIEF) aan te pakken, de
samenwerking ter stroomlijning van de procedures op te voeren en
gebruikersgerichte richtsnoeren te ontwikkelen, telkens met bijzondere aandacht
voor de kleine en middelgrote ondernemingen en de kosten; c) merkt de Commissie op dat sommige landen
bepaalde beginselen van REACH in hun wetgeving inzake chemische stoffen
overnemen; erkent zij dat de verschillen op het vlak van regelgeving tussen de
EU en belangrijke andere markten blijven bestaan, wat invloed kan hebben op het
externe concurrentievermogen van de EU; zal zij wetgeving die met REACH
verenigbaar is, internationaal blijven promoten; d) erkent de Commissie de uitdagingen waar
veel bedrijven (met inbegrip van downstreamgebruikers) voor staan, die in 2013
en 2018 voor het eerst moeten voldoen aan registratie- en daarmee verbonden
verplichtingen. Bijgevolg zal zij de beschikbare middelen benutten om vóór
afloop van de volgende registratietermijnen na te gaan in hoeverre de sector
hierop is voorbereid. Bovendien moedigt zij de lidstaten en ECHA aan de
inspanningen te versterken om de sector te helpen zich op deze cruciale
mijlpalen voor te bereiden. 2.3. Innovatie REACH beoogt innovatie te vergroten. De
communicatie in de toeleveringsketen verschaft chemische bedrijven nieuwe
informatie over de klanten en hun behoeften. Veel bedrijven geven aan dat die
informatie een positief effect heeft op innovatie. Het verzamelen van
informatie voor de registraties inspireert tot innovatief gebruik van bestaande
stoffen. REACH heeft het onderzoek naar nieuwe stoffen
positief beïnvloed dankzij een in het algemeen gelijke behandeling van nieuwe
en geleidelijk geïntegreerde stoffen. Het aantal registraties van nieuwe
stoffen is gestegen overeenkomstig de verwachtingen vóór de vaststelling van
REACH. REACH stimuleert innovatie ook door middel van de
vrijstelling van registratie voor onderzoek en ontwikkeling gericht op producten
en procedés (PPORD). De sector als geheel heeft dit toegejuicht, maar de
Commissie merkt op dat maar weinig kleine en middelgrote ondernemingen zich tot
dusver met PPORD hebben beziggehouden. We kunnen dus concluderen dat REACH haar
doelstelling met betrekking tot innovatie verwezenlijkt, ook al bestaat de
innovatiekloof (bijvoorbeeld met betrekking tot de O&O-intensiteit) tussen
de Europese Unie enerzijds en de Verenigde Staten en Japan anderzijds nog
steeds, en ook al neemt de druk vanuit de opkomende economieën toe. De
Commissie zal blijven waken over het effect van REACH op innovatie, in het
bijzonder op nieuwe technologische terreinen, en zij zal hierover uiterlijk op
1 januari 2015 verslag uitbrengen. 3. Algemeen verslag over de opgedane ervaring
inzake de werking van REACH 3.1. Verslagen van de lidstaten
over de werking van REACH In artikel 117, lid 1, werden de lidstaten
verzocht uiterlijk op 1 juni 2010 verslag uit te brengen over de
werking van REACH op hun grondgebied. Alle lidstaten hebben bevoegde instanties
aangewezen. In totaal zijn er 40 bevoegde instanties in de EU‑
en EER‑lidstaten, aangezien zeven lidstaten over meer dan een instantie
beschikken. De bevoegde instanties spelen een belangrijke rol
in alle REACH‑procedures. Doeltreffende communicatie en samenwerking van
deze instanties onderling en ook met de Commissie en de andere belanghebbenden
is van essentieel belang voor een vlotte en uniforme uitvoering van REACH. Uit
de verslagen blijkt dat de meeste lidstaten de samenwerking als een positieve
ervaring beschouwen. In de verslagen wordt verder vermeld dat de
bevoegde instanties menen dat zij voor de verwezenlijking van hun taken over
beperkte middelen en vaardigheden beschikken. Handhaving behoort uitsluitend tot de
verantwoordelijkheid van de lidstaten en alle lidstaten hebben
handhavingsinstanties aangewezen. De inspecties van de lidstaten waren tot
dusver op fabrikanten (37 % van de inspecties), importeurs (23 %),
enige vertegenwoordigers (3 %) en downstreamgebruikers (36 %) gericht.
