EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document E2011C0176

Beschikking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 176/11/COL van 1 juni 2011 tot beëindiging van de formele onderzoekprocedure met betrekking tot de financiering van het fitnesscenter in het vrijetijdscentrum Kippermoen (Noorwegen)

PB L 23 van 26.1.2012, p. 12–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/176(2)/oj

26.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 23/12


BESCHIKKING VAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA

Nr. 176/11/COL

van 1 juni 2011

tot beëindiging van de formele onderzoekprocedure met betrekking tot de financiering van het fitnesscenter in het vrijetijdscentrum Kippermoen (Noorwegen)

DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA (hierna „de Autoriteit” genoemd),

GEZIEN de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 61 en 62,

GEZIEN de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtovereenkomst” genoemd), en met name artikel 24,

GEZIEN Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst (hierna „Protocol nr. 3” genoemd), en met name artikel 1, lid 2, van deel I en artikel 4, lid 4, artikel 6, artikel 7, lid 3, van deel II,

NA de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen (1) te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken, en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

I.   FEITEN

1.   Procedure

Bij brief van 27 januari 2009 (event nr. 506341) hebben de Noorse autoriteiten, overeenkomstig artikel 1, lid 3, van deel I van Protocol nr. 3, de financiering van het fitnesscenter in het vrijetijdscomplex Kippermoen aangemeld (Kippermoen Idrettssenter, hierna „het KIS” genoemd).

Na diverse correspondentie heeft de Autoriteit de Noorse autoriteiten bij schrijven van 16 december 2009 (event nr. 538177) in kennis gesteld van haar besluit om de procedure van artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol nr. 3 in te leiden ten aanzien van de financiering van het fitnesscenter in het KIS.

Bij brief van 23 februari 2010 (event nr. 547864) hebben de Noorse autoriteiten opmerkingen met betrekking tot het besluit tot inleiding van de procedure verstrekt.

Besluit nr. 537/09/COL van de Autoriteit om de procedure in te leiden werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het EER-supplement daarbij (2). De Autoriteit verzocht de belanghebbenden hun opmerkingen te maken.

De Autoriteit ontving opmerkingen van de Noorse fitnessfederatie (Treningsforbundet (3), hierna „TF” genoemd) en van de Europese gezondheids- en fitnessfederatie (hierna „EHFA” genoemd). Op 2 november 2010 hield de Autoriteit een bijeenkomst met de TF. Bij brieven van 20 september 2010 (event nr. 567099) en 9 november 2010 (event nr. 576711) heeft de Autoriteit de opmerkingen en de informatie doorgezonden die tijdens de bijeenkomst aan de Noorse autoriteiten werden verstrekt. Die laatsten hebben bij brief van 10 januari 2011 opmerkingen verstrekt (event nr. 582713).

De Noorse autoriteiten hebben bij brieven van 14 maart 2011 (event nr. 590193) en 22 maart 2011 (event nr. 591454) en bij e-mail van 28 maart 2011 (event nr. 592463) verdere opmerkingen ingediend.

2.   Het vrijetijdscomplex Kippermoen (het KIS) en het fitnesscenter

Zoals aangegeven in Besluit nr. 537/09/COL werd het KIS in de jaren 1970 opgericht. Het is gelegen in de gemeente Vefsn, in de provincie Nordland. Het complex is eigendom van de gemeente Vefsn en heeft geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid.

Oorspronkelijk bestond het KIS uit een binnenzwembad met een solarium en een sporthal, naast een eenvoudig uitgerust fitnesscenter. Tijdens de periode 1997-1999 en nadien in de periode 2006-2007 werden het KIS en het fitnesscenter uitgebreid.

2.1.   De financiering van het KIS en het fitnesscenter

Sinds het in de jaren 1970 werd opgericht, wordt het KIS gefinancierd door de gebruikers ervan en de gemeentebegroting. De gebruikers dragen bij tot de financiering door te betalen voor de toegang tot de faciliteiten. De gemeente heeft volledige controle over de tarieven, de soorten aangeboden tickets en de toewijzing van de inkomsten. Hoewel de ticketprijzen doorheen de jaren zijn aangepast, dekken de gebruikersvergoedingen niet de volledige exploitatiekosten van het KIS. Het tekort wordt gedekt door de gemeentebegroting in overeenstemming met de begrotingsbesluiten van de gemeenteraad.

