Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document COM:2006:230:FIN

    Gewijzigd voorstel voor een besluit van het europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”
    Gewijzigd voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Drugspreventie en voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie” Aanpassing als gevolg van het feit dat op 17 mei 2006 overeenstemming is bereikt over het financiële kader

    /* COM/2006/0230 def. - COD 2005/0037 A */ /* COM/2006/0230 def. - COD 2005/0037 B */

    52006PC0230(01)

    Gewijzigd voorstel voor een besluit van het europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie” /* COM/2006/0230 def. - COD 2005/0037 A */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 24.5.2006

    COM(2006) 230 definitief

    2005/0037 A (COD)2005/0037 B (COD)

    Gewijzigd voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)" voor de periode 2007-2013

    als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

    Gewijzigd voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot vaststelling van het specifieke programma "Drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

    Aanpassing als gevolg van het feit dat op 17 mei 2006 overeenstemming is bereikt over het financiële kader (door de Commissie ingediend krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag)

    TOELICHTING

    1. Op 6 april presenteerde de Commissie een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en -voorlichting" voor de periode 2007-2013[1]. Dit specifieke programma is onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie", Voor de gehele periode bedragen de daaraan toegewezen middelen 138,2 miljoen EUR (134,4 miljoen EUR voor beleidsuitgaven en 2,8 miljoen EUR voor administratieve uitgaven).

    2. In aansluiting op het op 17 mei 2006 gesloten interinstitutionele akkoord over het financiële kader 2007-2013, is de Commissie voornemens op 24 mei gewijzigde voorstellen aan te nemen betreffende de nieuwe financiële instrumenten op het gebied van justitie, veiligheid en vrijheid. Naar aanleiding daarvan zal de Commissie om de hieronder uiteengezette redenen ook de vaststelling van afzonderlijke voorstellen voor "Daphne" en ""Drugspreventie en -voorlichting" aankondigen.

    3. Eerder had de Commissie "Daphne" en "Drugspreventie en -voorlichting" in één enkel programma opgenomen en dit om de volgende redenen:

    4. de noodzaak om de financiële instrumenten op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid te rationaliseren en te vereenvoudigen door hun aantal te beperken en hun efficiëntie te verhogen;

    5. geweld en drugsverslaving zijn nauw verbonden met volksgezondheid en betreffen derhalve alle lidstaten, en

    6. er is een gemeenschappelijke rechtsgrondslag (artikel 152 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is de rechtsgrond voor het volksgezondheidsbeleid van de EU).

    7. De presentatie van de acties inzake "Daphne" en "Drugspreventie en –voorlichting" in één enkel programma werd bekritiseerd omdat het Daphne-programma - een belangrijk instrument ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en kinderen - minder zichtbaar zou kunnen worden indien het samen met maatregelen inzake drugsverslaving in één enkel instrument wordt opgenomen.

    Met name het Europees Parlement[2] en ook het Europees Economisch en Sociaal Comité[3] hebben verzocht beide programma’s van elkaar los te koppelen. Dit is blijkbaar ook het standpunt van de Raad.

    8. Door beide programma’s van elkaar los te koppelen zal de besluitvorming bovendien sneller verlopen.

    9. Derhalve heeft de Commissie besloten twee afzonderlijke voorstellen voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake "Daphne" en "Drugspreventie en -voorlichting" te presenteren. Deze opsplitsing brengt geen inhoudelijke wijzigingen met zich: de rechtsgrond, de toelichting, de overwegingen en de artikelen van de voorstellen voor een besluit blijven ongewijzigd. Deze opsplitsing belet niet dat moet worden gestreefd naar een zo groot mogelijke complementariteit van beide programma’s en van andere financiële instrumenten.

    10. Het van elkaar loskoppelen van beide programma’s leidt voor de periode 2007-2013 tot de volgende verdeling van financiële middelen:

    Programma | Beleidsuitgaven | Administratieve uitgaven |

    Daphne | 114,4 miljoen EUR | 2,45 miljoen EUR |

    Drugspreventie en –voorlichting | 21 miljoen EUR | 0,35 miljoen EUR |

    2005/0037 A ( COD)

    Gewijzigd voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot vaststelling van het specifieke programma “Geweldbestrijding (Daphne)” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152,

    Gezien het voorstel van de Commissie[4],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5],

    Gezien het advies van het Comité van de Regio's[6],

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[7],

    Overwegende hetgeen volgt:

    11. In het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt bepaald dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd. In artikel 3, lid 1, onder p), van het Verdrag wordt bepaald dat het optreden van de Gemeenschap een bijdrage tot het verwezenlijken van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid omvat.

    12. Het optreden van de Gemeenschap moet een aanvulling vormen op nationale beleidsmaatregelen die gericht zijn op de verbetering van de volksgezondheid en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid.

    13. Fysiek, seksueel en psychologisch geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen of dreiging daarmee, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer, vormt een inbreuk op hun recht op leven, veiligheid, vrijheid, waardigheid en lichamelijke en emotionele integriteit en een ernstige bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers van dergelijk geweld. De gevolgen van dergelijk geweld doen zich zo erg gevoelen in de gehele Gemeenschap dat zij een echte plaag zijn op gezondheidsgebied en een belemmering vormen voor veilig, vrij en rechtvaardig burgerschap.

    14. Volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie is gezondheid een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet de loutere afwezigheid van ziekte of handicap. Volgens een resolutie die tijdens de Algemene Vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie in 1996 werd aangenomen, is geweld een van de belangrijkste mondiale problemen op het gebied van de volksgezondheid. In haar verslag over geweld en gezondheid van 3 oktober 2002 beveelt de WHO aan elementaire preventieve acties te bevorderen, meer maatregelen te nemen ten behoeve van slachtoffers van geweld en de samenwerking en uitwisseling van informatie over het voorkomen van geweld te intensiveren.

    15. Deze beginselen worden erkend in talrijke overeenkomsten, verklaringen en protocollen van belangrijke internationale organisaties en instellingen zoals de Verenigde Naties, de Internationale Arbeidsorganisatie, de Wereldvrouwenconferentie en het Wereldcongres tegen de seksuele uitbuiting van kinderen voor commerciële doeleinden.

    16. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie[8] bevestigt onder andere opnieuw het recht op menselijke waardigheid, gelijkheid en solidariteit. Het omvat een aantal specifieke bepalingen betreffende de bescherming en bevordering van de lichamelijke en geestelijke integriteit, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, kinderrechten en non-discriminatie alsmede het verbod van onmenselijke of vernederende behandelingen, slavernij, dwangarbeid en kinderarbeid. In het Handvest wordt bevestigd dat bij de bepaling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd.

    17. De Commissie is door het Europees Parlement verzocht om actieprogramma's ter bestrijding van dergelijk geweld op te stellen en ten uitvoer te leggen, onder andere in de resoluties van het Europees Parlement van 19 mei 2000 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Over nieuwe maatregelen ter bestrijding van de vrouwenhandel"[9] en van 20 september 2001 over genitale verminking van vrouwen[10].

    18. Het actieprogramma dat werd opgezet bij Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen[11], heeft bijgedragen tot een grotere bewustwording van deze problematiek in de Europese Unie en heeft geleid tot meer samenwerking tussen de organisaties die in de lidstaten actief zijn op het gebied van geweldbestrijding.

    19. In het actieprogramma dat werd opgezet bij Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma)[12], werd voortgebouwd op de resultaten die reeds in het kader van het Daphne-programma werden bereikt. Op grond van artikel 8, lid 2, van dit besluit treft de Commissie de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de jaarlijkse kredieten stroken met het nieuwe financiële kader.

    20. Het is wenselijk te zorgen voor continuïteit voor de projecten die in het kader van de Daphne en Daphne II-programma's werden ondersteund.

    21. Het is belangrijk en noodzakelijk dat de ernstige onmiddellijke en langetermijngevolgen worden erkend die geweld kan hebben op het gebied van gezondheid, psychologische en sociale ontwikkeling, gelijke kansen van de betrokkenen en voor personen, gezinnen en gemeenschappen alsook wat betreft de hoge sociale en economische kosten voor de maatschappij in haar geheel.

    22. Op het gebied van de preventie van geweld, met inbegrip van misbruik en seksuele uitbuiting ten aanzien van vrouwen, jongeren en kinderen en de bescherming van slachtoffers en risicogroepen kan de Europese Unie een meerwaarde geven aan de acties die hoofdzakelijk door de lidstaten worden ondernomen door de volgende maatregelen te nemen: de verspreiding en uitwisseling van gegevens, ervaring en beproefde methoden; de bevordering van een innoverende benadering; de gezamenlijke vaststelling van prioriteiten; de ontwikkeling van de nodige netwerken; de selectie van projecten in de gehele Gemeenschap en het motiveren en mobiliseren van alle betrokken partijen. Deze acties moeten ook betrekking hebben op vrouwen en kinderen die via mensenhandel de lidstaten worden binnengebracht.

    23. De Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen verenigt op Europees niveau de verschillende NGO's die actief zijn op het gebied van verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen. De federatie is actief op het vlak van de bewustmaking van en de strijd tegen het verschijnsel van verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen door de communicatie te bevorderen tussen Europese organisaties met het oog op een meer efficiënte aanpak, de oprichting te bevorderen van een Europees studiecentrum voor het centraliseren en analyseren van gegevens met betrekking tot deze fenomenen en activiteiten te ondersteunen en uit te voeren met het oog op de verbetering van de situatie van verdwenen of seksueel uitgebuite minderjarigen en de wetgeving, mentaliteit en gedrag in Europa te wijzigen.

    24. De doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk het voorkomen en bestrijden van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, omdat de gegevensuitwisseling en verspreiding van beproefde methoden op EU-niveau moet plaatsvinden. Dit kan dan ook beter op communautair niveau worden verwezenlijkt. Aangezien een gecoördineerde en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en rekening houdende met de omvang of de gevolgen van het optreden kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    25. Passende maatregelen moeten worden genomen om onregelmatigheden en fraude te voorkomen en om verloren gegane, ten onrechte betaalde of slecht bestede middelen terug te vorderen.

