EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0910
Proposal for a COUNCIL OPINION on the Economic Partnership Programme of the Netherlands
Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland
Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland
/* COM/2013/0910 final - 2013/0397 (NLE) */
Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland /* COM/2013/0910 final - 2013/0397 (NLE) */
2013/0397 (NLE) Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD betreffende het economisch
partnerschapsprogramma van Nederland DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU)
nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013[1] betreffende gemeenschappelijke voorschriften
voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het
garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de
eurozone, en met name artikel 9, lid 4, Gezien het voorstel van
de Europese Commissie, Overwegende hetgeen
volgt: (1) Het stabiliteits- en
groeipact (SGP) beoogt de begrotingsdiscipline binnen de gehele Unie te
waarborgen en formuleert het kader voor het voorkomen en corrigeren van
buitensporige overheidstekorten. Het is gebaseerd op de doelstelling van
gezonde openbare financiën als middel ter versterking van de voorwaarden voor
prijsstabiliteit en voor een sterke duurzame groei, die berust op financiële
stabiliteit, waarbij tegelijk de verwezenlijking van de doelstellingen van de
Unie voor duurzame groei en werkgelegenheid wordt ondersteund. (2) In Verordening (EU) Nr. 473/2013
van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende
gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van
ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van
buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone worden voorschriften
vastgesteld ter versterking van de monitoring van het begrotingsbeleid in de
eurozone en ter waarborging van de consistentie van de nationale begrotingen
met de richtsnoeren inzake het economisch beleid die zijn afgegeven in het
kader van het SGP en het Europees semester. Daar louter budgettaire maatregelen
mogelijk niet volstaan om een duurzame correctie van het buitensporig tekort te
waarborgen, kunnen aanvullende beleidsmaatregelen en structurele hervormingen
noodzakelijk zijn. (3) In artikel 9 van Verordening
(EU) nr. 473/2013 worden de modaliteiten vastgesteld voor de economische
partnerschapsprogramma's die moeten worden voorgelegd door lidstaten van de
eurozone waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt. Het economisch
partnerschapsprogramma dient een routekaart van maatregelen te bevatten die
bijdragen tot een duurzame en effectieve correctie van het buitensporig tekort,
en dient met name de belangrijkste budgettair-structurele hervormingen te
vermelden, zoals de hervormingen op het gebied van belastingen, pensioenen,
gezondheidszorg en begrotingskaders, die van doorslaggevend belang zijn voor
een duurzame correctie van het buitensporig tekort. (4) Op 2 december 2009 heeft de
Raad een besluit vastgesteld overeenkomstig artikel 126, lid 6, van
het Verdrag waarbij Nederland aan een buitensporigtekortprocedure werd
onderworpen. Op 21 juni 2013 heeft de Raad een herziene aanbeveling
overeenkomstig artikel 126, lid 7, vastgesteld. In dit verband werd Nederland
verzocht uiterlijk op 1 oktober 2013 een economisch
partnerschapsprogramma voor te leggen. (5) Op 30 september 2013, en
derhalve binnen de in artikel 9, lid 3, en artikel 17, lid 2, van
Verordening (EU) nr. 473/2013 vastgestelde termijn, heeft Nederland een
economisch partnerschapsprogramma bij de Commissie en de Raad ingediend waarin
met name de budgettair-structurele hervormingen worden vermeld die een duurzame
en effectieve correctie van het buitensporig tekort moeten waarborgen (LSA 1).
Het economisch partnerschapsprogramma bevat eveneens maatregelen waarmee gevolg
wordt geven aan de bredere reeks landspecifieke aanbevelingen die de Raad op 9 juli 2013
tot Nederland heeft gericht: een beperking van de schulden en gerelateerde
financiële risico's op de koopwoningmarkt, een bevordering van de doorstroom op
de koopwoningmarkt, een verbetering van de werking en allocatie van de sociale
huursector, een bevordering van de private huursector (LSA 2), een verbetering
van het financieel toezicht op de pensioenfondsen en mogelijk maken van een
betere balans tussen zekerheid en ambitie, ook vanuit intergenerationeel
perspectief, een verlaging van de jaarlijkse opbouw van de bedrijfspensioenen
en daarin rekening houden met de langere opbouwperiode gelet op de verhogingen
van de pensioenleeftijd, een verbetering van de inzetbaarheid van oudere
werknemers en een herziening van het stelsel van langdurige zorg (LSA 3), een
verbetering van de arbeidsparticipatie en bevordering van de
arbeidsmarkttransities (LSA 4). Afgezien van de aanvullende
consolidatiemaatregelen voor 2014 en daarna, zoals opgenomen in het ingediende
ontwerpbegrotingsplan van Nederland, worden in het economisch