2.2.   Nieuwe informatie van de Noorse autoriteiten

2.2.1.   Het aanrekenen van vergoedingen aan de gebruikers van het fitnesscenter

In Besluit nr. 537/09/COL heeft de Autoriteit doen opmerken dat het KIS, sinds de oprichting ervan in de jaren 1970, wordt gefinancierd door gebruikersvergoedingen en de gemeentebegroting (4). In het kader van de formele onderzoekprocedure hebben de Noorse autoriteiten verduidelijkt dat gebruikers enkel voor de toegang tot bepaalde faciliteiten van het KIS dienden te betalen (o.a. het zwembad), maar dat iedereen gratis toegang had tot het fitnesscenter tot 1996, toen de gemeente de gebruikers een vergoeding begon aan te rekenen (5).

2.2.2.   Uitbreidingen in 1997-1999

In Besluit nr. 537/09/COL liet de Autoriteit optekenen dat het KIS als geheel werd uitgebreid in 1997 en dat deze uitbreiding onder andere werd gefinancierd met een lening van 10 miljoen NOK. De Autoriteit had geen gedetailleerde informatie ontvangen over de lening en de mate waarin het fitnesscenter in het KIS door de lening werd bevoordeeld, indien dat al het geval was (6). Tijdens de formele onderzoekprocedure verduidelijkten de Noorse autoriteiten dat de lening 5,8 miljoen NOK bedroeg in plaats van de in het besluit tot inleiding van de procedure vermelde 10 miljoen NOK (7). Voorts verduidelijkten de Noorse autoriteiten dat de gemeente de lening niet had gekregen om de uitbreidingen van het fitnesscenter te financieren, maar o.a. om een nieuw voetbalstadion te bouwen (Mosjøhallen) voor het totale bedrag van 14 miljoen NOK (8).

In de periode 1997-1999 werd het fitnesscenter uitgebreid en kocht het KIS nieuw materiaal aan (toestellen voor krachttraining, hometrainers en diverse andere fitnesstoestellen) voor een totaal bedrag van ongeveer 870 000 EUR (ongeveer 109 000 EUR) (9).

2.2.3.   Uitbreidingen in de periode 2006-2007

De Noorse autoriteiten hebben voorts nieuwe informatie verstrekt over de uitbreiding van het KIS in de periode 2006-2007.

In 2005 besloot de gemeente het fitnesscenter uit te breiden door een nieuw verbindingsgebouw op te richten dat de bestaande gebouwen van het KIS met elkaar zou verbinden. De bedoeling was om het center gebruiksvriendelijker te maken wat de toegang betreft. De gemeente besloot voorts de bestaande faciliteiten tijdens de werken op te waarderen (10). De bestaande gebouwen zouden met elkaar worden verbonden en worden opgewaardeerd om te garanderen dat de standaard van de faciliteiten van het KIS met die van vergelijkbare centra overeen zou komen (11).

Tijdens de periode 2006-2007 werden het KIS en het fitnesscenter dan ook opgewaardeerd en uitgebreid tot een nieuw verbindingsgebouw (Mellombygningen). De totale kostprijs van de uitbreiding bedroeg ongeveer 14,2 miljoen NOK. Er werd een plan voor de kostentoerekening opgesteld om te garanderen dat het fitnesscenter zijn proportionele aandeel (ongeveer 80 % (12)) van de uitbreidingskosten zou dragen. Het resterende deel (ongeveer 20 %) diende door andere middelen te worden gedekt, aangezien deze kosten geen verband hielden met het fitnesscenter, maar met andere faciliteiten in het KIS. In het besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure liet de Autoriteit optekenen dat het fitnesscenter volgens het plan voor de kostentoerekening niet zijn volledige deel van de leningskosten voor 2008 had betaald De Noorse autoriteiten hebben vervolgens verduidelijkt dat het fitnesscenter wel degelijk zijn volledige deel van de leningskosten voor 2008 heeft betaald, met name door de jaarlijkse winst aan de gemeente toe te wijzen (13).

2.2.4.   Geen steun van de provincie Nordland

Op basis van de informatie die beschikbaar was ten tijde van het besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure, was de Autoriteit niet in staat uit te sluiten dat het fitnesscenter in het KIS steun van de provincie Nordland had ontvangen (14). De Noorse autoriteiten werd dan ook gevraagd inlichtingen hierover te verstrekken. De Noorse autoriteiten hebben verduidelijkt dat het fitnesscenter in het KIS geen steun van de provincie Nordland heeft ontvangen (15).

