Een nieuwe EU-agenda voor het hoger onderwijs

 

SAMENVATTING VAN:

Mededeling COM(2017) 247 final – Een nieuwe EU-agenda voor het hoger onderwijs

WAT IS HET DOEL VAN DE MEDEDELING?

• In de mededeling wordt de vitale rol erkend van het hoger onderwijs in welvarende, inclusieve en democratische samenlevingen. De mededeling heeft tot doel een nieuwe richting te geven aan de ondersteuning door de EU van EU-landen bij de hervorming van hun onderwijs.
• De voorstellen van de Commissie zijn op één lijn met de geest van de Verklaring van Rome, waarin de EU-leiders zich verbinden aan „een Unie waar jongeren het best mogelijke onderwijs en de best mogelijke opleiding genieten en op het hele continent kunnen studeren en een baan kunnen vinden”.

KERNPUNTEN

In de mededeling wordt een nieuwe EU-agenda voor het hoger onderwijs geschetst waarin wordt voortgebouwd op eerder werk, maar speciale aandacht wordt gegeven aan huidige en toekomstige kansen en uitdagingen, die als volgt worden benoemd.

• Aanpakken van de discrepantie in de EU tussen de vaardigheden die nodig zijn en de huidige realiteit: te veel studenten hebben gebrekkige lees-, schrijf- en rekenvaardigheden, of missen vaardigheden zoals probleemoplossend vermogen en communicatie, die nodig zijn om te beschikken over de nodige veerkracht in een veranderende wereld.
• Ontwikkelen van inclusieve en samenhangende stelsels voor hoger onderwijs: mensen uit sociaaleconomische achterstandsgroepen en met een migratieachtergrond maken veel minder kans om hoger onderwijs te volgen en te voltooien. Academici en afgestudeerden worden soms gezien als groepen die buiten de samenleving staan en in bepaalde studierichtingen tekent zich nog altijd een genderkloof af.
• Ervoor zorgen dat instellingen voor hoger onderwijs bijdragen aan innovatie: instellingen voor hoger onderwijs dragen vaak onvoldoende bij aan innovatie in de bredere economie. De prestaties van het hoger onderwijs op het gebied van innovatie verschillen sterk tussen de verschillende regio’s van de EU.
• Ondersteunen van effectieve en efficiënte stelsels voor hoger onderwijs: nationale stelsels werken niet altijd goed met elkaar of met andere instellingen samen. Goed onderwijs en onderzoek, innovatie, sociale integratie en betrokkenheid worden niet altijd beloond.

Om deze kwesties aan te pakken heeft de Commissie zich verbonden aan twintig gedetailleerde actiepunten:

• 1.

  Het initiatief nemen om afgestudeerden te volgen om meer kennis te verwerven over hun loopbaan of vervolgopleiding.

• 2.

  Een grotere EU-coalitie voor STE(A)M lanceren die onderwijs, bedrijven en overheid samenbrengt om de studie van relevante STE(A)M-wetenschappen en andere onderwijsprogramma’s te bevorderen.

• 3.

  De integratie van stages in de studieprogramma’s van het hoger onderwijs bevorderen en zorgen dat er meer en betere stages beschikbaar zijn door de versterking van de bedrijfsconsortia in het kader van Erasmus+.

• 4.

  Een model voor digitale paraatheid uitrollen om de instellingen voor hoger onderwijs te helpen bij de uitvoering van digitale leerstrategieën en het benutten van de mogelijkheden van geavanceerde technologie.

• 5.

  De strategische ondersteuning van leerkrachten in het hoger onderwijs via Erasmus+ intensiveren voor de ontwikkeling van competenties inzake leerplanontwikkeling door middel van de ondersteuning van mobiliteitsmogelijkheden voor het personeel en van betere samenwerking tussen opleidingscentra voor leerkrachten in de EU.

• 6.

  Steun van Erasmus+ inzetten om de instellingen voor hoger onderwijs te helpen bij strategieën voor integratie, gendergelijkheid en studiesucces, onder meer door samenwerking met scholen en andere instellingen.

• 7.

