EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europees Sociaal Fonds Plus — ESF+ (2021-2027)

Europees Sociaal Fonds Plus — ESF+ (2021-2027)

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+)

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

De verordening voorziet in de oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en bevat de doelstellingen van het fonds, de begroting voor 2021-2027, de uitvoeringsmethoden, de vormen van financiering door de Europese Unie (EU) en de regels voor de verstrekking van die financiering.

KERNPUNTEN

In het ESF+ zijn opgenomen: het vroegere Europees Sociaal Fonds, het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen en het EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie.

Onderdelen

Het ESF+ bestaat uit twee onderdelen:

  • het onderdeel dat in gedeeld beheer* moet worden uitgevoerd en
  • het onderdeel werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) dat in direct beheer* en indirect beheer* moet worden uitgevoerd.

Doelstellingen

Het ESF+ heeft twee algemene doelstellingen:

  • Het steunen van de EU-lidstaten en -regio’s bij het realiseren van hoge werkgelegenheidsniveaus, een rechtvaardige sociale bescherming en een geschoolde en veerkrachtige beroepsbevolking die klaar is voor de toekomst, en bij het vormgeven van inclusieve en rechtvaardige samenlevingen gericht op het uitbannen van armoede en in overeenstemming met de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten.
  • Het steunen van de beleidsmaatregelen van lidstaten, en deze aanvullen en er meerwaarde aan toevoegen, met het oog op gelijke kansen, gelijke toegang tot de arbeidsmarkt, rechtvaardige en hoogwaardige arbeidsvoorwaarden, sociale bescherming en inclusie.

Prioritaire werkterreinen

Het ESF+ richt zich op een aantal prioritaire werkterreinen zoals:

  • ondersteuning van jongeren die in het bijzonder zijn getroffen door de sociaaleconomische crisis als gevolg van de COVID-19-pandemie, door hen middelen te verschaffen om hen te helpen een diploma te behalen en een baan te vinden, en hun onderwijsniveau en vaardigheden te verbeteren;
  • hulp aan kinderen in nood door middelen toe te wijzen aan gerichte acties tegen kinderarmoede en de meest kwetsbare groepen in de maatschappij – die te maken hebben met baan- en inkomensverlies – te steunen, onder andere door het verstrekken van voedselhulp en/of materiële basishulp aan de meest behoeftigen;
  • bij- en herscholing van mensen met het oog op de transitie naar een groene en digitale economie en verbetering van de kwaliteit van de onderwijs- en opleidingsstelsels;
  • bevordering van gendergelijkheid, gelijke kansen en non-discriminatie;
  • capaciteitsopbouw van sociale partners en organisaties van het maatschappelijk middenveld;
  • bevordering van sociale innovatie in de hele EU door middel van transnationale samenwerking;
  • directe steunverlening aan sociale innovatie via het EaSI-onderdeel.

Toewijzing van middelen

De verordening bevat bepaalde minimumvereisten voor het door lidstaten toewijzen van ESF+-middelen in gedeeld beheer:

  • ten minste 25 % moet worden toegewezen aan het bevorderen van sociale inclusie;
  • ten minste 3 % moet worden toegewezen aan steun voor de meest behoeftige personen;
  • lidstaten waar het gemiddeld aandeel kinderen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting in de periode 2017-2019 boven het EU-gemiddelde lag, moeten ten minste 5 % van hun middelen toewijzen aan het aanpakken van kinderarmoede;
  • lidstaten waar het gemiddeld aandeel jongeren tussen 15-29 jaar die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen in de periode 2017-2019 boven het EU-gemiddelde lag, moeten ten minste 12,5 % van hun middelen toewijzen aan gerichte acties en structurele hervormingen ter ondersteuning van jongerenwerkgelegenheid, beroepsonderwijs en -opleiding, met name leerlingplaatsen, en de overgang van school naar werk, trajecten voor de re-integratie in onderwijs of opleidingen, en tweedekansonderwijs, met name in de context van de uitvoering van regelingen in het kader van de jongerengarantie.

Begroting en beheer

  • Het ESF+ heeft voor de periode 2021-2027 een begroting van bijna 88 miljard EUR (in prijzen van 2018).
  • Het merendeel van de ESF+-financiering (87,3 miljard EUR in prijzen van 2018) wordt toegewezen in het kader van het onderdeel in gedeeld beheer met de lidstaten. De beheersautoriteiten van het ESF+ in elk lidstaat betalen het geld uit aan de desbetreffende projecten, die worden geleid door uiteenlopende publieke en private organisaties.
  • De Europese Commissie beheert een kleiner aandeel direct (ongeveer 676 miljoen EUR in prijzen van 2018) in het kader van het EaSI-onderdeel.
  • Om de overdracht te versnellen en de schaalvergroting van innovatieve oplossingen te faciliteren, wordt 175 miljoen EUR toegewezen voor transnationale samenwerking.
  • Gemeenschappelijke EU-regels over het beheer van fondsen, die van toepassing zijn op alle fondsen van het cohesiebeleid, zijn opgenomen in Verordening (EU) 2021/1060 (zie samenvatting).

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Wat betreft het EaSI-onderdeel is de verordening van toepassing sinds 1 januari 2021. Sinds 1 juli 2021 is de verordening volledig van toepassing.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Gedeeld beheer: de EU belast lidstaten met uitvoeringsprogramma’s op nationaal of regionaal niveau. De overheden van de lidstaten (op nationaal, regionaal en lokaal niveau) kiezen welke projecten worden gefinancierd en zijn verantwoordelijk voor het dagelijks beheer ervan. De lidstaat is eerstverantwoordelijk voor het opzetten van een systeem voor beheer en toezicht en voor het voorkomen, opsporen en corrigeren van onregelmatigheden. Samen met de lidstaten zorgt de Commissie ervoor dat de projecten succesvol worden afgerond en dat het geld goed wordt besteed.
Direct beheer: de Europese Commissie publiceert de oproepen tot het indienen van voorstellen om subsidies aan projecten te verlenen en openbare aanbestedingen om overheidsopdrachten voor diensten en/of leveringen te gunnen.
Indirect beheer: de Europese Commissie kiest een beheersautoriteit om het betreffende project namens haar te beheren.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) nr. 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013 (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 21-59)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159-706)

Laatste bijwerking 04.08.2021

Top