Vyberte pokusně zaváděné prvky, které byste chtěli vyzkoušet

Tento dokument je výňatkem z internetových stránek EUR-Lex

Dokument C2006/298E/02

NOTULEN
Donderdag, 1 juni 2006

PB C 298E van 8.12.2006, s. 14—294 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

8.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 298/14


NOTULEN

(2006/C 298 E/02)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.00 uur geopend.

2.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen van Raad en Commissie:

Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1030/2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (COM(2006)0110 — C6-0157/2006 — 2003/0218(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: LIBE

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (Gecodificeerde versie) (COM(2006)0219 — C6-0160/2006 — 2006/0071(COD)).

verwezen naar:

ten principale: JURI

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame (gecodificeerde versie) (COM(2006)0222 — C6-0161/2006 — 2006/0070(COD)).

verwezen naar:

ten principale: JURI

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (Gecodificeerde versie) (COM(2006)0226 — C6-0162/2006 — 2006/0073(COD)).

verwezen naar:

ten principale: JURI

Voorstel tot kredietoverschrijving DEC 20/2006 — Afdeling III — Commissie (SEC(2006)0646 — C6-0163/2006 — 2006/2120(GBD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (COM(2005)0513 — C6-0165/2006 — 2005/0208(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: TRAN

3.   Gelijke kansen en behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep *** II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep [15623/7/2005 — C6-0089/2006 — 2004/0084(COD)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Angelika Niebler (A6-0165/2006)

Angelika Niebler licht de aanbeveling voor de tweede lezing toe.

Het woord wordt gevoerd door Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Amalia Sartori, namens de PPE-DE-Fractie, Bernadette Vergnaud, namens de PSE-Fractie, Danutė Budreikaitė, namens de ALDE-Fractie, Eva-Britt Svensson, namens de GUE/NGL-Fractie, Urszula Krupa, namens de IND/DEM-Fractie, Alessandro Battilocchio, niet-ingeschrevene, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Edite Estrela, Maria Carlshamre, Ilda Figueiredo, Fernand Le Rachinel, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Marek Aleksander Czarnecki en Benita Ferrero-Waldner.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.5 van de notulen van 01.06.2006.

4.   Roma-vrouwen in de Europese Unie (debat)

Verslag over de situatie van de Roma-vrouwen in de Europese Unie [2005/2164(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Lívia Járóka (A6-0148/2006)

Lívia Járóka leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Edit Bauer, namens de PPE-DE-Fractie, Zita Gurmai, namens de PSE-Fractie, Viktória Mohácsi, namens de ALDE-Fractie, Milan Horáček, namens de Verts/ALE-Fractie, Věra Flasarová, namens de GUE/NGL-Fractie, Georgios Karatzaferis, namens de IND/DEM-Fractie, Leopold Józef Rutowicz, niet-ingeschrevene, en Zbigniew Zaleski.

VOORZITTER: Jacek Emil SARYUSZ-WOLSKI

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Marie-Line Reynaud, Maria Carlshamre, Magda Kósáné Kovács, Piia-Noora Kauppi en Benita Ferrero-Waldner.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.17 van de notulen van 01.06.2006.

5.   Situatie van de vrouw in gewapende conflicten en hun rol in de wederopbouw erna (debat)

Verslag over de situatie van de vrouw in gewapende conflicten en haar rol in de wederopbouw en het democratische proces in landen die zich in een post-conflictsituatie bevinden [2005/2215(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Véronique De Keyser (A6-0159/2006)

Véronique De Keyser leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Feleknas Uca (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), Edit Bauer, namens de PPE-DE-Fractie, Lissy Gröner, namens de PSE-Fractie, Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie, Eva-Britt Svensson, namens de GUE/NGL-Fractie, Urszula Krupa, namens de IND/DEM-Fractie, Amalia Sartori, Pia Elda Locatelli, Hiltrud Breyer, Godfrey Bloom, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, Britta Thomsen, Teresa Riera Madurell en Benita Ferrero-Waldner.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.18 van de notulen van 01.06.2006.

VOORZITTER: Antonios TRAKATELLIS

Ondervoorzitter

6.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

John Attard-Montalto heeft laten weten dat hij weliswaar aanwezig was, maar dat zijn naam niet op de presentielijst staat.

Het woord wordt gevoerd door Martin Schulz voor een persoonlijk feit naar aanleiding van de zijns inziens homofobe uitlatingen van Bogusław Rogalski (punt 14 van de notulen van 31.05.2006) (hij verzoekt de Voorzitter sancties te overwegen), Bogusław Rogalski, die ontkent zich in die zin te hebben uitgelaten en Maciej Marian Giertych over de woorden van Martin Schulz.

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

7.   Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen, ...) zijn opgenomen in de bijlage „Stemmingsuitslagen” bij de notulen.

Het woord wordt gevoerd door Hannes Swoboda, namens de PSE-Fractie, die wenst dat het verslag-Hughes aan het einde van de stemmingen in stemming wordt gebracht (de Voorzitter stemt hiermee in).

7.1.   Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden *** I (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 [COM(2005)0112 — C6-0089/2005 — 2005/0032(COD)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Hans-Peter Martin (A6-0177/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 1)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2006)0229)

7.2.   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) *** I (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) [COM(2005)0121 — C6-0098/2005 — 2005/0050(COD)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Jorgo Chatzimarkakis (A6-0180/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 2)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2006)0230)

7.3.   Kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden [2005/2207(INI)] — Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Rapporteur: Jürgen Schröder (A6-0151/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 3)

ONTWERPRESOLUTIE

Jürgen Schröder (rapporteur) legt overeenkomstig artikel 131, lid 4 van het Reglement een verklaring af.

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2006)0231)

7.4.   Geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 [15763/3/2005 — C6-0087/2006 — 2004/0217(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Françoise Grossetête (A6-0171/2006)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 4)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2006)0232)

7.5.   Gelijke kansen en behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep [15623/7/2005 — C6-0089/2006 — 2004/0084(COD)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Angelika Niebler (A6-0165/2006)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 5)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P6_TA(2006)0233)

7.6.   Europees jaar van de interculturele dialoog (2008) *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) [COM(2005)0467 — C6-0311/2005 — 2005/0203(COD)] — Commissie cultuur en onderwijs.

Rapporteur: Erna Hennicot-Schoepges (A6-0168/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 6)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2006)0234)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0234)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Marc Tarabella over de vertolking in het Frans;

Maria Badia I Cutchet diende een mondeling amendement in op artikel 10, lid 4.

Aangezien meer dan 37 leden bezwaar maakten tegen dit mondeling amendement, werd het niet in aanmerking genomen.

7.7.   Uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen * (stemming)

Verslag over de ontwerpverordening (EG, Euratom) van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen [SEC(2005)1240 — C6-0355/2005 — 2005/0904(CNS)] — Commissie begrotingscontrole.

Co-rapporteurs: Borut Pahor en Ingeborg Gräßle (A6-0135/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 7)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2006)0235)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0235)

7.8.   Verbodsbepalingen die voortvloeien uit veroordelingen voor seksueel misbruik van kinderen * (stemming)

Verslag over het initiatief van het Koninkrijk België met het oog op de aanneming door de Raad van een kaderbesluit betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van verbodsbepalingen die voortvloeien uit veroordelingen voor seksueel misbruik van kinderen [14207/2004 — C6-0244/2004 — 2004/0818(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Bogusław Sonik (A6-0068/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 8)

INITIATIEF VAN HET KONINKRIJK BELGIË

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2006)0236)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0236)

7.9.   Humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden en de rol van de Unie (stemming)

Ontwerpresoluties B6-0301/2006, B6-0302/2006, B6-0303/2006, B6-0304/2006, B6-0305/2006 en B6-0306/2006

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 9)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B6-0301/2006

(ter vervanging van B6-0301/2006, B6-0302/2006, B6-0303/2006, B6-0304/2006, B6-0305/2006 en B6-0306/2006):

ingediend door de volgende leden:

João de Deus Pinheiro, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Jana Hybášková en Tokia Saïfi, namens de PPE-DE-Fractie,

Pasqualina Napoletano en Véronique De Keyser, namens de PSE-Fractie,

Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie,

Daniel Cohn-Bendit, Margrete Auken, Caroline Lucas en David Hammerstein Mintz, namens de Verts/ ALE-Fractie,

Francis Wurtz, Adamos Adamou en Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie,

Roberta Angelilli en Ģirts Valdis Kristovskis, namens de UEN-Fractie

Aangenomen (P6_TA(2006)0237)

7.10.   Situatie van de gevangenen in Guantanamo (stemming)

Ontwerpresoluties B6-0295/2006, B6-0296/2006, B6-0297/2006, B6-0298/2006/rév.1, B6-0299/2006 en B6-0300/2006

Het woord wordt gevoerd door Simon Coveney, namens de PPE-DE-Fractie, die overeenkomstig artikel 170 van het Reglement om uitstel van de stemming tot de volgende vergaderperiode verzoekt, Elmar Brok (voorzitter van de Commissie AFET) en Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, beide laatstgenoemden over dit verzoek.

Bij ES (326 vóór, 265 tegen, 22 onthoudingen) willigt het Parlement het verzoek in.

7.11.   Transatlantische partnerschapsovereenkomst EU/Verenigde Staten van Amerika (stemming)

Verslag over de verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van een transatlantische partnerschapsovereenkomst [2005/2056(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Elmar Brok (A6-0173/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 10)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0238)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Elmar Brok (rapporteur) diende een mondeling amendement in op amendement 16, dat in aanmerking werd genomen.

7.12.   Transatlantische economische betrekkingen EU/VS (stemming)

Verslag over de transatlantische economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten [2005/2082(INI)] — Commissie internationale handel.

Rapporteur: Erika Mann (A6-0131/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 11)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0239)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Erika Mann (rapporteur) over de stemprocedure voor amendement 18; voorts stelde ze een mondeling amendement voor op amendement 15/rev., dat in aanmerking werd genomen.

7.13.   Uitbreiding van de eurozone (stemming)

Verslag over de uitbreiding van de eurozone [2006/2103(INI)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Werner Langen (A6-0191/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 12)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0240)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Margarita Starkevičiūtė stelde een mondeling amendement voor strekkende tot inlassing van een paragraaf 4 bis, dat in aanmerking werd genomen;

Werner Langen (rapporteur) over amendementen 1, 2 en3;

Ieke van den Burg over amendement 2; zij stelde voorts een mondeling amendement voor op amendement 10, dat in aanmerking werd genomen.

7.14.   Raming van het Europees Parlement voor 2007 (stemming)

Verslag over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2007 [2006/2022(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Louis Grech (A6-0188/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 13)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0241)

7.15.   Handelsbeleid dat de bijdrage van de handel aan armoedebestrijding maximaliseert (stemming)

Verslag over handel en armoede: naar een handelsbeleid dat de bijdrage van de handel aan armoedebestrijding maximaliseert [2006/2031(INI)] — Commissie internationale handel.

Rapporteur: Helmuth Markov (A6-0179/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 14)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0242)

7.16.   Energie-efficiëntie (Groenboek) (stemming)

Verslag over het Groenboek inzake energie-efficiëntie „Meer doen met minder” [2005/2210(INI)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Alejo Vidal-Quadras (A6-0160/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 15)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0243)

7.17.   Roma-vrouwen in de Europese Unie (stemming)

Verslag over de situatie van de Roma-vrouwen in de Europese Unie [2005/2164(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Lívia Járóka (A6-0148/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 16)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0244)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Lívia Járóka (rapporteur) stelde een mondeling amendement voor op paragraaf 1, dat in aanmerking werd genomen.

Viktória Mohácsi stelde een mondeling amendement voor op overweging B, waartegen Lívia Járóka bezwaar maakte. Aangezien meer dan 37 leden bezwaar maakten tegen dit mondeling amendement, werd het niet in aanmerking genomen.

7.18.   Situatie van de vrouw in gewapende conflicten en hun rol in de wederopbouw erna (stemming)

Verslag over de situatie van de vrouw in gewapende conflicten en haar rol in de wederopbouw en het democratische proces in landen die zich in een post-conflictsituatie bevinden [2005/2215(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Véronique De Keyser (A6-0159/2006)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 17)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2006)0245)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Véronique De Keyser (rapporteur) deelde mede dat de Verts/ALE-Fractie al haar amendementen had ingetrokken met uitzondering van amendement 10.

7.19.   Bescherming van de Europese gezondheidswerkers (stemming)

Verslag met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de bescherming van de Europese gezondheidswerkers tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten [2006/2015(INI)] — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Stephen Hughes (A6-0137/2006)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage „Stemmingsuitslagen”, punt 18)

ONTWERPRESOLUTIE

Het woord wordt gevoerd door Graham Booth over de stemprocedure en Jean-Paul Gauzès, die protesteert tegen het uitstel van de stemming tot het einde van de stemmingen, Stephen Hughes (rapporteur), die overeenkomstig artikel 170, lid 4 van het Reglement om uitstel van de eindstemming tot de volgende vergaderperiode verzoekt en Elmar Brok, die het verzoek van de rapporteur steunt en aandringt op uitstel van de rest van de stemming (vanaf amendement 6/rev.).

Het Parlement willigt het verzoek in.

De rest van de stemming wordt bijgevolg uitgesteld.

8.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 163, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag Françoise Grossetête — A6-0171/2006:

Vittorio Agnoletto

Verslag Erna Hennicot-Schoepges — A6-0168/2006:

Gyula Hegyi, Tomáš Zatloukal, Philip Claeys en Koenraad Dillen

Verslag Werner Langen — A6-0191/2006:

Zsolt László Becsey, Vytautas Landsbergis en Andreas Mölzer

Verslag Helmuth Markov — A6-0179/2006:

Zbigniew Zaleski en Frank Vanhecke

Verslag Alejo Vidal-Quadras — A6-0160/2006:

Andreas Mölzer

9.   Rectificaties stemgedrag/Voorgenomen stemgedrag

Rectificaties stemgedrag:

De rectificaties stemgedrag staan op de website „Séance en direct”, „Résultats des votes (appels nominaux)/ Result of votes (Roll-call votes)” en in de gedrukte versie van bijlage „Uitslag van de hoofdelijke stemmingen”.

De elektronische versie op Europarl zal regelmatig tot uiterlijk twee weken na de dag van stemming worden bijgewerkt.

Na het verstrijken van deze termijn zal de lijst van rectificaties stemgedrag worden gesloten met het oog op vertaling en publicatie in het Publicatieblad.

Voorgenomen stemgedrag (inzake niet uitgebrachte stem):

Voorgenomen stemgedrag:

Verslag Erna Hennicot-Schoepges — A6-0168/2006

resolutie (als geheel):

vóór: Lívia Járóka

Humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden en de rol van de Unie (RC-B6-0301/2006)

paragraaf 9

vóór: Robert Goebbels

Verslag Werner Langen — A6-0191/2006

amendement 4

vóór: Marie-Hélène Descamps

paragraaf 16, eerste deel

tegen: Lívia Járóka

paragraaf 16, tweede deel

tegen: Lívia Járóka

Verslag Véronique De Keyser — A6-0159/2006

resolutie (als geheel)

vóór: Arlene McCarthy

Verslag Helmuth Markov — A6-0179/2006

amendement 8

tegen: Anna Hedh

Verslag Lívia Járóka — A6-0148/2006

resolutie (als geheel)

vóór: Maria da Assunção Esteves

10.   Verzoek om verdediging van de immuniteit

Mario Borghezio heeft de Voorzitter een verzoek om verdediging van zijn immuniteit doen toekomen in het kader van een bij de rechtbank in Milaan lopende gerechtelijke procedure.

Overeenkomstig artikel 6, lid 3 van het Reglement wordt dit verzoek verwezen naar: de bevoegde commissie, te weten de Commissie JURI.

11.   Samenstelling commissies en delegaties

Op verzoek van de PPE-DE-Fractie bekrachtigt het Parlement de volgende benoemingen:

Commissie ITRE: Aldo Patriciello

Commissie TRAN: Armando Veneto

Commissie JURI: Carlo Casini in de plaats van Kurt Lechner.

12.   Besluiten inzake bepaalde documenten

Toestemming voor het opstellen van initiatiefverslagen (artikel 45 van het Reglement)

Commissie AFET

Verslag over de door Turkije geboekte vooruitgang met het oog op toetreding (2006/2118(INI))

(advies: DEVE, INTA, BUDG, CONT, ECON, EMPL, ENVI, ITRE, IMCO, TRAN, REGI, AGRI, PECH, CULT, JURI, LIBE, AFCO, FEMM, PETI)

Besluit tot het opstellen van initiatiefverslagen (artikel 195, lid 2 van het Reglement)

Commissie PETI

Verslag over het jaarverslag 2005 van de Ombudsman (2006/2117(INI))

13.   Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

Overeenkomstig artikel 172, lid 2 van het Reglement zullen de notulen van de huidige vergadering aan het begin van de volgende vergadering aan het Parlement ter goedkeuring worden voorgelegd.

Met instemming van het Parlement zullen de aangenomen teksten reeds thans worden toegezonden aan degenen voor wie zij bestemd zijn.

14.   Rooster van de volgende vergaderingen

De volgende vergaderingen vinden plaats van 12.06.2006 t/m 15.06.2006.

15.   Onderbreking van de zitting

De zitting van het Europees Parlement wordt onderbroken.

De vergadering wordt om 13.05 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Josep Borrell Fontelles

Voorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Adamou, Agnoletto, Albertini, Allister, Alvaro, Andersson, Angelilli, Antoniozzi, Arnaoutakis, Ashworth, Assis, Atkins, Attard-Montalto, Attwooll, Aubert, Audy, Ayala Sender, Aylward, Ayuso González, Baco, Badia I Cutchet, Barsi-Pataky, Batten, Battilocchio, Batzeli, Bauer, Beaupuy, Beazley, Becsey, Beer, Beglitis, Belder, Belet, Belohorská, Bennahmias, Beňová, Berend, van den Berg, Berger, Berlato, Berlinguer, Berman, Bielan, Blokland, Bloom, Böge, Bösch, Bonde, Bono, Bonsignore, Booth, Borghezio, Borrell Fontelles, Bourlanges, Bourzai, Bowis, Bowles, Bozkurt, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Breyer, Březina, Brie, Brok, Brunetta, Budreikaitė, van Buitenen, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Busquin, Busuttil, Buzek, Calabuig Rull, Callanan, Camre, Capoulas Santos, Carlotti, Carlshamre, Carnero González, Carollo, Casa, Casaca, Cashman, Casini, Caspary, Castex, Castiglione, del Castillo Vera, Catania, Cavada, Cederschiöld, Cercas, Chichester, Chiesa, Chmielewski, Christensen, Chruszcz, Claeys, Clark, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Corbey, Cornillet, Correia, Costa, Cottigny, Coûteaux, Coveney, Cramer, Crowley, Marek Aleksander Czarnecki, Ryszard Czarnecki, Daul, Davies, de Brún, Dehaene, De Keyser, Demetriou, De Michelis, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deß, Deva, De Veyrac, De Vits, Díaz de Mera García Consuegra, Didžiokas, Díez González, Dillen, Dimitrakopoulos, Dobolyi, Dombrovskis, Doorn, Douay, Dover, Doyle, Drčar Murko, Duchoň, Dührkop Dührkop, Duff, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Ek, El Khadraoui, Elles, Esteves, Estrela, Ettl, Eurlings, Jonathan Evans, Robert Evans, Fajmon, Falbr, Farage, Fatuzzo, Fava, Fazakas, Ferber, Fernandes, Fernández Martín, Anne Ferreira, Elisa Ferreira, Figueiredo, Flasarová, Flautre, Florenz, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Fontaine, Ford, Fourtou, Fraga Estévez, Frassoni, Freitas, Friedrich, Fruteau, Gabriele, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, García Pérez, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gebhardt, Gentvilas, Geremek, Geringer de Oedenberg, Gewalt, Gierek, Giertych, Gill, Gklavakis, Glante, Glattfelder, Goebbels, Goepel, Golik, Gollnisch, Gomolka, Gottardi, Goudin, Grabowska, Graça Moura, Graefe zu Baringdorf, Gräßle, de Grandes Pascual, Grech, Griesbeck, Gröner, de Groen-Kouwenhoven, Groote, Grosch, Grossetête, Guardans Cambó, Guellec, Guerreiro, Guidoni, Gurmai, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Gyürk, Hänsch, Hall, Hamon, Handzlik, Harbour, Harkin, Hasse Ferreira, Hassi, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Helmer, Henin, Hennicot-Schoepges, Hennis-Plasschaert, Herczog, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Honeyball, Hoppenstedt, Horáček, Howitt, Hudacký, Hudghton, Hughes, Hutchinson, Ilves, in 't Veld, Isler Béguin, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jäätteenmäki, Janowski, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Joan i Marí, Jöns, Jørgensen, Jonckheer, Jordan Cizelj, Juknevičienė, Kaczmarek, Kallenbach, Kamall, Kamiński, Karas, Karatzaferis, Karim, Kasoulides, Kaufmann, Kauppi, Tunne Kelam, Kilroy-Silk, Kindermann, Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Knapman, Koch, Koch-Mehrin, Konrad, Korhola, Kósáné Kovács, Koterec, Kozlík, Krahmer, Krarup, Krasts, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kristovskis, Krupa, Kuc, Kudrycka, Kuhne, Kułakowski, Kušķis, Kusstatscher, Kuźmiuk, Lagendijk, Laignel, Lamassoure, Lambert, Lambrinidis, Landsbergis, Lang, Langen, Langendries, Laperrouze, La Russa, Lavarra, Lechner, Le Foll, Lehideux, Lehne, Leichtfried, Leinen, Le Rachinel, Lévai, Lewandowski, Liberadzki, Libicki, Lichtenberger, Lienemann, Liotard, Lipietz, Locatelli, Lombardo, López-Istúriz White, Losco, Lucas, Ludford, Lulling, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McGuinness, Madeira, Maldeikis, Manders, Maňka, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Markov, Marques, Martens, David Martin, Hans-Peter Martin, Martinez, Martínez Martínez, Masiel, Masip Hidalgo, Maštálka, Mastenbroek, Mathieu, Mato Adrover, Matsakis, Matsouka, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Meyer Pleite, Miguélez Ramos, Mikko, Mikolášik, Millán Mon, Mölzer, Mohácsi, Montoro Romero, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Morgantini, Morillon, Moscovici, Mote, Mulder, Musacchio, Muscat, Musumeci, Myller, Napoletano, Newton Dunn, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Obiols i Germà, Achille Occhetto, Öger, Özdemir, Olajos, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Ortuondo Larrea, Őry, Ouzký, Oviir, Paasilinna, Pack, Pafilis, Pahor, Paleckis, Panayotopoulos-Cassiotou, Pannella, Panzeri, Papadimoulis, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peillon, Pęk, Alojz Peterle, Pflüger, Piecyk, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piotrowski, Pirilli, Pirker, Piskorski, Pistelli, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Poignant, Polfer, Prets, Prodi, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Rapkay, Rasmussen, Remek, Resetarits, Reul, Reynaud, Ribeiro e Castro, Riera Madurell, Riis-Jørgensen, Rivera, Rizzo, Rocard, Rogalski, Roithová, Romagnoli, Romeva i Rueda, Rosati, Roszkowski, Rothe, Rouček, Roure, Rübig, Rutowicz, Ryan, Sacconi, Saïfi, Sakalas, Salinas García, Salvini, Samaras, Samuelsen, Sánchez Presedo, dos Santos, Sartori, Saryusz-Wolski, Savary, Savi, Scheele, Schenardi, Schierhuber, Schlyter, Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schroedter, Schulz, Schuth, Schwab, Seeberg, Segelström, Seppänen, Siekierski, Silva Peneda, Sinnott, Siwiec, Sjöstedt, Skinner, Škottová, Smith, Sommer, Sonik, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Spautz, Speroni, Staes, Staniszewska, Starkevičiūtė, Šťastný, Stauner, Sterckx, Stevenson, Stockmann, Strož, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Susta, Svensson, Swoboda, Szájer, Szejna, Szent-Iványi, Szymański, Tabajdi, Tajani, Tannock, Tarabella, Tarand, Tatarella, Thomsen, Thyssen, Titford, Titley, Toia, Tomczak, Toubon, Toussas, Trakatellis, Trautmann, Triantaphyllides, Trüpel, Turmes, Tzampazi, Uca, Ulmer, Väyrynen, Vakalis, Valenciano Martínez-Orozco, Vanhecke, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vaugrenard, Veneto, Ventre, Veraldi, Verges, Vergnaud, Vernola, Vidal-Quadras, Vincenzi, Virrankoski, Vlasák, Vlasto, Voggenhuber, Wagenknecht, Wallis, Walter, Watson, Henri Weber, Manfred Weber, Weiler, Westlund, Whittaker, Wieland, Wiersma, Wijkman, Willmott, Wise, von Wogau, Bernard Piotr Wojciechowski, Janusz Wojciechowski, Wurtz, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zaleski, Zani, Zapałowski, Zappalà, Zatloukal, Ždanoka, Zīle, Zimmer, Zvěřina, Zwiefka

Waarnemers:

Ali Nedzhmi, Arabadjiev Alexander, Athanasiu Alexandru, Bărbuleţiu Tiberiu, Bliznashki Georgi, Buruiană Aprodu Daniela, Corlăţean Titus, Coşea Dumitru Gheorghe Mircea, Creţu Corina, Creţu Gabriela, Dimitrov Martin, Duca Viorel, Hogea Vlad Gabriel, Husmenova Filiz, Ivanova Iglika, Kirilov Evgeni, Kónya-Hamar Sándor, Marinescu Marian-Jean, Mihăescu Eugen, Paparizov Atanas Atanassov, Parvanova Antonyia, Paşcu Ioan Mircea, Podgorean Radu, Popeangă Petre, Severin Adrian, Silaghi Ovidiu Ioan, Sofianski Stefan, Ţicău Silvia Adriana, Tîrle Radu, Vigenin Kristian, Zgonea Valeriu Ştefan


BIJLAGE

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

 

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden *** I

Verslag: Hans-Peter MARTIN (A6-0177/2006)

Betreft

HS,enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

2.   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) *** I

Verslag: Jorgo CHATZIMARKAKIS (A6-0180/2006)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

3.   Kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden

Verslag: Jürgen SCHRÖDER (A6-0151/2006)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

574, 20, 9

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

4.   Geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing (gekwalificeerde meerderheid): Françoise GROSSETÊTE (A6-0171/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Compromis bloc nr. 1 — stemming en bloc

1-4

8

10-12

14

17

21-24

commissie

PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN

 

+

 

Compromis bloc nr. 1 — aparte stemming

18

commissie

as

+

 

Bloc nr. 2 — amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

5

9

13

16

commissie

 

 

 

Bloc nr. 3 — overige amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

6-7

19-20

commissie

 

-

 

Bloc nr. 3 — overige amendementen van de bevoegde commissie — aparte stemming

15

commissie

as

-

 

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: am 15 en 18

5.   Gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing (gekwalificeerde meerderheid): Angelika NIEBLER (A6-0165/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

 

+

 

6.   Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) *** I

Verslag: Erna HENNICOT-SCHOEPGES (A6-0168/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1

3-14

16-21

23-24

27-32

34-44

46

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — aparte stemming

15

commissie

so/HS

 

 

1

+

571, 35, 14

2

+

299, 298, 17

22

commissie

so

 

 

1/ES

-

277, 328, 15

2

 

 

25

commissie

so

 

 

1

+

 

2/ES

+

331, 267, 23

33

commissie

HS

+

577, 32, 12

45

commissie

so

 

 

1

+

 

2/ES

+

333, 256, 31

3/ES

-

272, 330, 27

Na artikel 2

47

PSE

ES

+

331, 289, 8

26

commissie

 

 

 

Overweging 4

2

commissie

 

+

 

48

PSE

 

 

 

stemming: gewijzigd voorstel

HS

+

548, 62, 21

stemming: wetgevingsresolutie

HS

+

538, 56, 23

Verzoeken om hoofdelijke stemming

IND/DEM: am 33 en eindstemming

PPE-DE: am 15 en gewijzigd voorstel

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE, ALDE

am 15

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „religieuze” en „religieuze groeperingen”

Tweede deel: deze woorden

am 22

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „en religies”

Tweede deel: deze woorden

am 25

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „etnische en godsdienstige”

Tweede deel: deze woorden

am 45

Eerste deel:„Het Europees jaar ... bijeenkomen” zonder de woorden „en religieuze”

Tweede deel: deze woorden

Derde deel:„Eveneens dient ... worden erkend.”