  Flexibel en modulair opgezette onderwijsprogramma’s bevorderen om de toegang tot hoger onderwijs te ondersteunen door specifieke prioriteiten voor strategische samenwerkingsverbanden in het kader van Erasmus+.

• 8.

  Steun verlenen aan instellingen voor hoger onderwijs die studenten ECTS-punten voor vrijwillige en maatschappelijke activiteiten willen toekennen op basis van bestaande positieve voorbeelden.

• 9.

  De erkenning van kwalificaties van vluchtelingen ondersteunen om hun toegang tot het hoger onderwijs te vergemakkelijken. De activiteiten zullen voortbouwen op een reeds bestaand project in het kader van Erasmus+, dat praktische richtsnoeren en peer-counselling aanbiedt.

• 10.

  Het model van de regionale innovatieregeling van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT-RIS) uitbreiden, teneinde studenten beter voor te bereiden op werken in innoverende bedrijven.

• 11.

  Het verder ontwikkelen van onderwijsmethoden voor creativiteit en innovatie in het hoger onderwijs ondersteunen, waarbij wordt voortgebouwd op het werk met de OESO op het gebied van onderwijs.

• 12.

  Het project hoger onderwijs voor slimme specialisatie verder uitrollen en advies verlenen aan overheidsdiensten over de manier waarop instellingen voor hoger onderwijs en EIT-kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s) kunnen worden betrokken bij strategieën voor slimme specialisatie.

• 13.

  In het kader van de Marie Skłodowska-Curie-acties mogelijkheden ontwikkelen om de kloof tussen EU-landen en regio’s op het gebied van onderzoek en innovatie te verkleinen en iets te doen aan de hersenvlucht uit minder ontwikkelde regio’s.

• 14.

  De steun van de EU aan samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven intensiveren en het tweejaarlijkse University Business Forum laten uitgroeien tot een centraal podium en zulke fora in heel Europa bevorderen.

• 15.

  In samenwerking met de OESO onderzoek starten naar regelingen voor financiering, stimulering en beloning in stelsels voor hoger onderwijs.

• 16.

  Waarborgen dat onderzoekers worden gestimuleerd om onderwijstaken te verrichten en/of daarvoor te worden opgeleid, als integraal onderdeel van de Marie Skłodowska-Curie-acties.

• 17.

  Het instellen van een kenniscentrum voor hoger onderwijs, waarin het Europees register voor tertiair onderwijs (ETER), U-Multirank en het volgsysteem voor afgestudeerden worden opgenomen teneinde de kwaliteit, de verzameling en de vergelijkbaarheid van de gegevens te verbeteren.

• 18.

  Het Eurydice-netwerk en de samenwerking van de Commissie met de OESO op het gebied van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie versterken om dubbel werk te voorkomen en te profiteren van gezamenlijke inspanningen.

• 19.

  De mobiliteit van studenten vereenvoudigen door voort te bouwen op bestaande Erasmus+-projecten voor de elektronische gegevens over studenten, en de haalbaarheid onderzoeken van grensoverschrijdende toegang tot diensten en gegevens voor studenten in de hele EU.

• 20.

  In het kader van een evaluatie van Erasmus+ met EU-landen en andere belanghebbenden in gesprek gaan over ondersteuning van studenten, personeel, instellingen en stelsels voor hoger onderwijs.

De Commissie begint een dialoog over de tenuitvoerlegging van deze acties met alle belanghebbenden, ook om ervoor te zorgen dat zij aansluiten bij de prioriteiten in de financieringsprogramma’s van de EU.

ACHTERGROND

Voor meer informatie, zie:

• De hernieuwde EU-agenda voor het hoger onderwijs (Europese Commissie).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een nieuwe EU-agenda voor het hoger onderwijs (COM(2017) 247 final van 30.5.2017)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Witboek over de toekomst van Europa — Discussies en scenario’s betreffende de EU-27 in 2025 (COM(2017) 2025 final van 1.3.2017)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Investeren in de jongeren van Europa (COM(2016) 940 final van 7.12.2016)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Onderwijs verbeteren en moderniseren (COM(2016) 941 final van 7.12.2016)

Laatste bijwerking 24.10.2017