EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Asielbeleidsplan

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Asielbeleidsplan

Dit beleidsplan bevat een stappenplan voor de voltooiing van de tweede fase van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS). Het is gebaseerd op een drieledige strategie die is toegespitst op de harmonisering van de normen voor bescherming, praktische samenwerking en solidariteit.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 17 juni 2008 – Asielbeleidsplan: een geïntegreerde aanpak van bescherming in de hele EU [COM(2008) 360 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Deze mededeling bevat het beleidsplan voor de voltooiing van de tweede fase van de oprichting van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS). Het plan omvat een drieledige strategie voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het CEAS, met name:

  • hen die bescherming nodig hebben toegang garanderen;
  • een gemeenschappelijke asielprocedure instellen;
  • uniforme statussen voor asiel en voor subsidiaire bescherming opstellen;
  • rekening houden met genderproblemen en de situatie van kwetsbare groepen;
  • de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van praktische problemen versterken;
  • regels uitwerken om de verantwoordelijkheden van lidstaten te bepalen en solidariteitsondersteunende mechanismen creëren;
  • de coherentie van het asielbeleid met andere beleidsaspecten betreffende internationale bescherming waarborgen.

Naar betere en meer geharmoniseerde normen voor internationale bescherming

In de eerste fase van de oprichting van het CEAS werd aanzienlijke vooruitgang geboekt inzake wetgevingsinstrumenten. De gewenste gelijkheid van behandeling werd evenwel niet bereikt en er bestaan nog steeds grote verschillen in de tenuitvoerlegging van asielbeleidsmaatregelen in de lidstaten. Daarom wil de Commissie de bestaande wetgeving wijzigen. Het gaat meer in het bijzonder om:

  • de richtlijn opvangvoorzieningen, door de grote zeggenschap van de lidstaten aan te pakken. Een gewijzigde richtlijn opvangvoorzieningen dient bij te dragen tot meer harmonisatie en betere normen voor de opvang, met inbegrip van procedurele waarborgen ten aanzien van opsluiting;
  • de richtlijn asielprocedures, om de verschillen tussen de procedures in de lidstaten weg te werken. Door deze procedures op elkaar af te stemmen, zal in de hele EU onder gelijke voorwaarden toegang tot bescherming worden geboden;
  • de erkenningsrichtlijn, om de verschillende interpretaties van de richtlijn door de lidstaten als gevolg van de formulering van een aantal bepalingen te harmoniseren. Een gewijzigde erkenningsrichtlijn zal ook de invoering van uniforme statussen mogelijk maken.

Naast een wijziging van de bestaande wetgeving overweegt de Commissie tevens om nieuwe instrumenten te creëren, waaronder mechanismen voor de overdracht van bescherming. Bovendien zal onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheid om nationale soorten beschermingsstatus die momenteel niet onder de EU-regeling vallen, onderling aan te passen.

Doeltreffende en ondersteunde praktische samenwerking

Als gevolg van de geringe mate van harmonisering van de normen en de uiteenlopende nationale praktijken, worden asielbeslissingen in de EU niet consequent genomen en verschilt de kans op bescherming aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat. Daarom moet de praktische samenwerking tussen de lidstaten worden opgedreven en moet de wetgeving worden geharmoniseerd. De oprichting van een Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO), zoals werd voorgesteld in het Haags programma en in het Groenboek van 6 juni 2007 over de toekomst van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en ter ondersteuning en coördinatie van samenwerkingsactiviteiten, genoot een ruime steun. Daarom laat de Commissie de haalbaarheid hiervan onderzoeken. Op basis van dit onderzoek zal een wetgevingsvoorstel worden ingediend voor de oprichting van het EASO.

Verantwoordelijkheid en solidariteit binnen de EU en in de betrekkingen met derde landen

Uit solidariteit dient een gemeenschappelijke oplossing te worden gevonden voor de problemen die voortvloeien uit het aanzienlijke aantal asielaanvragers dat bepaalde lidstaten het hoofd moet bieden als gevolg van hun geografische ligging of om andere redenen. De eerder vermelde maatregelen uit het beleidsplan zullen de toepassingsregels al harmoniseren in die zin dat de secundaire bewegingen van asielzoekers zullen worden beperkt. Aanvragen zullen dan ook gelijkmatiger verdeeld worden over de lidstaten.

Bovendien wil de Commissie de Dublin- en Eurodac-verordening wijzigen, onder meer om de instanties van de lidstaten en de Europese politiedienst (Europol) voor rechtshandhavingsdoeleinden toegang te geven tot Eurodac.

Bovendien wil de Commissie, in plaats van een nieuw overkoepelend instrument ter bevordering van de solidariteit tussen de lidstaten, een reeks solidariteitsmechanismen vaststellen. Hiertoe wordt het volgende voorgesteld:

  • de verrichting van een studie die de mogelijkheden nagaat voor een gezamenlijke verwerking van asielaanvragen op het EU-grondgebied;
  • de instelling van een mechanisme om de Dublin-regels tijdelijk niet van toepassing te verklaren op de overdracht van asielzoekers;
  • de vorming van teams met asieldeskundigen in het kader van het EASO, om de lidstaten te helpen met het verwerken van aanvragen;
  • het voorzien van fondsen om personen die internationale bescherming genieten waar nodig binnen de EU te verplaatsen.

In het kader van de gedeelde verantwoordelijkheid –derde landen en landen van eerste opvang ontvangen immers veel meer vluchtelingen– zal de EU deze landen meer financiële steun bieden om hun beschermingscapaciteit te vergroten. Bovendien zal de integratie van capaciteitsopbouw op asielgebied in de ontwikkelingssamenwerking met derde landen worden verdergezet.

Om werkelijke invulling te geven aan de solidariteit in haar externe betrekkingen, stelt de Commissie voor dat de EU zich zou toespitsen op het onderstaande om de bescherming van vluchtelingen te verbeteren:

  • Regionale beschermingsprogramma’s (RPP’s), die op basis van een in 2008 uit te voeren evaluatie zullen worden omgevormd tot regionale meerjarige actieplannen;
  • hervestiging; de Commissie zal in 2009 een voorstel indienen om deze verder te ontwikkelen tot een doeltreffend beschermingsinstrument dat in de hele EU kan worden ingezet;
  • een beter beheer van de binnenkomst van asielzoekers; hiervoor zal de Commissie het gebruik van procedures voor beschermde toegang onderzoeken zodat een onderscheid kan worden gemaakt tussen personen die bescherming nodig hebben en andere soorten immigranten vóórdat zij de grens van potentiële staten van ontvangst bereiken. De Commissie zal bovendien in 2009 in samenwerking met het vluchtelingenbureau van de Verenigde Naties (UNHCR) de mogelijkheid laten onderzoeken om asielaanvragen buiten het EU-grondgebied gezamenlijk te behandelen.

Achtergrond

Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam in 1999 en op basis van de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15-16 oktober 1999 werd het CEAS in gang gezet. De eerste fase (1999-2005) had tot doel het rechtskader van de lidstaten inzake asiel te harmoniseren op basis van gemeenschappelijke minimumnormen. De doelstellingen voor de tweede fase van het CEAS werden vastgelegd in het Haags programma.

Laatste wijziging: 17.05.2011

Top