7.   Uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen *

Verslag: Borut PAHOR/Ingeborg GRÄSSLE (A6-0135/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-13

commissie

 

+

 

stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

8.   Verbodsbepalingen die voortvloeien uit veroordelingen voor seksueel misbruik van kinderen *

Verslag: Bogusław SONIK (A6-0068/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-14

commissie

 

+

 

stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 15 is geannuleerd.

9.   Humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden en de rol van de Unie

Ontwerpresoluties: B6-0301/2006, B6-0302/2006, B6-0303/2006, B6-0304/2006, B6-0305/2006, B6-0306/2006

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B6-0301/2006

(PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN)

§ 3

§

originele tekst

as

+

 

§ 5

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2/ES

+

291, 268, 41

§ 9

§

originele tekst

HS

+

326, 247, 43

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B6-0301/2006

 

GUE/NGL

 

 

 

B6-0302/2006

 

PSE

 

 

 

B6-0303/2006

 

PPE-DE

 

 

 

B6-0304/2006

 

Verts/ALE

 

 

 

B6-0305/2006

 

ALDE

 

 

 

B6-0306/2006

 

(UEN)

 

 

 

Jana Hybášková en Tokia Saïfi zijn medeondertekenaars van de gezamenlijke ontwerpresolutie namens de PPE-DE-Fractie.

Verzoeken om aparte stemming

ALDE § 3

Verzoeken om stemming in onderdelen

ALDE

§ 5

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „toelichting van”

Tweede deel: deze woorden

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: § 9

10.   Transatlantische partnerschapsovereenkomst EU/Verenigde Staten van Amerika

Verslag: Elmar BROK (A6-0173/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 3

§

originele tekst

as

+

 

§ 4

10

GUE/NGL

ES

-

86, 529, 9

§ 11

22

PSE

 

+

 

na § 11

2

Verts/ALE

so/HS

 

 

1

-

258, 335, 21

2

 

 

§ 12

30

PSE

ES

+

332, 271, 21

na § 12

15

GUE/NGL

 

-

 

§ 15

32

PSE

 

+

 

§ 17

§

originele tekst

as

-

 

na § 18

14

GUE/NGL

 

-

 

§ 19

13

GUE/NGL

 

-

 

3

Verts/ALE

 

-

 

31

PSE

 

+

 

na § 22

11

GUE/NGL

 

-

 

12

GUE/NGL

 

-

 

18

GUE/NGL

 

+

 

§ 23

4

Verts/ALE

 

-

 

23

PSE

ES

-

232, 380, 10

§

originele tekst

as

+

 

§ 24

§

originele tekst

as

+

 

§ 25

24

PSE

 

+

 

§ 26

§

originele tekst

as

+

 

§ 27

5

Verts/ALE

 

+

 

§ 28

25

PSE

 

+

 

§ 29

6

Verts/ALE

HS

-

128, 478, 14

na § 29

16

GUE/NGL

 

+

mondeling gewijzigd

§ 30

7

Verts/ALE

 

+

 

§ 31

26

PSE

 

-

 

§ 36

28

PSE

 

+

 

§ 42

29

PSE

 

+

 

na § 42

34

IND/DEM

 

+

 

§ 44

8

Verts/ALE

 

-

 

na § 47

9

Verts/ALE

HS

-

268, 343, 11

Na visum 6

20

GUE/NGL

 

-

 

Overweging A

1

Verts/ALE

 

-

 

Overweging B

19

GUE/NGL

 

-

 

Na overw. B

33

IND/DEM

 

-

 

Overweging F

21

PSE

 

+

 

Overweging G

17

GUE/NGL

 

-

 

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

Am 27 is ingetrokken.

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: §§ 3, 23, 24 en 26

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 2, 6 en 9

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 2

Eerste deel:„roept ... constructief te benaderen”

Tweede deel:„en af te zien ... in te trekken”

Diversen

Elmar Brok, rapporteur, diende een mondeling amendement in op amendement 16:

29 bis. dringt er bij de partijen op aan zich tot het uiterste in te spannen om te zorgen dat de in het Verdrag inzake chemische wapens voorziene eindtermijn voor de vernietiging van chemische wapens in 2012 wordt gehaald en pleit met name voor de versterking van het controlesysteem van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens en voor voldoende geldmiddelen voor het werk van deze organisatie; wijst de partijen op hun verantwoordelijkheid voor een succesvolle afronding van de Zesde Toetsingsconferentie van het Verdrag inzake biologische wapens die eind 2006 zal plaatsvinden, en roept hen op te pleiten voor de opneming in dit verdrag van een protocol voor het toezicht op de naleving;

11.   Transatlantische economische betrekkingen EU/VS

Verslag: Erika MANN (A6-0131/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Kopje voor § 1

§

originele tekst

as

+

 

§ 2

27

GUE/NGL

HS

-

80, 520, 9

§ 3

28

GUE/NGL

HS

-

89, 509, 13

§

originele tekst

as

+

 

§ 5

29

GUE/NGL

HS

-

85, 524, 13

§ 6

30

GUE/NGL

HS

-

130, 475, 8

§ 7

31

GUE/NGL

 

-

 

18

PSE

ES

-

305, 305, 14

§

originele tekst

so/HS

 

 

1

+

511, 89, 18

2

+

322, 291, 9

3

+

313, 289, 15

4

+

303, 300, 11

na § 7

32

GUE/NGL

HS

-

81, 499, 46

§ 8

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 9

21

PSE

ES

+

329, 283, 10

§ 10

33

GUE/NGL

HS

-

145, 470, 8

na § 13

9

(UEN)

 

+

 

§ 14

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

na § 14

10

PSE

 

+

 

§ 22

2=

16=

Verts/ALE,

PSE

ES

+

329, 269, 17

§ 40 letter c)

§

originele tekst

as

+

 

§ 46

3

Verts/ALE

ES

-

94, 509, 9

§ 47

4

Verts/ALE

 

-

 

14

PSE

 

+

 

§ 48

5

Verts/ALE

ES

-

155, 366, 73

§

originele tekst

as

+

 

§ 48 — toevoeging

1

PSE

 

+

 

na § 48

15/rev

PSE

 

+

mondeling gewijzigd

§ 52

6

Verts/ALE

 

-

 

11

PSE

 

+

 

§ 54

§

originele tekst

as

+

 

§ 56

17

PSE

 

+

 

7

Verts/ALE

 

-

 

§

originele tekst

 

 

 

§ 57

22

PSE

 

+

 

§

originele tekst

as

 

 

§ 58

19

PSE

 

+

 

§ 64 letter c)

8

Verts/ALE

 

-

 

20

PSE

 

+

 

§

originele tekst

so

 

 

na § 68

12

PSE

 

+

 

na § 87

13

PSE

 

+

 

Overweging B

24

GUE/NGL

 

-

 

Overweging C

25

GUE/NGL

 

-

 

Na overw. D

23

PSE

 

+

 

Overweging J

26

GUE/NGL

HS

-

120, 479, 15

§

originele tekst

as

+

 

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

470, 121, 26

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

§ 8

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „en een derdegeneratieovereenkomst over de toepassing van het mededingingsrecht”

Tweede deel: deze woorden

§ 7

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „obstakelvrije”, „tegen 2015” en „waarbij voor de financiële ... 2010 geldt”

Tweede deel:„obstakelvrije”

Derde deel:„tegen 2015”

Vierde deel:„waarbij voor de financiële ... 2010 geldt”

VertsALE

§ 14

Eerste deel:„benadrukt ... eerbiedigen”

Tweede deel:„zodat de weg ... in 2006”

Verzoeken om aparte stemming

PSE: kopje voor § 1, §§ 40 c), 48 d) en 54

Verts/ALE: §§ 3, 48 d), 54, 57 en overweging J

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: § 7 en eindstemming

GUE/NGL: am 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33 en eindstemming

Diversen

Erika Mann, rapporteur, diende een mondeling amendement in op amendement 15/rev.:

48 bis. onderstreept dat intensievere wetenschappelijke samenwerking tussen de EU en de VS nodig is op het gebied van biobrandstoffen en beveelt aan dat het initiatief voor een gezamenlijk EU-VS biobrandstofwerkprogramma dat specifiek gericht is op bioethanol en biodiesel van de tweede generatie, zo snel mogelijk wordt geïmplementeerd;

12.   Uitbreiding van de eurozone

Verslag: Werner LANGEN (A6-0191/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

5

Verts/ALE

 

-

 

§

originele tekst

HS

+

507, 45, 61

§ 4

6

Verts/ALE

HS

-

93, 490, 27

13

PSE

 

+

 

§

originele tekst

 

 

 

na § 4

§

-

HS

+

580, 20, 15

mondeling am

§ 5

14

PSE

so

 

 

1

-

 

2

+

 

§ 7

7

Verts/ALE

HS

+

569, 25, 27

§ 9

§

originele tekst

HS

+

562, 12, 39

§ 12

§

originele tekst

HS

+

562, 25, 31

na § 13

8

Verts/ALE

so/HS

 

 

1

-

88, 510, 25

2

-

232, 375, 15

na § 16

1

ALDE

so

 

 

1

+

 

2

+

 

2

ALDE

HS

+

311, 231, 75

3

ALDE

ES

+

434, 116, 53

4

PPE-DE

 

+

 

§ 22

15

PSE

 

+

als toevoeging

na § 22

16

PSE

HS

+

389, 189, 36

§ 23

17

PSE

 

+

als toevoeging

na § 24

18

PSE

 

+

 

Overweging C

10

PSE

 

+

mondeling gewijzigd

Overweging D

9

IND/DEM

HS

-

106, 461, 43

Overweging F

11

PSE

 

+

 

Na overw. G

12

PSE

HS

+

381, 193, 36

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

510, 40, 66

Verzoeken om hoofdelijke stemming

IND/DEM: am 9

Verts/ALE: am 2 en 6

PPE-DE: §§ 1, 9, 12, am 7 en 8, mondeling amendement en eindstemming

PSE: am 2, 12 en 16

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE, GUE/NGL

am 8

Eerste deel:„merkt op ... eurozone”

Tweede deel:„merkt op ... belemmeren”

GUE/NGL:

am 1

Eerste deel:„verwelkomt ... lid van de eurozone”

Tweede deel:„en gelooft ... in haar geheel”

PPE-DE

am 14

Eerste deel:„is van mening ... beïnvloeden”

Tweede deel:„onderstreept ... benutten is”

Diversen

Margarita Starkevičiūtė diende een mondeling amendement in strekkende tot inlassing van een nieuwe paragraaf 4 bis:

4 bis. wijst erop dat de Commissie, telkens als zij een evaluatie heeft uitgevoerd, haar bevindingen over de landen die worden geacht nog niet klaar te zijn om toe te treden tot de eurozone, zal openbaar maken en deze overleggen aan het Parlement teneinde een hoog niveau van transparantie en verantwoording van het besluitvormingsproces in de EU te waarborgen;

Ieke van den Burg, rapporteur, diende een mondeling amendement in op amendement 10:

C. overwegende dat de uitbreiding van het eurogebied tot de politieke en economische verantwoordelijkheid van de lidstaten behoort, zowel binnen als buiten het eurogebied,

Op voorstel van de PPE-DE-Fractie werden amendement 15 als toevoeging op § 22 en amendement 17 als toevoeging op § 23 in stemming gebracht.

13.   Raming van het Europees Parlement voor 2007

Verslag: Louis GRECH (A6-0188/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 4

§

originele tekst

so/HS

 

 

1

+

548, 10, 16

2

+

441, 117, 29

3

+

511, 56, 9

§ 23

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2/ES

+

319, 237, 23

§ 26

3

PSE

 

+

 

na § 26

4

PSE

 

+

 

na § 28

7

Verts/ALE

ES

+

347, 213, 25

§ 30

§

originele tekst

as

+

 

§ 32

2/rev

PSE

HS

+

341, 234, 11

§ 35

8

Verts/ALE

 

-

 

§ 38

5

PSE

HS

+

531, 48, 9

9

PPE-DE

ES

-

264, 283, 28

§

originele tekst

 

 

 

§ 44

10

PPE-DE

 

-

 

§ 46

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 49

1S

PSE, ALDE, Verts/ALE

ES

+

316, 246, 20

§ 54

6

PSE

 

+

 

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

476, 65, 37

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 2, § 4

PSE: am 2/rev en 5 en eindstemming

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: § 30

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

§ 4

Eerste deel:„stelt vast ... in verband met de uitbreiding”

Tweede deel:„50 000 000 EUR ... Straatsburg”

Derde deel:: „dat 25 000 000 EUR ... leden en uitbreiding”„”

§ 23

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „en hun assistenten”

Tweede deel: deze woorden

§ 46

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van het woorddeel „werk” in het woord „werktalen”

Tweede deel: deze woorden

14.   Handelsbeleid dat de bijdrage van de handel aan armoedebestrijding maximaliseert

Verslag: Helmuth MARKOV (A6-0179/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 4

5

PPE-DE

 

+

 

§ 6

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 10

§

originele tekst

as

+

 

§ 19

1/rev

(UEN)

 

+

 

§ 20

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

3

-

 

§ 23

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 36

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 44

§

originele tekst

HS

-

245, 298, 11

§ 45

2

Verts/ALE

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 47

§

originele tekst

as

+

 

§ 63

§

originele tekst

as

+

 

Na overw. B

6

PPE-DE

HS

-

227, 321, 7

Overweging C

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

na overw. C

7

PPE-DE

 

-

 

Overweging D

§

originele tekst

as

+

 

Overweging J

§

originele tekst

as

-

 

Overweging M

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

Overweging Q

§

originele tekst

HS

+

320, 70, 167

Overweging T

§

originele tekst

as

-

 

Overweging U

§

originele tekst

so

 

 

1/ES

+

327, 205, 14

2

+

 

Overweging X

3

PPE-DE

 

+

 

Overweging Z

§

originele tekst

HS

+

319, 223, 16

Overweging DD

4

PPE-DE

 

+

 

Na overw. DD

8

PPE-DE

HS

-

216, 318, 22

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: overwegingen Q en Z, § 44 en amendementen 6 en 8

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: overwegingen D, J en T en §§ 10, 47 en 63

PSE: Overweging Z

GUE/NGL: Overweging Z

Verzoeken om stemming in onderdelen

ALDE

am 2

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „met inbegrip van de mogelijkheid om de introductie van GGO's te weigeren”

Tweede deel: deze woorden

GUE/NGL

§ 23

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „en de benutting van de financiële markten”

Tweede deel: deze woorden

PPE-DE

Overw C

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „en overwegende dat deze cijfers de laatste paar jaar eerder stijgen dan dalen”

Tweede deel: deze woorden

Overw M

Eerste deel:„overwegende dat het Europees handelsbeleid ... exportquota, enz., en”

Tweede deel:„gezien het feit dat de mondiale afschaffing ... in te lopen”

Overw U

Eerste deel:„overwegende dat blijkens ... gekost en”

Tweede deel:„dat grootschalige ... gemeenschap kunnen”

§ 6

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „een radicale ommezwaai ... handelsregels, en”

Tweede deel: deze woorden

§ 20

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „catastrofale” en „door een al te haastige, opgelegde marktopenstelling en”

Tweede deel:„catastrofale”

Derde deel:„door een al te haastige, opgelegde marktopenstelling en”

§ 36

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „betreurt echter ... ontvangen”

Tweede deel: deze woorden

15.   Energie-efficiëntie (Groenboek)

Verslag: Alejo VIDAL-QUADRAS (A6-0160/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Gehele tekst stemming en bloc

1-18

PPE-DE ALDE, PSE, GUE/NGL, Verts/ALE

 

+

 

§ 11

§

originele tekst

as

+

 

§ 16

§

originele tekst

as/ES

+

279, 223, 11

§ 18

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 22

§

originele tekst

as/ES

+

260, 246, 5

§ 28

§

originele tekst

as

+

 

§ 44

§

originele tekst

as

+

 

§ 87

§

originele tekst

as

+

 

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

Verzoeken om stemming in onderdelen

EPP-ED

§ 18

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van het woord „verplichte”

Tweede deel: dit woord

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: §§ 11, 16, 22, 44 en 87

GUE/NGL: § 28

16.   Roma-vrouwen in de Europese Unie

Verslag: Lívia JÁRÓKA (A6-0148/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

1

GUE/NGL

 

-

 

§

originele tekst

 

+

mondeling gewijzigd

§ 2

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

3

+

 

§ 5

2S

ALDE

 

Ing.

 

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 7

§

originele tekst

as

+

 

Overweging A

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

412, 21, 48

De ALDE-Fractie heeft amendement 2 ingetrokken.

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE, IND/DEM

§2

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „de hoogste prioriteit te verlenen aan maatregelen ter verbetering van de reproductieve en seksuele gezondheid van vrouwen”

Tweede deel:„de hoogste prioriteit te verlenen aan maatregelen ter verbetering van de reproductieve en seksuele gezondheid van vrouwen”

Derde deel:„reproductieve en seksuele”

PPE-DE, ALDE

Overw A

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „vooral in de op 1 mei 2004 toegetreden lidstaten”

Tweede deel: deze woorden

§ 5

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „zowel de gezinnen als”

Tweede deel deze woorden

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: §§ 5 en 7

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

Diversen

Lívia Járóka diende het volgende mondelinge amendement in op paragraaf 1:

1. is verheugd over het voorstel tot oprichting van een Europees Genderinstituut en dringt erop aan dat het instituut zich intensief richt op de situatie van vrouwen die het slachtoffer zijn van veelvuldige discriminatie, met inbegrip van Roma-vrouwen;

17.   De situatie van vrouwen in gewapende conflicten en hun rol in de wederopbouw erna *

Verslag: Véronique DE KEYSER (A6-0159/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

4

(UEN)

 

-

 

§

originele tekst

as

+

 

na § 4

6

Verts/ALE

 

Ing.

 

na § 11

9

Verts/ALE

 

Ing.

 

10

Verts/ALE

ES

+

254, 208, 12

§ 14

§

originele tekst

HS

+

411, 42, 11

§ 15

§

originele tekst

as

+

 

§ 16

§

originele tekst

as

+

 

§ 17

§

originele tekst

HS

+

379, 46, 32

na § 17

8

Verts/ALE

 

Ing.

 

§ 18

§

originele tekst

HS

+

371, 67, 23

na § 18

7

Verts/ALE

 

Ing.

 

§ 19

§

originele tekst

as

+

 

§ 20

§

originele tekst

as

+

 

§ 23

1

PPE-DE

ES

+

242, 187, 8

§ 25

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 28

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 31

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 32

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 33

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 34

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 43

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 44

5S

(UEN)

 

-

 

§ 45

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 47

2

PPE-DE

ES

+

239, 191, 9

Overweging F

3

(UEN)

 

-

 

§

originele tekst

as

+

 

Overweging K

§

originele tekst

as

+

 

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

315, 23, 67

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: eindstemming

GUE/NGL: §§ 14, 17 en 18

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: §§ 2, overwegingen F en K

GUE/NGL: §§ 15, 16, 19 en 20

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE:

§ 25

Eerste deel:„is verheugd over de steun ... aan de verkiezingen”

Tweede deel:„is ook verheugd ... verkiezingsmissies”

§ 28

Eerste deel:„vestigt de aandacht op ... of zelfs gedood”

Tweede deel:„wijst erop dat zij ... gedomineerde maatschappij”

§ 31

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van de woorden „onverwijld in alle beleidsterreinen”

Tweede deel: deze woorden

§ 32

Eerste deel:„stelt vast dat ... aanbevelingen is”

Tweede deel:„en dringt daarom ... van het programma”

§ 33

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van het woord „gelijke”

Tweede deel: dit woord

§ 34

Eerste deel: Gehele tekst met uitzondering van het woord „gelijke”

Tweede deel: dit woord

§ 43

Eerste deel:„beklemtoont dat ... worden toegepast”

Tweede deel:„en dat hierover ... Europees Parlement”

§ 45

Eerste deel:„onderstreept de noodzaak ... verkleinen”

Tweede deel:„alsmede programma's ... profylaxe”

18.   Bescherming van de Europese gezondheidswerkers

Verslag: Stephen HUGHES (gekwalificeerde meerderheid) (A6-0137/2006)

Betreft

Am nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 4

8S

PPE-DE

 

-

 

Bijlage 3.2

1/rev

PPE-DE

 

-

 

Bijlage 5.1 — inleiding

2/rev

PPE-DE

ES

-

340, 52, 5

Bijlage 5.1 — Artikel 2

4/revS

PPE-DE

 

-

 

Bijlage 5.1 — Artikel 15 § 1

3/revS

PPE-DE

 

-

 

Bijlage 5.1 — Artikel 15 § 2 bis

5/rev

PPE-DE

ES

-

337, 53, 7

De rest van de stemming is uitgesteld overeenkomstig artikel 170, lid 4 van het Reglement.


