Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Brandstoffen — Vermindering van het zwavelgehalte

Brandstoffen — Vermindering van het zwavelgehalte

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn (EU) 2016/802 — Vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen

WAT IS HET DOEL VAN DEZE RICHTLIJN?

  • Met deze richtlijn wordt Richtlijn 1999/32/EG van de Raad, de bestaande wetgeving van de Europese Unie (EU), die herhaaldelijk ingrijpend is gewijzigd, gecodificeerd en ingetrokken.
  • Het doel van de richtlijn is de vermindering van de uitstoot van zwaveldioxide die het gevolg is van het verbranden van bepaalde types vloeibare brandstoffen.
  • Ze zou aldus de schadelijke effecten van dergelijke emissies op mens en milieu moeten terugdringen, want anders zouden deze de uitstoot van alle landbronnen in de EU tezamen tegen 2020 kunnen overtreffen.

KERNPUNTEN

In de richtlijn wordt het maximaal toegestane zwavelgehalte vastgesteld van:

  • zware stookolie;
  • gasolie;
  • gasolie voor de scheepvaart, en
  • dieselolie voor de scheepvaart.

Zware stookolie en gasolie

  • EU-landen moeten in hun gebied het gebruik verbieden van:
    • zware stookolie met een zwavelgehalte van meer dan 1 massaprocent;
    • gasolie met een zwavelgehalte van meer dan 0,1 massaprocent.

Brandstoffen voor de scheepvaart

  • In deze richtlijn werden de belangrijkste wijzigingen in de internationale wetgeving inzake luchtverontreiniging door schepen opgenomen. Met deze richtlijn wordt de herziene bijlage VI bij het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973 (bekend als MARPOL) zoals gewijzigd bij het Protocol van 1978 dat ermee verband houdt, die op 1 juli 2010 in werking is getreden, in de EU-wetgeving opgenomen.
  • Bijlage VI bij MARPOL introduceert strengere zwavelgrenswaarden voor scheepsbrandstoffen in beheersgebieden voor de emissie van zwaveloxide (SOx-ECAS) die zich in de EU in de Baltische Zee, de Noordzee en het Kanaal bevinden. Deze grenswaarden werden vanaf 1 juli 2010 op 1 % en vanaf 1 januari 2015 op 0,1 % vastgelegd. Een hoger zwavelgehalte is nog altijd mogelijk, maar alleen als duurzame reinigingssystemen voor uitlaatgassen aan boord geïnstalleerd zijn.
  • Sinds 1 januari 2012 zijn de grenswaarden van zwavel in zeegebieden buiten beheersgebieden voor SOx-emissie 3,5 % en vanaf 1 januari 2020 dalen deze naar 0,5 %. Dezelfde vereiste, ook de algemene zwavelgrenswaarde genoemd, treedt op internationaal niveau in werking zoals in oktober 2016 beslist door de Internationale Maritieme Organisatie. Dit besluit is een mijlpaal voor de vermindering van de impact van de uitstoot van schepen op de gezondheid van de mens en zorgt voor wereldwijde gelijke voorwaarden voor scheepsexploitanten.
  • EU-landen mogen het gebruik van emissiereductiemethoden* toestaan die emissiereducties kunnen opleveren die ten minste gelijk zijn aan die welke haalbaar zijn bij gebruik van brandstof met een laag zwavelgehalte, of deze zelfs overstijgen, mits deze methoden:
    • geen significante negatieve effecten hebben op het milieu, zoals mariene ecosystemen, en
    • ontwikkeld zijn met inachtneming van toepasselijke goedkeurings- en controlemechanismen.

Invoering

  • Om ervoor te zorgen dat de richtlijn op de juiste manier wordt ingevoerd, moeten de EU-landen:
    • zorgen voor een voldoende frequente en nauwkeurige monsterneming van in de handel gebrachte en aan boord van schepen gebruikte scheepsbrandstoffen, evenals voor een regelmatige controle van de logboeken en brandstofleveringsnota's van schepen*;
    • sancties invoeren die doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn voor het niet naleven van de bepalingen van deze richtlijn.
  • In 2013 werd begonnen met het technische werk in het European Sustainable Shipping Forum, waar gecoördineerde strategieën werden besproken om te zorgen voor de kostenefficiënte invoering van Richtlijn 2012/33/EU (die diende tot wijziging van Richtlijn 1992/32/EG en bedoeld was om de uitstoot van de scheepvaart als gevolg van de verbranding van brandstoffen voor de scheepvaart aanzienlijk te verminderen). Aan het forum namen de EU-landen en de maritieme sector deel, met technische hulp van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA).
  • Op basis van dat werk werd Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/253 van de Commissie ingevoerd. Hiermee werden meer controles van documenten en brandstofmonsters in havens ingevoerd en werden de bijbehorende rapportageverplichtingen voor de EU-landen gestroomlijnd. Hiermee werd ook het Europese informatiesysteem (Thetis-EU) ingevoerd, dat door EMSA werd ontwikkeld voor gebruik op vrijwillige basis en waarmee overheden de dagelijkse resultaten van de controles van zwavel in brandstoffen op individuele schepen kunnen delen.

Wetenschappelijke en technische vooruitgang

Om de wetenschappelijke en technische vooruitgang te kunnen volgen heeft de Europese Commissie na overleg met een commissie van vertegenwoordigers van de EU-landen het recht om gedelegeerde handelingen op te stellen waarmee de equivalente emissiewaarden en de criteria voor het gebruik van emissiereductiemethoden worden gewijzigd.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

Richtlijn (EU) 2016/802 is de gecodificeerde versie van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad en achtereenvolgende wijzigingen daarvan. De richtlijn is van toepassing sinds 10 juni 2016.

ACHTERGROND

  • De uitstoot van luchtvervuilende stoffen zoals zwaveldioxide kan een grote afstand afleggen. De laatste jaren heeft de uitstoot veroorzaakt door het zeevervoer steeds meer gevolgen voor de luchtkwaliteit in de EU.
  • De uitstoot van zwaveldioxide kan zure regen veroorzaken en fijnstof produceren. Dit stof is schadelijk voor de gezondheid van de mens. Het kan ademhalings- en cardiovasculaire ziekten veroorzaken en de levensverwachting in de EU met wel twee jaar verkorten.

* KERNBEGRIPPEN

Emissiereductiemethode: een alternatief voor scheepsbrandstof met een laag zwavelgehalte, met inbegrip van in een schip te installeren uitrustingsstukken, materialen, toestellen of apparaten, of andere procedures, alternatieve brandstoffen of nalevingsmethoden. De emissiereductiemethode moet aan de voorwaarden van deze richtlijn voldoen door aan te tonen dat ze controleerbaar, kwantificeerbaar en handhaafbaar is.

brandstofleveringsnota's: documenten die door een leverancier aan klanten worden uitgereikt als bewijs dat de brandstof is geleverd.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn (EU) 2016/802 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (codificatie) (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 58–78)

Laatste bijwerking 27.02.2017

Top