    26. Bij dit besluit wordt een financieel kader vastgesteld dat voor de begrotingsautoriteit gedurende de gehele looptijd van het programma de voornaamste referentie vormt in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure[13].

    27. Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[14] (hierna “het Financieel Reglement” genoemd) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad[15], die de financiële belangen van de Europese Gemeenschap beschermen, moeten worden toegepast, waarbij moet worden gestreefd naar eenvoud en samenhang bij de keuze van de begrotingsinstrumenten, beperking van het aantal gevallen waarin de Commissie rechtstreeks verantwoordelijk is voor de uitvoering en het beheer van de begrotingsinstrumenten, en evenredigheid tussen de hoogte van de middelen en de administratieve lasten voor de besteding ervan.

    28. Krachtens het Financieel Reglement is voor exploitatiesubsidies een basisbesluit vereist.

    29. Overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[16] moeten de maatregelen voor de uitvoering van dit besluit worden goedgekeurd aan de hand van de raadplegingsprocedure van artikel 3 van dit besluit. Dit is aangewezen omdat het programma geen significante gevolgen heeft voor de begroting van de Europese Unie,

    BESLUITEN:

    Artikel 1 Vaststelling van het programma

    1. In dit besluit wordt het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne)” (hierna “het programma” genoemd) vastgesteld als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”, om bij te dragen aan de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

    2. Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013.

    Artikel 2 Algemene doelstellingen

    1. Dit programma heeft de volgende algemene doelstellingen:

    (a) bijdragen aan de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht door geweldbestrijding;

    (b) burgers beschermen tegen geweld en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken.

    2. Zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen en bevoegdheden van de Europese Gemeenschap, dragen de algemene doelstellingen van het programma bij aan de ontwikkeling van communautaire beleidsmaatregelen en meer in het bijzonder aan die welke verband houden met de bescherming van de volksgezondheid, gelijkheid van mannen en vrouwen, bescherming van de kinderrechten en de strijd tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting.

    Artikel 3 Specifieke doelstellingen

    Dit programma heeft de volgende specifieke doelstellingen:

    (a) voorkoming en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer door preventief op te treden en steun te verlenen aan slachtoffers en risicogroepen aan de hand van volgende maatregelen:

    - NGO's en andere organisaties die actief zijn op het gebied van de bescherming tegen en het voorkomen van geweld ondersteunen en aanmoedigen en steun verlenen aan slachtoffers;

    - acties voor de bewustmaking van specifieke doelgroepen ontwikkelen en ten uitvoer leggen, materiaal ontwikkelen ter aanvulling van het reeds bestaande materiaal of het reeds bestaande materiaal aanpassen en gebruiken in andere geografische gebieden of ten behoeve van andere doelgroepen;

    - de in het kader van beide Daphne-programma's verkregen resultaten verspreiden, met inbegrip van hun aanpassing, overdracht en gebruik door andere begunstigden of in andere geografische gebieden;

    - vaststellen en versterken van acties die bijdragen tot een positieve behandeling van mensen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld, namelijk door te kiezen voor een aanpak die zowel aanzet tot respect voor hen als hun welbevinden en persoonlijke ontplooiing bevordert;

    (b) transnationale acties bevorderen door:

    - multidisciplinaire netwerken uit te bouwen;

    - de verdere ontwikkeling te garanderen van de kennisbasis, de uitwisseling van informatie en de vaststelling en verspreiding van beproefde methoden, met name door opleiding, studiebezoeken en uitwisseling van personeel;

    - bewustmaking van geweld bij doelgroepen zoals specifieke beroepen zodat zij hierin meer inzicht krijgen, de toepassing van het beginsel inzake nultolerantie ten aanzien van geweld te bevorderen, de ondersteuning van slachtoffers aan te moedigen en het melden van gevallen van geweld bij de bevoegde autoriteiten te stimuleren;

    - de vraagstukken in verband met geweld te bestuderen, na te gaan welke de onderliggende oorzaken van geweld zijn op alle niveaus van de maatschappij en deze te bestrijden.

    Artikel 4 Acties

    Met het oog op de verwezenlijking van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde algemene en specifieke doelstellingen kunnen in het kader van dit programma de volgende soorten acties worden ondersteund:

    (a) specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie; of

    (b) specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden; of

    (c) de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen Europees belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden;

    (d) een exploitatiesubsidie ter medefinanciering van de uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen, die op het gebied van kinderrechten en -bescherming een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft.

    Artikel 5 Deelname

    De volgende landen (hierna “de deelnemende landen” genoemd) kunnen aan de acties van het programma deelnemen:

    (a) de EVA-Staten die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst;

    (b) de met de EU geassocieerde kandidaat-lidstaten en de bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken landen van de westelijke Balkan, volgens de voorwaarden die zijn vastgesteld in de met die landen gesloten of te sluiten associatieovereenkomsten of aanvullende protocollen inzake de deelname aan communautaire programma's;

    (c) bij de projecten kunnen kandidaat-lidstaten worden betrokken die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit tot hun voorbereiding op toetreding zou bijdragen, dan wel andere derde landen die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit de doelstellingen van de projecten dient.

    Artikel 6 Doelgroepen

    1. Het programma is gericht op alle groepen die zich direct of indirect bezighouden met vraagstukken in verband met geweld.

    2. Wat de strijd tegen geweld betreft, zijn de belangrijkste doelgroepen de slachtoffers van geweld en de groepen die het risico lopen slachtoffer te worden van geweld. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, politie en maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen. Met het oog op geweldpreventie is het ook van belang te denken aan behandelingsprogramma's voor zowel slachtoffers als daders.

    Artikel 7 Toegang tot het programma

    Het programma staat open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van de preventie en bestrijding van geweld ten aanzien van kinderen, jongeren en vrouwen of die bescherming bieden tegen dergelijk geweld of die hulp verlenen aan slachtoffers dan wel gerichte acties ten uitvoer leggen om de afwijzing van dergelijk geweld te bevorderen of attitude- en gedragswijzigingen ten opzichte van kwetsbare groepen en slachtoffers van geweld aan te moedigen.

    Artikel 8 Financieringsvormen

    1. Communautaire financiering kan de volgende juridische vormen aannemen:

    - subsidies;

    - overheidsopdrachten.

    2. Behalve in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde spoedeisende gevallen of indien de begunstigde wegens zijn kenmerken als enige voor een bepaalde actie in aanmerking komt, worden communautaire subsidies normaal toegekend na een oproep tot het indienen van voorstellen in de vorm van exploitatiesubsidies en subsidies aan acties. Het maximale medefinancieringspercentage wordt in de jaarlijkse werkprogramma's vastgesteld.

    3. Voorts is voorzien in uitgaven voor begeleidende maatregelen door middel van contracten voor overheidsopdrachten, in welk geval de communautaire financiering de aankoop van diensten en goederen dekt. Het gaat daarbij onder meer om uitgaven met betrekking tot voorlichting en communicatie, voorbereidende werkzaamheden, tenuitvoerlegging, toezicht, controles en evaluatie van projecten, beleidsinitiatieven, programma's en wetgeving.

    Artikel 9 Uitvoeringsmaatregelen

    1. De Commissie voert de communautaire bijstand uit overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

    2. Voor de tenuitvoerlegging van het programma stelt de Commissie, binnen de grenzen van de in artikel 2 omschreven algemene doelstellingen, een jaarlijks werkprogramma op met specifieke doelstellingen, thematische prioriteiten, een beschrijving van de in artikel 8 bedoelde begeleidende maatregelen en eventueel een lijst van andere acties.

    3. Het jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 10, lid 2.

    4. Bij de evaluatie- en gunningsprocedures met betrekking tot subsidies aan acties wordt onder meer rekening gehouden met de volgende criteria:

    (a) conformiteit met het jaarlijkse werkprogramma, de in artikel 2 uiteengezette algemene doelstellingen en de maatregelen op de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gebieden;

    (b) kwaliteit van de voorgestelde actie qua opzet, organisatie, presentatie en verwachte resultaten;

    (c) bedrag van de gevraagde communautaire financiering en de mate waarin deze in verhouding staat tot de verwachte resultaten;

    (d) effect van de verwachte resultaten op de in artikel 2 omschreven algemene doelstellingen en op de maatregelen op de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gebieden.

    5. De aanvragen voor de in artikel 4, onder c) en d), bedoelde exploitatiesubsidies worden geëvalueerd op grond van de volgende punten:

    - de mate van overeenstemming met de doelstellingen van het programma;

    - de kwaliteit van de geplande activiteiten;

    - het van deze activiteiten te verwachten multiplicatoreffect op de burgers;

    - de geografische uitstraling van de activiteiten;

    - de rol van de burgers in de structuren van de desbetreffende organen;

    - de verhouding tussen de kosten en de baten van de voorgestelde activiteiten.

    6. Overeenkomstig artikel 113, lid 2, van het Financieel Reglement wordt voor de aan de Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen verleende exploitatiesubsidies een uitzondering gemaakt op het degressiviteitsbeginsel, omdat deze vereniging een doel van algemeen Europees belang op het gebied van kinderrechten en -bescherming nastreeft.

    Artikel 10 Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en dat wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie (hierna "het comité" genoemd).

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.

    3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 11 Complementariteit

    1. Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Gemeenschap, met name de algemene programma's "Veiligheid en bescherming van de vrijheden" en "Solidariteit en beheer van de migratiestromen", het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en de programma's met betrekking tot gezondheidsbescherming en "Veiliger internet plus". Statistische gegevens over geweld zullen in samenwerking met de lidstaten worden opgesteld, zo nodig aan de hand van het communautair statistisch programma

    2. Middelen van het programma kunnen worden gedeeld met andere instrumenten van de Gemeenschap, met name de algemene programma's "Veiligheid en bescherming van de vrijheden", "Solidariteit en beheer van de migratiestromen" en het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling om acties ten uitvoer te leggen die aan de doelstellingen van alle programma's beantwoorden.

    3. Voor in het kader van dit besluit gefinancierde acties wordt voor hetzelfde doel geen bijstand van andere financiële instrumenten van de Gemeenschap verleend. De begunstigden van dit besluit stellen de Commissie in kennis van financiering die zij uit de communautaire begroting en andere bronnen ontvangen, alsook van hun lopende financieringsaanvragen.