Om een meer consequente handhaving op het niveau van de Unie te verzekeren
voorzag REACH in de oprichting binnen ECHA van het Forum voor de uitwisseling
van handhavingsinformatie. Dit forum werd gezien als een nuttig
samenwerkingsplatform. De Commissie: a) zal de bevoegde instanties bijstaan om
hun knowhow te vergroten, bijvoorbeeld door instrumenten te ontwikkelen en uit
te wisselen voor de beoordeling van effecten op de innovatie en het
concurrentievermogen; b) verzoekt de lidstaten om de doeltreffendheid
van de beschikbare middelen tot het uiterste te benutten door betere
coördinatie en kennisdeling. Met betrekking tot handhaving zou er moeten worden
gestreefd naar gerichte acties en synergie met andere EU‑wetgeving; c) zal in nauwe samenwerking met het forum
handhavingsindicatoren ontwikkelen en verzoekt de lidstaten over de
doeltreffendheid van de handhaving te waken; d) zal het verslagleggingssjabloon
verbeteren en de rol van de douaneautoriteiten bij de handhaving van REACH
verduidelijken. 3.2. Verslag van ECHA over de
werking van REACH en CLP Het eerste verslag van ECHA werd ingediend in juni
2011, overeenkomstig artikel 117, lid 2. Het maakt duidelijk dat zowel de
regelgevingsinstanties als de sector in grote lijnen aan hun verplichtingen hebben
voldaan en dat REACH globaal goed functioneert. Desondanks kunnen er uit de
ervaringen tot dusver lessen worden getrokken. ECHA stelde in de werking van REACH en CLP drie
brede terreinen vast die voor verbetering vatbaar zijn: –
de sector moet de volledige verantwoordelijkheid
voor zijn registratiedossiers nemen en proactief werken aan de kwaliteit van de
dossiers, ook na de indiening bij ECHA; –
doeltreffende communicatie in de toeleveringsketen
van de informatie over stoffen en het veilig gebruik ervan verdient verdere
aandacht. Er is behoefte aan een versterking van de middelen om dit te bereiken
en aan de ontwikkeling of verbetering van instrumenten ter bevordering hiervan; –
omdat de middelen beperkt zijn, is het nodig de
stoffen adequaat te prioriteren voor verdere beoordeling in het kader van de
REACH- en CLP-procedures. Het verdere gebruik van de registratie-informatie zou
moeten worden bevorderd om de middelen van de overheidsinstanties zo goed
mogelijk te richten op het veilig gebruik van de stoffen. Er werden knelpunten met betrekking tot alle
terreinen van REACH geconstateerd; sommige ervan kunnen worden opgelost door de
uitvoering te optimaliseren, terwijl andere problemen alleen kunnen worden
opgelost indien de Commissie overweegt om wijzigingen van REACH voor te
stellen. ECHA concludeert dat de sector nu in de eerste plaats behoefte heeft
aan stabiliteit en voorspelbaarheid en beveelt niet aan om REACH op korte
termijn te wijzigen. 3.3. Dierproeven Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit het verslag
over alternatieve testmethoden dat ECHA overeenkomstig artikel 117, lid 3,
heeft opgesteld: –
bij 90 % van de registratiedossiers betrof het
een gezamenlijke indiening en er is grote vooruitgang op het gebied van het
gezamenlijke gebruik van gegevens; –
de registranten hebben op grote schaal gebruik
gemaakt van de beschikbare voorzieningen om van dierproeven af te zien; –
de kwaliteit van de verantwoordingen om van
dierproeven af te zien vraagt extra aandacht; –
de registranten stelden in het algemeen geen niet-noodzakelijke
dierproeven voor; –
de procedure om testvoorstellen in te dienen
functioneert goed; –
er werden minder testvoorstellen ontvangen dan
verwacht, wat evenwel gedeeltelijk te wijten is aan de onterechte toepassing
van alternatieven; en –
er zijn blijkbaar 107 vervolgproeven uitgevoerd