3.   Redenen voor het inleiden van de procedure

De Autoriteit heeft de formele onderzoekprocedure ingeleid, omdat zij betwijfelde of de financiering van het fitnesscenter in het KIS staatssteun vormde in de zin van artikel 61 van de EER-overeenkomst. Bovendien betwijfelde de Autoriteit of de financiering van het fitnesscenter, indien die als staatssteun zou worden beschouwd, verenigbaar met de EER-overeenkomst zou kunnen worden bevonden, op grond van artikel 59, lid 2, als steun voor een dienst van algemeen economisch belang, of subsidiair op grond van artikel 61, lid 3, onder c), als steun ter bevordering van culturele of regionale activiteiten.

De Noorse autoriteiten hadden de financiering van het fitnesscenter in januari 2009 aangemeld en geen informatie verstrekt om de voorlopige conclusie te rechtvaardigen dat de financiering van het fitnesscenter, indien die als staatssteun zou worden beschouwd, een stelsel van bestaande steun vormde in de zin van artikel 1, lid 1, van deel I van Protocol nr. 3. In het licht van de voornoemde twijfels heeft de Autoriteit dan ook de formele onderzoekprocedure van artikel 1, leden 3 en 2, ingeleid.

4.   Opmerkingen van belanghebbenden

De Autoriteit heeft opmerkingen van twee belanghebbenden ontvangen, namelijk de EHFA en de TF.

4.1.   Opmerkingen van de Europese gezondheids- en fitnessfederatie (EHFA)

De EHFA is een onafhankelijke non-profitorganisatie die de belangen van de Europese gezondheids- en fitnesssector vertegenwoordigt. Zij meent dat fitnesscentra gelijk moeten worden behandeld, ongeacht of zij in handen van particulieren of de overheid zijn, en dat fitnesscentra in handen van de overheid geen voordelen mogen worden verleend die strijdig zijn met artikel 59 van de EER-overeenkomst.

4.2.   Opmerkingen van de Noorse fitnessfederatie (TF)

De TF is een Noorse organisatie voor commerciële fitnesscentra. De TF meent dat staatsmiddelen die selectief ten goede komen aan fitnesscentra op de Noorse markt in het algemeen staatssteun vormen in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst, omdat dergelijke financiering de mededinging belemmert en het handelsverkeer binnen de EER ongunstig beïnvloedt. Om dit te staven, verstrekte de TF de Autoriteit algemene informatie over de Noorse markt voor fitnesscentra (16).

De TF argumenteert voorts dat staatssteun voor fitnesscentra in handen van de overheid niet als verenigbaar met de werking van de EER-overeenkomst kan worden beschouwd op grond van artikel 59, lid 2, als compensatie voor de openbare dienst, of op grond van artikel 61, lid 3, onder c), als steun voor culturele of regionale activiteiten, indien dezelfde steun niet onder gelijkwaardige voorwaarden aan particuliere fitnesscentra wordt verleend.

5.   Opmerkingen van de Noorse autoriteiten

De Noorse autoriteiten zijn van oordeel dat de financiering van het fitnesscenter in het KIS om de volgende redenen geen staatssteun in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst vormt: i) het fitnesscenter verkrijgt geen selectief voordeel van de staatsmiddelen, ii) het center is geen onderneming, en iii) de financiering van het fitnesscenter heeft geen ongunstige invloed op het handelsverkeer tussen de overeenkomstsluitende partijen van de EER-overeenkomst.

Bovendien beweren de Noorse autoriteiten dat alle aan het fitnesscenter toegewezen gemeentemiddelen aan de vereisten van de de-minimisverordening (17) voldoen en bijgevolg geen staatssteun vormen in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst.

Indien de Autoriteit tot de bevinding zou komen dat de financiering staatssteun behelst, beschouwen de Noorse autoriteiten dergelijke steun als bestaande steun, aangezien het KIS sinds vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst werd gefinancierd uit de gemeentebegroting en gebruikersvergoedingen en aangezien deze financieringsmethode sindsdien niet gewijzigd is.

Ongeacht het voorgaande beschouwen de Noorse autoriteiten alle potentiële steun als verenigbaar met de EER-overeenkomst, op grond van artikel 59, lid 2, als steun voor een dienst van algemeen economisch belang, of subsidiair op grond van artikel 61, lid 3, onder c), als steun ter bevordering van culturele activiteiten. De Noorse autoriteiten vinden ten slotte dat de financiering van de uitbreiding van het fitnesscenter tijdens de periode 2006-2007 een vorm van regionale steun vormt die verenigbaar is op grond van artikel 61, lid 3, onder c), en met verwijzing naar de richtsnoeren van de Autoriteit betreffende nationale regionale steun (2007-2013) (18).