    Artikel 12 Begrotingsmiddelen

    1. De begroting voor de uitvoering van dit instrument bedraagt voor de in artikel 1 vermelde periode 116,85 miljoen EUR.

    2. De begrotingsmiddelen die worden toegewezen voor de acties waarin dit programma voorziet, worden jaarlijks opgevoerd in de algemene begroting van de Europese Unie. De beschikbare jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegekend binnen de grenzen van het financiële kader.

    Artikel 13 Toezicht

    1. Voor alle in het kader van het programma gefinancierde acties dient de begunstigde technische en financiële voortgangsverslagen in. Tevens wordt binnen drie maanden na de beëindiging van de actie een eindverslag ingediend. Vorm en inhoud van deze verslagen worden door de Commissie vastgesteld.

    2. Onverminderd de controles die door de Rekenkamer worden uitgevoerd in samenwerking met de bevoegde nationale controle-instanties of diensten overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag, en onverminderd eventuele uit hoofde van artikel 279, onder c), van het EG-Verdrag uitgevoerde controles, mogen ambtenaren en andere personeelsleden van de Commissie controles ter plaatse, met inbegrip van steekproefsgewijze controles, uitvoeren met betrekking tot in het kader van het programma gefinancierde acties.

    3. Op basis van dit besluit gesloten contracten en overeenkomsten voorzien met name in toezicht en financiële controle door de Commissie (of een door haar gevolmachtigde vertegenwoordiger), zo nodig ter plaatse, en in controles door de Rekenkamer.

    4. Gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de laatste betaling voor een gegeven actie, houdt de begunstigde van financiële steun alle bescheiden met betrekking tot uitgaven voor de betrokken actie ter beschikking van de Commissie.

    5. Op basis van de resultaten van de in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen en steekproefsgewijze controles past de Commissie, indien nodig, de omvang van de oorspronkelijk goedgekeurde financiële steun en de daaraan verbonden voorwaarden, alsook het tijdschema van de betalingen aan.

    6. De Commissie doet al het nodige om te verifiëren dat de gefinancierde acties correct en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en het Financieel Reglement worden uitgevoerd.

    Artikel 14 Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    1. De Commissie ziet erop toe dat bij de tenuitvoerlegging van uit hoofde van dit besluit gefinancierde acties de financiële belangen van de Gemeenschap worden gevrijwaard door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen, zulks door de uitvoering van doeltreffende controles en de terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde bedragen en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, overeenkomstig de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad.

    2. Ten aanzien van in het kader van dit programma gefinancierde communautaire acties zijn de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van toepassing op elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht, met inbegrip van inbreuken op een in het kader van dit programma vastgelegde contractuele verplichting, die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld door een onverschuldigde uitgave.

    3. De Commissie vermindert de voor een actie toegekende financiering, schorst de uitbetaling ervan of vordert deze terug indien zij onregelmatigheden vaststelt, met inbegrip van de niet-naleving van de bepalingen van dit besluit of van de individuele beschikking of het contract of de overeenkomst waarbij de betrokken financiële steun werd toegekend, of indien aan het licht komt dat, zonder dat de Commissie daarvoor om toestemming werd verzocht, de actie werd gewijzigd op een manier die in strijd is met de aard of de uitvoeringsvoorwaarden van het project.

    4. Indien de termijnen niet in acht werden genomen of indien slechts een deel van de toegekende financiële steun gerechtvaardigd blijkt in het licht van de voortgang die met de uitvoering van de actie wordt gemaakt, verzoekt de Commissie de begunstigde om binnen een vastgestelde termijn zijn opmerkingen kenbaar te maken. Indien de begunstigde geen geldige verantwoording verstrekt, kan de Commissie de rest van de financiële steun schrappen en de terugbetaling van de reeds betaalde bedragen eisen.

    5. Alle onverschuldigd uitbetaalde bedragen worden aan de Commissie terugbetaald. Bedragen die niet tijdig worden terugbetaald, worden verhoogd met een achterstandsrente, volgens de in het Financieel Reglement vastgestelde voorwaarden.

    Artikel 15 Evaluatie

    1. Om de tenuitvoerlegging van de in het kader van dit programma geplande activiteiten te kunnen volgen, wordt dit programma regelmatig geëvalueerd.

    2. De Commissie zorgt voor een regelmatige, onafhankelijke en externe evaluatie van het programma.

    3. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad de volgende documenten in:

    (a) uiterlijk op 31 maart 2011, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma;

    (b) uiterlijk op 30 augustus 2012, een mededeling over de voortzetting van dit programma;

    (c) uiterlijk op 31 december 2014, een verslag over de evaluatie achteraf.

    Artikel 16 Overgangsmaatregelen

    Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) wordt ingetrokken.

    Op acties die vóór 31 december 2006 op grond van Besluit nr. 803/2004/EG zijn aangevat, blijft tot de beëindiging ervan Besluit nr. 803/2004/EG van toepassing. Het in artikel 7 van Besluit nr. 803/2004/EG bedoelde comité wordt vervangen door het in artikel 10 van het onderhavige besluit bedoelde comité.

    Artikel 17 Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

    Gedaan te Brussel, op […]

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter […] […]

    FINANCIAL STATEMENT

    LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT

    1. NAME OF THE PROPOSAL:

    General Programme “Fundamental Rights and Justice“

    Proposal for a decision of the European Parliament and the Council establishing the programme “Fight against violence (Daphne)” for the period 2007-2013

    2. ABM / ABB FRAMEWORK

    1804 – Citizenship and Fundamental Rights

    3. BUDGET LINES

    3.1. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex- B.A lines)) including headings:

    Financial framework 2007-2013: Heading 3a.

    18.010412 - Fight against violence (Daphne) – Expenditure on administrative management

    18.0407 - Fight against violence (Daphne)

    3.2. Duration of the action and of the financial impact:

    2007-2013

    3.3. Budgetary characteristics ( add rows if necessary ):

    Budget line | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from applicant countries | Heading in financial framework |

    18.010412 | Non-comp | Diff | NO | Yes* | Yes | No 3a |

    18.0407 | Non-comp | Diff | NO | Yes* | Yes | No 3a |

    *: the programme shall be open to the participation of the EFTA states, subject to the EEA Agreement, in accordance with its provisions.

    4. SUMMARY OF RESOURCES

    4.1. Financial Resources (Current Prices)

    4.1.1. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA)

    EUR million (to 3 decimal places)

    …………………… | f |

    TOTAL CA including co-financing | a+c+d+e+f |

    4.1.2. Compatibility with Financial Programming

    X Proposal is compatible with next financial programming 2007-2013

    ( Proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial framework.

    ( Proposal may require application of the provisions of the Interinstitutional Agreement[17] (i.e. flexibility instrument or revision of the financial framework).

    4.1.3. Financial impact on Revenue

    ( Proposal has no financial implications on revenue

    X Proposal has financial impact – the effect on revenue is as follows:

    Contribution from EFTA/EEE States: 2,19 % (2004 figures)

    EUR million (to one decimal place)

    Prior to action | Situation following action |

    Total number of human resources | 37,5 | 40 | 44 | 47,5 | 51 | 54 | 54 |

    5. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES

    5.1. Need to be met in the short or long term

    The mid term and the final report on the Daphne programme (2000 – 2003) show that organisations have gained from their participation in European partnerships. Bringing associations to work together resulted in more effective programming and better use of resources.

    The Daphne programme can thus be seen as successful in mobilising the civil society resulting in partnerships and alliances that are working together for more comprehensive European policies on violence.

    The final report of the Daphne programme (2000 – 2003) revealed that there was some room to improvement such as the creation of a helpdesk and an increased focus on dissemination. The Daphne II programme was thus adapted to conform to the finding of that report.

    As these changes to the structure of the programme are quite recent, no significant changes need to be introduced.

    5.2. Value-added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy

    The European Union added value will be achieved by:

    - preparing the ground for the emergence of common strategies and legislation in this field;

    - implementing EU policy objectives and their application in national policies;

    - supporting the transposition of European Union legislation's and its application in a uniform way through Europe;

    - promoting the co-operation and co-ordination mechanisms between Member States;

    - cooperating with civil society organisations at European level.

    Criteria for evaluation

    A set of common evaluation criteria will be used through all specific programmes to evaluate the success of the interventions regarding the European Union added value in relation with the type of effect described above. Example of criteria could be:

    - To support only activities needed at European Union level to sustain European Union objectives, European Union laws and European Union implementation mechanism;

    - To support activities which will be complementary with those financed at national level;

    - To reinforce national exchanges at European Union level, generating synergy effects and economies of scale;

    - To involve actively Member States representatives and other relevant stakeholders in the implementation of the programme in order to maximise complementarities with existing activities.

    Subsidiarity and proportionality

    As far as subsidiarity is concerned the present programme focuses on areas where European added value can be demonstrated and therefore is designed to respect the principles of subsidiarity and proportionality set out in Article 5 of the EC Treaty and its accompanying Protocol.

    As far as proportionality is concerned, the new programme proposal has been designed to incorporate the maximum feasible extent of simplification in terms not only of the form of the action but also in terms of the administrative and financial requirements that will apply to their implementation. The programme has been designed to strike to find the right balance between flexibility and ease of use on the one hand, and clarity of purpose and appropriate financial and procedural safeguards on the other.

    Complementarity with other Community interventions

    The present programme aims at contributing to the establishment of an area of freedom, security and justice. A complementarity with other programmes may thus be possible.

    A non exhaustive list of areas of convergence can be mentioned:

    - The draft of the present programme took into account the Programme on Active Citizenship and the Youth programme to ensure that no overlap situations existed. In any case, particular attention will be paid to the implementation of those programmes to avoid such situations and to coordinate the results.

    - The draft of the present programme took into account the Programme for Employment and Social Security - PROGRESS to ensure that no overlap situations existed. Particular attention will be paid to the implementation of the programme to avoid such situations and to coordinate the results.

    - The current proposal is complementary to some actions under the 7th framework programme. Synergies will be actively promoted whenever possible, namely as regards the application of research results.

    - Special attention will be paid to the programmes implemented by in the field of Information Society, related with safe use of Internet and fighting its abuse, in particular as regards sensitive groups (e.g. children).