zonder testvoorstel. De Commissie heeft in de periode 2007-2011 in
totaal 330 miljoen euro besteed om de ontwikkeling en beoordeling van
alternatieve methoden te ondersteunen. Negen bevoegde instanties van de
lidstaten hebben een jaarlijkse uitgave van meer dan 100 000 euro
gerapporteerd. Over de verdeling van de middelen wordt verslag uitgebracht in
het werkdocument van de diensten van de Commissie. Inspanningen blijven nodig,
aangezien er voor een aantal complexe toxicologische eindpunten nog geen
alternatieven beschikbaar zijn. Extra aandacht zou naar het gereglementeerd
gebruik van de resultaten en naar voorlichting van de gebruikers moeten gaan. De Commissie beveelt aan: a) dat ECHA zijn inspanningen inzake dossierbeoordeling
voortzet, de richtsnoeren en de communicatie met de sector verbetert om de
kwaliteit van de ingediende verantwoordingen voor het gebruik van alternatieve
methoden te verbeteren; en b) dat ECHA de doeltreffendheid van de
openbare raadplegingen over testvoorstellen beoordeelt; deze openbare
raadplegingen zouden zich meer op alternatieven voor dierproeven moeten richten
en bovendien zouden zij nieuwe relevante informatie moeten voortbrengen; c) dat de lidstaten de naleving van de
voorschriften inzake testvoorstellen handhaven. De Commissie zal toezien op de besteding van de
middelen voor onderzoek om de ontwikkeling van alternatieve methoden aan te
moedigen overeenkomstig het desbetreffende punt van de Mededeling van de
Commissie "Combinatie-effecten van chemische stoffen"[8], daarbij
rekening houdend met de behoefte aan het gereglementeerd gebruik. De Commissie
zal in voorkomend geval ook zorgen voor de internationale en
sectoroverstijgende coördinatie. 3.4. Evaluatie van de
registratie-eisen bij stoffen in hoeveelheden van 1 tot 10 ton en van de
noodzaak om bepaalde soorten polymeren te registreren Er werd beoordeeld in hoeverre de
registratie-eisen bij stoffen in hoeveelheden van 1 tot 10 ton geschikt
zijn om gevaren voor de gezondheid van de mens en het milieu op te sporen. De
beoordeling houdt ook aandacht in voor de vaststelling van alle
indelingseindpunten op het gebied van de gezondheid van de mens en het milieu
die voldoende zijn om er een indeling in het kader van CLP op te baseren en
aandacht voor de bepaling van de aangewezen risicobeheersmaatregelen. De
Commissie bevestigt dat de informatie-eisen minder ruim zijn dan bij een
dossier in het kader van het Screening Information Data Set-programma (SIDS)
van de OESO; dit is in overeenstemming met het gegeven dat er voor stoffen in
deze hoeveelheden geen chemisch veiligheidsrapport is vereist. Momenteel beschikt de Commissie over onvoldoende
informatie over de impact op de innovatie en het concurrentievermogen om
wijzigingen voor te stellen van de informatie-eisen voor stoffen die in lage
tonnages worden geproduceerd. Evenzo evalueert de Commissie de eventuele
noodzaak om bepaalde soorten polymeren te registreren. Momenteel is er behoefte
aan meer informatie om te kunnen besluiten in hoeverre dit nodig en haalbaar
is. Gezien de mogelijke voordelen en tegelijk rekening
houdend met de kosten zal de Commissie op deze gebieden verder blijven werken
in samenwerking met de lidstaten en de andere belanghebbenden en zo nodig een
voorstel uitwerken, uiterlijk op 1 januari 2015. 3.5. Indeling, etikettering en
verpakking (CLP) De CLP-verordening[9] omvat de regels voor de indeling,
etikettering en verpakking van chemische stoffen en mengsels op het niveau van
de Unie. De belangrijkste doelstellingen zijn na te gaan of een stof of mengsel
