Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2009_255_R_0089_01

    2009/639/EG: Besluit van het Europees Parlement van 23 april 2009 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007, afdeling VIII — Europese Ombudsman
    Resolutie van het Europees Parlement van 23 april 2009 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007, afdeling VIII — Europese Ombudsman

    PB L 255 van 26.9.2009, p. 89–92 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.9.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 255/89


    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 23 april 2009

    over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007, afdeling VIII — Europese Ombudsman

    (2009/639/EG)

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007 (1),

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2007 — Deel I (C6-0423/2008) (2),

    gezien het jaarverslag van de Europese Ombudsman aan de kwijtingsautoriteit over de in 2007 uitgevoerde interne controles,

    gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de instellingen (3),

    gezien de verklaring van de Rekenkamer waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 248 van het EG-Verdrag (4),

    gelet op de artikelen 272, lid 10, 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

    gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147 daarvan,

    gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0156/2009),

    1.

    verleent de Europese Ombudsman kwijting voor de uitvoering van zijn begroting voor het begrotingsjaar 2007;

    2.

    formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

    3.

    verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie, die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, de Europese Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

    De voorzitter

    Hans-Gert PÖTTERING

    De secretaris-generaal

    Klaus WELLE


    (1)  PB L 77 van 16.3.2007.

    (2)  PB C 287 van 10.11.2008, blz. 1.

    (3)  PB C 286 van 10.11.2008, blz. 1.

    (4)  PB C 287 van 10.11.2008, blz. 111.

    (5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.


    RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 23 april 2009

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007, afdeling VIII — Europese Ombudsman

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007 (1),

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2007 — Deel I (C6-0423/2008) (2),

    gezien het jaarverslag van de Europese Ombudsman aan de kwijtingsautoriteit over de in 2007 uitgevoerde interne controles,

    gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2007, vergezeld van de antwoorden van de instellingen (3),

    gezien de verklaring van de Rekenkamer waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, als bedoeld in artikel 248 van het EG-Verdrag (4),

    gelet op de artikelen 272, lid 10, 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

    gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147 daarvan,

    gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0156/2009),

    1.

    stelt vast dat de Europese Ombudsman (de Ombudsman) in 2007 kon beschikken over vastleggingskredieten ten bedrage van in totaal 8,2 miljoen EUR (2006: 7,7 miljoen EUR (6)), waarvan 90,48 % is besteed, een percentage dat lager is dan het gemiddelde van de andere instellingen (93,84 %);

    2.

    stelt vast dat in de periode 2003 tot 2007 de vastleggingskredieten geleidelijk zijn verhoogd van 4,4 miljoen EUR tot 8,2 miljoen EUR (bijna +86 %) en dat het aantal posten is gestegen van 31 tot 57 (+84 %), terwijl het aantal klachten is toegenomen van 2 436 tot 3 217 (+32 %) en het aantal nieuwe onderzoeken dat is geopend van 253 tot 308 (+22 %); merkt voorts op dat het aantal posten voor het tweede achtereenvolgende jaar niet is verhoogd;

    3.

    wijst erop dat de Rekenkamer in haar jaarverslag opmerkt dat de controle ten aanzien van de Ombudsman geen aanleiding gaf tot substantiële opmerkingen;

    4.

    merkt op dat volgens het verslag van de interne auditeur nr. 08/03, de werkzaamheden van de auditeur in 2007 hebben aangetoond dat afhankelijk van de volledige tenuitvoerlegging van de overeengekomen maatregelen […] het interne beheer en de controlesystemen van de instelling doeltreffend zijn en een redelijke waarborg bieden voor het consistent behalen van de controledoelstellingen;

    5.

    merkt in dit verband op dat volgens het verslag van de interne auditeur nr. 06/04 de controle die is verricht om de doelmatigheid te bepalen van de beheer- en controleprocedures voor het vaststellen van de individuele rechten van het personeel „geen enkel gebied met grote risico’s bij de beheer- en controleprocedures heeft vastgesteld, maar wel bevestigt dat de instelling een aantal specifieke kwesties moet aanpakken”; wijst er op dat tussen de interne auditeur en de instelling een actieplan werd overeengekomen, waarvoor 30 september 2007 als termijn voor de tenuitvoerlegging werd afgesproken; is ingenomen met de conclusies van de follow-up controle van december 2007, waarin melding wordt gemaakt van de volledige tenuitvoerlegging van alle punten die waren opgenomen in het actieplan inzake het beheer van individuele rechten;

    6.