    - The current proposal will also seek to complement the work of EU Agencies active in these policy fields, as well as with the action of other international organisations acting in the field of fight against violence.

    Regular exchanges of information and active collaboration around projects under other Community programmes will take place, in order to improve and capitalise upon internal coherence, and between the Commission and other national and international authorities/organisations, to improve external coherence.

    Complementarities with interventions on Freedom, Security and Justice

    These interventions have a common goal of establishing an area of freedom, security and justice where basic human rights are respected. Each of the programmes is designed to address particular aspects which are a critical part of the creation of such an area in the EU, given the integration of national economies and the goal of ensuring free movement of people as well as goods, services and capital between countries. As such, they tackle issues affecting freedom, security and justice which arise from the creation of economic and monetary union and the abolition of internal borders and which can only be effectively addressed at EU level. These issues are to do with cooperation, harmonisation, coordination of activities, the exchange and sharing of critical information and best practices and techniques, and establishing solidarity mechanisms for sharing the costs involved in pursuing common and agreed objectives in an equitable way.

    They are reflected in the objectives set out in The Hague Programme adopted by the European Council in November 2004, which include: guarantying fundamental human rights throughout the EU, establishing minimum procedural safeguards and common access to justice, extending the mutual recognition of judicial decisions, fighting organised cross-border crime and the threat of terrorism, ensuring protection in accordance with international treaties to those in need, and regulating migration flows and controlling the external borders of the EU. Each of the programmes is aimed at pursuing these objectives in a complementary way without duplicating activities.

    The activities under the programme “Fundamental Rights and Justice”, therefore, are designed to further fundamental human rights and ensure a common level of access to justice across the EU, and are accordingly complementary to activities under the other two programmes which reinforce this objective. In particular, they are directly complementary to the measures, under the Solidarity programme to improve the integration of migrants into EU society as well as to establish uniform procedures for dealing with asylum-seekers and, under the Security programme, to enhance protection of witnesses and victims of crime as well as to combat the trafficking of people.

    They are also complementary, if less directly, with activities under the Security programme to strengthen cooperation between police forces and law enforcement authorities as well as between bodies involved in combating the threat of terrorism. The freedom of EU citizens to enjoy their fundamental rights, therefore, is contingent on them feeling secure and being adequately protected against criminal activity or terrorist attack.

    5.3. Objectives, expected results and related indicators of the proposal in the context of the ABM framework

    General objectives | Specific objectives | Operational objectives |

    To contribute to the setting up of an area of freedom, security and justice by combating violence. | To protect citizens against violence and to attain a high level of health protection, well being and social cohesion. | To prevent and combat all forms of violence occurring in the public or the private domain, against children, young people and women To provide support for victims and groups at risk. To assist and encourage NGO and other organisations active in this field. To disseminate the results obtained under the two Daphne programmes including their adaptation, transfer and use by other beneficiaries or in other geographical areas. To identify and enhance actions contributing to positive treatment of people at risk of violence. |

    To promote transnational and awareness-raising actions in the areas identified above. | To set up multidisciplinary networks; to ensure the expansion of the knowledge base, the exchange of information and the identification and dissemination of good practice, including through training, study visits and staff exchange. To develop and implement awareness-raising actions targeted at specific audiences to promote the adoption of zero tolerance towards violence and to encourage support for victims and the reporting of violence. |

    5.4. Method of Implementation

    Show below the method(s) chosen for the implementation of the action.

    X Centralised Management

    X Directly by the Commission

    Indirectly by delegation to:

    Executive Agencies

    Bodies set up by the Communities as referred to in art. 185 of the Financial Regulation

    National public-sector bodies/bodies with public-service mission

    X Shared or decentralised management

    With Member states

    With Third countries

    Joint management with international organisations (please specify)

    Relevant comments:

    In order to achieve the full objectives of the programme under the provisions of the Current Treaty, it has been decided to split into 4 legal instruments relating to 4 different legal bases. As stated in Mr. Vitorino’s Communication to the Commission (SEC(2004) 1195, 28.9.2004) the actions proposed are provided through the current Treaties. The legal bases required to establish the programmes have been limited in number as far as the current Treaties allow, while within and across the new programmes common delivery, management and implementation mechanisms are set in place.

    In order to achieve the general and specific and operational objectives, each programme within the programme “Fundamental Rights and Justice” envisages a range of actions, such as:

    - Specific actions taken by the Commission, such as, studies and research, opinion polls and surveys, the formulation of indicators and common methodologies, collection, development and dissemination of data and statistics, seminars, conferences and experts meetings, organisation of public campaigns and events, development and maintenance of websites, preparation and dissemination of information materials, support to and animation of networks of national experts, analytical, monitoring and evaluation activities;

    - Actions providing financial support for specific projects of Community interest under the conditions set out in the annual work programmes;

    - Actions providing financial support for the activities of non-governmental organisations or other entities under the conditions set our in the annual work programmes;

    - Operative grants to entities identified in a legal basis.

    Methods of implementation:

    The above mentioned type of actions may be financed either by

    - A service contract following a call for tenders

    - A subsidy following a call for proposals.

    - Subsidies to a body pursuing an aim of general European interest, without a call for proposal.

    The Commission will implement the above actions in accordance with the annual work programme to be adopted. The Commission will implement this programme and may have recourse to technical and/or administrative assistance to the mutual benefit of the Commission and of the beneficiaries, for example to finance outside expertise on a specific subject.

    The Commission may decide to entrust part of the budget implementation to an executive agency, as referred to in Article 54, (2) (a) of the Financial Regulation. These agencies may be established by the Commission in conformity with the provisions of the Financial Regulation and its implementation rules as well as the Council regulation No 58/2003[18] Before its decision, the Commission shall establish a cost-benefit analysis identifying the tasks justifying outsourcing, the costs of coordination and checks, the impact on human resources, possible savings, efficiency and flexibility in the implementation of outsourced tasks, simplification of the procedures used, proximity of outsourced activities to final beneficiaries, visibility of the Community and the need to maintain an adequate level of know-how inside the Commission..

    6. MONITORING AND EVALUATION

    6.1. Monitoring system

    A comprehensive monitoring system will be set-up in order to regularly follow up the implementation of the activities carried out under each specific programme. This system should allow for the collection of information relating to the financial implementation and to the physical outputs of the programme, across the types of action and the target groups included in the programme. The information will be collected at project level - indeed, for any action financed by the programme, the beneficiary shall submit technical and financial reports on the progress of the work, as well as a final report after the completion of the action. The precise configuration of the monitoring system, as well as the type of indicators to be set-up will be the object of further study in the process leading to the implementation of the programme. Indeed, a study on delivery mechanisms and related cost-effectiveness aspects is foreseen to take place during 2005.

    According to legal requirements and Commission’s evaluation policy, the programme will be evaluated at mid-term to assess its continuing relevance and draw useful lessons for the remainder of its implementation. A review of the programme may take place then, if considered necessary. A final evaluation will take place at the end of the programming period to assess the results of the programme and advise on its follow-up. These reports will be prepared under the responsibility of the Commission, and shall be submitted to the European Parliament and the Council.

    6.2. Evaluation

    6.2.1. Ex-ante evaluation

    Cfr. Extended Impact Assessment on the programme “Fundamental Rights and Justice”.

    6.2.2. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past)

    Cfr. Extended Impact Assessment on the programme “Fundamental Rights and Justice”.

    6.2.3. Terms and frequency of future evaluation

    The timetable set in the proposal is as follows:

    - no later than 31 March 2011, the Commission shall submit to the European Parliament and the Council an interim evaluation report on the results obtained and the qualitative and quantitative aspects of the implementation of this programme;

    - no later than 30 August 2012, the Commission shall submit to the European Parliament and the Council a Communication on the continuation of this programme;

    - no later than 31 December 2014, the Commission shall submit to the European Parliament and the Council an ex post evaluation report.

    7. ANTI-FRAUD MEASURES

    The Commission shall ensure that, when actions financed under the present programme are implemented, the financial interests of the Community are protected by the application of preventive measures against fraud, corruption and any other illegal activities, by effective checks and by the recovery of the amounts unduly paid and, if irregularities are detected, by effective, proportional and dissuasive penalties, in accordance with Council Regulations (EC, Euratom) No 2988/95 and (Euratom, EC) No 2185/96, and with Regulation (EC) No 1073/1999 of the European Parliament and of the Council.

    For the Community actions financed under this programme, the notion of irregularity referred to in Article 1, paragraph 2 of Regulation (EC, Euratom) No 2988/95 shall mean any infringement of a provision of Community law or any breach of a contractual obligation resulting from an act or omission by an economic operator, which has, or would have, the effect of prejudicing the general budget of the Communities or budgets managed by them, by an unjustifiable item of expenditure.

    Contracts and agreements shall provide in particular for supervision and financial control by the Commission (or any representative authorized by it) and audits by the Court of Auditors, if necessary on-the-spot.

