Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Niet-EU-werknemers - eenvoudigere formaliteiten voor verblijf en werk

Niet-EU-werknemers - eenvoudigere formaliteiten voor verblijf en werk

In deze richtlijn wordt een gecombineerde vergunning voor verblijf en werk voor werknemers uit niet EU-landen vastgesteld. Ook wordt er een reeks specifieke rechten gedefinieerd voor gelijke behandeling van niet-EU-werknemers die onder deze richtlijn vallen.

BESLUIT

Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven.

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE RICHTLIJN?

Deze richtlijn voorziet in de creatie van:

  • een gecombineerde vergunning voor verblijf en werk voor niet-EU-werknemers die legaal in een EU-land verblijven;
  • een enkele aanvraagprocedure voor deze vergunning;
  • een aantal rechten (waaronder gelijke behandeling ten opzichte van de onderdanen van dat land) voor niet-EU-werknemers die onder de richtlijn vallen.

BELANGRIJKSTE ELEMENTEN

Op wie heeft deze richtlijn betrekking?

De richtlijn is van toepassing op onderdanen van niet-EU-landen die toestemming hebben, onafhankelijk van hun aanvankelijke reden voor toelating, om in de EU te wonen of te werken. Dit omvat:

  • niet-EU-onderdanen die toegelaten willen worden tot een EU-land om er te verblijven en te werken;
  • niet-EU- onderdanen die al in een EU-land wonen en toegang tot de arbeidsmarkt hebben of er reeds werken.

Bepaalde categorieën van niet-EU-onderdanen vallen niet onder de richtlijn, zoals degenen die de status van langdurig ingezetene hebben verworven (zij vallen onder andere EU-wetgeving).

Enkele aanvraagprocedure

Instanties in EU-landen moeten elke aanvraag voor deze gecombineerde vergunning voor verblijf en werk (nieuw, gewijzigd of vernieuwd) als een enkele aanvraagprocedure behandelen. Ze moeten beslissen of de aanvraag moet worden ingediend door de niet-EU-onderdaan of door hun werkgever (of door beiden).

De opmaak van de gecombineerde vergunning is dezelfde als beschreven in Verordening (EG) nr. 1030/2002 betreffende de invoering van een uniforme verblijfstitel voor onderdanen van derde landen.

Recht op gelijke behandeling

De gecombineerde vergunning geeft begunstigden van niet-EU-landen een aantal rechten, waaronder:

  • het recht te werken, te verblijven en zich vrij te verplaatsen in het verstrekkende EU-land;
  • dezelfde voorwaarden als onderdanen van het verstrekkende land, met betrekking tot arbeidsvoorwaarden (zoals salaris, ontslag, gezondheid en veiligheid, arbeidstijden en verlofregeling), onderwijs en opleiding, erkenning van diploma’s, bepaalde aspecten van sociale zekerheid, belastingvoordelen, toegang tot goederen en diensten met inbegrip van huisvesting en door arbeidsbureaus verleende adviesdiensten.

In de richtlijn staan specifieke criteria op basis waarvan EU-landen gelijke behandeling kunnen beperken voor bepaalde kwesties (toegang tot onderwijs/opleiding, socialezekerheidsuitkeringen als gezinsbijslag of huisvesting).

WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

Vanaf 25 december 2013.

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Richtlijn 2011/98/EU

24.12.2011

25.12.2013

PB L 343 van 23.12.2011, blz. 1-9

GERELATEERD BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (PB L 157 van 15.6.2002, blz. 1-7).

Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PB L 16 van 23.1.2004, blz. 44-53).

Laatste bijwerking 02.01.2015

Top