eigenschappen vertoont die tot een indeling als gevaarlijk leiden, en de
standaardsymbolen, zinnen en verpakkingsomstandigheden te harmoniseren die
moeten worden gebruikt om de gebruikers te informeren. Voor stoffen wordt dit vermeld
in het REACH-registratiedossier. De handhaving van CLP is nauw verbonden met die
van REACH, aangezien de uitdagingen in beide gevallen soortgelijk zijn. De
lidstaten voeren hun CLP-inspecties vaak uit als onderdeel van de inspecties
voor REACH. Bovendien vervult het Forum voor de uitwisseling van
handhavingsinformatie onder beheer van ECHA zijn taken met betrekking tot beide
verordeningen. Een sterke en geharmoniseerde benadering van handhaving van CLP
en REACH in de hele Unie is essentieel om de doelstellingen ervan te
verwezenlijken. Uit hoofde van artikel 46, lid 2, van de
CLP-verordening moeten de lidstaten regelmatig verslag uitbrengen over de
resultaten van de officiële controles en de andere genomen
handhavingsmaatregelen. De eerste reeks ingediende verslagen had betrekking op
de periode van januari 2009 tot juni 2011. In totaal zijn er door 26 lidstaten
verslagen ingediend, die wat betreft de mate van detail en de behandelde
thema's sterk van elkaar verschilden. De meeste lidstaten nemen deel aan samenwerking,
coördinatie en uitwisseling van informatie en beschikken over passende sancties
om de CLP-verordening te handhaven. De meerderheid heeft ook een
handhavingsstrategie in overeenstemming met de door het forum ontwikkelde
strategie. Het totale aantal inspecties met betrekking tot specifieke producten
en individuele verantwoordelijken is gestaag toegenomen in de loop van de
laatste drie jaar. Wat betreft de knelpunten waar verdere verbetering
noodzakelijk is, kan de naleving van de wettelijke voorschriften sterk worden
verbeterd (de conformiteitspercentages lagen rond de 70 %) en moet de
verslaggeving door de lidstaten verder worden geharmoniseerd. In vergelijking met de situatie vóór de
vaststelling van de CLP-verordening, worden de Commissie en alle lidstaten nu –
dankzij de verplichting een verslag in te dienen - regelmatig op de hoogte
gebracht van de handhavingsactiviteiten en conformiteitspercentages. Dit zal
het mogelijk maken de handhavingsactiviteiten op probleemgebieden te richten en
gezamenlijke handhavingsstrategieën verder te ontwikkelen. Desondanks kan het
nodig zijn dat de lidstaten extra middelen besteden aan handhaving en
regelmatige verslaglegging om volop gebruik te maken van de opgedane ervaring
in de hele EU. Naar verwachting zal de verdere ontwikkeling van
de handhavingsstrategie van het forum met betrekking tot CLP ook de
doeltreffendheid van de handhaving voor de verbetering van het
conformiteitspercentage positief beïnvloeden. De strategie zou geharmoniseerde
en gerichte handhavingsprojecten moeten omvatten, evenals een onderdeel met
betrekking tot bewustmaking met bijzondere aandacht voor kleine en middelgrote
ondernemingen. 4. Evaluatie van ECHA De Commissie heeft ECHA onderzocht op het vlak
van: –
doeltreffendheid: de mate waarin de vastgestelde
doelstellingen worden verwezenlijkt; –
efficiëntie: de mate waarin de gewenste effecten
zijn verwezenlijkt tegen redelijke kosten; –
zuinigheid: de mate waarin middelen tijdig, in
passende hoeveelheid en kwaliteit en tegen de best mogelijke prijs beschikbaar
worden gesteld. De Commissie heeft ook de rol, de toegevoegde
waarde, de aanvaardbaarheid voor de belanghebbenden en de locatie van ECHA
beoordeeld. De evaluatie omvatte de start van ECHA, alsmede
twee belangrijke termijnen met betrekking tot REACH en één met betrekking tot
CLP. De activiteiten voor stoffenbeoordeling hadden echter nog geen aanvang