    8. DETAILS OF RESOURCES

    8.1. Objectives of the proposal in terms of their financial cost (Prix 2004)

    Commitment appropriations in EUR million (to 3 decimal places)

    Other staff financed by art. XX 01 04/05 |

    TOTAL | 37,5 | 40 | 44 | 47,5 | 51 | 54 | 54 |

    8.2.2. Description of tasks deriving from the action

    Task N° | Title | Description | Number |

    MANAGEMENT |

    1 | Management | 2 |

    POLICY DEFINITION AND PROGRAMMING |

    2 | Policy Making | Definition of strategy, legal base,… | 3 |

    3 | Programme definition | Establishment of annual work programme (i.e. financing decision) and interservice consultation | 0,5 |

    4 | Interface with relevant EC programmes & actions | interservice coordination in order to ensure complementarity-synergy with other policies | 1 |

    5 | Interface with other Institutions and Member States | Interface Council, EP ensuring the appropriate reporting, information, questions, briefing requests | 0,5 |

    6 | Information and Communication | 1. Information and publicity activities 2. EUROPA Web site | 0,5 |

    7 | Committee interface - chair & secretariat | 1 |

    8 | Budgeting | APS,PDB,AAR,BIP,RAL - Preparation - Follow-up – Reporting | 0,5 |

    PROGRAMME : RECEPTION, SELECTION AND AWARD OF PROJECTS, FINANCIAL AND LEGAL COMMITMENTS |

    9 | Preparation Calls for proposals | 1,5 |

    10 | Reception and evaluation proposals/multi-annual and annual programmes | (also involves staff involved in 12,13,14 and 15) | 9 |

    11 | Award decisions | 0,5 |

    12 | Financial Commitment | Preparation, maintenance and closure of all financial commitments + sub consequent amendments | 1,5 |

    13 | Legal Commitment | Preparation, Signature, Closure of all juridical commitments + sub consequent amendments | 4 |

    PROGRAMME : MONITORING OF PROJECTS |

    14 | Payments - Initiation | Preparation and Processing of all Prefinancing, Intermediate and Final Payments (including verification supporting docs) | 3 |

    15 | Project Monitoring | Receipt and assessment of reports , requests for information, project visits | 4 |

    PROCUREMENT, CONTROL AND AUDIT |

    16 | Ex- ante verification of transactions, setting up of control standards | Setting up appropriate control standards | 2 |

    17 | Financial Audit | Ex-post Audit of expenditure / implementation | 2 |

    18 | Internal audit | Verification of compliance with ICS | 1 |

    19 | Procurement procedures | Drafting, procedures and authorisation of procurement procedures for projects and technical assistance (evaluation, studies,…) , including JPC, Helpdesk procurement procedures | 2 |

    20 | Reporting | Report of Authorising Officer, RAA, relations with Court of Auditors… | 1 |

    SUPPORT SERVICES |

    21 | Filing and Archiving | Database, digital and hardcopy filing | 1 |

    22 | Programme Evaluation | Ex ante - Mid term - Final evaluation | 1,5 |

    23 | IT Support | Specific development of IT Tools related to monitoring and implementation | 2 |

    OVERHEAD |

    24 | Administration (Overhead) | CIS, Translations, HRM, Logistics,… | 9 |

    TOTAL | 54 |

    8.2.3. Sources of human resources (statutory)

    (When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources)

    ( Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended

    ( Posts pre-allocated within the APS/PDB exercise for year n

    x 6 Posts to be requested in the next APS/PDB procedures

    x 10,5 Posts to be redeployed using existing resources within the managing service (internal redeployment)

    ( Posts required for year n although not foreseen in the APS/PDB exercise of the year in question

    8.2.4. Other Administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management)

    EUR million (to 3 decimal places)

    The details indicated in this section concern the overall General Programme Fundamental Rights and Justice as established in the Communication from the Commission to the Council and the European Parliament (COM(2005) 122 final of 6.4.2005). Since the Commission took into account synergies in human and administrative resources in the management of the general programme, the overall requirements remain valid. Nevertheless, the proportion related to the above specific programme is mentioned and included in the reference amount.

    Missions | 20*1000 + 10*3000 | 50.000 |

    Meetings & Conferences | 5*30000 | 150.000 |

    Compulsory meetings | 2*15000 | 30.000 |

    Non-compulsory meetings | 1*40000 | 40.000 |

    Studies & consultations | 2*150000 | 300.000 |

    Information systems | 1*100000 | 100.000 |

    2005/0037 B (COD)

    Gewijzigd voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot vaststelling van het specifieke programma “Drugspreventie en -voorlichting” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152,

    Gezien het voorstel van de Commissie[19],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[20],

    Gezien het advies van het Comité van de Regio's[21],

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[22],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt bepaald dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden verzekerd. In artikel 3, lid 1, onder p), van het Verdrag wordt bepaald dat het optreden van de Gemeenschap een bijdrage tot het verwezenlijken van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid omvat.

    (2) Het optreden van de Gemeenschap moet een aanvulling vormen op nationale beleidsmaatregelen die gericht zijn op de verbetering van de volksgezondheid, het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid en het verminderen van de schade aan de gezondheid door drugsverslaving.

    (3) Volgens onderzoek hangt een groot aantal ziektes en sterfgevallen in Europa samen met drugsverslaving en vormt de schade aan de gezondheid door drugsverslaving derhalve een belangrijk probleem voor de volksgezondheid.

    (4) In de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de resultaten van de eindevaluatie van de EU-drugsstrategie en het EU-actieplan inzake drugs (2000-2004)[23] werd erop gewezen dat het maatschappelijk middenveld regelmatig moet worden betrokken bij de ontwikkeling van het EU-drugsbeleid.

    (5) Het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) voorziet in de ontwikkeling van strategieën en maatregelen inzake drugsverslaving en van leefstijl gebonden gezondheidsdeterminanten.

    (6) In zijn aanbeveling van 18 juni 2003 betreffende de preventie en beperking van gezondheidsschade die samenhangt met drugsverslaving[24] heeft de Raad aanbevolen dat de lidstaten de preventie van drugsverslaving en de vermindering van de daarmee samenhangende risico's tot een doelstelling van het volksgezondheidsbeleid maken en zij daartoe alomvattende strategieën ontwikkelen en uitvoeren.

    (7) In december 2004 heeft de Europese Raad de drugsstrategie voor 2005-2012 van de Europese Unie aangenomen, die betrekking heeft op alle drugsgerelateerde activiteiten van de Europese Unie en waarin de belangrijkste doelstellingen worden vastgesteld. Deze doelstellingen voorzien in het bereiken van een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang door het voorkomen en beperken van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade aan de volksgezondheid en de maatschappij.

    (8) De Commissie heeft haar drugsactieplan (2005-2008)[25] aangenomen als een cruciaal instrument voor het omzetten van de drugsstrategie 2005-2012 van de Europese Unie in concrete acties. Het actieplan moet uiteindelijk het drugsgebruik onder de bevolking aanzienlijk terugdringen en de schade die de volksgezondheid en de maatschappij oplopen als gevolg van het gebruik van en de handel in illegale drugs, verminderen.

    (9) Het is belangrijk en noodzakelijk dat de ernstige onmiddellijke en langetermijngevolgen worden erkend die drugs kan hebben op het gebied van gezondheid, psychologische en sociale ontwikkeling, gelijke kansen van de betrokkenen en voor personen, gezinnen en gemeenschappen alsook wat betreft de hoge sociale en economische kosten voor de maatschappij in haar geheel.

    (10) De Europese Unie kan een meerwaarde geven aan de acties van de lidstaten op het gebied van drugspreventie en -voorlichting door deze acties aan te vullen en synergie-effecten te bevorderen.

    (11) De doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk drugspreventie en –voorlichting, kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, omdat de gegevensuitwisseling en verspreiding van beproefde methoden op EU-niveau moet plaatsvinden. Dit kan dan ook beter op communautair niveau worden verwezenlijkt. Aangezien een gecoördineerde en multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is en rekening houdende met de omvang of de gevolgen van het optreden kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (12) Passende maatregelen moeten worden genomen om onregelmatigheden en fraude te voorkomen en om verloren gegane, ten onrechte betaalde of slecht bestede middelen terug te vorderen.

    (13) Bij dit besluit wordt een financieel kader vastgesteld dat voor de begrotingsautoriteit gedurende de gehele looptijd van het programma de voornaamste referentie vormt in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure[26].

    (14) Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[27] (hierna “het Financieel Reglement” genoemd) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad[28], die de financiële belangen van de Europese Gemeenschap beschermen, moeten worden toegepast, waarbij moet worden gestreefd naar eenvoud en samenhang bij de keuze van de begrotingsinstrumenten, beperking van het aantal gevallen waarin de Commissie rechtstreeks verantwoordelijk is voor de uitvoering en het beheer van de begrotingsinstrumenten, en evenredigheid tussen de hoogte van de middelen en de administratieve lasten voor de besteding ervan.

    (15) Krachtens het Financieel Reglement is voor exploitatiesubsidies een basisbesluit vereist.

    (16) Overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[29] moeten de maatregelen voor de uitvoering van dit besluit worden goedgekeurd aan de hand van de raadplegingsprocedure van artikel 3 van dit besluit. Dit is aangewezen omdat het programma geen significante gevolgen heeft voor de begroting van de Europese Unie,

    BESLUITEN:

    Artikel 1 Vaststelling van het programma

    1. In dit besluit wordt het specifieke programma "Drugspreventie en -voorlichting" (hierna “het programma” genoemd) vastgesteld als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”, om bij te dragen aan de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

    2. Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013.

    Artikel 2 Algemene doelstellingen

    1. Dit programma heeft de volgende algemene doelstellingen:

    (a) bijdragen aan de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht door voorlichting over en preventie van drugsgebruik;

    (b) voorkoming en beperking van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade.

    2. Zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen en bevoegdheden van de Europese Gemeenschap, dragen de algemene doelstellingen van het programma bij aan de ontwikkeling van communautaire beleidsmaatregelen en meer in het bijzonder aan die welke verband houden met de bescherming van de volksgezondheid.

    Artikel 3 Specifieke doelstellingen

    Dit programma heeft de volgende specifieke doelstellingen:

    (a) transnationale acties bevorderen door:

    - multidisciplinaire netwerken uit te bouwen;

    - de verdere ontwikkeling te garanderen van de kennisbasis, de uitwisseling van informatie en de vaststelling en verspreiding van beproefde methoden, met name door opleiding, studiebezoeken en uitwisseling van personeel;

    - bewustmaking van de maatschappelijke en gezondheidsproblemen als gevolg van drugsgebruik en bevordering van een open dialoog met het oog op een beter inzicht in de drugsproblematiek;

    (b) het maatschappelijk middenveld betrekken bij de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de EU-drugsstrategie en EU-actieplannen;

    (c) toezicht op en uitvoering van de specifieke acties in het kader van de drugsactieplannen 2005-2008 en 2009-2012 en evaluatie van deze tenuitvoerlegging.

    Artikel 4 Acties

    Met het oog op de verwezenlijking van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde algemene en specifieke doelstellingen kunnen in het kader van dit programma de volgende soorten acties worden ondersteund:

    (a) specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie; of

    (b) specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden; of

    (c) de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen Europees belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma's uiteengezette voorwaarden.

