This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Addressing the EU’s job concerns in 2015
Aanpakken van de werkgelegenheidszorgen in 2015
Aanpakken van de werkgelegenheidszorgen in 2015
This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.
Aanpakken van de werkgelegenheidszorgen in 2015
De ontwerpversie van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid vormt een begeleidend document bij de jaarlijkse groeianalyse voor 2015. Het analyseert sociale en werkgelegenheidsontwikkelingen in de landen van de Europese Unie en de beleidsmaatregelen die deze landen treffen om werk-gelegenheid en sociale prestaties te verbeteren.
BESLUIT
Ontwerp van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de Commissie en de Raad - Begeleidend document bij de mededeling van de Commissie „Jaarlijkse groeianalyse 2015”(COM(2014) 906 final van 28.11.2014).
SAMENVATTING
De ontwerpversie van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid vormt een begeleidend document bij de jaarlijkse groeianalyse voor 2015. Het analyseert sociale en werkgelegenheidsontwikkelingen in de landen van de Europese Unie en de beleidsmaatregelen die deze landen treffen om werk-gelegenheid en sociale prestaties te verbeteren.
WAT IS HET DOEL VAN DIT VERSLAG?
In het kader van de nieuwe cyclus van het Europees semester heeft de Europese Commissie (EC) de jaarlijkse groeianalyse (JGA) 2015 gepubliceerd die gericht is op hoe de EU kan handelen om het scheppen van werkgelegen-heid en groei te ondersteunen. In de JGA worden met name algemene economische prioriteiten van de EU uiteengezet en de analyse biedt EU-landen beleidsrichtsnoeren voor het komende jaar.
De JGA gaat tevens vergezeld van dit gezamenlijke verslag over werkgelegenheid dat de werkgelegenheidssituatie in de EU en de beleidsmaatregelen van EU-landen in dat opzicht analyseert.
KERNPUNTEN
Het verslag laat zien dat substantiële structurele hervormingen tot goede resultaten leiden. Tevens worden er in het verslag de mogelijkheden bestu-deerd om de werkgelegenheid en sociale prestaties van de EU te verbeteren.
Belangrijkste conclusies:
— |
sociale en arbeidsmarkttrends: de werkloosheid daalt wel langzaam maar blijft met 24,6 miljoen (10,1 %) in september 2014 hoog in de EU-28. Ook staat in het verslag dat:
|
— |
hervormingen van het sociaal en werkgelegenheidsbeleid van EU-landen: EU-landen hebben hervormingen doorgevoerd in overeenstemming met het Europees semester 2014 met effecten op de participatiegraad. Er zijn maatregelen getroffen om langdurige werkloosheid te bestrijden om:
|
In het verslag wordt echter benadrukt dat de vooruitgang en ambitie in de door-voering van deze hervormingen tussen EU-landen verschillen. Daarom zijn verdere inspanningen nodig om concrete resultaten in de praktijk te bewerkstelligen.
Scorebord van indicatoren
Het verslag bevat tevens de tweede editie van het scorebord van kern-indicatoren op sociaal en werkgelegenheidsgebied. Dit werd ingevoerd ter versterking van de sociale dimensie van de economische en monetaire unie (EMU):
— |
werkloosheidspercentage,
|
— |
jeugdwerkloosheidspercentage en het percentage jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET-percentage),
|
— |
beschikbaar inkomen van huishoudens,
|
— |
armoederisicopercentage,
|
— |
inkomensongelijkheid (*).
|
De belangrijkste bevindingen van het verslag in 2015 tonen aanhoudende sociaal-economische verschillen in de percentages werkloosheid, jeugd-werkloosheid en NEET-jongeren. Dalingen in beschikbare inkomens van huishoudens en toenemende ongelijkheden en armoedecijfers worden ook geconstateerd in de zuidelijkste landen in de eurozone (Italië, Griekenland enz.).
KERNBEGRIPPEN
(*) Segmentatie van de arbeidsmarkt: waarbij de arbeidsmarkt wordt opge-deeld in onderdelen. Voorbeelden zijn situaties waarin sommige werknemers een vaste en andere werknemers een tijdelijke arbeidsovereenkomst hebben, of waarin er verschillen zijn tussen de voorwaarden voor migrerende en niet-migrerende werknemers.
(*) Inkomensongelijkheid: in dit kader bestaat deze uit de vergelijking van de relatieve aandelen van de inkomens van een land onder de verschillende bevolkingsgroepen daarvan. Indien het aandeel van het totale inkomen hoog is onder de rijksten, hebben de armere segmenten een overeenkomend lager aandeel en is de ongelijkheid hoger.
Kijk voor meer informatie ook op:
— |
de website van het DG Economische en Financiële Zaken,en
|
— |
Laatste wijziging: 21.06.2015