partnerschapsprogramma nieuwe maatregelen op budgettair-structureel gebied
vermeld die tot doel hebben de decentrale overheden nauwer in de budgettaire
regelgeving te betrekken. De in het economisch partnerschapsprogramma vermelde
maatregelen die op LSA 2, LSA 3 en LSA 4 betrekking hebben, waren al
grotendeels vóór de meest recente landspecifieke aanbevelingen in gang gezet. (6) Bij de budgettair-structurele
maatregelen die Nederland ten uitvoer wil leggen, gaat het met name om een
codificatie van de begrotingsregels die gepaard gaat met een nauwere
betrokkenheid ter zake van de decentrale overheden, hetgeen leidt tot een
versterking van het nationale begrotingskader. Er mag van uit worden gegaan dat
deze in combinatie met de aanvullende budgettaire consolidatiemaatregelen uit
het ontwerpbegrotingsplan 2014 een duurzame correctie van het buitensporige
tekort en de verwezenlijking van de middellangetermijndoelstelling van een
structureel begrotingsevenwicht naderbij brengen. (7) Van de maatregelen om de
werking van de woningmarkt te verbeteren, mag worden verwacht dat deze tot een
geleidelijke vermindering leiden van enerzijds de subsidies voor de
schuldgefinancierde aankoop van een woning en anderzijds de
wanbetalingsrisico's waaraan de overheid via de Nationale Hypotheekgarantie
blootstaat. De verlaging van de overdrachtsbelasting brengt hoge kosten in de
vorm van gederfde inkomsten voor de begroting mee, maar leidt naar verwachting
tot een beter evenwicht tussen vraag en aanbod en een betere allocatie van
kapitaal op de woningmarkt. De belangrijkste maatregelen ter zake waren al in
het nationale hervormingsprogramma geschetst. Al met al lijken ze stappen in de
goede richting, maar moeten ze een follow-up krijgen en mogelijk worden
aangepast om te waarborgen dat ze een adequate reactie vormen op de relevante
landspecifieke aanbeveling (LSA 2). (8) Van de maatregelen om de
werking van de pensioenfondsen te verbeteren, mag worden verwacht dat deze tot
een vermindering van de fiscale subsidies voor het stelsel leiden, terwijl ook
de inzetbaarheid van oudere werknemers wordt vergroot. Er mag van uit worden
gegaan dat de efficiëntie van het stelsel van langdurige zorg met de
maatregelen verbetert als de beoogde resultaten worden bereikt, en dat de
begroting daardoor beter houdbaar wordt. Risicofactoren in dit verband blijven
evenwel de verdere invulling en de economische en budgettaire effecten ervan,
alsmede de gevolgen voor de feitelijke pensioenpremies. Omdat de maatregelen
nog in de implementatiefase verkeren, zal een verdere analyse van de effecten
van de beleidsplannen en de uitwerking ervan op de houdbaarheid van de
begroting nodig zijn. (9) De maatregelen om de
arbeidsmarktparticipatie te verhogen, omvatten onder meer wijzigingen in de
overdraagbaarheid van bepaalde fiscale kortingen en hervormingen in een aantal
toeslagen en de werkloosheidsuitkeringen. Al met al mag van deze maatregelen
eveneens worden verwacht dat zij gunstig uitpakken voor het begrotingssaldo.
Wel is het de bedoeling dat de maatregelen traag worden ingefaseerd, hetgeen
mede voortvloeit uit de akkoorden met de sociale partners over de uitvoering
ervan. De belangrijkste maatregelen ter zake waren al in het nationale
hervormingsprogramma geschetst. Een snellere invoering zou de werking van de
arbeidsmarkt en de economische groei ten goede komen, HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING
VASTGESTELD: Het economisch
partnerschapsprogramma dat Nederland op 30 september 2013 aan de Commissie en
de Raad heeft voorgelegd, bevat een min of meer adequate reeks
budgettair-structurele hervormingen die een effectieve en duurzame correctie
van het buitensporig tekort ondersteunen. In het bijzonder wordt met het
economisch partnerschapsprogramma het commitment aan de hervormingen zoals
vastgelegd in het meest recente nationale hervormingsprogramma, bevestigd en
bevat het nadere informatie over de tenuitvoerlegging van een aantal van deze
maatregelen sinds de indiening ervan en over de tijdschema's voor de follow-up.
Gezien het tijdschema van de geplande maatregelen om de landspecifieke
aanbeveling over de arbeidsmarkt op te volgen, lijken de voornaamste
hervormingen op dit gebied een langdurig proces te worden. Ondanks de
uitvoerige informatie over alle maatregelen wordt in het economisch
partnerschapsprogramma niet ingegaan op de specifieke problemen en risico's bij
de uitvoering van deze maatregelen. Nederland wordt derhalve verzocht in het
komende nationale hervormingsprogramma en stabiliteitsprogramma extra
informatie over de tenuitvoerlegging van de beoogde hervormingen te verstrekken
en voldoende vooruitgang te boeken teneinde aan de landspecifieke aanbevelingen
in het kader van het Europees semester te voldoen. De Commissie en de Raad
zullen in het kader van het Europees semester toezicht houden op de uitvoering
van de hervormingen. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB
L 140 van 27.5.2013 p. 11.