    Artikel 5 Deelname

    De volgende landen (hierna “de deelnemende landen” genoemd) kunnen aan de acties van het programma deelnemen:

    (a) de EVA-Staten die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst;

    (b) de met de EU geassocieerde kandidaat-lidstaten en de bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken landen van de westelijke Balkan, volgens de voorwaarden die zijn vastgesteld in de met die landen gesloten of te sluiten associatieovereenkomsten of aanvullende protocollen inzake de deelname aan communautaire programma's;

    (c) bij de projecten kunnen kandidaat-lidstaten worden betrokken die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit tot hun voorbereiding op toetreding zou bijdragen, dan wel andere derde landen die niet aan dit programma deelnemen, wanneer dit de doelstellingen van de projecten dient.

    Artikel 6 Doelgroepen

    1. Het programma is gericht op alle groepen die zich direct of indirect bezighouden met vraagstukken in verband met drugs.

    2. Wat drugs betreft, zijn jongeren, kwetsbare groepen en probleemwijken risicogroepen en moeten ze dus als doelgroepen worden beschouwd. Andere doelgroepen zijn onder meer leraars en onderwijzend personeel, maatschappelijk werkers, lokale en nationale autoriteiten, medisch en paramedisch personeel, gerechtelijk personeel, NGO's, vakorganisaties en religieuze gemeenschappen.

    Artikel 7 Toegang tot het programma

    Het programma staat open voor openbare of particuliere organisaties en instellingen (plaatselijke autoriteiten op het bevoegde niveau, universiteitsfaculteiten en onderzoekscentra) die actief zijn op het gebied van drugsvoorlichting en - preventie.

    Artikel 8 Financieringsvormen

    1. Communautaire financiering kan de volgende juridische vormen aannemen:

    - subsidies;

    - overheidsopdrachten.

    2. Behalve in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde spoedeisende gevallen of indien de begunstigde wegens zijn kenmerken als enige voor een bepaalde actie in aanmerking komt, worden communautaire subsidies normaal toegekend na een oproep tot het indienen van voorstellen in de vorm van exploitatiesubsidies en subsidies aan acties. Het maximale medefinancieringspercentage wordt in de jaarlijkse werkprogramma's vastgesteld.

    3. Voorts is voorzien in uitgaven voor begeleidende maatregelen door middel van contracten voor overheidsopdrachten, in welk geval de communautaire financiering de aankoop van diensten en goederen dekt. Het gaat daarbij onder meer om uitgaven met betrekking tot voorlichting en communicatie, voorbereidende werkzaamheden, tenuitvoerlegging, toezicht, controles en evaluatie van projecten, beleidsinitiatieven, programma's en wetgeving.

    Artikel 9 Uitvoeringsmaatregelen

    1. De Commissie voert de communautaire bijstand uit overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

    2. Voor de tenuitvoerlegging van het programma stelt de Commissie, binnen de grenzen van de in artikel 2 omschreven algemene doelstellingen, een jaarlijks werkprogramma op met specifieke doelstellingen, thematische prioriteiten, een beschrijving van de in artikel 8 bedoelde begeleidende maatregelen en eventueel een lijst van andere acties.

    3. Het jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 10, lid 2.

    4. Bij de evaluatie- en gunningsprocedures met betrekking tot subsidies aan acties wordt onder meer rekening gehouden met de volgende criteria:

    (a) conformiteit met het jaarlijkse werkprogramma, de in artikel 2 uiteengezette algemene doelstellingen en de maatregelen op de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gebieden;

    (b) kwaliteit van de voorgestelde actie qua opzet, organisatie, presentatie en verwachte resultaten;

    (c) bedrag van de gevraagde communautaire financiering en de mate waarin deze in verhouding staat tot de verwachte resultaten;

    (d) effect van de verwachte resultaten op de in artikel 2 omschreven algemene doelstellingen en op de maatregelen op de in de artikelen 3 en 4 bedoelde gebieden.

    5. De aanvragen voor de in artikel 4, onder c), bedoelde exploitatiesubsidies worden geëvalueerd op grond van de volgende punten:

    - de mate van overeenstemming met de doelstellingen van het programma;

    - de kwaliteit van de geplande activiteiten;

    - het van deze activiteiten te verwachten multiplicatoreffect op de burgers;

    - de geografische uitstraling van de activiteiten;

    - de rol van de burgers in de structuren van de desbetreffende organen;

    - de verhouding tussen de kosten en de baten van de voorgestelde activiteiten.

    Artikel 10 Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en dat wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie (hierna "het comité" genoemd).

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.

    3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 11 Complementariteit

    1. Er wordt gestreefd naar synergie en complementariteit met andere instrumenten van de Gemeenschap, met name het algemene programma “Veiligheid en bescherming van de vrijheden”, het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en de programma's met betrekking tot gezondheidsbescherming. Er wordt gezorgd voor complementariteit met het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, met name met betrekking tot de statistische gegevens over drugs.

    2. Middelen van het programma kunnen worden gedeeld met andere instrumenten van de Gemeenschap, met name de algemene programma's "Veiligheid en bescherming van de vrijheden", "Solidariteit en beheer van de migratiestromen" en het 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling om acties ten uitvoer te leggen die aan de doelstellingen van alle programma's beantwoorden.

    3. Voor in het kader van dit besluit gefinancierde acties wordt voor hetzelfde doel geen bijstand van andere financiële instrumenten van de Gemeenschap verleend. De begunstigden van dit besluit stellen de Commissie in kennis van financiering die zij uit de communautaire begroting en andere bronnen ontvangen, alsook van hun lopende financieringsaanvragen.

    Artikel 12 Begrotingsmiddelen

    1. De begroting voor de uitvoering van dit instrument bedraagt voor de in artikel 1 vermelde periode 21,35 miljoen EUR.

    2. De begrotingsmiddelen die worden toegewezen voor de acties waarin dit programma voorziet, worden jaarlijks opgevoerd in de algemene begroting van de Europese Unie. De beschikbare jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegekend binnen de grenzen van het financiële kader.

    Artikel 13 Toezicht

    1. Voor alle in het kader van het programma gefinancierde acties dient de begunstigde technische en financiële voortgangsverslagen in. Tevens wordt binnen drie maanden na de beëindiging van de actie een eindverslag ingediend. Vorm en inhoud van deze verslagen worden door de Commissie vastgesteld.

    2. Onverminderd de controles die door de Rekenkamer worden uitgevoerd in samenwerking met de bevoegde nationale controle-instanties of diensten overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag, en onverminderd eventuele uit hoofde van artikel 279, onder c), van het EG-Verdrag uitgevoerde controles, mogen ambtenaren en andere personeelsleden van de Commissie controles ter plaatse, met inbegrip van steekproefsgewijze controles, uitvoeren met betrekking tot in het kader van het programma gefinancierde acties.

    3. Op basis van dit besluit gesloten contracten en overeenkomsten voorzien met name in toezicht en financiële controle door de Commissie (of een door haar gevolmachtigde vertegenwoordiger), zo nodig ter plaatse, en in controles door de Rekenkamer.

    4. Gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de laatste betaling voor een gegeven actie, houdt de begunstigde van financiële steun alle bescheiden met betrekking tot uitgaven voor de betrokken actie ter beschikking van de Commissie.

    5. Op basis van de resultaten van de in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen en steekproefsgewijze controles past de Commissie, indien nodig, de omvang van de oorspronkelijk goedgekeurde financiële steun en de daaraan verbonden voorwaarden, alsook het tijdschema van de betalingen aan.

    6. De Commissie doet al het nodige om te verifiëren dat de gefinancierde acties correct en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en het Financieel Reglement worden uitgevoerd.

    Artikel 14 Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

    1. De Commissie ziet erop toe dat bij de tenuitvoerlegging van uit hoofde van dit besluit gefinancierde acties de financiële belangen van de Gemeenschap worden gevrijwaard door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen, zulks door de uitvoering van doeltreffende controles en de terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde bedragen en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, overeenkomstig de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad.

    2. Ten aanzien van in het kader van dit programma gefinancierde communautaire acties zijn de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van toepassing op elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht, met inbegrip van inbreuken op een in het kader van dit programma vastgelegde contractuele verplichting, die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld door een onverschuldigde uitgave.

    3. De Commissie vermindert de voor een actie toegekende financiering, schorst de uitbetaling ervan of vordert deze terug indien zij onregelmatigheden vaststelt, met inbegrip van de niet-naleving van de bepalingen van dit besluit of van de individuele beschikking of het contract of de overeenkomst waarbij de betrokken financiële steun werd toegekend, of indien aan het licht komt dat, zonder dat de Commissie daarvoor om toestemming werd verzocht, de actie werd gewijzigd op een manier die in strijd is met de aard of de uitvoeringsvoorwaarden van het project.

    4. Indien de termijnen niet in acht werden genomen of indien slechts een deel van de toegekende financiële steun gerechtvaardigd blijkt in het licht van de voortgang die met de uitvoering van de actie wordt gemaakt, verzoekt de Commissie de begunstigde om binnen een vastgestelde termijn zijn opmerkingen kenbaar te maken. Indien de begunstigde geen geldige verantwoording verstrekt, kan de Commissie de rest van de financiële steun schrappen en de terugbetaling van de reeds betaalde bedragen eisen.

    5. Alle onverschuldigd uitbetaalde bedragen worden aan de Commissie terugbetaald. Bedragen die niet tijdig worden terugbetaald, worden verhoogd met een achterstandsrente, volgens de in het Financieel Reglement vastgestelde voorwaarden.

    Artikel 15 Evaluatie

    1. Om de tenuitvoerlegging van de in het kader van dit programma geplande activiteiten te kunnen volgen, wordt dit programma regelmatig geëvalueerd.

    2. De Commissie zorgt voor een regelmatige, onafhankelijke en externe evaluatie van het programma.

    3. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad de volgende documenten in:

    (a) uiterlijk op 31 maart 2011, een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten en de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de uitvoering van dit programma;

    (b) uiterlijk op 30 augustus 2012, een mededeling over de voortzetting van dit programma;

    (c) uiterlijk op 31 december 2014, een verslag over de evaluatie achteraf.

