Onderwijs voor jonge kinderen: bevorderen van creativiteit, innovatie en digitale competentie

 

SAMENVATTING VAN:

Conclusies van de Raad — Voor- en vroegschoolse educatie en primair onderwijs

WAT IS HET DOEL VAN DEZE CONCLUSIES?

Hierin staan de voordelen die jongeren kunnen hebben van het bevorderen van creativiteit, innovatie en het gebruik van digitale instrumenten en apparaten in het vroege onderwijs en aanbevelingen hoe deze kunnen worden bereikt.

KERNPUNTEN

Het stimuleren van creativiteit, vernieuwing en digitale competentie vanaf jonge leeftijd kan zorgen voor persoonlijke en economische voordelen op latere leeftijd.

De mogelijke voordelen kunnen onder andere:

• een degelijke basis bieden voor leren, een hoger kennisniveau ontwikkelen en het vermogen van het kind om creatief en kritisch te denken verbeteren
• ervoor zorgen dat de volgende generatie over vaardigheden beschikt om te innoveren en nieuwe producten en diensten te genereren die van essentieel belang zijn voor economisch succes
• ervoor zorgen dat de EU kan voldoen aan de groeiende vraag naar vaardige gebruikers van digitale technologie en deskundigen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie*.

De rol van creativiteit en innovatie

In de conclusies ligt de nadruk op:

• de rol van leraren en werkers in Europese opvang en onderwijs voor jonge kinderen (OOJK) om kinderen te helpen creatief en innovatief te worden
• het belang van op jonge leeftijd te spelen met spellen en digitale instrumenten voor ontwikkeling en het leren
• het gepast gebruik van digitale instrumenten om klasactiviteiten te versterken en motivatie, begrip en leren te verbeteren
• onderwijs voor kinderen over hoe ze digitale technologieën veilig en verantwoord kunnen gebruiken en hoe ze dergelijke informatie moeten interpreteren, gebruiken, delen, creëren en kritisch beoordelen

Wat kunnen de EU-landen doen?

EU-landen worden verzocht om onder andere een stimulans te bieden voor:

• onderwijs- en opleidingsinstellingen om nieuwe leerinstrumenten in hun programma's op te nemen en onderwijsmethoden aan te passen om creativiteit en innovatie te bevorderen
• onderwijsautoriteiten om scholen en andere onderwijsinstellingen voor kinderen voldoende uit te rusten zodat zij creativiteit en innovatie kunnen bevorderen
• de ontwikkeling en het gebruik van digitale instrumenten voor onderwijsdoeleinden en als onderdeel van een algemene leerbenadering
• communicatie en samenwerking tussen scholen en leraren op regionaal, nationaal, Europees en internationaal niveau.

Actie op Europees en nationaal niveau

De Europese Commissie en de EU-landen worden verzocht:

• Europese bronnen als het Erasmus+-programma en de Europese structuur- en investeringsfondsen te gebruiken om maatregelen en initiatief gericht op het bevorderen van creativiteit, innovatie en digitale competentie te ondersteunen
• doeltreffende methoden en praktijken voor leraren en OOJK-werkers te identificeren om kinderen te helpen bij de ontwikkeling van creatieve en innovatieve vaardigheden en digitale competentie

En wat moet de Commissie doen?

• samenwerking en wederzijds leren bevorderen in het kader van het strategisch kader „ET 2020” (EU-samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding) en via het Erasmus+-programma
• doorgaan met de werkzaamheden van de „ET 2020”-werkgroepen transversale vaardigheden en digitaal en online leren teneinde creativiteit, innovatie en digitale competentie, waar passend, vanaf jonge leeftijd te stimuleren.

Conclusies van de Raad van oktober 2015

In oktober nam de Raad nog een aantal conclusies aan. Deze hebben betrekking op voortijdig schoolverlaten en het bevorderen van goede schoolresultaten.

* KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Conclusies van de Raad over de rol van voor- en vroegschoolse educatie en primair onderwijs bij het bevorderen van creativiteit, innovatie en digitale competentie (PB C 172 van 27.5.2015, blz. 17-21)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Conclusies van de Raad inzake het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en het bevorderen van goede schoolresultaten (PB C 417 van 15.12.2015, blz. 36-40)

Laatste bijwerking 30.11.2016