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Verslag Schröder A6-0151/2006

Resolutie

Voor: 574

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Belohorská, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Martin Hans-Peter, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dombrovskis, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 9

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

Onthoudingen: 20

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Coûteaux

NI: Allister, Baco, Claeys, Dillen, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

2.   Verslag Hennicot-Schoepges A6-0168/2006

Amendement 15/1

Voor: 571

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, De Michelis, Helmer, Martin Hans-Peter, Piskorski

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 35

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

Onthoudingen: 14

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Bonde

NI: Kilroy-Silk, Kozlík, Martinez, Mote

PSE: Wynn

UEN: Camre, Musumeci

Verts/ALE: van Buitenen

3.   Verslag Hennicot-Schoepges A6-0168/2006

Amendement 15/2

Voor: 299

ALDE: Guardans Cambó, Harkin, Morillon, Prodi, Samuelsen, Toia, Van Hecke, Virrankoski

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Goudin, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Helmer, Masiel, Piskorski, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Arnaoutakis, Batzeli, Beglitis, Lambrinidis, Masip Hidalgo, Szejna, Tzampazi, Weber Henri, Xenogiannakopoulou

UEN: Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz

Verts/ALE: Schlyter

Tegen: 298

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cornillet, Costa, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Griesbeck, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Väyrynen, Wallis, Watson

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Karatzaferis, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Dillen, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Audy, Bachelot-Narquin, De Veyrac, Gaubert, Gauzès, Grossetête, Guellec, Mathieu, Saïfi, Sudre, Vlasto

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beňová, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 17

ALDE: Cocilovo, Lambsdorff, Susta

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Coûteaux

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

PSE: Wynn

UEN: Camre, Zīle

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: Matsouka

4.   Verslag Hennicot-Schoepges A6-0168/2006

Amendement 33

Voor: 577

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Helmer, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 32

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Goudin, Karatzaferis, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke

PSE: McCarthy, Titley

UEN: Camre

Verts/ALE: Schlyter

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Pafilis, Sjöstedt, Svensson, Toussas

IND/DEM: Coûteaux

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

Verts/ALE: van Buitenen

5.   Verslag Hennicot-Schoepges A6-0168/2006

Voorstel Commissie

Voor: 548

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Piskorski, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Tzampazi, Van Lancker, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 62

ALDE: Neyts-Uyttebroeck

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PSE: Bono, Carlotti, Cashman, Cottigny, Douay, Hazan, Laignel, Le Foll, Lienemann, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Poignant, Roure, Savary, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri

UEN: Foltyn-Kubicka, Kuźmiuk, Podkański

Verts/ALE: Bennahmias

Onthoudingen: 21

ALDE: Newton Dunn

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

NI: Baco, Kozlík, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Gaubert, Gauzès, Toubon

PSE: Gröner, Hamon, Peillon, Trautmann, Wynn

UEN: Camre, Musumeci, Roszkowski

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: De Keyser, Hutchinson

6.   Verslag Hennicot-Schoepges A6-0168/2006

Resolutie

Voor: 538

ALDE: Attwooll, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Piskorski, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Tzampazi, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 56

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PSE: Bono, Bourzai, Carlotti, Cashman, Cottigny, Désir, Douay, Hazan, Laignel, Le Foll, Lienemann, Peillon, Poignant, Roure, Savary, Vaugrenard, Vergnaud

Verts/ALE: Bennahmias

Onthoudingen: 23

ALDE: Alvaro, Chatzimarkakis, in 't Veld, Newton Dunn

GUE/NGL: Henin, Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

NI: Baco, Kozlík, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Gaubert, Gauzès, Toubon

PSE: Gröner, Hamon, Trautmann, Wynn

UEN: Camre, Podkański

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Hutchinson, De Keyser

7.   Gemeenschappelijke resolutie B6-0301/2006 — Palestina

Paragraaf 9

Voor: 326

ALDE: Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Coûteaux, Goudin, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Giertych, Masiel, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Bowis, Brepoels, Purvis, Saïfi

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Crowley, Didžiokas, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 247

ALDE: Geremek, Lehideux, Newton Dunn, Szent-Iványi

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis

NI: Allister, Borghezio, Czarnecki Ryszard, Helmer, Mote, Piskorski, Salvini, Speroni

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Daul, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Beňová, Casaca, Ilves, Mann Erika, Siwiec

UEN: Berlato, Bielan, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: van Buitenen, Trüpel

Onthoudingen: 43

ALDE: Alvaro, Prodi

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Belohorská, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Coveney, Dehaene, Demetriou, Dimitrakopoulos, Gklavakis, Hatzidakis, Kamall, Kratsa-Tsagaropoulou, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Samaras, Vakalis, Varvitsiotis, Wijkman

PSE: Hänsch

Verts/ALE: Harms

8.   Verslag Brok A6-0173/2006

Amendement 2/1

Voor: 258

ALDE: Lynne, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Goudin, Karatzaferis

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Martin Hans-Peter, Masiel, Romagnoli, Rutowicz

PPE-DE: De Veyrac, Sonik, Wijkman

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Foglietta, La Russa, Musumeci, Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 335

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

IND/DEM: Belder, Blokland, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mote, Piskorski, Salvini, Schenardi, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Ilves

UEN: Aylward, Bielan, Camre, Didžiokas, Foltyn-Kubicka, Janowski, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 21

GUE/NGL: Krarup, Pafilis, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Belohorská, Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Mölzer, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

9.   Verslag Brok A6-0173/2006

Amendement 6

Voor: 128

ALDE: Losco, Resetarits

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Verges, Wagenknecht, Wurtz

IND/DEM: Bonde, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Martin Hans-Peter, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Wijkman

PSE: Arnaoutakis, Batzeli, Beglitis, Berger, Bösch, Busquin, Carlotti, Christensen, Corbey, Cottigny, Désir, Dobolyi, Douay, Ettl, Fruteau, Golik, Gomes, Gröner, Haug, Hazan, Jöns, Jørgensen, Kinnock, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Matsouka, Prets, Reynaud, Riera Madurell, Roure, Scheele, Skinner, Szejna, Tzampazi, Weber Henri

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 478

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Piskorski, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beňová, Berès, van den Berg, Berman, Bono, Bozkurt, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Chiesa, Corbett, Correia, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gottardi, Grabowska, Grech, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Siwiec, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stockmann, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 14

ALDE: Lynne, Samuelsen

IND/DEM: Rogalski

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

PPE-DE: Brepoels

PSE: Bourzai, Castex, Lienemann, Napoletano, Peillon, Swoboda

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: Kristensen

10.   Verslag Brok A6-0173/2006

Amendement 9

Voor: 268

ALDE: Degutis, Karim, Lynne, Resetarits, Samuelsen

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Coûteaux, Goudin, Karatzaferis

NI: Battilocchio, Borghezio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni

PPE-DE: Brepoels

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 343

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Chruszcz, Claeys, Dillen, Giertych, Helmer, Martinez, Masiel, Mölzer, Mote, Piskorski, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Ilves, Pahor

UEN: Aylward, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz

Onthoudingen: 11

ALDE: Ek, Ludford

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

PPE-DE: Buzek, Wijkman

PSE: Hänsch

UEN: Berlato, Musumeci

Verts/ALE: van Buitenen

11.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 27

Voor: 80

ALDE: Resetarits

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Karatzaferis, Krupa, Pęk

NI: Czarnecki Marek Aleksander, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Wijkman, Zappalà

PSE: De Keyser, Hutchinson, Segelström

Verts/ALE: Auken, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 520

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mote, Piskorski, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 9

IND/DEM: Goudin

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

PSE: Castex, Chiesa, Ferreira Anne

Verts/ALE: van Buitenen, Trüpel

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Wijkman

12.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 28

Voor: 89

ALDE: Resetarits

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Coûteaux, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Piskorski, Rutowicz

PPE-DE: Patriciello

PSE: Castex, Chiesa, De Keyser, Hutchinson, Leinen

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 509

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 13

GUE/NGL: Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

Verts/ALE: van Buitenen

13.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 29

Voor: 85

ALDE: Resetarits

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Coûteaux, Goudin, Karatzaferis

NI: Martin Hans-Peter, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Speroni

PSE: Castex, Chiesa, De Keyser, Hutchinson, Scheele

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 524

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 13

ALDE: Samuelsen

IND/DEM: Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

PPE-DE: Brepoels

PSE: Vincenzi

Verts/ALE: van Buitenen

14.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 30

Voor: 130

ALDE: Resetarits

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Coûteaux, Goudin, Karatzaferis

NI: Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Rutowicz

PPE-DE: Marques, Wijkman

PSE: Arnaoutakis, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Bono, Bourzai, Bozkurt, Busquin, Carlotti, Castex, Chiesa, Cottigny, De Keyser, Désir, De Vits, Douay, El Khadraoui, Fruteau, Gomes, Hamon, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hutchinson, Kinnock, Laignel, Lambrinidis, Le Foll, Lienemann, Mastenbroek, Matsouka, Moscovici, Napoletano, Pahor, Peillon, Poignant, Reynaud, Rocard, Roure, Savary, Scheele, Skinner, Tarabella, Thomsen, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 475

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Claeys, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Mote, Piskorski, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Lechner, Lehne, Lewandowski, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beňová, Berger, Berman, Bösch, Bullmann, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Haug, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lavarra, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Obiols i Germà, Occhetto, Paleckis, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schulz, Segelström, Siwiec, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Titley, Tzampazi, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 8

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

PPE-DE: Brepoels

PSE: Hegyi

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: Tzampazi

15.   Verslag Mann A6-0131/2006

Paragraaf 7/1

Voor: 511

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Gabriele, Svensson, Verges, Wurtz

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Helmer, Masiel, Piskorski, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Smith

Tegen: 89

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Martin Hans-Peter, Romagnoli, Rutowicz

PPE-DE: Fajmon, Iturgaiz Angulo

PSE: Kósáné Kovács, Morgan

UEN: Aylward, Crowley, Janowski, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 18

NI: Allister, Baco, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Schenardi, Vanhecke

PSE: Castex

Verts/ALE: Auken, van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Svensson

Onthoudingen: Smith

16.   Verslag Mann A6-0131/2006

Paragraaf 7/2

Voor: 322

ALDE: Alvaro, Attwooll, Bowles, Budreikaitė, Cappato, Carlshamre, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Helmer, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Arnaoutakis, Batzeli, Beglitis, Lambrinidis, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Paleckis, Panzeri, Tzampazi

UEN: Aylward, Camre, Crowley, Foglietta, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Tegen: 291

ALDE: Beaupuy, Cavada, De Sarnez, Laperrouze, Lehideux, Morillon

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Audy, Bachelot-Narquin, Gaubert, Grossetête, Guellec, Mathieu, Saïfi, Sudre, Toubon, Vlasto

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lavarra, Le Foll, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Didžiokas, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 9

NI: Allister, Baco, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

PPE-DE: Descamps, De Veyrac

Verts/ALE: Auken, van Buitenen

17.   Verslag Mann A6-0131/2006

Paragraaf 7/3

Voor: 313

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Sinnott

NI: Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Giertych, Helmer, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Arnaoutakis, Batzeli, Beglitis, Lambrinidis, Matsouka, Medina Ortega, Thomsen, Tzampazi

UEN: Aylward, Camre, Crowley, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Tegen: 289

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, Claeys, De Michelis, Dillen, Gollnisch, Le Pen Marine, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Audy, Bachelot-Narquin, Garriga Polledo, Gaubert, Grossetête, Guellec, Lamassoure, Mathieu, Saïfi, Sudre, Toubon

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 15

IND/DEM: Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Allister, Baco, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

PPE-DE: Descamps, De Veyrac

Verts/ALE: Auken, van Buitenen

18.   Verslag Mann A6-0131/2006

Paragraaf 7/4

Voor: 303

ALDE: Alvaro, Attwooll, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, Giertych, Helmer, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

UEN: Aylward, Camre, Crowley, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Tegen: 300

ALDE: Beaupuy, Bourlanges, Cavada, De Sarnez, Fourtou, Laperrouze, Lehideux, Morillon

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, De Michelis, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Audy, Bachelot-Narquin, Gaubert, Grossetête, Guellec, Lamassoure, Mathieu, Saïfi, Sudre, Toubon, Vlasto

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 11

ALDE: Savi

NI: Allister, Baco, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

PPE-DE: Descamps, De Veyrac

PSE: Thomsen

Verts/ALE: Auken, van Buitenen

19.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 32

Voor: 81

ALDE: in 't Veld, Lambsdorff

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Coûteaux, Goudin, Karatzaferis

NI: Czarnecki Marek Aleksander

PPE-DE: Karas, Saïfi, Wijkman

PSE: Attard-Montalto, Berès, Bono, Bourzai, Busquin, Carlotti, Castex, Chiesa, Cottigny, De Keyser, Désir, Dobolyi, Douay, Ferreira Anne, Fruteau, Gomes, Grech, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hutchinson, Laignel, Le Foll, Lienemann, Moscovici, Muscat, Napoletano, Peillon, Poignant, Reynaud, Rocard, Roure, Savary, Tarabella, Trautmann, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri

UEN: Libicki

Tegen: 499

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Mote, Piskorski, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Rossa, De Vits, Díez González, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Hammerstein Mintz, Voggenhuber

Onthoudingen: 46

ALDE: Resetarits

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Bonde

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík, Martin Hans-Peter

PSE: Scheele

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Othmar Karas, Alexander Lambsdorff

20.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 33

Voor: 145

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Coûteaux, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke

PPE-DE: Barsi-Pataky, Járóka

PSE: Arnaoutakis, Batzeli, Beglitis, Berès, Bono, Bourzai, Carlotti, Castex, Chiesa, Cottigny, De Keyser, Désir, Douay, El Khadraoui, Ferreira Anne, Fruteau, Gomes, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hutchinson, Laignel, Lambrinidis, Le Foll, Lienemann, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Moscovici, Napoletano, Peillon, Poignant, Reynaud, Rocard, Roure, Savary, Scheele, Tarabella, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri

UEN: Libicki

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 470

ALDE: Alvaro, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Battilocchio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Helmer, Mote, Piskorski, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beňová, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lavarra, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Turmes

Onthoudingen: 8

ALDE: Resetarits, Samuelsen

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Onthoudingen: Wijkman

21.   Verslag Mann A6-0131/2006

Amendement 26

Voor: 120

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Zapałowski

NI: Martin Hans-Peter

PSE: Berès, van den Berg, Berman, Bono, Bourzai, Bozkurt, Busquin, Carlotti, Castex, Chiesa, Cottigny, De Keyser, Désir, De Vits, Douay, El Khadraoui, Ferreira Anne, Fruteau, Gomes, Hamon, Hazan, Hutchinson, Kinnock, Kristensen, Laignel, Le Foll, Mastenbroek, Napoletano, Peillon, Pinior, Poignant, Reynaud, Rocard, Roure, Savary, Scheele, Siwiec, Tarabella, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 479

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Mote, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berger, Bösch, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schulz, Segelström, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Schlyter

Onthoudingen: 15

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Tomczak

NI: Baco, Kilroy-Silk, Kozlík, Romagnoli

PSE: Falbr, Fava, Gottardi, Pittella, Sacconi, Vincenzi, Zani

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Marie-Noëlle Lienemann

22.   Verslag Mann A6-0131/2006

Resolutie

Voor: 470

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Helmer, Kozlík, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, van den Berg, Berman, Bozkurt, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rapkay, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Tegen: 121

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi

PSE: Berès, Bono, Bourzai, Carlotti, Castex, Cottigny, De Keyser, Désir, Douay, Ferreira Anne, Fruteau, Hamon, Hazan, Hutchinson, Laignel, Le Foll, Lienemann, Peillon, Poignant, Reynaud, Rocard, Roure, Savary, Scheele, Tarabella, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 26

ALDE: Resetarits

IND/DEM: Bonde

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Salvini, Speroni, Vanhecke

PPE-DE: Konrad

PSE: Berger, Bösch, Bullmann, Busquin, De Vits, El Khadraoui, Ettl, Gebhardt, Guy-Quint, Haug, Kinnock, Leichtfried, Napoletano, Pinior, Prets

Verts/ALE: Auken, van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Moscovici

23.   Verslag Langen A6-0191/2006

Paragraaf 1

Voor: 507

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Goudin, Karatzaferis, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Speroni

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Isler Béguin, Lipietz

Tegen: 45

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Wojciechowski Bernard Piotr

Onthoudingen: 61

ALDE: Cappato

GUE/NGL: Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Whittaker, Wise

NI: Dillen, Helmer, Kilroy-Silk, Kozlík, Martin Hans-Peter, Vanhecke

PPE-DE: Antoniozzi

UEN: Bielan, Camre

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hassi, Horáček, Hudghton, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

24.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 6

Voor: 93

ALDE: Kułakowski

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Karatzaferis

NI: Baco, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Giertych, Kozlík, Rutowicz, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Antoniozzi, Bonsignore, Busuttil, Casa, Ebner, Landsbergis, Pleštinská, Saïfi

PSE: Grabowska, Öger, Paleckis

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 490

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Goudin, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Battilocchio, De Michelis, Helmer, Masiel, Mote, Piskorski

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Callanan, Carollo, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ehler, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Podestà, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grech, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 27

ALDE: Samuelsen

GUE/NGL: Krarup, Pafilis, Toussas

IND/DEM: Coûteaux, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Kamall

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

25.   Verslag Langen A6-0191/2006

Mondeling amendement

Voor: 580

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Goudin, Karatzaferis, Pęk

NI: Baco, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Martinez, Masiel, Mölzer, Piskorski, Rivera, Schenardi, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 20

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Sinnott, Titford, Whittaker, Wise

NI: Martin Hans-Peter, Mote, Rutowicz, Salvini

PPE-DE: Fajmon, Harbour, Hybášková

PSE: Siwiec

Onthoudingen: 15

GUE/NGL: Krarup

IND/DEM: Krupa, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Allister, Claeys, Dillen, Helmer, Kilroy-Silk, Vanhecke

PPE-DE: Kamall

Verts/ALE: van Buitenen, Joan i Marí

26.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 7

Voor: 569

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Karatzaferis, Tomczak

NI: Baco, Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Kozlík, Martin Hans-Peter, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 25

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Chruszcz, Czarnecki Ryszard, Giertych, Mote, Wojciechowski Bernard Piotr

PSE: Hänsch

UEN: Kamiński, Krasts, Libicki

Onthoudingen: 27

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Goudin

NI: Allister, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke

PPE-DE: Kamall

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Lucas, Schlyter

27.   Verslag Langen A6-0191/2006

Paragraaf 9

Voor: 562

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Sinnott

NI: Baco, Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Martin Hans-Peter, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Onesta, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 12

IND/DEM: Coûteaux, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Chruszcz, Czarnecki Ryszard, Giertych, Mote, Wojciechowski Bernard Piotr

Onthoudingen: 39

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Pafilis, Sjöstedt, Svensson, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Martinez, Mölzer, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Lucas, Özdemir, Romeva i Rueda, Schlyter

28.   Verslag Langen A6-0191/2006

Paragraaf 12

Voor: 562

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Samaras, Sartori, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Rühle, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 25

GUE/NGL: Gabriele

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Borghezio, Chruszcz, Giertych, Mote, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Saïfi

Onthoudingen: 31

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Pafilis, Sjöstedt, Svensson, Toussas

IND/DEM: Bonde

NI: Allister, Baco, Claeys, Dillen, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Kamall

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Lucas, Romeva i Rueda, Schlyter, Smith

29.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 8/1

Voor: 88

ALDE: Toia, Van Hecke, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

NI: Baco

PPE-DE: Albertini, Bonsignore, del Castillo Vera, Florenz, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Járóka, Landsbergis, Lewandowski, Montoro Romero, Musotto, Roithová, Schwab, Varvitsiotis

PSE: Hughes, Scheele, Thomsen

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 510

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Väyrynen, Virrankoski, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Helmer, Masiel, Mote, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 25

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Bonde, Goudin

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Rivera, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Gyürk, Kamall, Siekierski

Verts/ALE: van Buitenen, Lichtenberger

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Lívia Járóka

30.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 8/2

Voor: 232

ALDE: Kułakowski

NI: Baco, Czarnecki Marek Aleksander, Kozlík, Masiel

PPE-DE: Landsbergis, Pleštinská

PSE: Andersson, Assis, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, van den Berg, Berger, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 375

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mote, Piskorski, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Attard-Montalto, Berman, Grech, Hänsch, Kinnock, Muscat

UEN: Camre, Krasts

Onthoudingen: 15

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

NI: Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Mölzer, Rivera, Vanhecke

PSE: Berès, Castex, Hazan

Verts/ALE: van Buitenen

31.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 2

Voor: 311

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Kułakowski, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Baco, Battilocchio, De Michelis, Kozlík

PPE-DE: Andrikienė, Busuttil, Buzek, Casa, Cederschiöld, Chmielewski, Demetriou, Dombrovskis, Handzlik, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Lewandowski, Lulling, Mauro, Mayor Oreja, Ouzký, Pīks, Pleštinská, Protasiewicz, Queiró, Saryusz-Wolski, Sonik, Spautz, Surján, Szájer

PSE: Andersson, Assis, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Beglitis, van den Berg, Berger, Berman, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Guy-Quint, Hasse Ferreira, Haug, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 231

ALDE: Hennis-Plasschaert

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Borghezio, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Beazley, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Carollo, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Chichester, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Karas, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Oomen-Ruijten, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Purvis, Rack, Radwan, Reul, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Schmitt, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Batzeli, Hänsch, Jöns, Rocard

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf, Harms

Onthoudingen: 75

ALDE: Cocilovo, Krahmer, Lambsdorff

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

NI: Chruszcz, Giertych, Kilroy-Silk, Piskorski, Rivera, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Callanan, Duka-Zólyomi, Glattfelder, Gyürk, Járóka, Kamall, Olajos, Őry, Ribeiro e Castro, Schöpflin

PSE: Attard-Montalto, Berès, Bösch, Cashman, Ferreira Anne, Grech, Groote, Hamon, Hazan, Hedh, Laignel, Le Foll, Leichtfried, Muscat, Peillon

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Lichtenberger, Smith

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Charlotte Cederschiöld

32.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 16

Voor: 389

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Baco, Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Martin Hans-Peter, Masiel, Piskorski, Rutowicz, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Busuttil, Buzek, Casa, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Demetriou, Dombrovskis, Duka-Zólyomi, Fatuzzo, Glattfelder, Gyürk, Handzlik, Járóka, Kaczmarek, Kasoulides, Kelam, Klaß, Koch, Kudrycka, Landsbergis, Lewandowski, Lulling, Mauro, Olajos, Őry, Ouzký, Pleštinská, Protasiewicz, Queiró, Saryusz-Wolski, Schöpflin, Sonik, Spautz, Surján, Szájer

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Guy-Quint, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 189

NI: Allister, Helmer, Mote

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Beazley, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Carollo, Casini, Caspary, Castiglione, Chichester, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Karas, Kauppi, Kirkhope, Klamt, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Lamassoure, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Oomen-Ruijten, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Purvis, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Schmitt, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Hänsch, Hamon

UEN: Kamiński

Onthoudingen: 36

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Pafilis, Sjöstedt, Svensson, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Goudin, Titford, Whittaker, Wise

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Rivera, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Kamall

PSE: Peillon

UEN: Camre, Musumeci

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Charlotte Cederschiöld

33.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 9

Voor: 106

ALDE: in 't Veld, Laperrouze

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Chruszcz, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Liese, Surján

PSE: Falbr, Fava, Grabowska, Hedh, Hegyi, Herczog

UEN: Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Flautre, Frassoni, Hammerstein Mintz, Hudghton, Isler Béguin, Kallenbach, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 461

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Kułakowski, Lambsdorff, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Baco, Battilocchio, De Michelis, Piskorski, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grech, Gröner, Groote, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Buitenweg, Cramer, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Horáček, Kusstatscher, Lagendijk, Rühle

Onthoudingen: 43

IND/DEM: Coûteaux

NI: Allister, Borghezio, Helmer, Kilroy-Silk, Kozlík, Martinez, Mote, Rivera, Salvini, Speroni

PPE-DE: Ashworth, Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Evans Jonathan, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Kamall, Kirkhope, Nicholson, Parish, Purvis, Škottová, Sturdy, Tannock, Vlasák, Zvěřina

PSE: Martin David

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Harms, Hassi, Joan i Marí

Rectificaties stemgedrag

Voor: Paul Marie Coûteaux

Tegen: Grabowska

34.   Verslag Langen A6-0191/2006

Amendement 12

Voor: 381

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

NI: Baco, Battilocchio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Piskorski, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Busuttil, Buzek, Casa, Cederschiöld, Chmielewski, Demetriou, Dombrovskis, Fatuzzo, Gyürk, Handzlik, Járóka, Kaczmarek, Kasoulides, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Lewandowski, Mauro, Ouzký, Pleštinská, Protasiewicz, Queiró, Saryusz-Wolski, Schöpflin, Sonik, Spautz, Šťastný, Surján

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 193

IND/DEM: Belder, Blokland, Coûteaux, Karatzaferis, Sinnott

NI: Allister, Helmer, Mote

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Beazley, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Carollo, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Chichester, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Karas, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Purvis, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Schmitt, Schröder, Schwab, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Hänsch