    Artikel 16 Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

    Gedaan te Brussel, op […]

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    […] […]

    FINANCIAL STATEMENT

    LEGISLATIVE FINANCIAL STATEMENT

    1. NAME OF THE PROPOSAL:

    General Programme “Fundamental Rights and Justice“

    Proposal for a decision of the European Parliament and the Council establishing the programme “Drugs prevention and information” for the period 2007-2013

    2. ABM / ABB FRAMEWORK

    1807 – Coordination in the field of drugs

    3. BUDGET LINES

    3.1. Budget lines (operational lines and related technical and administrative assistance lines (ex- B.A lines)) including headings:

    Financial framework 2007-2013: Heading 3a.

    18.010415 - Drugs prevention and information – Expenditure on administrative management

    18.0703 - Drugs prevention and information

    3.2. Duration of the action and of the financial impact:

    2007-2013

    3.3. Budgetary characteristics ( add rows if necessary ):

    Budget line | Type of expenditure | New | EFTA contribution | Contributions from applicant countries | Heading in financial framework |

    18.010415 | Non-comp | Diff | NO | Yes* | Yes | No 3a |

    18.0703 | Non-comp | Diff | NO | Yes* | Yes | No 3a |

    *: the programme shall be open to the participation of the EFTA states, subject to the EEA Agreement, in accordance with its provisions.

    4. SUMMARY OF RESOURCES

    4.1. Financial Resources (Current Prices)

    4.1.1. Summary of commitment appropriations (CA) and payment appropriations (PA)

    EUR million (to 3 decimal places

    …………………… | f |

    TOTAL CA including co-financing | a+c+d+e+f |

    4.1.2. Compatibility with Financial Programming

    X Proposal is compatible with next financial programming 2007-2013

    ( Proposal will entail reprogramming of the relevant heading in the financial framework.

    ( Proposal may require application of the provisions of the Interinstitutional Agreement[30] (i.e. flexibility instrument or revision of the financial framework).

    4.1.3. Financial impact on Revenue

    ( Proposal has no financial implications on revenue

    X Proposal has financial impact – the effect on revenue is as follows:

    Contribution from EFTA/EEE States: 2,19 % (2004 figures)

    EUR million (to one decimal place)

    Prior to action | Situation following action |

    Total number of human resources | 37,5 | 40 | 44 | 47,5 | 51 | 54 | 54 |

    5. CHARACTERISTICS AND OBJECTIVES

    5.1. Need to be met in the short or long term

    The main challenges facing the Union in relation to tackling drugs over the period of the next financial framework can be defined as follows:

    - information and research, including the continuation of the work of the European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA);

    - drug demand reduction since demand feeds the growth of the drugs phenomenon: education, prevention and harm-reduction programmes;

    - drug supply reduction, to stop trafficking and drug-related criminality, in particular as concerns new synthetic drugs and their chemical precursors, as well as combating money-laundering;

    - enhanced cooperation with third countries concerning drug abuse control and drug demand reduction.

    - further legislative activity will be needed in line with new and developing forms of drugs, for example to bring new forms of drugs under established control mechanisms.

    5.2. Value-added of Community involvement and coherence of the proposal with other financial instruments and possible synergy

    The European Union added value will be achieved by:

    - preparing the ground for the emergence of common strategies and legislation in this field;

    - implementing EU policy objectives and their application in national policies;

    - supporting the transposition of European Union legislation's and its application in a uniform way through Europe;

    - promoting the co-operation and co-ordination mechanisms between Member States;

    - cooperating with civil society organisations at European level.

    Criteria for evaluation

    A set of common evaluation criteria will be used through all specific programmes to evaluate the success of the interventions regarding the European Union added value in relation with the type of effect described above. Example of criteria could be:

    - To support only activities needed at European Union level to sustain European Union objectives, European Union laws and European Union implementation mechanism;

    - To support activities which will be complementary with those financed at national level;

    - To reinforce national exchanges at European Union level, generating synergy effects and economies of scale;

    - To involve actively Member States representatives and other relevant stakeholders in the implementation of the programme in order to maximise complementarities with existing activities.

    Subsidiarity and proportionality

    As far as subsidiarity is concerned the present programme focuses on areas where European added value can be demonstrated and therefore is designed to respect the principles of subsidiarity and proportionality set out in Article 5 of the EC Treaty and its accompanying Protocol.

    As far as proportionality is concerned, the new programme proposal has been designed to incorporate the maximum feasible extent of simplification in terms not only of the form of the action but also in terms of the administrative and financial requirements that will apply to their implementation. The programme has been designed to strike to find the right balance between flexibility and ease of use on the one hand, and clarity of purpose and appropriate financial and procedural safeguards on the other.

    Complementarity with other Community interventions

    The present programme aims at contributing to the establishment of an area of freedom, security and justice. A complementarity with other programmes may thus be possible.

    A non exhaustive list of areas of convergence can be mentioned:

    - The draft of the present programme took into account the Programme on Active Citizenship and the Youth programme to ensure that no overlap situations existed. In any case, particular attention will be paid to the implementation of those programmes to avoid such situations and to coordinate the results.

    - The draft of the present programme took into account the Programme for Employment and Social Security - PROGRESS to ensure that no overlap situations existed. Particular attention will be paid to the implementation of the programme to avoid such situations and to coordinate the results.

    - The current proposal is complementary to some actions under the 7th framework programme. Synergies will be actively promoted whenever possible, namely as regards the application of research results.

    - Special attention will be paid to the programmes implemented by in the field of Information Society, related with safe use of Internet and fighting its abuse, in particular as regards sensitive groups (e.g. children).

    - The current proposal will also seek to complement the work of EU Agencies active in these policy fields, as well as with the action of other international organisations acting in the field of drugs action.

    Regular exchanges of information and active collaboration around projects under other Community programmes will take place, in order to improve and capitalise upon internal coherence, and between the Commission and other national and international authorities/organisations, to improve external coherence.

    Complementarities with interventions on Freedom, Security and Justice

    These interventions have a common goal of establishing an area of freedom, security and justice where basic human rights are respected. Each of the programmes is designed to address particular aspects which are a critical part of the creation of such an area in the EU, given the integration of national economies and the goal of ensuring free movement of people as well as goods, services and capital between countries. As such, they tackle issues affecting freedom, security and justice which arise from the creation of economic and monetary union and the abolition of internal borders and which can only be effectively addressed at EU level. These issues are to do with cooperation, harmonisation, coordination of activities, the exchange and sharing of critical information and best practices and techniques, and establishing solidarity mechanisms for sharing the costs involved in pursuing common and agreed objectives in an equitable way.

    They are reflected in the objectives set out in The Hague Programme adopted by the European Council in November 2004, which include: guarantying fundamental human rights throughout the EU, establishing minimum procedural safeguards and common access to justice, extending the mutual recognition of judicial decisions, fighting organised cross-border crime and the threat of terrorism, ensuring protection in accordance with international treaties to those in need, and regulating migration flows and controlling the external borders of the EU. Each of the programmes is aimed at pursuing these objectives in a complementary way without duplicating activities.

    The activities under the programme “Fundamental Rights and Justice”, therefore, are designed to further fundamental human rights and ensure a common level of access to justice across the EU, and are accordingly complementary to activities under the other two programmes which reinforce this objective. In particular, they are directly complementary to the measures, under the Solidarity programme to improve the integration of migrants into EU society as well as to establish uniform procedures for dealing with asylum-seekers and, under the Security programme, to enhance protection of witnesses and victims of crime as well as to combat the trafficking of people.

    They are also complementary, if less directly, with activities under the Security programme to strengthen cooperation between police forces and law enforcement authorities as well as between bodies involved in combating the threat of terrorism. The freedom of EU citizens to enjoy their fundamental rights, therefore, is contingent on them feeling secure and being adequately protected against criminal activity or terrorist attack.

    5.3. Objectives, expected results and related indicators of the proposal in the context of the ABM framework

    General objectives | Specific objectives | Operational objectives |

    To contribute to the setting up of an area of freedom, security and justice by by informing on and preventing drug use. | To prevent and reduce drug use, dependence and drug related harms. | To involve civil society in the implementation and development of the European Union’s Drugs Strategy and Action plans. To monitor, implement and evaluate the implementation of specific actions under the Drugs Action Plans 2005 – 2008 and 2009 – 2012. |

    To promote transnational and awareness-raising actions in the areas identified above. | To set up multidisciplinary networks; to ensure the expansion of the knowledge base, the exchange of information and the identification and dissemination of good practice, including through training, study visits and staff exchange. To raise awareness of the health and social problems caused by drug abuse and to encourage an open dialogue with a view to promoting a better understanding of the drug phenomenon. |

    5.4. Method of Implementation

    Show below the method(s) chosen for the implementation of the action.

    X Centralised Management

    X Directly by the Commission

    Indirectly by delegation to:

    Executive Agencies

    Bodies set up by the Communities as referred to in art. 185 of the Financial Regulation

    National public-sector bodies/bodies with public-service mission

    X Shared or decentralised management

    With Member states

    With Third countries

    Joint management with international organisations (please specify)

    Relevant comments:

    In order to achieve the full objectives of the programme under the provisions of the Current Treaty, it has been decided to split into 4 legal instruments relating to 4 different legal bases. As stated in Mr. Vitorino’s Communication to the Commission (SEC(2004) 1195, 28.9.2004) the actions proposed are provided through the current Treaties. The legal bases required to establish the programmes have been limited in number as far as the current Treaties allow, while within and across the new programmes common delivery, management and implementation mechanisms are set in place.

    In order to achieve the general and specific and operational objectives, each programme within the programme “Fundamental Rights and Justice” envisages a range of actions, such as:

    - Specific actions taken by the Commission, such as, studies and research, opinion polls and surveys, the formulation of indicators and common methodologies, collection, development and dissemination of data and statistics, seminars, conferences and experts meetings, organisation of public campaigns and events, development and maintenance of websites, preparation and dissemination of information materials, support to and animation of networks of national experts, analytical, monitoring and evaluation activities;

    - Actions providing financial support for specific projects of Community interest under the conditions set out in the annual work programmes;

    - Actions providing financial support for the activities of non-governmental organisations or other entities under the conditions set our in the annual work programmes;

    - Operative grants to entities identified in a legal basis.

    Methods of implementation:

    The above mentioned type of actions may be financed either by

    - A service contract following a call for tenders

    - A subsidy following a call for proposals.

    - Subsidies to a body pursuing an aim of general European interest, without a call for proposal.

