EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/117/37

Zaak T-81/07: Beroep ingesteld op 14 maart 2007 — KG Holding (in staat van faillissement)/Commissie

PB C 117 van 26.5.2007, p. 23–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 117 van 26.5.2007, p. 22–23 (MT)

26.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 117/23


Beroep ingesteld op 14 maart 2007 — KG Holding (in staat van faillissement)/Commissie

(Zaak T-81/07)

(2007/C 117/37)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Mr. Jan Rudolf Maas, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van K.G. Holding N.V. (Rotterdam, Nederland) (vertegenwoordigers: G. van der Wal en T. Boesman, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekende partij

Nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 19 juli 2006 in zaak C-30/2005;

Veroordeling van de Commissie in de proceskosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vecht de Beschikking 2006/939/EG van de Commissie van 19 juli 2006 betreffende de door Nederland aangemelde steunmaatregel ten gunste van KG Holding NV aan (1).

De voorgenomen steunmaatregel betrof een herstructureringssteun die Nederland wilde verlenen aan KG Holding NV door een eerder goedgekeurde reddingslening en de daarover verschuldigde rente om te zetten in aandelenkapitaal. In de bestreden beschikking verklaart de Commissie de steunmaatregel, in de vorm van herstructureringssteun, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

De Commissie beslist eveneens dat Nederland het gedeelte van de steun dat als reddingslening, door KG Holding NV aan haar dochteronderneming Kliq BV is overgedragen en is omgezet in aandelenkapitaal, dient terug te vorderen van KG Holding NV en Kliq BV en dat Nederland zijn vordering op KH Holding NV en/of Kliq Reïntergratie als schuldeiser in de faillissementsprocedure bij de curator dient te registreren.

Verzoekster voert ter ondersteuning van haar verzoekschrift ten eerste aan dat de Commissie beoordelingsfouten heeft gemaakt? waardoor de bestreden beschikking ontoereikend gemotiveerd en strijdig is met artikel 87, lid 1, EG. De Commissie zou met name ten onrechte beslist hebben dat Nederland haar vordering op KG Holding en Kliq Reïntegratie ten belope van 35,75 miljoen euro dient te registreren in de faillissementsprocedure bij de curator. Het zou onduidelijk zijn of de Commissie in de bestreden beschikking ten aanzien van KG Holding oordeelt dat er sprake is van onrechtmatige steun ten bedrage van 35,75 miljoen euro die door Nederland dient te worden teruggevorderd of dat er sprake is van reddingssteun die de Commissie in de bestreden beschikking op grond van punt 23 sub d) van de Communautaire Richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (2) goedkeurt. Voorts zou de Commissie, in haar beschikking van 16 december 2003 (3), ermee hebben ingestemd dat dit bedrag zou worden besteed aan de financiering van de afvloeiing van personeelsleden en aan de afkoop van de overbodige contracten van Kliq Reïntegratie, en dat Kliq Reïntegratie nadien zou worden geliquideerd.

Verzoekster voert ten tweede aan dat de Commissie zich ten onrechte heeft uitgelaten over de volstorting van de door KG Holding in Kliq BV gehouden aandelen middels verrekening van de volstortingsverplichting met de vordering van KG Holding op Kliq BV uit hoofde van de leningsovereenkomst. Dit zou geen onderdeel zijn geweest van de beschikking van 5 augustus 2005 (4) die de procedure inleidde. De Commissie zou misbruik hebben gemaakt van haar bevoegdheden en gehandeld hebben in strijd met het recht van verweer en het recht van verzoekers om gehoord te worden.

Ten derde zou de Commissie ten onrechte hebben nagelaten om vast te stellen dat de vermeende steun de mededinging en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig zou kunnen beïnvloeden, althans is hetgeen de Commissie daarover overweegt onvoldoende gemotiveerd.

Ten vierde zou de Commissie ten onrechte hebben bepaald dat de vermeende steun ten bedrage van 9,25 miljoen euro door Nederland teruggevorderd moet worden van KG Holding en Kliq BV. Tevens zou de Commissie ten onrechte hebben geoordeeld dat de vermeende steun van 35,75 miljoen euro moet worden teruggevorderd van KG Holding en/of Kliq Reïntegratie door registratie van deze vorderingen in de faillissementsprocedures. Door het faillissement van KG Holding, Kliq Reïntegratie en Kliq BV zou de terugvordering van vermeende steunbedragen blijvend onmogelijk zijn en zou het in ieder geval zinloos zijn geworden, in die zin dat de terugvordering door registratie in het faillissement van genoemde vennootschappen niet nodig en zelfs geheel overbodig is om een einde te maken aan de concurrentievervalsing.

Ten vijfde zou de Commissie zich ten onrechte hebben uitgesproken en rechtens onjuist hebben geoordeeld over een rekening-courant kredietfaciliteit van 17 miljoen euro die reeds bij de oprichting van KG Holding door Nederland aan KG Holding en in overeenstemming met de regels betreffende staatssteun werd verstrekt en geen onderdeel vormde van de in de bestreden beschikking onderzochte maatregel.

Tenslotte zou de Commissie ten onrechte hebben beslist dat Nederland alle nodige maatregelen dient te nemen om een bedrag van 9,25 miljoen euro van KG Holding terug te vorderen met inbegrip van de rente vanaf de datum waarop de afzonderlijke delen van dat bedrag aan de begunstigden ter beschikking zijn gesteld tot de datum van daadwerkelijke terugbetaling ervan. Deze eis zou strijdig zijn met het nationale faillissementsrecht.


(1)  BP L 366, blz. 40.

(2)  PB 1999, C 288, blz. 2.

(3)  Steunmaatregel N 510/2003 — Reddingssteun voor Kliq Holding NV (PB 2004, C 33, blz 8).

(4)  Steunmaatregel van de staten C-30/2005 (ex N-78/2004) — Herstructureringssteun aan KG Holding NV — Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag opmerkingen te maken (PB 2005, C 280, blz. 2).


Top