Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document E2016J0015

    Arrest van het Hof van 13 september 2017 in zaak E-15/16 — Yara International ASA tegen Noorse regering (Vrijheid van vestiging — Artikelen 31 en 34 van de EER-overeenkomst — Noodzaak — Nationale regels inzake intragroepsbijdragen — Evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid — Uitzondering uiteindelijk verlies — Risico van belastingontwijking — Zuiver kunstmatige constructie — Verbod van misbruik van recht)

    PB C 16 van 18.1.2018, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 16/4


    ARREST VAN HET HOF

    van 13 september 2017

    in zaak E-15/16

    Yara International ASA tegen Noorse regering

    (Vrijheid van vestiging — Artikelen 31 en 34 van de EER-overeenkomst — Noodzaak — Nationale regels inzake intragroepsbijdragen — Evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid — Uitzondering uiteindelijk verlies — Risico van belastingontwijking — Zuiver kunstmatige constructie — Verbod van misbruik van recht)

    (2018/C 16/04)

    In zaak E-15/16, Yara International ASA tegen Noorse regering — VERZOEK aan het Hof, overeenkomstig artikel 34 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, door het Gerechtshof Borgarting (Borgarting lagmannsrett) betreffende de uitlegging van artikel 31 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in het kader van nationale regels over intragroepsbijdragen, heeft het Hof, samengesteld uit Carl Baudenbacher, voorzitter en rechter-rapporteur, Per Christiansen, en Ása Ólafsdóttir (ad hoc), rechters, op 13 september 2017 een arrest gewezen, waarvan het dictum als volgt luidt:

    De artikelen 31 en 34 van de EER-overeenkomst staan niet in de weg aan de toepassing van nationale regels inzake intragroepsbijdragen — zoals de regels in de Noorse belastingwet, op grond waarvan de bijdrage het belastbare inkomen van de overdragende partij verlaagt en wordt opgenomen in het belastbare inkomen van de overnemende partij, ongeacht of de ontvangende partij voor belastingdoeleinden verlies of winst maakt — waarin de voorwaarde is opgenomen dat zowel de overdragende als de overnemende partij belastingplichtig is in de betrokken EER-staat. Het is een voorwaarde van het EER-recht dat de nationale regels een legitiem doel moeten dienen zoals de noodzaak van het behoud van een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen EER-staten of het voorkomen van zuiver kunstmatige constructies die tot belastingontwijking leiden. De vereisten van het nationale recht gaan evenwel verder dan hetgeen noodzakelijk is om die doelstellingen te bereiken in de gevallen waarin het door de buitenlandse dochteronderneming geleden verlies definitief is.


    Top