Onthoudingen: 36

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Pafilis, Sjöstedt, Svensson, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Goudin, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Borghezio, Kilroy-Silk, Kozlík, Rivera, Salvini, Speroni

PPE-DE: Callanan, Fajmon, Kamall, Lamassoure, Siekierski

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Charlotte Cederschiöld

35.   Verslag Langen A6-0191/2006

Resolutie

Voor: 510

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Goudin, Karatzaferis, Sinnott

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 40

GUE/NGL: Krarup, Pafilis, Toussas

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Chruszcz, Giertych, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Ehler, de Grandes Pascual, Hoppenstedt, Lechner, Stauner

PSE: Hänsch, Lienemann

Onthoudingen: 66

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

NI: Baco, Borghezio, Claeys, Dillen, Helmer, Kozlík, Salvini, Speroni, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Evans Jonathan, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Kamall, Kirkhope, Nicholson, Parish, Škottová, Sturdy, Tannock, Vlasák, Zvěřina

PSE: Gurmai

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Lucas

36.   Verslag Grech A6-0188/2006

Paragraaf 4/1

Voor: 548

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Booth, Clark, Coûteaux, Sinnott, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Schenardi, Speroni, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 10

IND/DEM: Bonde, Goudin

NI: Martin Hans-Peter, Mote

PPE-DE: Fajmon, Hökmark, Škottová, Vlasák, Zvěřina

PSE: Evans Robert

Onthoudingen: 16

GUE/NGL: Krarup, Pafilis, Toussas

IND/DEM: Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Allister, Baco, Helmer, Kilroy-Silk, Kozlík

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: Hökmark

37.   Verslag Grech A6-0188/2006

Paragraaf 4/2

Voor: 441

ALDE: Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Cappato, Cavada, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, De Sarnez, Fourtou, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Harkin, Juknevičienė, Karim, Kułakowski, Laperrouze, Lehideux, Losco, Morillon, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Väyrynen, Van Hecke, Wallis

GUE/NGL: Brie, Catania, Henin, Markov, Maštálka, Musacchio, Zimmer

IND/DEM: Booth, Clark, Coûteaux, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, Borghezio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Piskorski, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Salvini, Schenardi, Speroni

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doyle, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Novak, Olajos, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Herczog, Howitt, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Bielan, Foltyn-Kubicka, Kuźmiuk, Libicki, Podkański, Roszkowski, Szymański, Wojciechowski Janusz

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 117

ALDE: Alvaro, Attwooll, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chatzimarkakis, Degutis, Deprez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Koch-Mehrin, Lambsdorff, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Ortuondo Larrea, Samuelsen, Savi, Schuth, Virrankoski

GUE/NGL: Agnoletto, de Brún, Gabriele, Krarup, Liotard, Meijer, Morgantini, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Wagenknecht

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Goudin, Sinnott

NI: Chruszcz, Giertych, Helmer, Martin Hans-Peter, Mote, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Ashworth, Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Doorn, Dover, Elles, Evans Jonathan, Fajmon, Fjellner, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hökmark, Hybášková, Ibrisagic, Kamall, Kirkhope, Maat, Nicholson, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stubb, Sturdy, Tannock, Vlasák, Zvěřina

PSE: Berman, Corbey, Evans Robert, Falbr, Mastenbroek

UEN: Aylward, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Ryan, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Buitenweg, Hudghton

Onthoudingen: 29

ALDE: Gentvilas, Resetarits

GUE/NGL: Adamou, Flasarová, Meyer Pleite, Rizzo, Triantaphyllides, Uca

IND/DEM: Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Allister, Baco, Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Vanhecke

PPE-DE: McGuinness

PSE: Andersson, Hedh, Hedkvist Petersen, Segelström, Westlund

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Wijkman

38.   Verslag Grech A6-0188/2006

Paragraaf 4/3

Voor: 511

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Remek, Triantaphyllides, Wagenknecht

IND/DEM: Booth, Clark, Coûteaux, Whittaker, Wise

NI: Baco, Battilocchio, Borghezio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Salvini, Speroni

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Bielan, Foltyn-Kubicka, Janowski, Krasts, Kuźmiuk, Libicki, Podkański, Roszkowski, Szymański, Wojciechowski Janusz

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Hudghton, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 56

GUE/NGL: de Brún, Gabriele, Henin, Krarup, Liotard, Meijer, Pafilis, Portas, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Goudin, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Chruszcz, Claeys, Dillen, Giertych, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Fjellner, Hökmark, Hybášková, Ibrisagic

UEN: Aylward, Berlato, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Kristovskis, La Russa, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Ryan, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 9

GUE/NGL: Flasarová, Pflüger, Rizzo

IND/DEM: Karatzaferis, Pęk

NI: Allister, Helmer, Kilroy-Silk

PPE-DE: Queiró

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Paul Marie Coûteaux

39.   Verslag Grech A6-0188/2006

Amendement 2/rev.

Voor: 341

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Booth, Clark, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Masiel, Rivera

PPE-DE: Ashworth, Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Brepoels, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Kamall, Kirkhope, Nicholson, Parish, Purvis, Sturdy, Tannock

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Camre

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 234

IND/DEM: Goudin, Karatzaferis

NI: Allister, Borghezio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Piskorski, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Braghetto, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Vincenzi

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 11

GUE/NGL: Krarup

IND/DEM: Coûteaux, Pęk, Tomczak

NI: Helmer, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Rutowicz, Speroni

PPE-DE: Siekierski

Verts/ALE: van Buitenen

40.   Verslag Grech A6-0188/2006

Amendement 5

Voor: 531

ALDE: Alvaro, Attwooll, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Losco, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Borghezio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Piskorski, Romagnoli, Salvini, Schenardi, Speroni, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 48

ALDE: Beaupuy, Bourlanges, Cavada, Cornillet, De Sarnez, Fourtou, Griesbeck, Laperrouze, Lehideux, Morillon

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Booth, Clark, Sinnott, Whittaker, Wise

NI: Allister, Helmer, Mote, Rutowicz

PPE-DE: Ashworth, Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Kamall, Kirkhope, Lulling, Nicholson, Parish, Purvis, Spautz, Sturdy, Tannock

Onthoudingen: 9

ALDE: Ludford

GUE/NGL: Krarup

IND/DEM: Pęk

NI: Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Rivera, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

41.   Verslag Grech A6-0188/2006

Resolutie

Voor: 476

ALDE: Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Susta, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Salvini, Speroni

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 65

GUE/NGL: Liotard, Meijer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Booth, Clark, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Giertych, Gollnisch, Helmer, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Ashworth, Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deß, Deva, Dover, Evans Jonathan, Fatuzzo, Gahler, Gewalt, Gräßle, Harbour, Heaton-Harris, Kamall, Kirkhope, Koch, Nicholson, Parish, Pieper, Purvis, Sturdy, Tannock

Verts/ALE: Schlyter

Onthoudingen: 37

ALDE: Alvaro, in 't Veld

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Henin, Kaufmann, Krarup, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Coûteaux, Pęk

PPE-DE: Coelho, Gomolka, Konrad

Verts/ALE: van Buitenen, Joan i Marí

42.   Verslag Markov A6-0179/2006

Paragraaf 44

Voor: 245

ALDE: Cocilovo, Costa, Pistelli

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Lang, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi

PPE-DE: Wieland

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 298

ALDE: Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cornillet, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Booth, Sinnott, Whittaker, Wise

NI: Allister, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Giertych, Helmer, Mote, Piskorski, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Radwan, Reul, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wijkman, von Wogau, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

UEN: Berlato, Bielan, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Onthoudingen: 11

ALDE: Samuelsen

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Coûteaux, Pęk

NI: Borghezio, Kilroy-Silk

PPE-DE: Thyssen

UEN: Camre, Didžiokas

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Auken

43.   Verslag Markov A6-0179/2006

Amendement 6

Voor: 227

ALDE: Malmström

GUE/NGL: Triantaphyllides

NI: Battilocchio, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Koch, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Radwan, Reul, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Hegyi, Paleckis, Titley

UEN: Aylward, Camre, Didžiokas, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan, Zīle

Verts/ALE: Lipietz

Tegen: 321

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Booth, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Borghezio, Chruszcz, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Konrad, Korhola, Vatanen

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 7

ALDE: Samuelsen

IND/DEM: Coûteaux

NI: Allister, Helmer, Kilroy-Silk, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Gary Titley

44.   Verslag Markov A6-0179/2006

Overweging Q

Voor: 320

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Papadimoulis

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Sinnott

NI: Battilocchio, Chruszcz, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Batzeli, Beglitis, Castex, Kinnock, Lambrinidis, Matsouka, Tzampazi

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Tegen: 70

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Martin Hans-Peter

PSE: De Keyser, Hänsch, Kuc, Martínez Martínez

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 167

ALDE: Samuelsen

GUE/NGL: Krarup, Liotard, Meijer, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Batten, Booth, Coûteaux, Goudin, Whittaker, Wise

NI: Allister, Borghezio, Dillen, Gollnisch, Helmer, Lang, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gurmai, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Laignel, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Masip Hidalgo, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Segelström, Siwiec, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

Verts/ALE: van Buitenen

45.   Verslag Markov A6-0179/2006

Overweging Z

Voor: 319

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Prodi, Resetarits, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Booth, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Chruszcz, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Giertych, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Berger, Busquin, Gröner, Hedh, Hedkvist Petersen, McCarthy

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz, Zīle

Tegen: 223

ALDE: De Sarnez, Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Golik, Gomes, Gottardi, Grabowska, Grech, Groote, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 16

ALDE: Samuelsen

GUE/NGL: Krarup, Meijer, Svensson

IND/DEM: Coûteaux, Pęk

NI: Allister, Borghezio, Claeys, Helmer, Kilroy-Silk, Mote, Vanhecke

PSE: Castex

Verts/ALE: Auken, van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: De Sarnez

Tegen: Hedkvist Petersen, Hedh

46.   Verslag Markov A6-0179/2006

Amendement 8

Voor: 216

ALDE: Losco

IND/DEM: Krupa

NI: Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Dillen, Masiel, Mölzer, Piskorski, Rivera, Rutowicz, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pieper, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Vlasto, Weisgerber, Wieland, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Grabowska, Hedkvist Petersen, dos Santos

UEN: Aylward, Camre, Maldeikis, Ó Neachtain, Ryan

Tegen: 318

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Juknevičienė, Karim, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Coûteaux, Karatzaferis, Sinnott

NI: Battilocchio, Chruszcz, Czarnecki Ryszard, Giertych, Gollnisch, Lang, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Romagnoli, Schenardi, Wojciechowski Bernard Piotr

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Golik, Gomes, Gottardi, Grech, Groote, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leichtfried, Leinen, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, Savary, Segelström, Siwiec, Skinner, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Berlato, Bielan, Foglietta, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kamiński, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Musumeci, Podkański, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 22

ALDE: Samuelsen

IND/DEM: Batten, Booth, Goudin, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Allister, Borghezio, Helmer, Kilroy-Silk, Mote

PPE-DE: Callanan, Wijkman

UEN: Didžiokas, Krasts, Kristovskis, Zīle

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Grabowska, Hedkvist Petersen

47.   Verslag Jaroka A6-0148/2006

Resolutie

Voor: 412

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Duff, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Matsakis, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Schuth, Staniszewska, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Flasarová, Gabriele, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Martin Hans-Peter, Masiel, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Berend, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Ehler, Eurlings, Fatuzzo, Fernández Martín, Florenz, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Járóka, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pīks, Pirker, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Reul, Roithová, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Siekierski, Silva Peneda, Spautz, Šťastný, Stauner, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Gurmai, Hänsch, Hamon, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kristensen, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Leichtfried, Leinen, McAvan, McCarthy, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Miguélez Ramos, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, dos Santos, Segelström, Siwiec, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Foltyn-Kubicka, Krasts, Kristovskis, Kuźmiuk, Libicki, Maldeikis, Ó Neachtain, Podkański, Ryan, Wojciechowski Janusz, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 21

ALDE: Mohácsi

IND/DEM: Booth, Goudin, Tomczak, Whittaker, Wise

NI: Borghezio, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Giertych, Mölzer, Mote, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Esteves, Konrad

UEN: La Russa, Roszkowski, Szymański, Tatarella

Onthoudingen: 48

ALDE: Manders

GUE/NGL: Pafilis, Toussas

IND/DEM: Belder, Blokland, Coûteaux, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Zapałowski

NI: Lang, Le Pen Marine, Martinez, Piskorski, Schenardi

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bushill-Matthews, Cederschiöld, Chichester, Deva, Dover, Elles, Evans Jonathan, Fajmon, Fjellner, Gräßle, Hökmark, Ibrisagic, Kamall, Lulling, Mitchell, Parish, Radwan, Ribeiro e Castro, Škottová, Sommer, Sonik, Sturdy, Tannock, Vlasák, Zaleski

UEN: Didžiokas, Janowski

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: Esteves

48.   Verslag De Keyser A6-0159/2006

Paragraaf 14

Voor: 411

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Duff, Fourtou, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mohácsi, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Prodi, Resetarits, Samuelsen, Schuth, Staniszewska, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Kaufmann, Markov, Uca, Zimmer

IND/DEM: Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Tomczak, Zapałowski

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Lang, Le Pen Marine, Martin Hans-Peter, Masiel, Mölzer, Piskorski, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Harbour, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Patriciello, Peterle, Pīks, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Hänsch, Hamon, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Leinen, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, dos Santos, Segelström, Siwiec, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Camre, Didžiokas, Krasts, Kristovskis, Ryan, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Ždanoka

Tegen: 42

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Gabriele, Guidoni, Liotard, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Remek, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Wagenknecht

IND/DEM: Booth, Goudin, Whittaker, Wise

NI: Czarnecki Ryszard, Giertych, Wojciechowski Bernard Piotr

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kuźmiuk, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Szymański, Wojciechowski Janusz

Onthoudingen: 11

IND/DEM: Belder, Blokland, Coûteaux, Pęk

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Mote, Vanhecke

PPE-DE: Lulling

Verts/ALE: van Buitenen

49.   Verslag De Keyser A6-0159/2006

Paragraaf 17

Voor: 379

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Duff, Fourtou, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mohácsi, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Schuth, Staniszewska, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Wallis

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Giertych, Martin Hans-Peter, Masiel, Rivera, Rutowicz, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Berend, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Eurlings, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pīks, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Radwan, Roithová, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vernola, Vidal-Quadras, Weber Manfred, Weisgerber, Wijkman, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Hänsch, Hamon, Haug, Hedh, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Leinen, McCarthy, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, dos Santos, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Camre, Krasts, Kristovskis, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Staes, Ždanoka

Tegen: 46

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Gabriele, Guidoni, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Remek, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Booth, Goudin, Whittaker, Wise

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Wojciechowski Janusz

Onthoudingen: 32

IND/DEM: Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Zapałowski

NI: Borghezio, Le Pen Marine, Martinez, Mölzer, Mote, Piskorski, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bushill-Matthews, Chichester, Deva, Dover, Fajmon, Harbour, Kamall, Parish, Škottová, Sturdy, Vlasák

PSE: Hedkvist Petersen

UEN: Didžiokas

Verts/ALE: van Buitenen, Lucas, Schlyter

50.   Verslag De Keyser A6-0159/2006

Paragraaf 18

Voor: 371

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Duff, Fourtou, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Losco, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mohácsi, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Schuth, Staniszewska, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Virrankoski, Wallis

NI: Battilocchio, Borghezio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Piskorski, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Berend, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Busuttil, Carollo, Casa, Casini, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Eurlings, Fatuzzo, Fernández Martín, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gewalt, Glattfelder, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pīks, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Radwan, Roithová, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Siekierski, Silva Peneda, Sonik, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varvitsiotis, Vatanen, Veneto, Vidal-Quadras, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cercas, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Hänsch, Hamon, Haug, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Leinen, McAvan, McCarthy, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Panzeri, Piecyk, Pinior, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, dos Santos, Segelström, Siwiec, Skinner, Stockmann, Swoboda, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Camre, Krasts, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Joan i Marí, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Staes, Ždanoka

Tegen: 67

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Gabriele, Guidoni, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Remek, Strož, Svensson, Toussas, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Belder, Booth, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Whittaker, Wise, Zapałowski

NI: Giertych, Lang, Le Pen Marine, Martinez, Mölzer, Schenardi, Vanhecke, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Fjellner, Harbour, Hökmark, Ibrisagic, Maat

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kristovskis, Kuźmiuk, La Russa, Libicki, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Podkański, Roszkowski, Ryan, Szymański, Wojciechowski Janusz

Onthoudingen: 23

IND/DEM: Blokland, Coûteaux, Pęk

NI: Claeys, Dillen, Mote, Romagnoli

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bushill-Matthews, Chichester, Deva, Dover, Fajmon, Kamall, Parish, Škottová, Sturdy, Tannock, Vlasák

Verts/ALE: van Buitenen, Lucas, Schlyter

Rectificaties stemgedrag

Tegen: Cederschiöld

Onthoudingen: Malcolm Harbour

51.   Verslag De Keyser A6-0159/2006

Resolutie

Voor: 315

ALDE: Alvaro, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Cappato, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Costa, Degutis, Deprez, Duff, Fourtou, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mohácsi, Newton Dunn, Ortuondo Larrea, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Schuth, Staniszewska, Sterckx, Susta, Szent-Iványi, Toia, Virrankoski, Wallis

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Martin Hans-Peter, Masiel, Rivera, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Becsey, Berend, Bonsignore, Bowis, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Chmielewski, Coelho, Coveney, Dehaene, Demetriou, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Ebner, Esteves, Fatuzzo, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gewalt, Gräßle, de Grandes Pascual, Grossetête, Gyürk, Handzlik, Harbour, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Jordan Cizelj, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Langen, Langendries, Lehne, López-Istúriz White, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Mauro, Mavrommatis, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Montoro Romero, Musotto, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Papastamkos, Patriciello, Peterle, Pīks, Podestà, Pomés Ruiz, Queiró, Radwan, Roithová, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Siekierski, Silva Peneda, Spautz, Šťastný, Stauner, Stubb, Sudre, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Vakalis, Varvitsiotis, Vidal-Quadras, Wieland, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badia I Cutchet, Batzeli, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Chiesa, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Gottardi, Grabowska, Gröner, Groote, Hänsch, Hamon, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Lambrinidis, Leinen, McAvan, Maňka, Mann Erika, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Morgan, Obiols i Germà, Occhetto, Öger, Piecyk, Pinior, Poignant, Rapkay, Riera Madurell, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, dos Santos, Segelström, Siwiec, Stockmann, Swoboda, Tabajdi, Tarabella, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Westlund, Wiersma, Willmott, Yañez-Barnuevo García

UEN: Aylward, Berlato, Camre, Krasts, Kristovskis, La Russa, Maldeikis, Musumeci, Ó Neachtain, Ryan, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Breyer, Buitenweg, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Joan i Marí, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Ždanoka

Tegen: 23

GUE/NGL: Pafilis, Pflüger, Strož, Toussas, Wagenknecht

IND/DEM: Booth, Wise

NI: Czarnecki Ryszard, Giertych, Wojciechowski Bernard Piotr

PPE-DE: Mitchell, Pleštinská, Surján, Zaleski

PSE: Cercas

UEN: Bielan, Foltyn-Kubicka, Janowski, Kuźmiuk, Libicki, Podkański, Roszkowski, Szymański

Onthoudingen: 67

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Gabriele, Guidoni, Kaufmann, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Goudin, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Zapałowski

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Martinez, Mölzer, Piskorski, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Bushill-Matthews, Casini, Cederschiöld, Chichester, Dover, Eurlings, Fajmon, Fjellner, Gomolka, Hökmark, Ibrisagic, Kamall, Koch, Liese, Lulling, Maat, Martens, Nicholson, Panayotopoulos-Cassiotou, Parish, Purvis, Škottová, Sonik, Sturdy, Tannock, Ulmer, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber

Verts/ALE: van Buitenen

Rectificaties stemgedrag

Voor: Pleštinská


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P6_TA(2006)0229

Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 (COM(2005)0112 — C6-0089/2005 — 2005/0032(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0112) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0089/2005),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0177/2006),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TC1-COD(2005)0032

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 1 juni 2006 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag  (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad van 22 juli 1993 (2) werd een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de opstelling van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden waarvoor de definities, de kenmerken, het waarnemingsgebied en de bijwerkingsprocedures werden geharmoniseerd. Een nieuwe verordening is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de ondernemingregisters zich in een geharmoniseerd kader verder kunnen ontwikkelen.

(2)

Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap (3) bevat de definities van de te gebruiken statistische eenheden. Door de interne markt is in de Gemeenschap de behoefte ontstaan aan een betere statistische vergelijkbaarheid. Daartoe moeten gemeenschappelijke definities en omschrijvingen worden vastgesteld voor ondernemingen en andere relevante statistische eenheden die moeten worden bestreken.

(3)

Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (4) en Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken (5) hebben een gemeenschappelijk kader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap vastgesteld. Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden zijn een basiselement van een dergelijk gemeenschappelijk kader; zij bieden een geharmoniseerd steekproefkader dat de organisatie en coördinatie van statistische enquêtes mogelijk maakt.

(4)

Ondernemingsregisters zijn een van de methoden waarmee de tegenstrijdige behoeften aan meer informatie over ondernemingen enerzijds en vermindering van hun administratieve lasten anderzijds met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht, in het bijzonder wanneer voor middelgrote, kleine en micro-ondernemingen zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 (6), gebruik wordt gemaakt van informatie die al in administratieve en juridische bestanden aanwezig is.

(5)

Bij Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (7) is een kader ingesteld voor de vaststelling van een communautair statistisch programma en een gemeenschappelijk kader gecreëerd voor statistische betrouwbaarheid.

(6)

De speciale voorschriften voor de verwerking van gegevens in het kader van het communautair statistisch programma laten Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8) onverlet.

(7)

Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden zijn de belangrijkste bron van informatie over de bedrijvendemografie, aangezien hierin gegevens worden bijgehouden over de oprichting en sluiting van bedrijven en over structurele veranderingen in de economie door concentratie of deconcentratie ten gevolge van fusies, overnames, opsplitsingen, afsplitsingen en herstructureringen.

(8)

Ondernemingsregisters verschaffen de basisinformatie die benodigd is om tegemoet te komen aan de grote beleidsaandacht voor plattelandsontwikkeling, niet alleen over de landbouw zelf, maar ook over de steeds vaker voorkomende combinatie van landbouw met andere activiteiten die buiten beschouwing blijven in de op productbasis opgestelde landbouwstatistieken.

(9)

Overheidsbedrijven spelen in de nationale economieën van de lidstaten een belangrijke rol. Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven (9) is van toepassing op bepaalde soorten overheidsbedrijven. Overheidsbedrijven en openbare lichamen moeten dan ook duidelijk herkenbaar zijn in ondernemingsregisters, waartoe gebruik kan worden gemaakt van de classificatie van institutionele sectoren.

(10)

Informatie over zeggenschapsrelaties tussen juridische eenheden is noodzakelijk om de ondernemingengroepen te definiëren, de ondernemingen correct af te bakenen, grote en complexe eenheden te profileren en onderzoek te doen naar de concentratie op specifieke markten. Informatie over ondernemingengroepen verhoogt de kwaliteit van de ondernemingsregisters en kan worden gebruikt om het risico te beperken dat vertrouwelijke gegevens openbaar worden gemaakt. Sommige financiële gegevens zijn vaak zinvoller op het niveau van de ondernemingengroep of ondernemingensubgroep dan op het niveau van de onderneming en zijn wellicht ook alleen op groep- of subgroepniveau beschikbaar. Als ondernemingengroepen worden geregistreerd, kunnen enquêtes zo nodig direct tot de groep worden gericht in plaats van tot de samenstellende ondernemingen, wat de responslast aanzienlijk kan verminderen. Voor de registratie van ondernemingengroepen moeten de ondernemingsregisters verder worden geharmoniseerd.

(11)

De toenemende mondialisering van de economie vormt momenteel een uitdaging bij de productie van verscheidene statistieken. Wanneer ook gegevens van multinationale ondernemingengroepen worden geregistreerd, kunnen de ondernemingsregisters een basisinstrument zijn voor de verbetering van vele statistieken over aspecten van de mondialisering: internationale handel in goederen en diensten, betalingsbalans, directe buitenlandse investeringen, buitenlandse filialen, onderzoek, ontwikkeling en innovatie en de internationale arbeidsmarkt. De meeste van deze statistieken omvatten de gehele economie, zodat alle economische sectoren in de ondernemingsregisters moeten worden opgenomen.

(12)

Ingevolge artikel 3, lid 2, van Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (10) kunnen de nationale regels inzake de statistische geheimhouding niet worden ingeroepen tegen toezending van vertrouwelijke statistische gegevens aan de communautaire instantie (Eurostat) wanneer een besluit van Gemeenschapsrecht betreffende de communautaire statistiek in toezending van deze gegevens voorziet.