II.   BEOORDELING

1.   De financiering door de gemeente Vefsn

De Noorse autoriteiten hebben de financiering van het fitnesscenter in januari 2009 bij de Autoriteit aangemeld. In de aanmelding hebben de Noorse autoriteiten geen argumenten naar voren gebracht waaruit blijkt dat de financiering van het fitnesscenter bestaande steun vormde, ondanks het feit dat de aanmelding een kopie bevatte van de dagvaarding in de procedure voor de Noorse rechter waarin de verzoeker vrij uitvoerig betoogde dat de financiering van het fitnesscenter nieuwe steun vormde (19).

In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure verwees de Autoriteit naar het feit dat de methode om het fitnesscenter te financieren (waarbij het gehele tekort van het KIS door de gemeentebegroting en toewijzing van inkomsten uit ticketverkoop wordt gedekt) reeds vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst werd toegepast en op die basis bestaande steun kon lijken te vormen in de zin van artikel 1, onder b) en i), van deel II van Protocol nr. 3 (20). Wijzigingen van bestaande steun vormen, overeenkomstig artikel 1, onder c), van hetzelfde Protocol, evenwel nieuwe steun.

In haar besluit gaf de Autoriteit aan dat zij geen voldoende specifieke informatie had ontvangen over de twee uitbreidingen van het fitnesscenter en de veranderingen aan het stelsel van toewijzing van inkomsten uit de ticketverkoop, en nam zij er akte van dat deze factoren het bestaande steunstelsel in nieuwe steun hadden kunnen veranderen in de zin van artikel 1, onder c), van hetzelfde Protocol (21).

Conform de beginselen uit de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie (22) heeft de Autoriteit de maatregelen behandeld in het kader van de regels die betrekking hebben op nieuwe steun.

Alle beoordelingen die zijn gemaakt in een besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure ten aanzien van de vraag of een potentiële steunmaatregel nieuwe dan wel bestaande steun vormt, zijn noodzakelijkerwijs voorlopig van aard. Zelfs als de Autoriteit, op basis van de toentertijd verstrekte informatie, heeft besloten een formele onderzoekprocedure in te leiden op grond van artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol nr. 3, kan zij nog steeds, in het besluit waarmee die procedure wordt afgesloten, tot de bevinding komen dat de maatregel, indien er sprake is van steun, in feite bestaande steun vormt (23). Gaat het om bestaande steun, dan moet de Autoriteit de procedure voor bestaande steun volgen (24). In een dergelijk geval zou de Autoriteit bijgevolg de formele onderzoekprocedure moeten afsluiten en de andere procedure voor bestaande steun, zoals vastgelegd in de artikelen 17 tot en met 19 in deel II van Protocol nr. 3 (25), inleiden. Op basis van die laatste procedure, en alleen op basis daarvan, zou de Autoriteit beoordelen of een maatregel steun vormt en, indien dat het geval is, of hij verenigbaar met de werking van de EER-overeenkomst is.

Zoals hierboven in hoofdstuk I.2 van deze beschikking wordt uitgelegd, hebben de Noorse autoriteiten aanvullende feitelijke informatie verstrekt over de financiering en uitbreidingen van het fitnesscenter in het KIS.

Aangezien het fitnesscenter niet als een afzonderlijke activiteit is gefinancierd, kan de financiering niet los van de financiering van het KIS als dusdanig worden beoordeeld. Sinds het in de jaren 1970 werd opgericht, wordt het KIS gefinancierd door gebruikersvergoedingen en de gemeentebegroting. Hoewel de gemeente pas in 1996 gebruikersvergoedingen voor de toegang tot het fitnesscenter invoerde, rekende zij al sinds de jaren 1970 aan de gebruikers van bepaalde delen van het KIS, in het bijzonder het zwembad, een dergelijke vergoeding aan. Op basis daarvan doet de Autoriteit opmerken dat het systeem om het KIS te financieren als dusdanig niet is veranderd.