genomen en er waren evenmin al autorisatieaanvragen in ontvangst genomen. ECHA kende een succesvolle start dankzij een snel
en degelijk aanstellingsbeleid, de sterke betrokkenheid van het personeel en de
leidinggevenden, en de steun van de Finse overheid. ECHA heeft voldaan aan de meeste van zijn
hoofddoelstellingen en kan om die reden worden beschouwd als doeltreffend,
terwijl ook de meeste belanghebbenden opmerken dat ECHA goed werk heeft
geleverd. Het agentschap werd opgericht, heeft de preregistratie en registratie
doeltreffend afgehandeld en heeft de basis gelegd voor zijn taken met
betrekking tot autorisaties en beperkingen. Verder heeft het de meeste vereiste
richtsnoeren afgeleverd en de activiteiten van het netwerk van nationale REACH-
en CLP-helpdesks en het forum opgestart. De verspreiding van gegevens, de
bruikbaarheid van zoekinstrumenten op de website van ECHA, de verstrekking van
de gegevens aan de bevoegde instanties en de Commissie, en de communicatie en
transparantie in het algemeen hadden meer doeltreffend gekund. ECHA heeft in de startjaren duidelijk voorrang
gegeven aan het bereiken van de verwachte resultaten. Dit had voor gevolg dat
ECHA moest omgaan met onverwachte omstandigheden. Bovendien heeft ECHA
activiteiten verricht die strikt genomen niet door REACH worden geëist, om de
sector bij de naleving van haar verplichtingen te ondersteunen, zoals een
campagne over vorming en beheer in het kader van het
informatie-uitwisselingsforum voor stoffen (SIEF) en deelname aan de
Contactgroep directeuren[10].
De Commissie erkent dat de algehele efficiëntie werd verminderd door de
aanvullende activiteiten, maar is het eens met deze keuze van ECHA om de nadruk
op de resultaten te leggen, aangezien deze heeft bijgedragen tot de algehele
doeltreffendheid. ECHA's krachtig engagement ten aanzien van de
belanghebbenden van de sector leverde de kritiek op dat ECHA de indruk gaf de
sector voor te trekken ten nadele van andere belanghebbenden. Het staat echter
vast dat de doeltreffendheid van ECHA en het welslagen van REACH afhangen van
het vermogen van afzonderlijke bedrijven om hun verplichtingen na te komen en
van de bereidheid van de sector als geheel. De Commissie beschouwt de aanpak
van ECHA in dit verband als nóg een voorbeeld waar het agentschap in de
startfase terecht de nadruk op doeltreffendheid heeft gelegd. De Commissie is
zich volledig bewust van de diversiteit van de belanghebbenden en hun vaak
tegenstrijdige verwachtingen en vertrouwt erop dat ECHA verder zal zorgen voor
een goed evenwicht tussen onafhankelijkheid en engagement voor de
belanghebbenden, rekening houdend met het feit dat ECHA voortaan als een
agentschap op kruissnelheid moet worden beschouwd. ECHA heeft zijn vermogen tot flexibiliteit
getoond. De begrotingsplanning en ‑prognoses voldeden. ECHA heeft in zijn
werking aanpassingsvermogen aan de dag gelegd door met een aanpak inzake
risicobeheer op nieuwe situaties in te spelen, door waar nodig de middelen te
herverdelen en door zijn bereidheid om te leren en zich aan te passen. De Commissie is van mening dat ECHA voortaan zijn
centrale rol bij het technisch en administratief beheer van REACH zou moeten
spelen. Gezien de gegevens verzameld bij de evaluatie van ECHA, nodigt de
Commissie ECHA uit om: a) de efficiëntie en zuinigheid te vergroten
door bijvoorbeeld taken meer te prioriteren en de samenwerking tussen de
organen van ECHA te verbeteren; b) de activiteiten voor de belanghebbenden
voort te zetten en te verbeteren en daarbij kleine en middelgrote ondernemingen
als aparte doelgroep op te nemen en rekening te houden met hun specifieke