(13)

Teneinde de naleving van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen te waarborgen, kan het noodzakelijk zijn dat de nationale instanties die voor de verzameling van de gegevens in de lidstaten verantwoordelijk zijn, toegang hebben tot administratieve gegevensbronnen zoals registers van belastingdiensten en instellingen voor sociale zekerheid, nationale centrale banken en andere overheidsinstellingen en tot andere gegevensbanken die informatie over grensoverschrijdende transacties en posities bevatten, wanneer deze gegevens voor de productie van communautaire statistieken noodzakelijk zijn.

(14)

Bij Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (11) is een gemeenschappelijk kader gecreëerd voor het opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken.

(15)

De voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijke maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (12).

(16)

Verordening (EEG) nr. 2186/93 moet bijgevolg worden ingetrokken.

(17)

Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad opgerichte Comité statistisch programma (13) is geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden in de Gemeenschap vastgesteld.

De lidstaten leggen een of meer geharmoniseerde registers voor statistische doeleinden aan als hulpmiddel bij de voorbereiding en coördinatie van enquêtes, als informatiebron voor statistische analyses van de bedrijvenpopulatie en -demografie, voor de aanwending van administratieve gegevens en voor de identificatie en samenstelling van statistische eenheden.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„juridische eenheid”, „onderneming”, „lokale eenheid” of „ondernemingengroep”: een juridische eenheid, een onderneming, een lokale eenheid of een ondernemingengroep in de zin van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 696/93;

b)

„nationale instanties”: de instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97;

c)

„statistische doeleinden”: statistische doeleinden in de zin van artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1588/90;

d)

„multinationale ondernemingengroep” : een ondernemingengroep met ten minste twee ondernemingen of juridische eenheden die in verschillende landen zijn gevestigd;

e)

„partiële ondernemingengroep”: de ondernemingen en juridische eenheden van een multinationale ondernemingengroep die in hetzelfde land zijn gevestigd. De partiële ondernemingengroep kan uit maar een eenheid bestaan indien de andere eenheden van de groep niet in hetzelfde land zijn gevestigd. Een onderneming kan de partiële ondernemingengroep zijn of er deel van uitmaken.

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Overeenkomstig de definities van artikel 2 en behoudens de in dit artikel genoemde beperkingen, worden in het register opgenomen:

a)

alle ondernemingen die een economische activiteit verrichten die bijdraagt tot het bruto binnenlands product (BBP), en hun lokale eenheden;

b)

de juridische eenheden waaruit die ondernemingen bestaan;

c)

partiële ondernemingengroepen en multinationale ondernemingengroepen; en

d)

geheel in één land gevestigde ondernemingengroepen.

2.   Niet in het in lid 1 bedoelde register opgenomen worden huishoudens voorzover hun productie van goederen en diensten voor eigen verbruik bestemd is of de verhuur van eigen onroerend goed betreft.

3.   Lokale eenheden (filialen) zonder eigen rechtspersoonlijkheid die van buitenlandse ondernemingen afhankelijk zijn en overeenkomstig het Europees rekeningenstelsel 1995 ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (14) en het Systeem van nationale rekeningen 1993 van de Verenigde Naties als quasi-vennootschappen zijn ingedeeld, worden in de ondernemingsregisters als ondernemingen behandeld.

4.   Identificatie van de ondernemingengroep is mogelijk via de zeggenschapsrelaties tussen haar juridische eenheden. Voor de afbakening van de ondernemingengroepen wordt de definitie van zeggenschap, zoals opgenomen in punt 2.26. van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2223/96, gebruikt.

5.   Deze verordening is alleen van toepassing op eenheden die uitsluitend of gedeeltelijk economische activiteiten verrichten. Activiteiten die bestaan in het aanbieden van goederen en diensten op een markt worden als economische activiteit beschouwd. Niet-marktdiensten die tot het BBP bijdragen en het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van actieve juridische eenheden worden voor de ondernemingsregisters als economische activiteit beschouwd. Juridische eenheden zonder economische activiteit maken alleen in combinatie met economisch actieve juridische eenheden deel uit van een onderneming.

6.   Overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, wordt vastgesteld in hoeverre ondernemingen die minder dan een halve werknemer in dienst hebben en ondernemingengroepen die geheel in één land zijn gevestigd en geen statistisch belang voor de lidstaten hebben, in de registers moeten worden opgenomen en hoe de met de eenheden voor landbouwstatistieken overeenkomende eenheden moeten worden gedefinieerd.

Artikel 4

Gegevensbronnen

1.   Op voorwaarde dat aan de in artikel 6 genoemde kwaliteitsnormen wordt voldaan, kunnen de lidstaten voor de verzameling van de bij deze verordening vereiste gegevens alle door hen relevant geachte bronnen gebruiken. Voorzover zij binnen hun bevoegdheden handelen, mogen de nationale instanties voor statistische doeleinden de onder deze verordening vallende informatie verzamelen die opgenomen is in administratieve en juridische bestanden.

2.   Wanneer de vereiste gegevens niet aan een redelijke kost kunnen worden verzameld, kunnen de nationale instanties gebruik maken van statistische schattingsprocedures, mits zij hierbij de nauwkeurigheids- en kwaliteitscriteria in acht nemen.

Artikel 5

In het register op te nemen kenmerken

De in de registers opgenomen eenheden krijgen een identificatienummer en worden beschreven aan de hand van de in de bijlage opgenomen gegevens.

De bijwerking van de lijst van kenmerken en de vaststelling van de kenmerken en continuïteitsregels geschieden overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2.

Artikel 6

Kwaliteitsnormen en -rapporten

1.   De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om de kwaliteit van de ondernemingsregisters te waarborgen.

2.   De lidstaten dienen desgevraagd bij de Commissie (Eurostat) een rapport in over de kwaliteit van hun ondernemingsregisters (hierna „kwaliteitsrapport” genoemd).

3.   De gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, alsmede de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsrapporten, worden overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, nader gespecificeerd, waarbij rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de kosten van het opstellen van de gegevens.

4.   De lidstaten stellen de Commissie (Eurostat) in kennis van belangrijke methodische of andere veranderingen die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de ondernemingsregisters, zodra dergelijke veranderingen bekend zijn en in elk geval niet later dan zes maanden nadat zij van kracht zijn geworden.

5.   De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de tenuitvoerlegging van deze verordening, waarin speciaal aandacht wordt besteed aan de kosten voor het statistisch systeem, de lasten voor het bedrijfsleven en de baten.

Artikel 7

Handleiding met aanbevelingen

De Commissie geeft een handleiding met aanbevelingen voor ondernemingsregisters uit. De handleiding zal in nauwe samenwerking met de lidstaten worden bijgewerkt.

Artikel 8

Referentieperiode en frequentie

1.   De registers worden ten minste een keer per jaar bijgewerkt wat de opnemingen in en de verwijderingen uit het register betreft.

2.   De frequentie waarmee de registers worden bijgewerkt, wordt bepaald door het soort eenheid, de beschouwde variabele, de grootte van de eenheid en de bron die doorgaans voor de bijwerking wordt gebruikt.

3.   De regels voor de bijwerking worden overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, vastgesteld.

4.   De lidstaten maken aan het eind van elk jaar een kopie die de staat van het register weergeeft, en bewaren deze kopie ten minste 30 jaar voor analysedoeleinden.

Artikel 9

Toezending van de rapporten

1.   De lidstaten voeren statistische analyses van de registers uit en zenden de informatie aan de Commissie (Eurostat) in een formaat en volgens een procedure die overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, door de Commissie worden vastgesteld.

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) desgevraagd alle dienstige informatie in verband met de uitvoering van deze verordening in hun land.

Artikel 10

Uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de lidstaten

Vertrouwelijke gegevens mogen, uitsluitend voor statistische doeleinden en in overeenstemming met de nationale wetgeving, tussen de passende nationale instanties van lidstaten worden uitgewisseld, wanneer dit noodzakelijk is om de kwaliteit van de gegevens over multinationale ondernemingengroepen in de Europese Unie te waarborgen. Nationale centrale banken kunnen, in overeenstemming met de nationale wetgeving, aan deze uitwisseling deelnemen.

Artikel 11

Uitwisseling van gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten

1.   De nationale instanties zenden de Commissie (Eurostat) individuele gegevens over multinationale ondernemingengroepen en hun samenstellende eenheden, zoals omschreven in de bijlage, teneinde uitsluitend voor statistische doeleinden bestemde informatie te verstrekken over multinationale groepen in de Europese Unie.

2.   Om te waarborgen dat de uitsluitend voor statistische doeleinden bestemde gegevensbestanden consistent zijn, zendt de Commissie (Eurostat) aan de passende nationale instanties van elke lidstaat gegevens over een multinationale ondernemingengroep en zijn samenstellende eenheden over, wanneer ten minste één juridische eenheid van deze groep op hun grondgebied is gevestigd.

3.   Teneinde te waarborgen dat de krachtens dit artikel toegezonden gegevens uitsluitend worden gebruikt voor statistische doeleinden worden het doel, het toepassingsgebied, het formaat, de beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen en de procedure voor de toezending van de gegevens over de afzonderlijke eenheden aan de Commissie (Eurostat) en van de gegevens over multinationale ondernemingengroepen aan de bevoegde nationale instanties overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, vastgesteld.

Artikel 12

Uitwisseling van gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en centrale banken

1.   Vertrouwelijke gegevens mogen ter uitvoering van deze verordening uitsluitend voor statistische doeleinden tussen de Commissie (Eurostat) en de nationale centrale banken en tussen de Commissie (Eurostat) en de Europese Centrale Bank worden uitgewisseld, wanneer dit noodzakelijk is om de kwaliteit van de gegevens over multinationale ondernemingengroepen in de Europese Unie te waarborgen en de bevoegde nationale instantie haar uitdrukkelijke toestemming heeft verleend voor de uitwisseling.

2.   Teneinde te waarborgen dat de krachtens dit artikel toegezonden gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt, worden doel, toepassingsgebied, formaat, beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen alsmede de procedure voor toezending van gegevens over multinationale ondernemingengroepen aan de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank, vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2.

Artikel 13

Vertrouwelijkheid en toegang tot identificeerbare gegevens

1.   Wanneer de Commissie (Eurostat), de nationale instanties, de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank vertrouwelijke gegevens ontvangen volgens de artikelen 10, 11 en 12, behandelen zij deze informatie als vertrouwelijk overeenkomstig Verordening (EG) nr. 322/97.

2.   In het kader van deze verordening en onverminderd artikel 14 van Verordening (EG) nr. 322/97 mogen vertrouwelijke gegevens tussen de nationale instanties en de communautaire instantie worden overgedragen wanneer deze overdracht noodzakelijk is voor de productie van specifieke communautaire statistieken. Voor elke andere overdracht moet de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld, haar uitdrukkelijke toestemming verlenen.

Artikel 14

Overgangsperiode en afwijkingen

Wanneer een ingrijpende aanpassing van de ondernemingsregisters vereist is, kan de Commissie op verzoek van een lidstaat een afwijking toestaan voor een overgangsperiode die op 31 december 2008 verstrijkt.

Voor landbouw, bosbouw en visserij, openbaar bestuur en defensie en verplichte sociale zekerheid, alsmede voor de aanvullende kenmerken van ondernemingengroepen, kan de Commissie (Eurostat) op verzoek van een lidstaat een afwijking voor een overgangsperiode van maximaal vijf jaar toestaan.

Artikel 15

Uitvoeringsmaatregelen

De maatregelen tot uitvoering van deze verordening worden overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 2, vastgesteld. Deze maatregelen hebben betrekking op:

a)

de opname van zeer kleine ondernemingen en geheel in het land gevestigde ondernemingengroepen overeenkomstig artikel 3, lid 6;

b)

de toezending van kwaliteitsrapporten en informatie voortvloeiend uit de statistische analyse van registers, overeenkomstig de artikelen 6 en 9;

c)

de regels voor de bijwerking van de registers overeenkomstig artikel 8, lid 3;

d)

de toezending van gegevens over de afzonderlijke eenheden van multinationale ondernemingengroepen tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten overeenkomstig artikel 11;

e)

de toezending van gegevens over multinationale ondernemingengroepen tussen de Commissie (Eurostat) en centrale banken overeenkomstig artikel 12; en

f)

de bijwerking van de in de bijlage opgenomen lijst van registerkenmerken en van de desbetreffende definities en continuïteitsregels overeenkomstig artikel 5, voorzover het beginsel in aanmerking wordt genomen dat de baten van de bijwerking groter moeten zijn dan de kosten en alsmede het beginsel dat de extra middelen die worden ingezet zowel voor de lidstaten als voor de ondernemingen redelijk moeten blijven.

Artikel 16

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 17

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 2186/93 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 1 juni 2006.

(2)  PB L 196 van 5.8.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(3)  PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(4)  PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(5)  PB L 162 van 5.6.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1158/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 1).

(6)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(7)  PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(8)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(9)  PB L 195 van 29.7.1980, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/81/EG (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 47).

(10)  PB L 151 van 15.6.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(11)  PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 602/2006 van de Commissie (PB L 106 van 19.4.2006, blz. 10).

(12)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

(13)  PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

(14)  PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).

BIJLAGE

De ondernemingsregisters bevatten voor elke eenheid de volgende informatie. De informatie hoeft niet voor elke eenheid afzonderlijk te worden opgeslagen indien zij uit de informatie over een andere eenheid of andere eenheden kan worden afgeleid.

Ongemerkte onderdelen zijn verplicht, onderdelen die voorzien zijn van de aanduiding „voorwaardelijk” zijn verplicht als ze beschikbaar zijn in de lidstaat en onderdelen die voorzien zijn van de aanduiding „facultatief”, worden aanbevolen.

1. JURIDISCHE EENHEID

IDENTIFICATIEKENMERKEN

1.1

 

Identificatienummer

1.2a

 

Naam

1.2b

 

Volledig adres (inclusief postcode)

1.2c

Facultatief

Telefoon- en faxnummers, e-mailadres en informatie waardoor gegevens elektronisch kunnen worden verzameld

1.3

 

BTW-registratienummer of, als dat niet beschikbaar is, een ander administratief identificatienummer.

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

1.4

 

Datum van juridische oprichting (rechtspersonen) of van administratieve erkenning als economisch subject (natuurlijke personen)

1.5

 

Datum waarop de juridische eenheid ophield tot een onderneming te behoren (zoals geïdentificeerd in 3.3)

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

1.6

 

Rechtsvorm

VERBINDINGEN MET ANDERE REGISTERS

 

 

Verwijzing naar verwante registers met voor statistische doeleinden bruikbare informatie, waarin de juridische eenheid is opgenomen

1.7a

 

Verwijzing naar het register van deelnemers aan het intracommunautaire goederenverkeer dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 638/2004 (1) is aangelegd, alsmede verwijzing naar douaneregisters of naar het register van deelnemers aan het extracommunautaire goederenverkeer

1.7b

Facultatief

Verwijzing naar balansgegevens (voor eenheden die jaarrekeningen moeten bekendmaken); verwijzing naar het register van betalingsbalansen of het register van directe buitenlandse investeringen; verwijzing naar het register van landbouwbedrijven

Aanvullende kenmerken voor juridische eenheden die deel uitmaken van een tot een ondernemingengroep behorende onderneming

BAND MET ONDERNEMINGENGROEP

1.8

 

Identificatienummer van de geheel in één land gevestigde/ partiële ondernemingengroep (4.1) waarvan de eenheid deel uitmaakt

1.9

 

Datum van toetreding tot de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

1.10

 

Datum van afscheiding van de geheel in één land gevestigde/ partiële ondernemingengroep

ZEGGENSCHAP VAN EENHEDEN

 

 

De zeggenschapsrelaties van de ingezeten eenheden kunnen top-down (1.11a) of bottom-up (1.11b) worden geregistreerd. Voor elke eenheid wordt alleen het eerste, directe of indirecte, hiërarchische niveau geregistreerd (de hele zeggenschapsketen wordt verkregen door deze gegevens te combineren).

1.11a

 

Identificatienummer(s) van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

1.11b

 

Identificatienummer van de ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

1.12a

 

Land(en) van registratie en identificatienummer(s) of naam (namen) en adres(sen) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

1.12b

Voorwaardelijk

BTW-nummer(s) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

1.13a

 

Land van registratie en identificatienummer of naam en adres van de niet-ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

1.13b

Voorwaardelijk

BTW-nummer van de niet-ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

EIGENDOM VAN EENHEDEN

 

Voorwaardelijk

De eigendomsrelaties van de ingezeten eenheden kunnen top-down (1.14a) of bottom-up (1.14b) worden geregistreerd.

Registratie van de gegevens en de voor het aandelenbezit toegepaste drempel hangen af van de beschikbaarheid van deze gegevens in administratieve bronnen. De aanbevolen drempel is ten minste 10 % van de aandelen in rechtstreeks bezit.

1.14a

Voorwaardelijk

a)

Identificatienummer(s) en

b)

aandelen (%) van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigendom is (zijn) van de juridische eenheid

1.14b

Voorwaardelijk

a)

Identificatienummer(s) en

b)

aandelen (%) van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigenaar is (zijn) van de juridische eenheid

1.15

Voorwaardelijk

a)

Land(en) van registratie en

b)

identificatienummer(s) of naam (namen), adres(sen) en BTW-nummer(s) en

c)

aandelen (%) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigendom is (zijn) van de juridische eenheid

1.16

Voorwaardelijk

a)

Land(en) van registratie en

b)

identificatienummer(s) of naam (namen), adres(sen) en BTW-nummer(s) en

c)

aandelen (%) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigenaar is (zijn) van de juridische eenheid

2. LOKALE EENHEID

IDENTIFICATIEKENMERKEN

2.1

 

Identificatienummer

2.2a

 

Naam

2.2b

 

Volledig adres (inclusief postcode)

2.2c

Facultatief

Telefoon- en faxnummers, e-mailadres en informatie waardoor gegevens elektronisch kunnen worden verzameld

2.3

 

Identificatienummer van de onderneming (3.1) waartoe de lokale eenheid behoort

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

2.4

 

Datum van aanvang van de activiteiten

2.5

 

Datum van definitieve stopzetting van de activiteiten

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

2.6

 

Hoofdactiviteit volgens de viercijfercode van de NACE

2.7

Voorwaardelijk

Eventuele nevenactiviteiten volgens de viercijfercode van de NACE; dit geldt alleen voor lokale eenheden die voorwerp van een enquête zijn

2.8

Facultatief

Is de in de lokale eenheid uitgevoerde activiteit een hulpactiviteit van de onderneming waartoe zij behoort? (Ja/Nee)

2.9

 

Aantal werkzame personen

2.10a

 

Aantal werknemers

2.10b

Facultatief

Aantal werknemers in voltijdequivalenten

2.11

 

Code geografische locatie

VERBINDINGEN MET ANDERE REGISTERS

2.12

Voorwaardelijk

Verwijzing naar verwante registers met voor statistische doeleinden bruikbare informatie, waarin de lokale eenheid is opgenomen (indien dergelijke registers bestaan)

3. ONDERNEMING

IDENTIFICATIEKENMERKEN

3.1

 

Identificatienummer

3.2a

 

Naam

3.2b

Facultatief

Postadres, e-mailadres en webadres

3.3

 

Identificatienummer(s) van de juridische eenheid (eenheden) waaruit de onderneming bestaat

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

3.4

 

Datum van aanvang van de activiteiten

3.5

 

Datum van definitieve stopzetting van de activiteiten

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

3.6

 

Hoofdactiviteit volgens de viercijfercode van de NACE

3.7

Voorwaardelijk

Eventuele nevenactiviteiten volgens de viercijfercode van de NACE; dit geldt alleen voor ondernemingen die voorwerp van een enquête zijn

3.8

 

Aantal werkzame personen

3.9a

 

Aantal werknemers

3.9b

Facultatief

Aantal werknemers in voltijdequivalenten

3.10a

 

Omzet, behalve als voorzien in 3.10b

3.10b

Facultatief

Omzet voor landbouw, jacht en bosbouw, visserij, openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale zekerheid, privé-huishoudens met personeel en extraterritoriale organisaties

3.11

 

Institutionele sector en subsector overeenkomstig het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen

Aanvullende kenmerken voor tot een ondernemingengroep behorende ondernemingen

BAND MET ONDERNEMINGENGROEP

3.12

Identificatienummer van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep (4.1) waarvan de onderneming deel uitmaakt


4. ONDERNEMINGENGROEP

IDENTIFICATIEKENMERKEN

4.1

 

Identificatienummer van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

4.2a

 

Naam van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

4.2b

Facultatief

Postadres, e-mailadres en webadres van het hoofdkantoor van de ingezeten/partiële ondernemingengroep

4.3

Ten dele verplicht

Identificatienummer van het ingezeten hoofd van de partiële ondernemingengroep (d.w.z. het identificatienummer van de juridische eenheid die aan het hoofd van de ingezeten groep staat)

Verplicht: Indien de eenheid die zeggenschap heeft een natuurlijk persoon is die geen economisch subject is, wordt deze informatie alleen geregistreerd wanneer zij in de administratieve bronnen beschikbaar is.

4.4

 

Type ondernemingengroep:

1.

geheel in één land gevestigde ondernemingengroep;

2.

partiële groep met binnenlandse zeggenschap;

3.

partiële groep met buitenlandse zeggenschap

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

4.5

 

Datum van vorming van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

4.6

 

Datum van ontbinding van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

4.7

 

Hoofdactiviteit van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep volgens de tweecijfercode van de NACE

4.8

Facultatief

Nevenactiviteiten van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep volgens de tweecijfercode van de NACE

4.9

 

Aantal werkzame personen in de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

4.10

Facultatief

Geconsolideerde omzet

Aanvullende kenmerken voor multinationale ondernemingengroepen (typen 2 en 3 in 4.4)

Registratie van de variabelen 4.11 en 4.12a is facultatief totdat overeenkomstig artikel 11 de toezending van gegevens over multinationale groepen ten uitvoer is gelegd.

IDENTIFICATIEKENMERKEN

4.11

 

Identificatienummer van de internationale groep

4.12a

 

Naam van de internationale groep

4.12b

Facultatief

Land van registratie, postadres, e-mailadres en webadres van het hoofdkantoor van de internationale groep

4.13a

 

Identificatienummer van het internationale groepshoofd, indien deze eenheid ingezeten is (d.w.z. het identificatienummer van de juridische eenheid die groepshoofd is)

Indien het hoofd van de internationale groep niet ingezeten is, zijn land van registratie

4.13b

Facultatief

Identificatienummer van het hoofd van de internationale groep of naam en adres als dit niet ingezeten is

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

4.14

Facultatief

Aantal werkzame personen in de gehele internationale groep

4.15

Facultatief

Land waar het beslissingscentrum van de internationale groep is gevestigd

4.17

Facultatief

Geconsolideerde omzet van de gehele internationale groep

4.16

Facultatief

Landen waar ondernemingen of lokale eenheden zijn gevestigd


(1)  Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 1).

P6_TA(2006)0230

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (COM(2005)0121 — C6-0098/2005 — 2005/0050(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0121) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 156, artikel 157, lid 3 en artikel 175, lid 1van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0098/2005),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie economische en monetaire zaken en de Begrotingscommissie (A6-0180/2006),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TC1-COD(2005)0050

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 1 juni 2006 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2006/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 156, artikel 157, lid 3, en artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Raad van Lissabon stelde zich op 23 en 24 maart 2000 ten doel om van de Europese Unie de meest competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. Hij benadrukte het belang om een gunstig klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (het MKB) te creëren en vond het belangrijk beste werkwijzen te verspreiden en toe te zien op een grotere convergentie tussen de lidstaten. Op 15 en 16 juni 2001 stelde de Europese Raad van Göteborg de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling vast om ervoor te zorgen dat economische groei, sociale integratie en milieubescherming hand in hand gaan. De productiepatronen van ondernemingen spelen een belangrijke rol bij de duurzame ontwikkeling.

(2)

Om bij te dragen tot de vergroting van het concurrentie- en innovatievermogen van de Gemeenschap, de uitbouw van de kennismaatschappij en een duurzame ontwikkeling op basis van een evenwichtige economische groei moet een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (hierna „het kaderprogramma” genoemd) worden vastgesteld.

(3)

Dit is in overeenstemming met de mededeling van de Commissie van 2 februari 2005 aan de voorjaarsvergadering van de Europese Raad, getiteld „Samen werken aan werkgelegenheid en groei — Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie”. Hierin wordt gevraagd om maatregelen die groei en concurrentievermogen opleveren en het investeren en werken in Europa aantrekkelijker maken. Daarbij wordt herinnerd aan de noodzaak ondernemersinitiatieven te stimuleren, voldoende durfkapitaal voor de oprichting van bedrijven aan te trekken en een sterke industriële basis in Europa te behouden, terwijl tegelijkertijd innovatie en met name eco-innovatie, de verbreiding van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen moeten worden bevorderd. Terwijl het concurrentievermogen grotendeels tot stand komt door een vitaal bedrijfsleven dat werkzaam is in een open, competitieve markt en gesteund wordt door de juiste randvoorwaarden, en met name door een regelgeving die innovatie begunstigt, moet de communautaire financiering een rol spelen bij het realiseren van een hefboomeffect en aanvullende financiering bieden wanneer er sprake is van een marktfalen.

