Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De euro - de gemeenschappelijke munteenheid van Europa

De euro - de gemeenschappelijke munteenheid van Europa

Rechtszekerheid, met name voor particulieren en bedrijven, is absoluut cruciaal wanneer een EU-land zijn nationale munteenheid door de euro vervangt. Deze twee wetgevende instrumenten bieden deze zekerheid voor een soepele overstap.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro.

Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro.

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE VERORDENINGEN?

De twee verordeningen, nr. 1103/97 en nr. 974/98 (gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2169/2005), bieden de wettelijke basis voor de invoering van de euro (Economische en Monetaire Unie - EMU). De eerste verordening gaat over zaken als omrekeningskoersen en -procedures, de status van contracten en betalingsinstructies. In de tweede staat een tijdschema voor de overgang naar de euro. Alle landen die de euro invoeren, moeten aan deze voorzieningen voldoen.

BELANGRIJKSTE ELEMENTEN (VERORDENING (EG) NR. 1103/97)

  • De euro vervangt sinds 1 januari 1999 de ecu (European Currency Unit - Europese munteenheid), een mand van nationale munteenheden die eerder voor boekhoudkundige doeleinden van de EU werd gebruikt. De omrekeningskoers van de ecu en de euro was 1:1.
  • De euro is onderverdeeld in 100 eenheden. Deze kunnen centen worden genoemd of andere namen hebben die vaak gebruikt worden in het betrokken land.
  • De continuïteit van contracten en alle juridische overeenkomsten en verplichtingen waarin wordt verwezen naar een nationale munteenheid blijft door de invoering van de euro onaangetast.
  • De omrekeningskoersen voor nationale munteenheden in euro gaan tot zes cijfers achter de komma. Ze mogen niet naar boven of beneden worden afgerond.
  • Elke omrekening van een nationale munteenheid naar een andere moet via de euro worden gedaan.

BELANGRIJKSTE ELEMENTEN (VERORDENINGEN (EG) NR. 974/98 EN (EG) NR. 2169/2005)

  • Vanaf de datum van aanneming van de euro is de euro de munteenheid van de deelnemende EU-landen.
  • Er kan een overgangsperiode plaatsvinden tussen de datum waarop de euro wordt aangenomen en de daadwerkelijke overgangsdatum waarop euro-bankbiljetten en munten door de Europese Centrale Bank en de nationale centrale bank(en) in omloop worden gebracht om de munteenheid van het land te vervangen.
  • Die periode duurt maximaal drie jaar, maar mag zo kort mogelijk zijn en mag zelfs nul zijn indien de twee data op dezelfde dag vallen. In feite hebben landen die de euro onlangs hebben aangenomen geen overgangsperiode gebruikt.
  • Tijdens een periode van geleidelijke afschaffing mogen nieuwe juridische documenten voor een gemakkelijkere overgang nog één jaar naar de nationale munteenheid verwijzen.
  • Verwijzingen naar nationale munteenheden in juridische documenten van na de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, worden automatisch in euro beschouwd.
  • Wanneer er gelijktijdig zowel nationale en eurobankbiljetten en -muntstukken worden gebruikt, mag het publiek de eerste tot een bepaald plafond zonder kosten inwisselen voor de laatste.
  • Nationale bankbiljetten en muntstukken blijven tot ten laatste zes maanden na de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld een wettig betaalmiddel in het betrokken land, hoewel de regering deze periode kan verkorten.
  • Daarna kunnen ze nog volgens in nationale wetgeving en praktijk bedongen procedures tegen de euro worden ingewisseld.

Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad gaat over de initiële invoering van de euro en werd aangepast door Verordening (EG) nr. 2169/2005 als voorbereiding op de uitbreiding van de eurozone. (In een gerelateerde samenvatting wordt beschreven hoe de omschakeling naar de euro in de praktijk verloopt.)

EUROGEBRUIKERS

Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje (sinds 1999), Griekenland (2001), Slovenië (2007), Cyprus en Malta (2008), Slowakije (2009), Estland (2011), Letland (2014) en Litouwen (2015).

Nadere informatie is beschikbaar via de website en publicatie van de Europese Commissie: directoraat-generaal Economische en Financiële Zaken.

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 1103/97

20.6.1997

-

PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1-3.

Verordening (EG) nr. 974/98

1.1.1999

-

PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1-5.

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 2169/2005

18.1.2006

-

PB L 346, 29.12.2005, blz. 1-5

Laatste bijwerking 10.09.2015

Top