behoeften; c) het delen van informatie en gegevens met
de Commissie en met overheidsinstanties van de lidstaten waar mogelijk en met
inachtneming van de geheimhoudingsregels te verbeteren. De aanbevelingen van de Commissie zouden tot stand
moeten worden gebracht met de bestaande middelen die al aan het agentschap zijn
toegewezen; om die reden zullen zij geen impact hebben op de begroting bovenop
de reeds voorziene kredieten voor de volgende jaren. 5. Evaluatie van het toepassingsgebied van
REACH De Commissie heeft het verband tussen REACH en
meer dan honderd andere EU-wetgevingsteksten onderzocht om overlappingen vast
te stellen en te beoordelen. In het algemeen is de Commissie van mening dat het
toepassingsgebied van REACH goed was bepaald en er zijn geen belangrijke
overlappingen met andere EU-wetgeving vastgesteld. Niettemin werden enkele
kleine overlappingen of mogelijke overlappingen vastgesteld. In dit kader werd
de term "overlapping" ook gebruikt met betrekking tot situaties
waarin twee EU-wetgevingsteksten dezelfde situatie reglementeren, wat kan
leiden tot rechtsonzekerheid, of situaties waarin de wettelijke voorschriften
leiden tot overbodige verplichtingen voor de verantwoordelijken. Met betrekking tot de registratie zijn er enkele
minder belangrijke overlappingen of mogelijke overlappingen vastgesteld. Deze
zullen per geval worden aangepakt. Met betrekking tot de beperkingen voor
stoffen of categorieën stoffen als bedoeld in een aantal sectorspecifieke
EU-wetgevingsteksten werden enkele kleine overlappingen vastgesteld. Rekening
houdend met het feit dat er in uiteenlopende EU-wetgevingsteksten beperkingen
voor stoffen worden vastgesteld, acht de Commissie het nuttig ECHA uit te
nodigen om per afzonderlijke stof een overzicht op te stellen van alle
bestaande beperkingen in de EU-wetgeving. De Commissie zal zich inspannen om overlappingen
of mogelijke overlappingen zo gering mogelijk te maken of te vermijden door a) ECHA uit te nodigen om zo nodig de
richtsnoeren aan te passen; en b) uitvoeringswetgeving in het kader van
REACH of andere sectorspecifieke EU-wetgeving, in het bijzonder bij toekomstige
beperkingen en autorisatieplichtige stoffen. Ingeval van herziening in de toekomst van REACH of
andere toepasselijke EU-wetgeving zal de Commissie alle overblijvende gebieden
behandelen waar overlappingen werden vastgesteld. Behalve overlappingen heeft de Commissie ook
bepaalde gebieden vastgesteld waar informatie die overeenkomstig de
REACH-procedures werd verzameld, kan worden gebruikt in het kader van de
voorschriften van sectorspecifieke EU-wetgeving. Evenzo kan de informatie die werd
verzameld om aan sectorspecifieke EU-wetgeving te voldoen, nuttig zijn met het
oog op REACH[11].
6. Nanomaterialen In de tweede evaluatie van de regelgeving inzake
nanomaterialen werd het volgende geconcludeerd: "Over het geheel blijft
de Commissie ervan overtuigd dat REACH het best mogelijke kader biedt voor de
risicobeheersing in verband met nanomaterialen wanneer deze voorkomen als
stoffen of mengsels, maar is gebleken dat binnen dit kader specifiekere
voorschriften voor nanomaterialen noodzakelijk zijn. De Commissie overweegt
wijzigingen in een aantal van de REACH-bijlagen en moedigt het ECHA aan om
verdere richtsnoeren te ontwikkelen voor registraties na 2013." De Commissie zal een effectbeoordeling uitvoeren
van de relevante regelgevingsopties en in het bijzonder van mogelijke
wijzigingen van de REACH-bijlagen, om te verduidelijken hoe nanomaterialen
worden aangepakt en hoe de veiligheid in registratiedossiers wordt aangetoond.