(4)

In het Europees Handvest voor kleine ondernemingen (hierna „het Handvest” genoemd), zoals onderschreven door de Europese Raad van Santa Maria de Feira op 19 en 20 juni 2000, worden kleine ondernemingen als „de ruggengraat van de Europese economie” aangeduid. In het nationale en Europese beleid dient nadrukkelijker rekening te worden gehouden met de specifieke aard, vereisten en verwachtingen van kleine en ambachtsbedrijven. In de maatregelen van de Gemeenschap ter bevordering van het MKB, zoals de mededeling van de Commissie van 10 november 2005„Het communautair Lissabon-programma — Uitvoering van een modern KMO-beleid voor groei en werkgelegenheid”, dient rekening te worden gehouden met de doelstellingen in het Handvest, en het kaderprogramma dient te worden gebruikt als middel om vooruitgang te boeken ten aanzien van de doelstellingen die daarin zijn opgenomen.

(5)

Het kaderprogramma dient met name gericht te zijn op het MKB, zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (4). In het programma dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de specifieke kenmerken en vereisten van „gazelles”, alsook van kleine en ambachtsbedrijven en specifieke doelgroepen, zoals vrouwelijke ondernemers.

(6)

In het kaderprogramma moeten de specifieke maatregelen van de Gemeenschap op het gebied van ondernemerschap, het MKB, het concurrentievermogen van de industrie, innovatie, ICT, milieutechnologieën en intelligente energie worden samengevoegd, die tot dusver waren geregeld in Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (5), Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (6), Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (7), Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (8), Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (9), Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003- 2006) (10) en Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEuropa actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerken informatiebeveiliging (Modinis) (11).

(7)

In het kaderprogramma dient een reeks gemeenschappelijke doelen te worden vastgesteld, alsmede de totale financiële middelen voor de uitvoering van deze doelen, verschillende soorten uitvoeringsmaatregelen en de regelingen voor toezicht en evaluatie en voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen.

(8)

In overeenstemming met de mededeling van de Commissie van 11 maart 2003„Innovatiebeleid: actualisering van de aanpak van de Europese Unie in de context van de strategie van Lissabon” en in het licht van de Oslo-handleiding van de OESO wordt onder innovatie verstaan de vernieuwing en uitbreiding van het gamma producten en diensten en van de daarmee samenhangende markten; de invoering van nieuwe ontwerp-, productie-, toeleverings- en distributiemethodes; de invoering van veranderingen in het beheer, de arbeidsorganisatie, en de arbeidsomstandigheden en de kwalificaties van de werknemers en omvat technologische, niet-technologische en organisationele innovatie.

(9)

Activiteiten betreffende onderzoek en technologische ontwikkeling die in overeenstemming met artikel 166 van het Verdrag worden uitgevoerd, blijven buiten beschouwing in dit kaderprogramma, dat een aanvulling dient te zijn op het zevende kaderprogramma van de Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013), dat is vastgesteld bij Besluit nr. .../2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van ... (12) (hierna „het zevende kaderprogramma voor OTO” genoemd), doordat aandacht wordt besteed aan innovaties, met inbegrip van zowel technologische als niet-technologische innovaties, die de laatste demonstratiefase hebben doorlopen en gereed zijn voor markttoepassing (het testen van innovaties voor toepassing op markten). Gewaarborgd dient te worden dat er geen financieringskloof ontstaat tussen onderzoek/ ontwikkeling en toepassing (technologie-overdrachtsactiviteiten met inbegrip van de prezaaifase). Het financieren van de overdracht van onderzoeksresultaten naar commercialisering is derhalve een taak die uitgevoerd dient te worden in nauwe coördinatie met het zevende kaderprogramma voor OTO, alsmede andere van toepassing zijnde onderzoeksprogramma's.

(10)

Het kaderprogramma betreft ook de markttoepassing van bestaande technologieën die op een nieuwe en innovatieve wijze worden gebruikt. Onder bepaalde omstandigheden zullen proefprojecten voor technologische demonstratie onder beide programma's vallen, met name het kaderprogramma en het zevende kaderprogramma voor OTO. Dit zal alleen het geval zijn wanneer bepaalde technologische oplossingen (bijv. technische standaarden op ICT-gebied) moeten worden gevalideerd tijdens de markttoepassingsfase van een reeds op andere wijze gedemonstreerde technologie.

(11)

Het kaderprogramma dient een aanvulling te zijn op de structuurfondsen en andere toepasselijke communautaire programma's, met erkenning van het feit dat elk instrument werkt op basis van zijn eigen specifieke procedures. Aldus zullen dezelfde in aanmerking komende kosten niet dubbel gefinancierd worden.

(12)

De gemeenschappelijke doelen van het kaderprogramma worden gerealiseerd door middel van specifieke programma's, getiteld „Programma voor ondernemerschap en innovatie”, „Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid” en „Programma Intelligente energie — Europa”.

(13)

In alle onder het kaderprogramma vallende programma's en activiteiten dient rekening te worden gehouden met de beginselen van transparantie en gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

(14)

Dit besluit stelt voor de gehele looptijd van het kaderprogramma de financiële middelen vast die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (13).

(15)

Voor ieder specifiek programma moet een eigen, indicatief budget gereserveerd worden.

(16)

Om ervoor te zorgen dat de financiering beperkt blijft tot ingrepen bij marktfalen en om marktverstoringen te vermijden, moet de financiering via het kaderprogramma in overeenstemming zijn met de communautaire voorschriften inzake staatssteun en de flankerende instrumenten en met de geldende communautaire definitie van het MKB.

(17)

Ingevolge de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (hierna „EER-overeenkomst” genoemd) en de aanvullende protocollen bij de associatieovereenkomsten kunnen de desbetreffende landen aan de Gemeenschapsprogramma's deelnemen. Deelneming van andere landen is mogelijk wanneer overeenkomsten en procedures daartoe de mogelijkheid bieden.

(18)

Het kaderprogramma en de specifieke programma's moeten regelmatig worden gecontroleerd en geëvalueerd, zodat ze in voorkomend geval kunnen worden aangepast. Waar mogelijk moet in evaluatieverslagen de gender-mainstreaming bij programma-activiteiten worden onderzocht.

(19)

Ook moeten passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude worden genomen. Ingevolge Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (14), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (15) en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (16) moeten verder de nodige stappen worden gezet om verloren, ten onrechte uitbetaalde of onjuist bestede bedragen terug te vorderen.

(20)

De groei en het concurrentievermogen van ondernemingen in de industrie en de dienstensector hangen af van hun vermogen zich snel aan veranderingen aan te passen, hun innovatieve potentieel te exploiteren en kwaliteitsproducten te ontwikkelen. Deze uitdaging geldt voor alle ondernemingen, ongeacht hun omvang, maar in het bijzonder voor kleinere ondernemingen. Het is daarom gepast een specifiek programma, getiteld „Programma voor ondernemerschap en innovatie”, vast te stellen.

(21)

De Gemeenschap kan als katalysator en coördinator van de inspanningen van de lidstaten optreden. Zij kan bijdragen aan hun prestaties en deze aanvullen, met name door de uitwisseling van nationale en regionale ervaringen en werkwijzen te bevorderen, door de beste werkwijzen en innovatieve ideeën vast te stellen en te verspreiden en door ertoe bij te dragen dat overal in Europa diensten ter ondersteuning van bedrijven en innovatie, met name voor het MKB, beschikbaar zijn.

(22)

In haar mededeling aan de Raad en het Europees Parlement van 28 januari 2004 over „Stimulering van technologieën voor duurzame ontwikkeling: een actieplan voor de Europese Unie inzake milieutechnologieën” vraagt de Commissie om Gemeenschapsprogramma's ter ondersteuning van de ontwikkeling en verbreiding van milieutechnologieën en om het inzetten van financiële instrumenten om de risico's van investeringen in milieutechnologieën te delen.

(23)

Teneinde totstandkoming van een Europese markt voor innovatieve producten en diensten te ondersteunen, is het noodzakelijk dat de lidstaten en de Commissie aantrekkelijke voorwaarden scheppen voor innovatieve producten en diensten, onder meer door middel van een pro-actieve benadering van overheidsopdrachten, teneinde leidinggevende markten te creëren, waarbij tegelijkertijd de toegang voor het MKB en de kwaliteit van openbare diensten dient te worden verbeterd, alsook door middel van betere regelgeving en normen op basis van een vroege anticipatie op de behoeften. De Commissie dient richtsnoeren te verstrekken over de kwestie van innovatievriendelijke overheidsopdrachten.

(24)

Met betrekking tot technologische innovatie dient het MKB ertoe worden aangemoedigd betrokken te raken bij hoogtechnologische sectoren, zoals ruimtevaart en veiligheid, en gestimuleerd worden toepassingen te ontwikkelen die worden aangeboden in het kader van het satellietnavigatiesysteem Galileo.

(25)

Eco-innovatie is elke vorm van innovatie die gericht is op significante en aantoonbare vooruitgang in de richting van het doel van duurzame ontwikkeling, door het beperken van milieu-effecten of het behalen van een efficiënter en verantwoordelijker gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie. Eco-innovatie is een progressief concept en het kaderprogramma moet derhalve kunnen reageren op veranderingen. De bevordering van eco-innovatie via het kaderprogramma is erop gericht een bijdrage te leveren tot de tenuitvoerlegging van het actieplan inzake milieutechnologieën.

(26)

Rekening houdend met de activiteiten in het kader van het LIFE+-milieuprogramma („LIFE+”) dient het kaderprogramma de opname van milieutechnologieën via proefprojecten en markttoepassingsprojecten te stimuleren, waardoor de kloof tussen succesvolle demonstratie van innovatieve technologieën en opname daarvan door de markt wordt verkleind, en barrières voor marktpenetratie wegnemen, waardoor vrijwillige vormen van aanpak op gebieden zoals het milieubeheer worden bevorderd, alsmede relevante actoren samenbrengen in netwerken. Het dient eco-innovatie door ondernemingen te ondersteunen via projecten en mede-investeringen in risicokapitaalfondsen, maar geen dubbele financiering verstrekken voor kosten die gefinancieerd worden uit hoofde van LIFE+.

(27)

De financiële marktinstrumenten van de Gemeenschap ten behoeve van het MKB vormen een aanvulling op de nationale financiële programma's en zorgen voor een hefboomwerking. Zij kunnen met name particuliere investeringen voor de oprichting van nieuwe innovatieve bedrijven stimuleren en bedrijven met een hoog groeipotentieel die zich nog in hun ontwikkelingsfase bevinden, helpen een vastgesteld tekort aan eigen middelen te verkleinen. Zij kunnen de toegang van bestaande MKBbedrijven tot leningen voor activiteiten ter ondersteuning van hun concurrentievermogen en groeipotentieel verbeteren.

(28)

Het Europees Investeringsfonds (EIF) is het gespecialiseerde Gemeenschapsinstrument dat risicokapitaal en garantie-instrumenten voor het MKB beschikbaar stelt. Dit fonds besteed speciale aandacht aan de ondersteuning van microfinanciering en financiering in een vroeg stadium in overeenstemming met de marktvraag en de beste werkwijzen. Het draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap, onder meer waar het gaat om de kennismaatschappij, innovatie, groei, werkgelegenheid en de bevordering van een ondernemingszin. Het EIF zorgt voor de noodzakelijke continuïteit in het beheer van Gemeenschapsprogramma's en heeft daarbij veel ervaring opgedaan. Dat het EIF namens de Commissie communautaire financiële instrumenten ten behoeve van het MKB beheert, wordt dan ook door onafhankelijke deskundigen als een goede werkwijze beschouwd. Het EIF is ook deskundig op het gebied van de ondersteuning van nieuwe, op publiek-private samenwerking gebaseerde acties van de lidstaten, die ten doel hebben op de kapitaalmarkten risicovolle investeringen aan te trekken ten behoeve van innovatieve kleine bedrijven.

(29)

Op handen zijnde veranderingen in het financiële klimaat en nieuwe boekhoudnormen leiden ertoe dat financiële instellingen gevoeliger worden voor risico's en dat er een rating-cultuur ontstaat, waardoor de kredietvoorziening aan het MKB, tenminste gedurende een overgangsfase, kan worden ingeperkt. Het Programma voor ondernemerschap en innovatie moet daarom inspelen op de veranderende financiële behoeften van het MKB, waaronder de behoefte aan financiering vanuit de regio en de aanpassing aan het nieuwe financiële klimaat, maar moet marktverstoringen vermijden. Voorts dienen de activiteiten bij te dragen tot verbetering van het vermogen van financiële instellingen om de risico's in verband met innovatie te beoordelen, met het oog op het ontwikkelen van een technologiewaarderingssysteem, en tot verbetering van het vermogen van het MKB om de financieringsinstrumenten die door de markt worden aangeboden beter te benutten.

(30)

Diensten van hoge kwaliteit ter ondersteuning van het bedrijfsleven en innovatie spelen een belangrijke rol bij het doorgeven van informatie aan het MKB over de werking en de mogelijkheden van de interne markt voor goederen en diensten en bij de transnationale overdracht van innovatie, kennis en technologie. Ook zijn zij van cruciaal belang bij het vergemakkelijken van de toegang van het MKB tot informatie over de Gemeenschapswetgeving die op hen van toepassing is, en ook over toekomstige wetgeving, zodat zij op kosteneffectieve wijze daarop kunnen inspelen. Met de bestaande Europese ondersteuningsnetwerken voor bedrijven, zoals de Euro Info Centres (EIC'S) en de Innovation Relay Centres (IRC'S), zijn aanzienlijke ervaringen opgedaan en vaardigheden ontwikkeld. Uit externe analyses is gebleken dat de horizontale rol bij het verlenen van Europese diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven moet worden versterkt, met inbegrip van het optimaliseren van de samenwerking tussen bestaande diensten en help-desks, met als oogmerk een „één-loket” te scheppen gegrond op de toezegging dat ondersteuning overal kan gegeven worden waar ze gevraagd wordt. Dit betreft de verspreiding van informatie over Gemeenschapsprogramma's en de bevordering van de deelname van het MKB aan die programma's, en met name aan het zevende kaderprogramma voor OTO. Verder blijkt uit analyses dat het belangrijk is de interactie tussen de Commissie en het MKB te vergemakkelijken.

(31)

De Gemeenschap dient zich te voorzien van een degelijke analytische basis ter ondersteuning van de beleidsvorming op het gebied van het MKB, ondernemerschap, innovatie en het concurrentievermogen in de industrie. Die basis moet een toegevoegde waarde leveren aan de informatie die op nationaal niveau op deze gebieden beschikbaar is. De Gemeenschap moet zorgen voor de gemeenschappelijke ontwikkeling van concurrentievermogenstrategieën voor de industrie en de dienstensector en voor de bevordering van beste werkwijzen met betrekking tot het ondernemingsklimaat en de ondernemingscultuur, met inbegrip van vaardigheden, maatschappelijk verantwoord ondernemen en gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Ook moet zij de opkomst van jonge ondernemers bevorderen door onder meer opleiding en permanente scholing en doorstroming van school naar hoger onderwijs.

(32)

De Europese Raad van 20 en 21 maart 2003 in Brussel gaf prioriteit aan innovatie en ondernemerschap en benadrukte dat Europa meer moet doen om ideeën in een werkelijke toegevoegde waarde om te zetten. Hij riep op de voorwaarden te creëren waarbij het bedrijfsleven tot innovatie overgaat. Het lineaire innovatiemodel, waarbij wordt verondersteld dat onderzoek rechtstreeks tot innovatie leidt, blijkt niet te volstaan om de innovatieprestaties te verklaren of om goede beleidsreacties op innovatiegebied te ontwerpen. Ervan uitgaande dat het innovatieproces staat of valt met de ondernemingen, moeten de financiering ter stimulering van innovatieve activiteiten van ondernemingen en de omzetting van de resultaten van innovatie in marktproducten, alsmede de innovatiegovernance en -cultuur deel gaan uitmaken van het Programma voor ondernemerschap en innovatie. Dit moet ertoe bijdragen dat innovatie het concurrentievermogen helpt bevorderen en tot een praktische toepassing in het bedrijfsleven leidt. De Europese Raad van 25 en 26 maart 2004 in Brussel voegde hieraan nog toe dat schone technologieën van levensbelang zijn voor een volledige exploitatie van de synergieën tussen het bedrijfsleven en het milieu. De bevordering van eco-innovatie, waartoe ook innovatieve schone technologieën behoren, kan ertoe bijdragen de mogelijkheden hiervan te exploiteren.

(33)

De markt voor de overdracht en absorptie van kennis is vaak ondoorzichtig en het gebrek aan informatie of het niet in staat zijn contacten te leggen, leidt tot marktbelemmeringen. Bedrijven vinden het ook moeilijk technologieën die geen deel uitmaken van hun traditionele werkterrein, in hun arbeidsproces te integreren en om toegang te krijgen tot nieuwe soorten vaardigheden. De financiële risico's bij innovatie kunnen hoog zijn, terwijl de winstgevendheid door problemen bij de ontwikkeling kan worden vertraagd en het voor de belastingen soms verschil maakt of de innovatie wel of niet slaagt. De vaardigheden die nodig zijn om de mogelijkheden te gebruiken, zijn wellicht niet in voldoende mate aanwezig. Belemmeringen van institutionele of regelgevende aard kunnen het ontstaan van en de toegang tot nieuwe markten vertragen of hinderen. Het faillissementsrecht kan, vanwege de angst voor mislukking, een sterk ontmoedigend effect hebben op de bereidheid om ondernemersrisico's aan te gaan. Bovendien ligt het vaak aan de economische omstandigheden of bedrijven wel of niet gaan innoveren. De ontwikkeling van een bedrijfsomgeving die bevorderlijk is voor ondernemerschap, concurrentie en innovatie dient ook de verbetering van bedrijfs- en innovatiegerelateerde economische en administratieve hervormingen te behelzen, in het bijzonder ten behoeve van grotere concurrentiekracht, vermindering van de administratieve lasten voor het MKB en een betere regelgevingsomgeving voor ondernemerschap, het opzetten en overdragen van bedrijven, groei en innovatie.

(34)

Die belemmeringen voor de marktpenetratie van innovatietechnologieën zijn bijzonder belangrijk wanneer het gaat om milieutechnologieën. De milieukosten van goederen en diensten komen vaak niet volledig tot uiting in de marktprijzen. Het gedeelte van de kosten dat niet in de marktprijs tot uiting komt, komt ten laste van de gemeenschap als geheel en niet van de veroorzakers van de vervuiling. Dit marktfalen en het belang dat de Gemeenschap erbij heeft om op een kosteneffectievere wijze natuurlijke hulpbronnen te behouden, vervuiling te voorkomen en het milieu te beschermen, rechtvaardigen de grotere steun voor eco-innovatie.

(35)

De Gemeenschapsacties op innovatiegebied hebben ten doel de ontwikkeling van een innovatiebeleid in de lidstaten en de regio's te ondersteunen en de toepassing van synergieën tussen het innovatiebeleid en de ondersteunende activiteiten van Europa, de lidstaten en de regio's te vergemakkelijken. De Gemeenschap is in staat transnationale uitwisselingen, het wederzijdse leerproces en netwerkvorming te bevorderen en samenwerking bij het innovatiebeleid te stimuleren. Netwerkvorming door belanghebbenden is de sleutel voor een vergemakkelijking van de kennis- en ideeënstroom die noodzakelijk is voor innovatie.

(36)

De resolutie waaraan de Raad tijdens de Raad Telecommunicatie van 9 december 2004 in Brussel zijn goedkeuring hechtte, biedt de grondslag voor het voorstel voor een nieuw initiatief op het gebied van de informatiemaatschappij ter versterking van de bijdrage van de informatiemaatschappij aan de prestaties van Europa. In haar bovenvermelde mededeling van 2 februari 2005 over een nieuwe start voor de Lissabon-strategie stelt de Commissie voor de inspanningen erop te concentreren „sterkere en duurzame groei [te] bewerkstelligen en meer en betere banen [te] creëren”. Zij benadrukt dat de verbreiding van ICT in zowel de private als de openbare sector een belangrijk element voor de verbetering van Europa's innovatieprestaties en concurrentievermogen is. Daarom moet het „Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid” vastgesteld.

(37)

Acties in het kader van het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid dienen ook bij te dragen tot de doelstellingen van de i2010-strategie, terwijl tevens rekening dient te worden gehouden met andere communautaire programma's op ICT-gebied, teneinde duplicatie van inspanningen te vermijden.

(38)

ICT is de ruggengraat van de kenniseconomie. Zij neemt ongeveer de helft van de productiviteitsgroei in moderne economieën voor haar rekening en biedt unieke oplossingen voor de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen. De verbetering van diensten van de overheidssector en van algemeen belang moet plaatsvinden in nauwe samenwerking met de desbetreffende communautaire beleidsgebieden van de Gemeenschap, zoals gezondheidszorg, onderwijs en opleiding, milieu, vervoer, ontwikkeling van de interne markt en mededinging.

(39)

De toepassing en het beste gebruik van oplossingen op basis van innovatieve ICT moeten worden gestimuleerd, met name wanneer het gaat om diensten op gebieden van openbaar belang met inbegrip van het verbeteren van de kwaliteit van het leven van minder bevoordeelde groepen in de samenleving, zoals gehandicapten en ouderen. De ondersteuning door de Gemeenschap moet ook de coördinatie en de uitvoering van acties voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij in alle lidstaten vergemakkelijken.

(40)

In de tussentijdse evaluatie van het eTEN-programma (trans-Europees netwerk voor Telecom) wordt voor communautaire interventies bij projecten ter ondersteuning van trans-Europese diensten op gebieden van openbaar belang een vraaggestuurde aanpak aanbevolen.

(41)

De mededelingen van de Commissie over de elektronische overheid en de elektronische gezondheidszorg en de conclusies van de Raad in verband hiermee verlangen een grotere inspanning op het gebied van innovatie, de uitwisseling van goede werkwijzen en interoperabiliteit, en stellen vast dat er behoefte bestaat aan grotere synergieën tussen verwante programma's van de Gemeenschap. Interoperabiliteit is van groot belang voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij.

(42)

Er is bij Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (17), Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (18) en Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (19) een wettelijk kader vastgesteld om in te spelen op de uitdagingen van de digitale inhoud in de informatiemaatschappij.

(43)

Uiteenlopende praktijken van de lidstaten werpen belemmeringen op die een ruime toegang tot en het hergebruik van overheidsinformatie in de Unie tegenhouden.

(44)

Bij de Gemeenschapsacties inzake digitale inhoud moet rekening worden gehouden met de meertaligheid en culturele verscheidenheid van de Gemeenschap.

(45)

De natuurlijke hulpbronnen, die ingevolge artikel 174 van het Verdrag behoedzaam en rationeel moeten worden gebruikt, omvatten, naast de duurzame energiebronnen, ook aardolie, aardgas en vaste brandstoffen, die weliswaar essentiële energiebronnen zijn, maar tevens de voornaamste bronnen van kooldioxide-emissies zijn.

(46)

Het Groenboek „Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening” van de Commissie stelde dat de Europese Unie steeds afhankelijker van externe energiebronnen wordt en dat haar afhankelijkheid in de komende twintig tot dertig jaar tot 70 % zou kunnen toenemen. Daarom legde het de nadruk op de noodzaak het aanbodbeleid in evenwicht te brengen door duidelijke maatregelen ten behoeve van een op de vraag gericht beleid en riep het op tot een beheerster en milieuvriendelijker gebruik, met name door vervoer en bouwnijverheid. Ook werd gevraagd aan de aanbodzijde prioriteit te geven aan de ontwikkeling van nieuwe en duurzame energiebronnen, enerzijds als reactie op de uitdaging van de aardopwarming, en anderzijds om het vroeger al eens in actieprogramma's en resoluties gestelde doel te bereiken om het aandeel van energie uit duurzame energiebronnen in het bruto binnenlandse verbruik uiterlijk in 2010 tot 12% op te voeren.

(47)

Ingevolge Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit duurzame energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (20) moeten de lidstaten nationale indicatieve streefcijfers vaststellen die verenigbaar zijn met het algemene indicatieve streefcijfer van de Gemeenschap: 12% van het bruto binnenlandse energieverbruik in 2010, en in het bijzonder met het indicatieve aandeel van de elektriciteit uit duurzame energiebronnen: 22,1% in het totale elektriciteitsverbruik van de Gemeenschap in 2010. In de mededeling van de Commissie van 26 mei 2004„Het aandeel van hernieuwbare energie in de EU” wordt gewaarschuwd dat het streefcijfer van een aandeel van duurzame energie in het totale energieverbruik van de Gemeenschap van 12% in 2010 alleen haalbaar is wanneer omvangrijke extra acties worden ondernomen.