De uitbreiding van het fitnesscenter in de periode 1997-1999 was kleinschaliger dan wat de oorspronkelijk aan de Autoriteit verstrekte informatie aangaf. De Noorse autoriteiten hebben tijdens het formele onderzoek uitgelegd dat de gemeente een lening van 5,8 miljoen NOK is aangegaan (in plaats van 10 miljoen NOK) die niet werd gebruikt voor de renovatie van het fitnesscenter. Daarentegen werd een relatief bescheiden uitbreiding en herinrichting van het fitnesscenter voor een totaal bedrag van ongeveer 870 000 NOK die tijdens deze periode werd uitgevoerd, gefinancierd met de inkomsten uit gebruikersvergoedingen.

Hoewel de uitbreiding van 2006-2007 ingrijpender van aard was, zorgde zij er enkel voor dat de aangeboden dienst met die van vergelijkbare fitnesscentra zou overeenkomen. Bijgevolg blijft de vóór en na de uitbreidingen door het fitnesscenter uitgevoerde soort activiteit dezelfde en is zij aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de sector en de eisen van de gebruikers. Met het fitnesscenter in het KIS is de gemeente zowel vóór als na de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst actief geweest op de markt voor fitnesscentra. Zij heeft de fitnessruimte van tijd tot tijd uitgebreid, enkel en alleen om de inwoners een dienst te kunnen aanbieden die voldoet aan wat men van een fitnesscenter mag verwachten. Het financieringssysteem (gebruikersvergoedingen en toewijzingen uit de gemeentebegroting) en het beoogde doel (het aanbieden van fitnesscenterfaciliteiten aan de inwoners) zijn niet veranderd (26). Bovendien hebben deze uitbreidingen het de gemeente niet mogelijk gemaakt nieuwe markten te betreden. In dat opzicht verschilt de zaak in kwestie van het besluit van de Commissie in de zaak-BBC Digital Curriculum (27). Die zaak betrof wijzigingen van het bestaande steunstelsel ten voordele van de Britse openbare omroep, de BBC. In die zaak was de Commissie van mening dat wijzigingen van de bestaande steunregeling nieuwe steun behelsden, aangezien ze het de omroep mogelijk maakten activiteiten uit te voeren die geen „nauw verband” hadden met de bestaande regeling en ontwikkelde markten te betreden waar de commerciële spelers nauwelijks of niet blootgesteld waren aan de BBC als concurrent (28).

Op basis van het voorgaande komt de Autoriteit tot de conclusie dat de financiering van het fitnesscenter in het vrijetijdscentrum Kippermoen met middelen van de gemeente Vefsn, voor zover zij staatssteun behelst, een bestaand steunstelsel vormt. Een afzonderlijke procedure voor bestaande steun is vastgelegd in artikel 1, lid 1, in deel I van Protocol nr. 3. Overeenkomstig die bepaling houdt de Autoriteit in samenwerking met de EVA-staten voortdurend toezicht op alle in die staten bestaande stelsels van steun. Zij stelt deze staten de passende maatregelen voor die nodig zijn voor de geleidelijke ontwikkeling of het functioneren van de EER-overeenkomst..

2.   De financiering door de provincie Nordland

Zoals hierboven vermeld, hebben de Noorse autoriteiten verduidelijkt dat het fitnesscenter in het KIS geen steun van de provincie Nordland heeft ontvangen. Dienovereenkomstig was er geen overdracht van staatsmiddelen van de provincie Nordland, wat het eerste van vier cumulatieve criteria vormt waaraan moet zijn voldaan om een maatregel als staatssteun in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst te kunnen aanmerken. Op basis van de recentelijk door de Noorse autoriteiten verstrekte informatie komt de Autoriteit tot de conclusie dat het fitnesscenter in het KIS, in dit kader, geen staatssteun in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst heeft ontvangen in de vorm van voordelen afkomstig van staatsmiddelen (de provincie Nordland).

3.   Conclusie

Volgens de nieuwe informatie die de Noorse autoriteiten hebben verstrekt, heeft de provincie Nordland geen economische voordelen aan het fitnesscenter in het KIS verleend in de periode waarop de huidige formele onderzoekprocedure ziet. Op basis daarvan komt de Autoriteit tot de conclusie dat het fitnesscenter in het KIS tijdens de relevante periode geen staatssteun van de provincie Nordland heeft ontvangen.

