Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document L:2014:005:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, L 005, 10 januari 2014


Display all documents published in this Official Journal
 

ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.005.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 5

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
10 januari 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 15/2014 van de Commissie van 9 januari 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

BESLUITEN

 

 

2014/6/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 9 januari 2014 inzake de erkenning van de regeling HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad

3

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

10.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 5/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 15/2014 VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

97,3

MA

76,1

TN

85,4

TR

129,0

ZZ

97,0

0707 00 05

MA

158,2

TR

143,8

ZZ

151,0

0709 93 10

MA

63,1

TR

130,8

ZZ

97,0

0805 10 20

EG

43,4

MA

85,5

TR

83,5

ZA

44,3

ZZ

64,2

0805 20 10

IL

186,9

MA

72,7

ZZ

129,8

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

IL

75,9

JM

93,8

MA

117,4

TR

80,8

ZZ

92,0

0805 50 10

EG

66,2

TR

70,6

ZZ

68,4

0808 10 80

CN

110,7

MK

27,7

US

155,4

ZZ

97,9

0808 30 90

CN

53,4

US

144,5

ZZ

99,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

10.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 5/3


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2014

inzake de erkenning van de regeling „HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels” voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad

(2014/6/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (1), en met name artikel 18, lid 6,

Gezien Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (2), en met name artikel 7 quater, lid 6,

Na raadpleging van het Comité voor de duurzaamheid van biobrandstof en vloeibare biomassa,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Richtlijn 98/70/EG en in Richtlijn 2009/28/EG zijn duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen vastgesteld. De artikelen 7 ter en 7 quater en bijlage IV van Richtlijn 98/70/EG zijn vergelijkbaar met de artikelen 17 en 18 en bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG.

(2)

Wanneer biobrandstoffen en vloeibare biomassa in aanmerking moeten worden genomen voor de doeleinden van artikel 17, lid 1, onder a), b) en c), van Richtlijn 2009/28/EG, moeten de lidstaten de marktpartijen ertoe verplichten aan te tonen dat voldaan is aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 2 tot en met 5, van Richtlijn 2009/28/EG.

(3)

Als een marktpartij bewijzen of gegevens indient die verkregen zijn overeenkomstig een door de Commissie erkende regeling, mag een lidstaat, voor zover het erkenningsbesluit daarop betrekking heeft, de leverancier niet vragen om verdere bewijzen van de naleving van de duurzaamheidscriteria in te dienen.

(4)

Het verzoek om erkenning dat de regeling „HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels” aantoont dat leveringen van biobrandstoffen voldoen aan de in Richtlijn 98/70/EG en Richtlijn 2009/28/EG vastgelegde duurzaamheidscriteria, is op 14 augustus 2013 ingediend bij de Commissie. De regeling kan alle voor biodiesel van het type HVO geschikte grondstoffen bestrijken (waaronder ruwe palmolie, koolzaadolie, sojaolie en dierlijke vetten); het toepassingsgebied van de regeling is algemeen. De regeling is van toepassing op de gehele bevoorradingsketen, van de productie van grondstoffen tot en met de distributie van biobrandstof. De erkende regeling wordt beschikbaar gemaakt op het bij Richtlijn 2009/28/EG opgerichte transparantieplatform. Er moet rekening worden gehouden met overwegingen van commerciële gevoeligheid, waardoor de regeling eventueel slechts gedeeltelijk wordt gepubliceerd.

(5)

Uit de beoordeling van de regeling „HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels” is gebleken dat deze op adequate wijze voldoet aan de duurzaamheidscriteria van Richtlijn 98/70/EG en Richtlijn 2009/28/EG alsmede dat hierbij een massabalansmethode overeenkomstig de vereisten van artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 18, lid 1 van Richtlijn 2009/28/EG wordt toegepast.

(6)

Uit de evaluatie van de regeling „HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels” is gebleken dat deze voldoet aan passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing, en aan de methodologische eisen van bijlage IV bij Richtlijn 98/70/EG en bijlage V bij Richtlijn 2009/28/EG.

(7)

De regeling „HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels” is geëvalueerd aan de hand van de wetgeving die van kracht was op het tijdstip dat dit uitvoeringsbesluit van de Commissie is vastgesteld. In het geval van relevante wijzigingen van de rechtsgrondslag zal de Commissie de regeling opnieuw evalueren teneinde vast te stellen of zij nog steeds op adequate wijze voldoet aan de duurzaamheidscriteria waarvoor zij is erkend.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de duurzaamheid van biobrandstof en vloeibare biomassa,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De regeling „HVO Renewable Diesel Scheme for Verification of Compliance with the RED sustainability criteria for biofuels” (hierna „de regeling” genoemd), waarvoor op 14 augustus 2013 een verzoek tot erkenning is ingediend bij de Commissie, toont aan dat leveringen van biobrandstoffen beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 ter, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG.

De regeling bevat ook accurate gegevens voor de toepassing van artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG.

De regeling kan worden gebruikt om de naleving aan te tonen van artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG.

Artikel 2

Wanneer de regeling na de goedkeuring ervan inhoudelijke wijzigingen ondergaat die gevolgen kunnen hebben voor de grondslag van dit besluit, worden dergelijke wijzingen onmiddellijk aan de Commissie gemeld. De Commissie beoordeelt de gemelde wijzigingen om na te gaan of de regeling nog steeds voldoende betrekking heeft op de duurzaamheidscriteria waarvoor zij is erkend.

Als duidelijk wordt aangetoond dat de regeling elementen die van doorslaggevend belang voor dit besluit worden geacht, niet ten uitvoer heeft gelegd en als een ernstige en structurele inbreuk op deze elementen heeft plaatsgevonden, kan de Commissie dit besluit intrekken.

Artikel 3

Dit besluit is vijf jaar geldig.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.

(2)  PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.


Top