(48)

Ingevolge Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen (21) moeten de lidstaten voor nieuwe en bestaande gebouwen minimumeisen inzake energieprestaties toepassen, zorgen voor een energiecertificering van gebouwen en eisen dat c.v.-ketels en airconditioningsystemen in gebouwen regelmatig worden gekeurd.

(49)

Ingevolge Richtlijn 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere duurzame brandstoffen in het vervoer (22) moeten de lidstaten erop toezien dat een minimaal aandeel van biobrandstoffen en andere duurzame brandstoffen op hun markten wordt aangeboden.

(50)

Ingevolge Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt (23) moeten de lidstaten analyses van hun potentieel voor hoogrendabele warmtekrachtkoppeling uitvoeren en steunregelingen vaststellen die in overeenstemming zijn met het vastgestelde nationale potentieel.

(51)

Om de uitvoering van deze Gemeenschapsmaatregelen te vergemakkelijken, een grotere marktpenetratie voor duurzame energiebronnen te bereiken en de energie-efficiëntie te verbeteren, is er behoefte aan specifieke communautaire stimuleringsprogramma's, die de voorwaarden moeten scheppen voor de overgang naar duurzame energiesystemen; in het bijzonder moet steun worden gegeven aan de normalisering van de apparatuur waarmee duurzame energiebronnen worden geproduceerd of verbruikt, moet de technologie op ruimere schaal worden toegepast en moeten de beste werkwijzen bij het beheer van de vraagzijde worden verbreid. Hetzelfde geldt voor Gemeenschapsmaatregelen in verband met de etikettering van de energie-efficiëntie van elektrische, elektronische, kantoor- en communicatieapparatuur en de normalisering van verlichtings-, verwarmings- en airconditioningssystemen. Daarom moet het „Programma Intelligente energie — Europa” worden vastgesteld.

(52)

Het Programma Intelligente energie — Europa moet bijdragen tot het bereiken van de algemene doelstellingen van verbetering van energiediversificatie, verbetering van de zekerheid van de energievoorziening en verhoging van het concurrentievermogen van ondernemingen in de Unie, met name van MKB-bedrijven, waarbij tegelijkertijd het milieu moet worden beschermd en aan de internationale verplichtingen op dit gebied moet worden voldaan. De maatregelen ter verbetering van de energieefficiëntie in het kader van het specifieke programma dienen tevens gericht te zijn op technologische verbeteringen van productieprocessen en efficiëntiewinsten via verbetering van de vervoerslogistiek.

(53)

Om ervoor te zorgen dat de vastgestelde strategie voor duurzame energie zich in volle omvang kan ontplooien, is het niet alleen noodzakelijk dat de Gemeenschap de ontwikkeling en uitvoering van het beleid blijft steunen en bestaande, niet-technologische belemmeringen door middel van uitgebreide voorlichtingscampagnes verwijdert, maar moet bovenal in de gehele Gemeenschap sneller steun worden gegeven aan investeringen in innovatieve technologieën, waarvan de introductie op de markt moeten worden gestimuleerd.

(54)

Duurzame energiebronnen en energie-efficiëntie bieden niet alleen milieuvoordelen, ze behoren ook tot de snelst groeiende bedrijfstakken in de Gemeenschap en creëren nieuwe, innovatieve banen. De Europese industrie is de nummer één ter wereld bij de ontwikkeling van technologieën voor de opwekking van elektriciteit uit duurzame energie. Deze technologieën bevorderen de economische en sociale cohesie en voorkomen de verspilling van natuurlijke hulpbronnen.

(55)

Beschikking nr. 1230/2003/EG loopt af op 31 december 2006.

(56)

Drie van de vier specifieke gebieden van het bij Beschikking nr. 1230/2003/EG vastgestelde programma moeten in het kader van dit kaderprogramma worden voortgezet: i) de bevordering van energie-efficiëntie en het rationeel gebruik van energiebronnen (’SAVE’), ii) de bevordering van nieuwe en duurzame energiebronnen (’ALTENER’), en iii) de bevordering van energie-inefficiëntie en het gebruik van nieuwe en duurzame energiebronnen in het vervoer (’STEER’).

(57)

De internationale dimensie (’COOPENER’) van het bij Beschikking nr. 1230/2003/EG vastgestelde programma moet worden voortgezet in het kader van het nieuwe Gemeenschapsinstrument voor buitenlandse hulp als onderdeel van een thematisch programma voor milieubehoud en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie. Er moet echter worden gezorgd voor een nauwe samenhang tussen het toepasselijke deel van het thematische programma en het programma „Intelligente energie — Europa”, teneinde MKB-bedrijven te helpen profiteren van de potentiële markten voor intelligente energie die buiten Europa bestaan.

(58)

Overeenkomstig de beginselen van goed bestuur en betere regelgeving heeft de Commissie onafhankelijke deskundigen opgedragen vooraf een evaluatie te maken van een hernieuwd communautair meerjarenprogramma op energiegebied, dat op 31 december 2006 het huidige programma Intelligente energie — Europa zou moeten opvolgen. In hun verslag komen de deskundigen tot de conclusie dat het noodzakelijk is dat programma na 2006 voort te zetten en er een uitgebreider en ambitieuzer instrument van te maken. Dit programma moet voorts worden opgezet met het oog op verdere verbetering van de Europese kracht en uitmuntendheid op het gebied van duurzameenergietechnologieën en de toepassing daarvan.

(59)

Bij de uitvoering van het kaderprogramma dient rekening te worden gehouden met de noodzaak van gebruiksvriendelijkheid en administratieve vereenvoudiging. De Commissie dient een gebruikershandleiding met daarin een duidelijk, eenvoudig en transparant raamwerk van algemene beginselen voor de deelname van de begunstigden aan het kaderprogramma te publiceren en zo wijd mogelijk te verspreiden. Dit dient met name de deelname van het MKB te vergemakkelijken. De gebruikershandleiding dient beschrijvingen van de rechten en plichten van de begunstigden te bevatten; financiële bepalingen, zoals in aanmerking komende kosten en steunpercentages; beginselen voor administratieve regels en procedures, in het bijzonder gebruiksvriendelijke aanvraagprocedures met, waar passend, een tweetrapsaanvraagprocedure en met de voorwaarde dat een dergelijke procedure de tijdsspanne tussen evaluatie en ondertekening van het contract niet verlengt; de regels voor het gebruik en de verspreiding van de resultaten van projecten; en beginselen voor de evaluatie, selectie en gunning van voorstellen.

(60)

De Commissie kan voor de tenuitvoerlegging van het kaderprogramma, op basis van een kostenbatenanalyse, gebruikmaken van een nieuw of een bestaand uitvoerend agentschap, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (24).

(61)

Het kaderprogramma moet voorts het denken over toekomstige structuren en behoeften in verband met Europees innovatiebeleid ondersteunen.

(62)

Daar de doelstellingen van dit besluit ter vergroting van het concurrentie- en innovatievermogen van de Gemeenschap, wegens de noodzaak van multilaterale partnerschap, transnationale mobiliteit en de uitwisseling van informatie in de gehele Gemeenschap, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de aard van de noodzakelijke acties en maatregelen beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(63)

De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (25).

(64)

Gezien de aard van de onderwerpen die in het kader van de specifieke programma's worden behandeld, moet de Commissie voor de uitvoering van ieder specifiek programma door een ander comité worden bijgestaan. Deze comités komen op gezette tijden tegelijkertijd bijeen om in gezamenlijke zittingen de horizontale of van algemeen belang zijnde kwesties te bespreken die door het POIbeheerscomité in samenwerking met de Commissie zijn vastgesteld.

(65)

In het belang van verbetering van de samenhang tussen elementen van het programma en de doeltreffendheid van het programma, wordt de Commissie met advies bijgestaan door een Raad voor strategisch advies inzake concurrentievermogen en innovatie.

(66)

Bij Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (26) is een meerjarenprogramma, eContentplus genaamd, vastgesteld. Dat besluit loopt op 31 december 2008 af. Daarna dienen de maatregelen om de digitale inhoud in Europa toegankelijker, bruikbaarder en beter exploiteerbaar te maken te worden voortgezet in het kader van het bij dit besluit vastgestelde Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid.

(67)

De in Beschikking 96/413/EG vervatte maatregelen moeten in het Programma voor ondernemerschap en innovatie worden geïntegreerd. Beschikking 96/413/EG dient derhalve te worden ingetrokken,

BESLUITEN:

TITEL I

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Hoofdstuk 1

Het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie

Artikel 1

Vaststelling

1.   Bij dit besluit wordt een kaderprogramma voor communautaire maatregelen op het gebied van concurrentievermogen en innovatie, hierna het „kaderprogramma” genoemd, met speciale aandacht voor de behoeften van het MKB, met een looptijd van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 vastgesteld.

2.   Het kaderprogramma draagt bij tot het concurrentie- en innovatievermogen van de Gemeenschap als moderne kennismaatschappij, gekenmerkt door duurzame ontwikkeling die gebaseerd is op een robuuste economische groei, op een zeer concurrentiële sociale markteconomie met een hoog beschermingsniveau en op verbetering van de milieukwaliteit.

3.   Activiteiten betreffende onderzoek en technologische ontwikkeling evenals demonstratie die in overeenstemming met artikel 166 van het Verdrag worden uitgevoerd, blijven in het kaderprogramma buiten beschouwing. Het kaderprogramma draagt bij tot het dichten van de kloof tussen onderzoek en innovatie en bevordert alle vormen van innovatie.

Artikel 2

Doelen

1.   Het kaderprogramma heeft de volgende doelen:

a)

stimulering van het concurrentievermogen van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf (MKB);

b)

bevordering van alle vormen van innovatie met inbegrip van eco-innovatie;

c)

versnelling van de ontwikkeling van een duurzame, competitieve, innovatieve en inclusieve informatiemaatschappij;

d)

bevordering van energie-efficiëntie en nieuwe en hernieuwbare energiebronnen in alle sectoren, met inbegrip van het vervoer.

2.   De doelen van het kaderprogramma worden gerealiseerd door uitvoering van de volgende specifieke, in titel II vastgestelde programma's, hierna „de specifieke programma's” genoemd:

a)

Programma voor ondernemerschap en innovatie;

b)

Programma ter ondersteuning van het beleid inzake informatie- en communicatietechnologie (ICT);

c)

Programma Intelligente energie — Europa.

Artikel 3

Begroting

1.   De financiële middelen voor de uitvoering van dit programma bedragen 3 196 miljoen EUR (27).

2.   Een indicatieve verdeling van de voor de specifieke programma's beschikbare middelen is opgenomen in bijlage I.

3.   De beschikbare jaarlijkse kredieten worden binnen de grenzen van het financieel kader toegestaan door de begrotingsautoriteit.

Artikel 4

Deelname van derde landen

Dit kaderprogramma staat open voor deelname van:

a)

de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER), overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in de EER-Overeenkomst;

b)

de toetredende landen en de kandidaat-lidstaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, overeenkomstig de algemene beginselen en de algemene voorwaarden die in de respectieve kaderovereenkomsten en besluiten van de Associatieraad voor deelname van deze landen aan EG-programma's zijn vastgesteld;

c)

de westelijke Balkanlanden, overeenkomstig de bepalingen die na de vaststelling van de kaderovereenkomsten voor de deelname door deze landen aan EG-programma's worden overeengekomen;

d)

andere derde landen wanneer overeenkomsten en procedures daartoe de mogelijkheid bieden.

Hoofdstuk II

Uitvoering van het kaderprogramma

Artikel 5

Jaarlijkse werkprogramma's

1.   De Commissie stelt, volgens de procedure van artikel 46, lid 2, een jaarlijks werkprogramma voor de specifieke programma's vast, daarbij rekening houdend met de noodzaak van aanpassing aan toekomstige ontwikkelingen, in het bijzonder na de tussentijdse evaluatie.

De Commissie zorgt voor de uitvoering van de jaarlijkse werkprogramma's en houdt het Europees Parlement volledig en zonder uitstel op de hoogte van de voorbereiding en tenuitvoerlegging ervan.

2.   Wijzigingen van de jaarlijkse werkprogramma's die betrekking hebben op toegewezen begrotingsmiddelen van meer dan 1 miljoen EUR, worden goedgekeurd volgens de procedure van artikel 46, lid 2.

Artikel 6

Gemeenschappelijke uitvoeringsmaatregelen voor het kaderprogramma

1.   De instrumenten zoals geschetst in hoofdstuk I, afdeling 2, hoofdstuk II, afdeling 2 en hoofdstuk III, afdeling 2, van Titel II vormen een gemeenschappelijk instrumentarium voor het kaderprogramma. Zij kunnen tevens worden gebruikt voor het behalen van de doelstellingen van elk specifiek programma zoals beschreven in het van toepassing zijnde jaarlijkse werkprogramma. Een alomvattende lijst van instrumenten met inbegrip van alle bijzonderheden wordt opgenomen in de gebruikershandleiding zoals bedoeld in artikel 47.

2.   Op de verleende financiering zijn de communautaire voorschriften inzake overheidssteun en de flankerende instrumenten volledig van toepassing. De regels van de Gemeenschap ten aanzien van de toegang van het publiek tot documenten zijn van toepassing. Er wordt rekening gehouden met de beginselen van transparantie en gender mainstreaming.

Artikel 7

Technische bijstand

De in het kader van dit besluit vastgestelde financiële middelen kunnen ook worden belast met de noodzakelijke uitgaven die verband houden met voorbereidende activiteiten, toezicht, controle, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de effectieve en efficiënte uitvoering van dit besluit en voor de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

Deze activiteiten betreffen met name studies, vergaderingen, voorlichtingsactiviteiten, publicaties, uitgaven voor computerhulpmiddelen, -systemen en -netwerken voor de uitwisseling en verwerking van gegevens, alsmede alle andere uitgaven voor technische, wetenschappelijke en administratieve bijstand en expertise waaraan de Commissie bij de uitvoering van het besluit behoefte mocht hebben.

Artikel 8

Toezicht en evaluatie

1.   De Commissie oefent regelmatig toezicht uit op de uitvoering van het kaderprogramma en zijn specifieke programma's. Zij onderzoekt tevens of er sprake is van synergieën binnen het kaderprogramma en met andere aanvullende communautaire programma's, alsook, waar mogelijk, met nationale programma's die mede door de EU worden gefinancierd. Waar mogelijk onderzoekt zij de gender-dimensie en de eerbiediging van het non-discriminatiebeginsel bij programma-activiteiten.

De Commissie stelt jaarlijks voor het kaderprogramma en voor ieder specifiek programma een uitvoeringsverslag op, waarin de ondersteunde activiteiten worden onderzocht aan de hand van de financiële uitvoering, de resultaten en, waar mogelijk, de effecten. In het jaarverslag van het specifieke programma „ondernemerschap en innovatie” worden activiteiten op het gebied van eco-innovaties duidelijk aangegeven.

2.   Het kaderprogramma en zijn specifieke programma's zijn het onderwerp van tussentijdse en eindevaluaties. In die evaluaties worden onderwerpen als de relevantie, coherentie en synergieën, doeltreffendheid, efficiëntie, duurzaamheid en nut behandeld, alsook, indien mogelijk en nodig, de verdeling van de kredieten over sectoren. Tijdens de eindevaluatie wordt voorts de mate bezien waarin via het kaderprogramma als geheel en via ieder specifiek programma de gestelde doelen zijn bereikt.

In verband met de tussentijdse en eindevaluaties worden de methoden toegepast die nodig zijn om te meten welke invloed het kaderprogramma en ieder specifiek programma hebben op de gestelde doelen, o.m. concurrentievermogen, innovatie, ondernemerschap, productiviteitsgroei, werkgelegenheid en milieu.

Tijdens de evaluaties wordt de kwaliteit onderzocht van de in artikel 21, lid 2, bedoelde diensten die worden geboden door de netwerkpartners. In de tussentijdse evaluaties kunnen ook elementen uit vroegere programma's achteraf worden geëvalueerd.

3.   De tussentijdse en eindevaluaties van de specifieke programma's en de noodzakelijke toewijzingen uit de begroting worden opgenomen in de respectieve jaarlijkse werkprogramma's.

In de jaarlijkse werkprogramma's wordt een reeks meetbare doelen vastgesteld voor iedere specifieke actie, en worden er aangepaste beoordelingscriteria en een reeks kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren bepaald om de doelmatigheid te meten van resultaten die zullen bijdragen tot verwezenlijking van de doelstellingen van het kaderprogramma als een geheel en van het desbetreffende specifieke programma.

De tussentijdse en eindevaluatie van het kaderprogramma en de noodzakelijke toewijzingen uit de begroting worden opgenomen in het jaarlijkse werkprogramma voor het „programma voor ondernemerschap en innovatie”.

4.   De tussentijdse evaluatie van het kaderprogramma wordt uiterlijk op 31 december 2009 afgesloten en de eindevaluatie uiterlijk op 31 december 2011.

Het tijdschema voor de tussentijdse en eindevaluaties van de specifieke programma's wordt zodanig vastgesteld dat met de resultaten ervan rekening kan worden gehouden in de tussentijdse en eindevaluatie van het kaderprogramma.

5.   De Commissie deelt de jaarlijkse verslagen over de uitvoering, de resultaten van de tussentijdse en eindevaluaties van het kaderprogramma en de specifieke programma's daarvan mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

Artikel 9

Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

1.   De Commissie ziet erop toe dat bij de uitvoering van uit hoofde van dit besluit gefinancierde acties de financiële belangen van de Gemeenschap worden beschermd door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen, zulks door de uitvoering van doeltreffende controles en de terugvordering van ten onrechte uitbetaalde bedragen en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 en Verordening (EG) nr. 1073/1999.

2.   Voor de uit hoofde van dit besluit gefinancierde communautaire acties zijn Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van toepassing op elke schending van een bepaling van het Gemeenschapsrecht, niet-nakoming van een op grond van het kaderprogramma bedongen contractuele verplichting met inbegrip van, als gevolg van een handelen of nalaten van een marktdeelnemer, die door een ongerechtvaardigde uitgave een nadelig effect heeft of zou hebben op de algemene begroting van de Europese Unie of op door de Europese Unie beheerde budgetten.

3.   Alle uitvoeringsmaatregelen uit hoofde van dit besluit voorzien met name in toezicht en financiële controle door de Commissie of een door haar gemachtigde vertegenwoordiger, en in audits van de Europese Rekenkamer, indien nodig ter plaatse.

TITEL II

SPECIFIEKE PROGRAMMA'S

Hoofdstuk 1

Programma voor ondernemerschap en innovatie

AFDELING 1

DOELSTELLINGEN EN WERKTERREINEN

Artikel 10

Vaststelling en doelstellingen

1.   Hierbij wordt het programma voor ondernemerschap en innovatie ter ondersteuning van het bedrijfsleven, met name het MKB, ondernemerschap, innovatie, met inbegrip van eco-innovatie, en het concurrentievermogen van de industrie vastgesteld (hierna het „Programma voor ondernemerschap en innovatie” genoemd).

2.   Het Programma voor ondernemerschap en innovatie omvat acties ter ondersteuning, verbetering, stimulering en bevordering van:

a)

toegang tot financiering voor de start en groei van MKB-bedrijven en de investering in innoverende activiteiten;

b)

het scheppen van een gunstig samenwerkingsklimaat voor het MKB, met name op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking;

c)

iedere vorm van innovatie in bedrijven;

d)

eco-innovatie;

e)

een ondernemerschaps- en innovatiecultuur;

f)

economische en administratieve hervormingen inzake ondernemingen en innovatie.

Artikel 11

Toegang tot financiering voor de start en groei van MKB-bedrijven

Acties in verband met de toegang tot financiering voor de start en groei van MKB-bedrijven en de investering in innoverende activiteiten, met inbegrip van eco-innovatie, kunnen betrekking hebben op:

a)

vergroting van de investeringsvolumes van risicokapitaalfondsen en door business angels gesteunde investeringsvehikels;

b)

het bieden van een hefboomeffect aan instrumenten voor financiering met vreemd vermogen ten behoeve van het MKB;

c)

verbetering van het financiële klimaat voor en de investeringsbereidheid van het MKB.

Artikel 12

Samenwerking van het MKB

Acties in verband met samenwerking van het MKB kunnen betrekking hebben op:

a)

bevordering van diensten ter ondersteuning van het MKB;

b)

het bijdragen aan maatregelen om bedrijven in het MKB te helpen bij en aan te moedigen tot samenwerking met andere ondernemingen en andere innovatie-actoren in andere landen, met inbegrip van inspanningen om het MKB bij de Europese en internationale normalisatie te betrekken;

c)

bevordering en vergemakkelijking van internationale samenwerking tussen ondernemingen, inclusief op regionaal niveau, alsook via MKB-netwerken die de coördinatie en ontwikkeling van hun economische en industriële werkzaamheden bevorderen.

Artikel 13

Innoverende activiteiten

Acties in verband met innovatie kunnen betrekking hebben op:

a)

bevordering van sectorspecifieke innovatie, clusters, innovatienetwerken, publiek-private samenwerking op innovatiegebied en samenwerking met relevante internationale organisaties, en de toepassing van innovatiebeheer;

b)

ondersteuning van nationale en regionale bedrijfsinnovatieprogramma's;

c)

ondersteuning van de verbreiding van innovatieve technologie en concepten, en de vernieuwende toepassing van bestaande technologie en concepten;

d)

ondersteunende diensten voor transnationale kennis- en technologieoverdracht en voor de bescherming en het beheer van intellectuele en industriële eigendom;

e)

het ontwikkelen en onderzoeken van nieuwe soorten innovatiediensten;

f)

het bevorderen van technologie en kennis door archivering en overdracht van gegevens.

Artikel 14

Op eco-innovatie gerichte activiteiten

Op eco-innovatie gerichte activiteiten kunnen betrekking hebben op:

a)

steun voor de verbreiding van milieutechnologie en op eco-innovatie gerichte activiteiten;

b)

mede-investering in risico-kapitaalfondsen die onder andere aan bedrijven die investeren in eco-innovatie overeenkomstig de procedure in bijlage II eigen vermogen verschaffen;

c)

bevordering van eco-innovatienetwerken en -clusters en publiek-private partnerschappen op het gebied van eco-innovatie, die vernieuwende commerciële diensten op het gebied van eco-innovatie ontwikkelen of die eco-innovatie vergemakkelijken of bevorderen;

d)

bevordering van nieuwe en geïntegreerde benaderingen van eco-innovatie op gebieden als milieubeheer en milieuvriendelijk ontwerp van producten, procédés en diensten, rekening houdend met de volledige levensduur daarvan.

Artikel 15

Ondernemerschaps- en innovatiecultuur

Acties in verband met ondernemerschaps- en innovatiecultuur kunnen betrekking hebben op:

a)

bevordering van een ondernemersmentaliteit, -vaardigheden en -cultuur, en het creëren van een evenwicht tussen het ondernemersrisico en de beloning, in het bijzonder voor vrouwen en jonge mensen;

b)

bevordering van een gunstig ondernemingsklimaat voor innovatie, bedrijfsontwikkeling en groei;

c)

ondersteuning van beleidsontwikkeling en samenwerking tussen actoren, o.m. transnationale samenwerking van nationale en regionale programmabeheerders, met name ter aanmoediging van de MKB-vriendelijkheid van programma's en maatregelen;

d)

aanmoediging van de oprichting en overdracht van ondernemingen.

Artikel 16

Economische en administratieve hervormingen inzake ondernemingen en innovatie

Acties betreffende economische en administratieve hervormingen inzake ondernemingen en innovatie kunnen betrekking hebben op:

a)

gegevensverzameling, analyse van en toezicht op prestaties, en de ontwikkeling en coördinatie van beleid;

b)

het bijdragen aan de vaststelling en bevordering van strategieën betreffende het concurrentievermogen van de industrie en de dienstensector;

c)

ondersteuning van het wederzijdse leerproces om te komen tot excellente nationale, regionale en lokale overheidsdiensten.

AFDELING 2

UITVOERING

Artikel 17

Communautaire financiële instrumenten ten behoeve van het MKB

1.   De communautaire financiële instrumenten ten behoeve van het MKB moeten het MKB een gemakkelijker toegang tot financiering bieden op bepaalde momenten in hun bedrijfscyclus: in de zaai- en startfase, bij uitbreiding en bij overdracht van ondernemingen. Investeringen van het MKB in onder meer technologische ontwikkeling, innovatie, inclusief eco-innovatie, en technologieoverdracht, alsook in de grensoverschrijdende uitbreiding van hun bedrijfsactiviteiten vallen binnen het werkterrein van de instrumenten in kwestie.

2.   De in lid 1 bedoelde instrumenten zijn:

a)

de Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve MKB-bedrijven (FSIM);

b)

de MKB-garantiefaciliteit;

c)

het Capaciteitsopbouwprogramma (CBS).