    The Commission will implement the above actions in accordance with the annual work programme to be adopted. The Commission will implement this programme and may have recourse to technical and/or administrative assistance to the mutual benefit of the Commission and of the beneficiaries, for example to finance outside expertise on a specific subject.

    The Commission may decide to entrust part of the budget implementation to an executive agency, as referred to in Article 54, (2) (a) of the Financial Regulation. These agencies may be established by the Commission in conformity with the provisions of the Financial Regulation and its implementation rules as well as the Council regulation No 58/2003[31] Before its decision, the Commission shall establish a cost-benefit analysis identifying the tasks justifying outsourcing, the costs of coordination and checks, the impact on human resources, possible savings, efficiency and flexibility in the implementation of outsourced tasks, simplification of the procedures used, proximity of outsourced activities to final beneficiaries, visibility of the Community and the need to maintain an adequate level of know-how inside the Commission.

    6. MONITORING AND EVALUATION

    6.1. Monitoring system

    A comprehensive monitoring system will be set-up in order to regularly follow up the implementation of the activities carried out under each specific programme. This system should allow for the collection of information relating to the financial implementation and to the physical outputs of the programme, across the types of action and the target groups included in the programme. The information will be collected at project level - indeed, for any action financed by the programme, the beneficiary shall submit technical and financial reports on the progress of the work, as well as a final report after the completion of the action. The precise configuration of the monitoring system, as well as the type of indicators to be set-up will be the object of further study in the process leading to the implementation of the programme. Indeed, a study on delivery mechanisms and related cost-effectiveness aspects is foreseen to take place during 2005.

    According to legal requirements and Commission’s evaluation policy, the programme will be evaluated at mid-term to assess its continuing relevance and draw useful lessons for the remainder of its implementation. A review of the programme may take place then, if considered necessary. A final evaluation will take place at the end of the programming period to assess the results of the programme and advise on its follow-up. These reports will be prepared under the responsibility of the Commission, and shall be submitted to the European Parliament and the Council.

    6.2. Evaluation

    6.2.1. Ex-ante evaluation

    Cfr. Extended Impact Assessment on the programme “Fundamental Rights and Justice”.

    6.2.2. Measures taken following an intermediate/ex-post evaluation (lessons learned from similar experiences in the past)

    Cfr. Extended Impact Assessment on the programme “Fundamental Rights and Justice”.

    6.2.3. Terms and frequency of future evaluation

    The timetable set in the proposal is as follows:

    - no later than 31 March 2011, the Commission shall submit to the European Parliament and the Council an interim evaluation report on the results obtained and the qualitative and quantitative aspects of the implementation of this programme;

    - no later than 30 August 2012, the Commission shall submit to the European Parliament and the Council a Communication on the continuation of this programme;

    - no later than 31 December 2014, the Commission shall submit to the European Parliament and the Council an ex post evaluation report.

    7. ANTI-FRAUD MEASURES

    The Commission shall ensure that, when actions financed under the present programme are implemented, the financial interests of the Community are protected by the application of preventive measures against fraud, corruption and any other illegal activities, by effective checks and by the recovery of the amounts unduly paid and, if irregularities are detected, by effective, proportional and dissuasive penalties, in accordance with Council Regulations (EC, Euratom) No 2988/95 and (Euratom, EC) No 2185/96, and with Regulation (EC) No 1073/1999 of the European Parliament and of the Council.

    For the Community actions financed under this programme, the notion of irregularity referred to in Article 1, paragraph 2 of Regulation (EC, Euratom) No 2988/95 shall mean any infringement of a provision of Community law or any breach of a contractual obligation resulting from an act or omission by an economic operator, which has, or would have, the effect of prejudicing the general budget of the Communities or budgets managed by them, by an unjustifiable item of expenditure.

    Contracts and agreements shall provide in particular for supervision and financial control by the Commission (or any representative authorized by it) and audits by the Court of Auditors, if necessary on-the-spot.

    8. DETAILS OF RESOURCES

    8.1. Objectives of the proposal in terms of their financial cost (Prix 2004)

    Commitment appropriations in EUR million (to 3 decimal places)

    Other staff financed by art. XX 01 04/05 |

    TOTAL | 37,5 | 40 | 44 | 47,5 | 51 | 54 | 54 |

    8.2.2. Description of tasks deriving from the action

    Task N° | Title | Description | Number |

    MANAGEMENT |

    1 | Management | 2 |

    POLICY DEFINITION AND PROGRAMMING |

    2 | Policy Making | Definition of strategy, legal base,… | 3 |

    3 | Programme definition | Establishment of annual work programme (i.e. financing decision) and interservice consultation | 0,5 |

    4 | Interface with relevant EC programmes & actions | interservice coordination in order to ensure complementarity-synergy with other policies | 1 |

    5 | Interface with other Institutions and Member States | Interface Council, EP ensuring the appropriate reporting, information, questions, briefing requests | 0,5 |

    6 | Information and Communication | 1. Information and publicity activities 2. EUROPA Web site | 0,5 |

    7 | Committee interface - chair & secretariat | 1 |

    8 | Budgeting | APS,PDB,AAR,BIP,RAL - Preparation - Follow-up - Reporting | 0,5 |

    PROGRAMME : RECEPTION, SELECTION AND AWARD OF PROJECTS, FINANCIAL AND LEGAL COMMITMENTS |

    9 | Preparation Calls for proposals | 1,5 |

    10 | Reception and evaluation proposals/multi-annual and annual programmes | (also involves staff involved in 12,13,14 and 15) | 9 |

    11 | Award decisions | 0,5 |

    12 | Financial Commitment | Preparation, maintenance and closure of all financial commitments + sub consequent amendments | 1,5 |

    13 | Legal Commitment | Preparation, Signature, Closure of all juridical commitments + sub consequent amendments | 4 |

    PROGRAMME : MONITORING OF PROJECTS |

    14 | Payments - Initiation | Preparation and Processing of all Prefinancing, Intermediate and Final Payments (including verification supporting docs) | 3 |

    15 | Project Monitoring | Receipt and assessment of reports , requests for information, project visits | 4 |

    PROCUREMENT, CONTROL AND AUDIT |

    16 | Ex- ante verification of transactions, setting up of control standards | Setting up appropriate control standards | 2 |

    17 | Financial Audit | Ex-post Audit of expenditure / implementation | 2 |

    18 | Internal audit | Verification of compliance with ICS | 1 |

    19 | Procurement procedures | Drafting, procedures and authorisation of procurement procedures for projects and technical assistance (evaluation, studies,…) , including JPC, Helpdesk procurement procedures | 2 |

    20 | Reporting | Report of Authorising Officer, RAA, relations with Court of Auditors… | 1 |

    SUPPORT SERVICES |

    21 | Filing and Archiving | Database, digital and hardcopy filing | 1 |

    22 | Programme Evaluation | Ex ante - Mid term - Final evaluation | 1,5 |

    23 | IT Support | Specific development of IT Tools related to monitoring and implementation | 2 |

    OVERHEAD |

    24 | Administration (Overhead) | CIS, Translations, HRM, Logistics,… | 9 |

    TOTAL | 54 |

    8.2.3. Sources of human resources (statutory)

    (When more than one source is stated, please indicate the number of posts originating from each of the sources)

    ( Posts currently allocated to the management of the programme to be replaced or extended

    ( Posts pre-allocated within the APS/PDB exercise for year n

    x 6 Posts to be requested in the next APS/PDB procedures

    x 10,5 Posts to be redeployed using existing resources within the managing service (internal redeployment)

    ( Posts required for year n although not foreseen in the APS/PDB exercise of the year in question

    8.2.4. Other Administrative expenditure included in reference amount (XX 01 04/05 – Expenditure on administrative management)

    EUR million (to 3 decimal places)

    The details indicated in this section concern the overall General Programme Fundamental Rights and Justice as established in the Communication from the Commission to the Council and the European Parliament (COM(2005) 122 final of 6.4.2005). Since the Commission took into account synergies in human and administrative resources in the management of the general programme, the overall requirements remain valid. Nevertheless, the proportion related to the above specific programme is mentioned and included in the reference amount.

    Missions | 20*1000 + 10*3000 | 50.000 |

    Meetings & Conferences | 5*30000 | 150.000 |

    Compulsory meetings | 2*15000 | 30.000 |

    Non-compulsory meetings | 1*40000 | 40.000 |

    Studies & consultations | 2*150000 | 300.000 |

    Information systems | 1*100000 | 100.000 |

    [1] COM(2005) 122 def. van 6.4.2005.

    [2] Resolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2006 over strategieën voor de strijd tegen de handel in vrouwen en seksuele uitbuiting van kwetsbare kinderen (2004/2216(INI)).

    [3] Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 januari 2006 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma "Geweldbestrijding (Daphne) en drugspreventie en –voorlichting" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie" (CESE 32/2006).

    [4] PB C […] van […], blz. […].

    [5] PB C […] van […], blz. […].

    [6] PB C […] van […], blz. […].

    [7] PB C […] van […], blz. […].

    [8] PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.

    [9] PB C 59 van 23.2.2001, blz. 307.

    [10] PB C 77 E van 28.3.2002, blz. 126.

    [11] PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1.

    [12] PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1.

    [13] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

    [14] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    [15] PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

    [16] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    [17] See points 19 and 24 of the Interinstitutional agreement.

    [18] Council Regulation (EC) No 58/2003 of 19 December 2002 laying down the statute for executive agencies to be entrusted with certain tasks in the management of Community programmes - OJ L 11, 16.1.2003, p.1.

    [19] PB C […] van […], blz. […].

    [20] PB C […] van […], blz. […].

    [21] PB C […] van […], blz. […].

    [22] PB C […] van […], blz. […].

    [23] COM(2004) 707.

    [24] PB L 165 van 3.7.2003, blz. 31.

    [25] COM(2005) 45 van 14.2.2005.

    [26] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

    [27] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    [28] PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

    [29] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    [30] See points 19 and 24 of the Interinstitutional agreement.

    [31] Council Regulation (EC) No 58/2003 of 19 December 2002 laying down the statute for executive agencies to be entrusted with certain tasks in the management of Community programmes - OJ L 11, 16.1.2003, p.1.

    Top