Zo nodig zal de Commissie uiterlijk in december 2013 een ontwerpuitvoeringshandeling
indienen. 7. Conclusies Op basis van bovenvermelde bevindingen is de
Commissie van mening dat REACH goed functioneert en alle doelstellingen
verwezenlijkt die momenteel kunnen worden beoordeeld. Er werd vastgesteld dat
enkele aanpassingen nodig zijn, maar omdat het belangrijk is de stabiliteit en
voorspelbaarheid van de wetgeving te verzekeren, concludeert de Commissie dat
zij geen wijzigingen aan de bepalingen van REACH zal voorstellen. Desondanks moeten de gevolgen van REACH voor
kleine en middelgrote ondernemingen binnen het bestaande kader worden beperkt.
De bijlage bij dit verslag bevat maatregelen die hiertoe zullen bijdragen. Er zijn nog veel andere kansen om de werking van
REACH verder te verbeteren door de uitvoering op alle niveaus nog meer te
optimaliseren, zoals wordt uiteengezet in dit verslag en verder wordt
beschreven in het werkdocument van de diensten van de Commissie. Om dit te
verwezenlijken is van alle betrokken spelers een sterk engagement nodig; daarom
verbindt de Commissie zich ertoe te blijven samenwerken met de lidstaten, ECHA
en de belanghebbenden met het oog op de geslaagde uitvoering van REACH. Bijlage Lijst van specifieke aanbevelingen van
de Commissie om administratieve hinder voor kleine en middelgrote ondernemingen
bij de nakoming van al hun verplichtingen in het kader van REACH te beperken ·
ECHA wordt aangemoedigd om meer specifieke
richtsnoeren te verstrekken met betrekking tot transparantie, non-discriminatie
en eerlijke kostenverdeling, in het kader van de vorming en het beheer van het
informatie-uitwisselingsforum voor stoffen (SIEF). Bij de evaluatie werden
specifieke problemen vastgesteld met betrekking tot de bevoegdheden van de
hoofdregistranten — een rol die vaker door grote bedrijven wordt vervuld. Deze
bevoegdheden kunnen leiden tot het opleggen van een vaste vergoeding voor
'verklaringen van toegang' en het aanrekenen van onredelijke bedragen voor de
administratie van SIEF. De stimulansen om een economisch efficiënte
administratie van SIEF te waarborgen, moeten worden versterkt. ·
De verordening inzake vergoedingen wordt momenteel
herzien; daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten van de globale
evaluatie van REACH en in het bijzonder met de kosten en het effect van REACH
op het concurrentievermogen en de innovatie. Een belangrijke doelstelling van
de herziening van de verordening inzake vergoedingen is de verlaging van de
kosten voor kleine en middelgrote ondernemingen. ·
ECHA en de sector zouden meer gebruikersgerichte
richtsnoeren moeten ontwikkelen, met bijzondere aandacht voor kleine en
middelgrote ondernemingen. Bij de evaluatie werd een specifiek probleem
vastgesteld met betrekking tot de grote hoeveelheid richtsnoeren ter
ondersteuning van de uitvoering van REACH. Slechts een klein aantal van de bestaande
richtsnoeren is gericht op specifieke bedrijventypes. REACH is van toepassing
op veel uiteenlopende bedrijventypes in de hele toeleveringsketen, wat vaak tot
nogal ingewikkelde richtsnoeren heeft geleid. ·
ECHA zou in samenwerking met de sector de richtsnoeren
moeten verbeteren ter bescherming van de intellectuele eigendom bij de
verplichte uitwisseling van informatie in de waardeketen. In het kader van de
gezamenlijke registraties is een specifiek probleem vastgesteld met het
openbaar maken van belangrijke bedrijfsinformatie, die in enkele gevallen de
bestaansgrond voor de bedrijven in kwestie vormt. Meer specifieke richtsnoeren
zijn vereist om de beste praktijken in de sector te verspreiden met betrekking
tot welke soort informatie moet worden beschermd en hoe voldoende bescherming
kan worden geboden. ·
Evenzo zou ECHA betere richtsnoeren moeten