    merkt op dat uit de follow-up controle van het actieplan over de naleving van de voorschriften voor openbare aanbestedingen blijkt dat weliswaar enige vooruitgang is geboekt, maar dat de Ombudsman de twee nog niet afgewikkelde acties uit het verslag van de interne auditeur nr. 06/03 nog niet volledig ten uitvoer heeft gelegd; spoort de Ombudsman aan de tenuitvoerlegging van deze acties met spoed te voltooien, zoals voorgesteld door de interne auditeur; is ingenomen met de opname in het werkprogramma voor 2008 van de interne auditeur van een verslag, dat gebaseerd is op zijn bevindingen over de procedure voor openbare aanbestedingen en is in afwachting van de uitkomst van deze follow-up controle;

    7.

    wijst op de informatie die de gedelegeerde hoofdordonnateur in zijn activiteitenoverzicht over 2007 heeft gegeven, waaruit blijkt dat de diensten van de Ombudsman begin 2008 opnieuw zelf hebben onderzocht hoe efficiënt hun interne controlekader is en dat het algemene beeld dat hieruit naar voren kwam een over de hele linie bevredigend uitvoeringsniveau van de interne controlenormen toont (88 % tegen 85 % in 2006 en 74 % in 2004);

    8.

    wijst er verder op dat op bepaalde gebieden de effectiviteit wel verbeterd moet worden (identificatie van gevoelige functies, verbetering van planning en programmering, prestatie-indicatoren); moedigt de Ombudsman aan alles in het werk te stellen om de efficiëntie van het interne controlekader van zijn instelling verder te verbeteren;

    9.

    stelt met voldoening vast dat de nieuwe kaderovereenkomst van onbeperkte duur inzake samenwerking tussen de Ombudsman en het Europees Parlement, die op 1 april 2006 in werking is getreden, in 2007 vruchten begon af te werpen; stelt voorts vast dat deze overeenkomst betrekking heeft op de verstrekking van bepaalde administratieve diensten, zoals voor de gebouwen, IT, communicatie, juridisch advies, medische diensten, opleiding, vertaling en vertolking;

    10.

    zwaait de Ombudsman lof toe voor zijn niet aflatende inspanningen bij de ontwikkeling van de interinstitutionele banden met andere organen (met name Opoce, EAS en Epso) en met het Vertaalbureau; wijst erop dat 70 % van de beleidsuitgaven vastgelegd en besteed werd op grond van de interinstitutionele samenwerking;

    11.

    stelt met voldoening vast dat de reorganisatie van de juridische dienst die sinds mei 2007 met succes ten uitvoer wordt gelegd, een garantie betekent voor de doeltreffende controle op en een blijvende impuls voor de behandeling van onderzoeken en de voorbereiding voor besluiten;

    12.

    merkt op dat uit het jaarverslag blijkt dat de Ombudsman met minder problemen wordt geconfronteerd dan in voorgaande jaren, voor wat betreft de aanwerving van gekwalificeerde juristen en het grote personeelsverloop;

    13.

    verwelkomt het besluit van de Ombudsman op 14 december 2007 over de jaarlijkse opgave van de financiële belangen van de Ombudsman; stelt met voldoening vast dat deze verklaring is gepubliceerd op de website van de Ombudsman;

    14.

    feliciteert de Ombudsman met zijn besluit van 2 juni 2008 om toe te treden tot het Interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (7), met het oog op de toepassing van Verordening (EG) nr. 1073/1999 (8); neemt met instemming kennis van het feit dat op dezelfde dag de Ombudsman een besluit heeft genomen over de voorwaarden van interne onderzoeken in verband met fraude- en corruptiebestrijding en om het even welke illegale activiteiten die de belangen van de Gemeenschappen kunnen schaden;

    15.

    verzoekt de Ombudsman in zijn volgende activiteitenverslag (begrotingsjaar 2008) een hoofdstuk op te nemen met een gedetailleerde uiteenzetting van de follow-up die in dat jaar aan de eerdere kwijtingsbesluiten van het Parlement is gegeven, waarin ook wordt toegelicht waarom aanbevelingen eventueel niet zijn opgevolgd;

    16.

    wijst erop dat de bepalingen van het Financieel Reglement betreffende aanbestedingen, ondanks de aangebrachte wijzigingen, voor kleinere instellingen zoals de Ombudsman nog altijd te omslachtig zijn, met name in het geval van aanbestedingen voor contracten voor relatief kleine bedragen; verzoekt de Commissie om — bij de voorbereidingen voor toekomstige voorstellen tot wijziging van het Financieel Reglement — de secretaris-generaal en het secretariaat van de Ombudsman uitvoerig te raadplegen opdat in de definitieve ontwerptekst volledig met hun zorgen rekening wordt gehouden.


    (1)  PB L 77 van 16.3.2007.

    (2)  PB C 287 van 10.11.2008, blz. 1.

    (3)  PB C 286 van 10.11.2008, blz. 1.

    (4)  PB C 287 van 10.11.2008, blz. 111.

    (5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (6)  2005: 7,2 miljoen EUR.

    (7)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

    (8)  Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).


    Top