De Autoriteit is voorts tot de conclusie gekomen dat, voor zover middelen van de gemeente Vefsn bijgedragen hebben tot de financiering van het fitnesscenter in het KIS en die middelen staatssteun vormen, dergelijke steun onder een stelsel voor bestaande steun is verleend. Op basis van de hier gemaakte beoordeling heeft de Autoriteit besloten de formele onderzoekprocedure af te sluiten en de procedure van artikel 1, leden 1) en 2), van deel I van Protocol nr. 3 voor het onderzoek van bestaande steun in te leiden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De formele onderzoekprocedure ten aanzien van de financiering van het fitnesscenter in het vrijetijdscentrum Kippermoen met middelen van de provincie Nordland tijdens de beoordeelde periode is zonder voorwerp en wordt bijgevolg afgesloten.

Artikel 2

De formele onderzoekprocedure ten aanzien van de financiering van het fitnesscenter in het vrijetijdscentrum Kippermoen met middelen van de gemeente Vefsn wordt afgesloten.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Noorwegen.

Artikel 4

Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek.

Gedaan te Brussel, 1 juni 2011.

Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Per SANDERUD

De voorzitter

Sabine MONAUNI-TÖMÖRDY

Lid van het College


(1)  PB C 184 van 8.7.2010, blz. 5 en EER-supplement nr. 35 van 8.7.2010, blz. 1.

(2)  Zie voetnoot 1.

(3)  Voorheen de Noorse fitnesscenterfederatie (Norsk Treningssenterforbund).

(4)  Hoofdstuk I.2.2 van het besluit.

(5)  Zie e-mail van de Noorse autoriteiten van 28.3.2011 (event nr. 592463).

(6)  Hoofdstuk I.2.2 en II.1.3 van Besluit nr. 537/09/COL.

(7)  Zie brief van de Noorse autoriteiten van 23.2.2010 (event nr. 547864), blz. 6.

(8)  Ibid. blz. 2, 6 en 8.

(9)  Ibid. blz. 7-9.

(10)  Zie Besluiten 10/05 en 152/05 van de plaatselijke raad van de gemeente Vefsn, bijlage 2 bij event nr. 547864.

(11)  Zie brief van de Noorse autoriteiten van 23.2.2010 (event nr. 547864), blz. 10.

(12)  Zie brief van de Noorse autoriteiten van 9.9.2009 (event nr. 529846), blz. 2-4.

(13)  Zie brief van de Noorse autoriteiten van 23.2.2010 (event nr. 547864), blz. 12.

(14)  Hoofdstuk II.1.1 van Besluit nr. 537/09/COL.

(15)  Zie brief van de Noorse autoriteiten van 23.2.2010 (event nr. 547864), blz. 19-20.

(16)  Zie brief van de Autoriteit van 9.11.2010 (event nr. 576711).

(17)  Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PB L 379 van 28.12.2006, blz. 5), opgenomen in de EER-overeenkomst in lid 1ea van bijlage XV bij de overeenkomst.

(18)  De richtsnoeren zijn beschikbaar op: http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=15125&1=1

(19)  Zie brief van de Noorse autoriteiten van 27.1.2009 (event nr. 506341), blz. 40.

(20)  Overeenkomstig artikel 1, onder b) en i), van deel II van Protocol nr. 3, is bestaande steun: „alle steun die vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst in de respectieve EER-staat bestond, dat wil zeggen steunregelingen en individuele steun die vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst tot uitvoering zijn gebracht en die na de inwerkingtreding nog steeds van toepassing zijn.”.

(21)  Hoofdstuk II.1.3 van Besluit nr. 537/09/COL.

(22)  Zie arrest van 21 maart 2005, zaak C-400/99, Italië/Commissie, Jurispr. 1991, blz. I-3657.

(23)  Ibid., punten 47 en 54-55.

(24)  Zie arrest van 27 november 2003, zaak T-190/00, Regione Siciliana/Commissie, Jurispr. 2003, blz. II-5015, punt 48.

(25)  Zie arrest van 30 juni 1992, zaak C-312/90, Spanje/Commissie, Jurispr. 1992, blz. I-4117, punten 14-17, en arrest van 30 juni 1992, zaak C-47/91, Italië/Commissie, Jurispr. 1992, blz. I-4145, punten 22-25.

(26)  Zie het advies van advocaat-generaal Trabucchi in zaak 51/74, Hulst, Jurispr. 1975, blz. 79.

(27)  Steunmaatregel N 37/2003 (Verenigd Koninkrijk), online beschikbaar: http://ec.europa.eu/eu_law/state_aids/comp-2003/n037-03.pdf

(28)  Ibid., punt 36.


Top