ontwikkelen door zich in het bijzonder te richten op kleine en middelgrote
ondernemingen en op bedrijven die weinig ervaring hebben met het
gebruikdescriptorsysteem. Momenteel moeten kleine en middelgrote ondernemingen
vaak een beroep doen op externe ondersteuning, waardoor de nalevingskosten
worden opgedreven. Oneigenlijk gebruik van het systeem kan bij leveranciers van
eenzelfde stof leiden tot aanzienlijke verschillen in de gebruiksvoorwaarden,
waardoor de mogelijkheid om van leverancier te veranderen wordt beperkt; dit
verhoogt de kosten en verlaagt de stabiliteit van de leveringen. ·
ECHA en de nationale REACH-helpdesks wordt verzocht
om specifieke activiteiten en richtsnoeren te ontwikkelen om de
REACH-procedures in een vroeg stadium in onderzoek en ontwikkeling en andere
innovatieprocessen te integreren. Enkele innovatieve bedrijven hebben hun
bezorgdheid geuit over onzekerheid op het vlak van de regelgeving. Hoewel een
aantal innovatievriendelijke regelingen deel uitmaakt van REACH en ECHA heel
wat informatie over de precieze verplichtingen verstrekt en via internet
beschikbaar stelt, moeten deze regelingen en informatiebronnen bij innovatieve
bedrijven goed worden bekendgemaakt. ·
De Commissie zal verder gebruikmaken van het
Enterprise Europe Network (EEN) om in de hele toeleveringsketen de bewustmaking
met betrekking tot REACH te versterken en de communicatie in de
toeleveringsketen te verbeteren. REACH is van belang voor een grote
verscheidenheid aan bedrijven en een aanzienlijk deel van de bedrijven in
Europa wordt als downstreamgebruikers beschouwd. In een aantal kleine en
middelgrote ondernemingen is men niet op de hoogte van zijn rol en
verplichtingen in het kader van de verordening; is men hiervan wel op de
hoogte, dan heeft men wel eens een verkeerd beeld van de precieze omvang van
zijn verplichtingen. Daarom zullen een bredere communicatie en
bewustmakingsactiviteiten worden nagestreefd door middel van de bestaande
EEN-platforms en de nationale REACH-helpdesks. ·
Ten slotte zal de Commissie blijven waken over de
administratieve kosten bij de uitvoering van REACH voor kleine en middelgrote
ondernemingen en over de omvang en de kwaliteit van de technische en juridische
ondersteuning voor deze ondernemingen, die door de voor de uitvoering
verantwoordelijke instellingen wordt verstrekt. [1] PB L 396
van 30 december 2006, blz. 1‑849. [2] SWD(2013)25 [3] Artikel
75, lid 2, artikel 117, lid 4, en artikel 138, leden 2, 3 en 6. [4] Werkdocument
van de diensten van de Commissie [REACH] Uitgebreide effectbeoordeling,
Europese Commissie, 29.10.2003, {COM(2003) 644}. [5] Onderzoek:
The impact of REACH on the environment and human health, DHI, in opdracht
van de Europese Commissie, september 2005. [6] Concentratie
van meer dan 0,1 gewichtsprocent, als bedoeld in de artikelen 7 en 33. [7] Openbare
raadpleging: "Wat is uw top 10 van hinderlijke EU-regels voor het midden-
en kleinbedrijf?" georganiseerd door de Europese Commissie van 28.9.1012
tot 21.12.2012. [8] Mededeling
van de Commissie [...] Combinatie-effecten van chemische stoffen. Mengsels van
chemische stoffen, Europese Commissie{COM(2012) 252}, punt 5.2, onder (4),
(i) en (ii). [9] Verordening
(EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008
betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot
wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot
wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1). [10] ECHA stelt
informatie over deze activiteiten ter beschikking in zijn algemene
jaarverslagen op de ECHA-website: www.echa.europa.eu [11] Voorbeelden
van synergie tussen REACH en andere EU-wetgeving worden vermeld in punt 1.1 van
het werkdocument van de diensten van de Commissie.