3.   De uitvoeringsbepalingen voor deze instrumenten zijn opgenomen in bijlage II.

Artikel 18

FSIM

1.   De FSIM wordt namens de Commissie beheerd door het Europese Investeringsfonds (EIF).

De FSIM vervult de volgende functies:

a)

bijdragen tot de oprichting en financiering van MKB-bedrijven en verkleinen van het tekort aan aandelenkapitaal en risicokapitaal, die MKB-bedrijven belemmert bij het benutten van hun groeipotentieel, teneinde de Europese durfkapitaalmarkt te verbeteren;

b)

ondersteunen van innovatieve MKB-bedrijven met een groot groeipotentieel, in het bijzonder bedrijven die zich bezighouden met onderzoek, ontwikkeling en andere innoverende activiteiten.

2.   De FSIM bestaat uit twee deelfaciliteiten:

FSIM 1 betreft investeringen in een vroege fase (zaai- en startfase). Zij investeert in gespecialiseerde durfkapitaalfondsen, zoals fondsen voor de aanloopfase, regionaal opererende fondsen, fondsen voor specifieke bedrijfstakken, technologieën of gericht op onderzoek en technologische ontwikkeling, en fondsen die gekoppeld zijn aan incubatoren die op hun beurt kapitaal aan MKB-bedrijven verstrekken. Ook kan zij mede-investeren in door business angels gesteunde fondsen en investeringsvehikels.

FSIM 2 betreft investeringen in de uitbreidingsfase en investeert in gespecialiseerde risicokapitaalfondsen, die op hun beurt quasi-aandelenkapitaal of aandelenkapitaal verschaffen aan innovatieve MKBbedrijven met een groot groeipotentieel tijdens hun uitbreidingsfase. Bij de investeringen van FSIM 2 wordt buy-outkapitaal of vervangingskapitaal voor de verkoop van activa („asset-stripping”) gemeden.

De FSIM kan investeren in intermediairs door in voorkomend geval te werken met nationale of regionale regelingen die gericht zijn op de ontwikkeling van investeringsmaatschappijen voor kleine bedrijven.

In aanvulling op de door de FSIM verstrekte fondsen wordt het grootste deel van het in een fonds geïnvesteerde kapitaal verstrekt door investeerders die te werk gaan volgens het beginsel van de investeerder in de markteconomie, ongeacht de juridische aard en de eigendomsstructuur van deze investeerders.

Artikel 19

MKB-garantiefaciliteit

1.   De MKB-garantiefaciliteit wordt namens de Commissie beheerd door het EIF.

De MKB-garantiefaciliteit vervult de volgende functies:

a)

het verstrekken van tegengaranties of, in voorkomend geval, medegaranties voor garantiestelsels in de hiervoor in aanmerking komende landen;

b)

het verstrekken van directe garanties aan andere geschikte financiële intermediairs.

2.   De MKB-garantiefaciliteit bestaat uit vier deelfaciliteiten:

Deelfaciliteit a), betreffende financiering met vreemd vermogen door leningen of lease, verkleint de specifieke problemen die het MKB bij de toegang tot financiering ondervindt door het ervaren hogere risico bij investeringen in bepaalde kennisgerelateerde activiteiten, zoals technologische ontwikkeling, innovatie en technologieoverdracht, of door het ontbreken van voldoende waarborg.

Deelfaciliteit b), betreffende microkredieten, stimuleert financiële instellingen om een grotere rol te spelen bij de verstrekking van kleine leningen met proportioneel hogere behandelingskosten per eenheid aan leningnemers die onvoldoende waarborg kunnen bieden. Naast garanties of tegengaranties kunnen financiële intermediairs ook subsidies ontvangen als gedeeltelijke tegemoetkoming in de hoge administratiekosten van microkredietverlening.

Deelfaciliteit c), betreffende garanties voor aandelenkapitaal- of quasi-aandeleninvesteringen in MKBbedrijven, richt zich op investeringen die zaaikapitaal en/of startkapitaal verstrekken en mezzaninefinancieringen, teneinde de specifieke moeilijkheden te verkleinen die MKB-bedrijven vanwege hun zwakke financiële structuur evenals de specifieke moeilijkheden als gevolg van bedrijfsoverdrachten ondervinden.

Deelfaciliteit d), betreffende securitisatie van portefeuilles voor MKB-financiering met vreemd vermogen, mobiliseert extra vreemd vermogen voor het MKB, waarbij met de beoogde instellingen passende risicodelingsregelingen worden afgesproken. Deze transacties worden gesteund op voorwaarde dat de betrokken instellingen zich ertoe verbinden een aanzienlijk deel van de liquiditeit die zij als gevolg van het gemobiliseerde kapitaal ontvangen, binnen een redelijke termijn voor nieuwe MKB-leningen te bestemmen. De hoogte van deze nieuwe financiering met vreemd vermogen wordt berekend in verhouding tot het gewaarborgde portefeuillerisico, en hierover en, over de termijn, wordt met iedere betrokken instelling afzonderlijk onderhandeld.

Artikel 20

Capaciteitsopbouwprogramma

1.   Het Capaciteitsopbouwprogramma (CBS) wordt beheerd in samenwerking met internationale financiële instellingen, waaronder de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), de Europese Investeringsbank (EIB), het EIF en de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa (CEB).

Het CBS vervult de volgende functies:

a)

vergroting van de deskundigheid op het gebied van investeringen en technologie bij fondsen en andere financiële bemiddelaars die in innovatieve MKB-bedrijven of MKB-bedrijven met groeipotentieel investeren;

b)

bevordering van de kredietverstrekking aan het MKB door verbetering van de kredietbeoordelingsprocedures voor MKB-leningen.

2.   Het CBS bestaat uit de Zaaikapitaalactie en de Partnerschapsactie.

De Zaaikapitaalactie verleent subsidies om de verstrekking van durfkapitaal aan innovatieve MKB-bedrijven en andere MKB-bedrijven met groeipotentieel, waaronder bedrijven in de traditionele economie, te bevorderen door steun aan zaai- en startkapitaalfondsen en soortgelijke organisaties. De steun kan eveneens worden verleend voor de aanwerving op lange termijn van extra personeel met specifieke deskundigheid op het gebied van investeringen of technologie.

De Partnerschapsactie verleent subsidies aan financiële intermediairs om de kosten te dekken van technische bijstand bij de verbetering van hun kredietbeoordelingsprocedures voor MKB-financiering met vreemd vermogen, teneinde de financiering van het MKB in landen met matige bancaire intermediatie te bevorderen.

Onder „matige intermediatie” wordt in het kader van de Partnerschapsactie verstaan de bancaire dienstverlening in landen waar het binnenlandse krediet als percentage van het bruto binnenlands product volgens de gegevens van de Europese Centrale Bank of het Internationaal Monetair Fonds aanzienlijk onder het EUgemiddelde ligt.

De Partnerschapsactie begeleidt de kredietlijnen en de risicodeling die door internationale financiële instellingen aan partnerbanken of financiële instellingen in de hiervoor in aanmerking komende landen zijn verleend. Een aanzienlijk deel van de actie betreft verbetering van de kundigheid van banken en andere financiële instellingen om de commerciële haalbaarheid van projecten met een aanmerkelijk eco-innovatieaspect te beoordelen.

Artikel 21

Diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie

1.   Diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie, met name voor het MKB, worden bevorderd.

2.   De traditionele deskundigheid en vaardigheden van bestaande Europese netwerken ter ondersteuning van het bedrijfsleven in overweging genomen, kan financiële steun aan netwerkpartners worden toegekend, voor het verlenen van met name:

a)

informatie-, feedback-, bedrijfssamenwerkings- en internationaliseringsdiensten;

b)

diensten voor innovatie en voor de overdracht van technologie en kennis;

c)

diensten ter bevordering van de deelname van het MKB aan het zevende kaderprogramma voor OTO.

Bijzonderheden betreffende deze diensten zijn opgenomen in bijlage III.

3.   De Commissie selecteert netwerkpartners op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen betreffende de in lid 2 genoemde diensten. Op basis van deze oproepen tot het indienen van voorstellen kan de Commissie met geselecteerde netwerkpartners een kader-partnerschapsovereenkomst sluiten waarin is vastgelegd welk soort activiteiten zal worden verricht, volgens welke procedure subsidies aan hen worden verleend en welke algemene rechten en plichten elke partij heeft. Het kader-partnerschap kan de gehele looptijd van het programma beslaan.

4.   In aanvulling op de in lid 2 genoemde diensten kan de Commissie voor het verrichten van andere, binnen het bestek van het kaderprogramma vallende activiteiten ook financiële steun verlenen op basis van een mogelijks uitsluitend aan de netwerkpartners gerichte oproep tot het indienen van voorstellen. Deze diensten waarborgen dat belanghebbende partijen en eventuele aanvragers in alle opzichten bijgestaan worden in verband met de steunmogelijkheden uit hoofde van het kaderprogramma.

5.   De Commissie steunt de netwerkpartners door te zorgen voor de nodige coördinatie en operationele steun. Organisaties die gevestigd zijn in landen die niet aan het kaderprogramma deelnemen, kunnen van deze coördinatie en operationele steun profiteren.

6.   De Commissie zorgt ervoor dat de netwerkpartners onderling samenwerken en dat zij verzoeken die zij niet rechtstreeks kunnen behandelen aan een competente netwerkpartner doorgeven.

Artikel 22

Proef- en markttoepassingsprojecten voor innovatie en eco-innovatie

De Gemeenschap verstrekt steun aan projecten in verband met de eerste toepassing of markttoepassing van innoverende of eco-innoverende technieken, producten of werkwijzen van betekenis voor de Gemeenschap, en die reeds met succes technisch zijn gedemonstreerd maar die wegens een restrisico nog niet op grote schaal op de markt zijn doorgedrongen. Deze projecten worden ontworpen om het ruimere gebruik van zulke technieken, producten of werkwijzen in de deelnemende landen te bevorderen en om hun aanvaarding door de markt te vergemakkelijken.

Artikel 23

Analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid en partnerschappen

De uitvoering van volgende elementen kan bijdragen tot de analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid met de deelnemende landen:

a)

studies, gegevensverzameling, enquêtes en publicaties, zo mogelijk op basis van officiële statistische gegevens;

b)

partnerschappen en bijeenkomsten van deskundigen, onder wie ook deskundigen van openbare instellingen en deskundigen van het MKB en andere belanghebbende partijen, conferenties en andere evenementen;

c)

bewustmaking, netwerkvorming en andere relevante activiteiten;

d)

benchmarking van nationale en regionale prestaties en uitwerking, verspreiding en toepassing van goede werkwijzen.

Artikel 24

Ondersteunende maatregelen voor het Programma voor ondernemerschap en innovatie

De Commissie neemt periodiek de volgende maatregelen:

a)

analyse van en toezicht op het concurrentievermogen en sectorale vraagstukken, mede met het oog op het jaarlijkse verslag van de Commissie over het concurrentievermogen van de Europese industrie;

b)

voorbereiding van effectbeoordelingen van Gemeenschapsmaatregelen die specifiek van belang zijn voor het concurrentievermogen van ondernemingen, en de publicatie daarvan om gebieden vast te stellen waarop bestaande wetgeving kan worden vereenvoudigd of nieuwe wetgevende maatregelen kunnen worden uitgewerkt, teneinde innovatie in de Gemeenschap aantrekkelijker te maken;

c)

beoordeling van specifieke aspecten of specifieke uitvoeringsmaatregelen in verband met het programma voor ondernemerschap en innovatie;

d)

verspreiding van nuttige informatie over het programma voor ondernemerschap en innovatie.

AFDELING 3

JAARLIJKS WERKPROGRAMMA

Artikel 25

Jaarlijks werkprogramma

In overeenstemming met de doelstellingen vastgesteld in artikel 10 wordt in het jaarlijks werkprogramma het volgende gedetailleerd omschreven:

a)

uitvoeringsmaatregelen,

b)

prioriteiten,

c)

kwalitatieve en kwantitatieve doelen,

d)

de nodige beoordelingscriteria en kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren om de doelmatigheid te analyseren bij de verstrekking van resultaten die zullen bijdragen tot verwezenlijking van de doelstellingen van de specifieke programma's en van het kaderprogramma als geheel,

e)

operationele tijdschema's,

f)

regels voor deelname,

g)

selectie- en beoordelingscriteria voor de maatregelen.

In het jaarlijks werkprogramma worden duidelijk de maatregelen ter bevordering van eco-innovatie kenbaar gemaakt.

Activiteiten uit hoofde van artikel 24 vallen niet onder het jaarlijks werkprogramma.

Hoofdstuk II

Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid

AFDELING 1

DOELSTELLINGEN EN WERKTERREINEN

Artikel 26

Vaststelling en doelstellingen

1.   Hierbij wordt het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid vastgesteld.

2.   Het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid omvat de volgende acties:

a)

ontwikkeling van de Gemeenschappelijke Europese informatieruimte en versterking van de interne markt voor ICT-producten en -diensten en op ICT gebaseerde producten en diensten;

b)

bevordering van innovatie door bredere toepassing van ICT en door investeringen in ICT;

c)

ontwikkeling van een inclusieve informatiemaatschappij en efficiëntere en effectievere diensten op gebieden van openbaar belang, en verbetering van de levenskwaliteit.

3.   Promotie en bewustmaking van de kansen en voordelen die ICT voor burgers, overheden en bedrijven, met name het MKB, oplevert, vormen een belangrijk aspect van de in lid 2 bedoelde acties.

Artikel 27

Gemeenschappelijke Europese informatieruimte

Acties in verband met de Gemeenschappelijke Europese informatieruimte zijn gericht op:

a)

het verschaffen van naadloze toegang tot diensten die op ICT berusten en het scheppen van goede raamvoorwaarden voor de snelle, juiste en effectieve convergentie van digitale communicatie en diensten, met inbegrip van onder meer de aspecten interoperabiliteit, toepassing van open standaarden, veiligheid en vertrouwen;

b)

verbetering van de voorwaarden voor de ontwikkeling van digitale inhoud, rekening houdend met meertaligheid en culturele diversiteit;

c)

toezicht op de Europese informatiemaatschappij door gegevensverzameling en analyse van de ontwikkeling, de beschikbaarheid en het gebruik van digitale communicatiediensten, zoals de groei van internet, de toegang tot en verbreiding van breedband en ontwikkelingen op het gebied van inhoud en diensten.

Artikel 28

Innovatie door bredere toepassing van ICT en door investeringen in ICT

Acties in verband met innovatie door bredere toepassing van ICT en door investeringen in ICT zijn gericht op:

a)

bevordering van de innovatie in procédés, diensten en producten die op ICT berusten, met name bij het MKB en bij overheidsdiensten, waarbij rekening wordt gehouden met de vereiste vaardigheden;

b)

stimulering van publiek-private interactie en partnerschappen om de innovatie en de investeringen in ICT in een stroomversnelling te brengen;

c)

promotie en bewustmaking van de kansen en voordelen die ICT en de nieuwe toepassingen ervan voor bedrijven en burgers opleveren, met inbegrip van versterking van het vertrouwen in en het openstaan voor nieuwe ICT, en bevordering van het debat over nieuwe ICT-trends en ontwikkelingen op Europees niveau.

Artikel 29

Een inclusieve informatiemaatschappij, efficiëntere en effectievere diensten op gebieden van openbaar belang en verbetering van de levenskwaliteit

Acties in verband met de ontwikkeling van een inclusieve informatiemaatschappij, efficiëntere en effectievere diensten op gebieden van openbaar belang en verbetering van de levenskwaliteit zijn gericht op:

a)

vergroting van de toegankelijkheid van ICT, inclusief van digitale inhoud, en van de digitale geletterdheid;

b)

vergroting van het vertrouwen in en de ondersteuning van ICT-gebruik, met bijzondere aandacht voor privacyoverwegingen;

c)

verbetering van de kwaliteit, efficiëntie, beschikbaarheid en toegankelijkheid van elektronische diensten op gebieden van openbaar belang en ter bevordering van de participatie door middel van ICT, waar nodig met inbegrip van interoperabele pan-Europese of grensoverschrijdende overheidsdiensten, alsmede de ontwikkeling van bouwstenen van gemeenschappelijk belang en de uitwisseling van goede werkwijzen.

AFDELING 2

UITVOERING

Onderafdeling 1

Implementatie van projecten, acties inzake optimale werkwijzen en thematische netwerken

Artikel 30

Algemeen

Het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid kan worden uitgevoerd door middel van projecten, acties inzake optimale werkwijzen en thematische netwerken, met inbegrip van acties voor het op grote schaal testen en demonstreren van innovatieve overheidsdiensten met een pan-Europese dimensie.

De projecten, acties inzake optimale werkwijzen en thematische netwerken zijn gericht op bevordering van de toepassing en het beste gebruik van op innovatieve ICT gebaseerde oplossingen, met name voor diensten op gebieden van openbaar belang en voor het MKB. Ook de coördinatie en de uitvoering van acties gericht op de ontwikkeling van de informatiemaatschappij in alle lidstaten moeten met steun van de Gemeenschap worden bevorderd.

Artikel 31

Projecten, acties inzake optimale werkwijzen en thematische netwerken

1.   Er wordt steun verleend aan:

a)

projecten, met inbegrip van uitvoerings-, proef- en markttoepassingsprojecten;

b)

acties inzake optimale werkwijzen om kennis te verspreiden en ervaringen te delen in de hele Gemeenschap;

c)

thematische netwerken met een bepaalde doelstelling, met deelname van uiteenlopende belanghebbenden, die bijdragen aan de coördinatie van activiteiten en de overdracht van kennis.

2.   De projecten zijn gericht op de bevordering van de innovatie, de overdracht van technologie en de verspreiding van nieuwe, marktrijpe technologie.

Als bijdrage aan het budget van de in lid 1, onder a), bedoelde projecten kan de Gemeenschap een subsidie verlenen.

3.   De acties inzake optimale werkwijzen worden geclusterd uitgevoerd rond specifieke thema's en zijn via thematische netwerken met elkaar verbonden.

De bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1, onder b), bedoelde acties beperkt zich tot de directe kosten die noodzakelijk of wenselijk worden geacht voor het verwezenlijken van de specifieke doelstellingen van de actie.

4.   De thematische netwerken kunnen worden gekoppeld aan acties inzake optimale werkwijzen.

De steun aan thematische activiteiten wordt toegekend voor de aanvullende subsidiabele kosten voor de coördinatie en implementatie van het netwerk. Met de bijdrage van de Gemeenschap mogen de aanvullende subsidiabele kosten van deze maatregelen worden gedekt.

Onderafdeling 2

Overige bepalingen

Artikel 32

Aanvragen

Aanvragen voor communautaire steun voor in artikel 31 bedoelde projecten, acties inzake optimale werkwijzen en thematische netwerken omvatten een financieel plan waarin alle financieringselementen van de projecten zijn vermeld, met inbegrip van de van de Gemeenschap verlangde financiële steun, alsmede de eventuele overige verzoeken om steun uit andere bronnen. Voor aanvragen van andere vormen van communautaire steun, zoals diensten of studies, mag indien nodig ook de verstrekking van informatie betreffende het financieel plan worden vereist.

Artikel 33

Analyse, ontwikkeling en coördinatie van beleid met deelnemende landen

Voor de analyse, ontwikkeling en coördinatie van beleid met deelnemende landen zijn de volgende acties nodig:

a)

studies, gegevensverzameling, enquêtes en publicaties, zo mogelijk op basis van officiële statistische gegevens;

b)

bijeenkomsten van deskundigen van overheidsinstellingen, deskundigen van MKB-bedrijven en andere belanghebbende partijen, conferenties en andere evenementen;

c)

bewustmaking, netwerkvorming en andere relevante activiteiten;

d)

benchmarking van nationale prestaties en uitwerking, verspreiding en toepassing van goede werkwijzen.

Artikel 34

Promotie, communicatie, uitwisseling van informatie en verspreiding

1.   Voor de uitvoering van het programma ter ondersteuning van het ICT-beleid of de voorbereiding van toekomstige activiteiten zijn de volgende acties nodig:

a)

activiteiten in verband met promotie, verspreiding, voorlichting en communicatie;

b)

uitwisseling van informatie, kennis en ervaringen, de organisatie van conferenties, seminars, workshops of andere bijeenkomsten en beheer van geclusterde activiteiten.

2.   Maatregelen die gericht zijn op de commercialisering van producten, procédés of diensten, op marketingactiviteiten en op verkoopbevordering komen niet voor steun in aanmerking.

Artikel 35

Projecten van gemeenschappelijk belang: aanbestedingen op basis van technische specificaties die in overleg met lidstaten zijn opgesteld

Wanneer het nodig is om de doelstellingen van het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid te verwezenlijken en wanneer lidstaten een duidelijk gemeenschappelijk belang in verband met de verbreiding op Europees niveau van producten, diensten of basiscomponenten of bouwstenen voor diensten hebben, kan de Commissie projecten van gemeenschappelijk belang initiëren die de vereiste technische en organisatorische taken omvatten. Met bestaande initiatieven wordt rekening gehouden, om de overlapping van acties te voorkomen.

Voor dergelijke projecten komt de Commissie met de lidstaten gemeenschappelijke technische specificaties en uitvoeringsschema's overeen. Op basis van deze gemeenschappelijke technische specificaties en uitvoeringsschema's schrijft de Commissie aanbestedingen voor de uitvoering van de projecten uit. Deze aanbestedingen worden uitsluitend door de Commissie uitgeschreven overeenkomstig de regels voor communautaire overheidsopdrachten.

AFDELING 3

JAARLIJKS WERKPROGRAMMA

Artikel 36

Jaarlijks werkprogramma

In overeenstemming met de doelstellingen vastgesteld in artikel 26 wordt in het jaarlijks werkprogramma het volgende gedetailleerd omschreven:

a)

uitvoeringsmaatregelen,

b)

prioriteiten,

c)

kwalitatieve en kwantitatieve doelen,

d)

de nodige beoordelingscriteria en kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren om de doelmatigheid te analyseren bij de verstrekking van resultaten die zullen bijdragen tot verwezenlijking van de doelstellingen van de specifieke programma's en van het kaderprogramma als geheel,

e)

operationele tijdschema's,

f)

regels voor deelname,

g)

selectie- en beoordelingscriteria voor de maatregelen.

Hoofdstuk III

Programma Intelligente Energie — Europa

AFDELING 1

DOELSTELLINGEN EN WERKTERREINEN

Artikel 37

Vaststelling en doelstellingen

1.   Hierbij wordt het programma Intelligente Energie — Europa ter ondersteuning van energie-efficiëntie, duurzame energiebronnen en energiediversificatie vastgesteld. Dit programma draagt bij tot het waarborgen van zekere en duurzame energie voor Europa en bevordert tegelijk het Europese concurrentievermogen.

2.   Het Programma Intelligente energie — Europa omvat met name acties om:

a)

energie-efficiëntie en een rationeel gebruik van energiebronnen te stimuleren;

b)

nieuwe en duurzame energiebronnen te promoten en energiediversificatie te steunen;

c)

energie-efficiëntie en het gebruik van nieuwe en duurzame energiebronnen in het vervoer te promoten.

Artikel 38

Operationele doelstellingen

Operationeel gezien is het Programma Intelligente energie — Europa gericht op:

a)

het verschaffen van de elementen die nodig zijn voor verbetering van duurzaamheid, voor ontwikkeling van het potentieel van steden en regio's, alsmede voor het opstellen van de wetgevingsmaatregelen die nodig zijn om deze strategische doelstellingen te verwezenlijken; het ontwikkelen van de middelen en instrumenten voor de follow-up, de bewaking en de evaluatie van het effect van de door de Gemeenschap en haar lidstaten vastgestelde maatregelen op de terreinen waarop dat programma betrekking heeft;

b)

het in alle lidstaten stimuleren van investeringen in nieuwe en best presterende energie-efficiëntietechnologieën, duurzame energiebronnen en energiediversificatie, ook in het vervoer, door de kloof tussen de succesvolle demonstratie van innovatieve technologieën en de daadwerkelijke, grootschalige aanvaarding ervan door de markt te overbruggen om zo een hefboomeffect voor de investeringen van de publieke en particuliere sector te creëren, belangrijke strategische technologieën te promoten, de kosten te verlagen, de marktervaring te vergroten en bij te dragen tot het verkleinen van de financiële risico's en andere ervaren risico's en belemmeringen die dergelijke investeringen verhinderen;

c)

het opheffen van de niet-technologische belemmeringen voor efficiënte en intelligente energieproductieen energieconsumptiepatronen door de institutionele capaciteitsopbouw, ook op lokaal en regionaal niveau, te bevorderen, door bewustmaking, met name via het onderwijssysteem, door bevordering van de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de belangrijkste actoren, ondernemingen en burgers in het algemeen en door stimulering van de verspreiding van optimale werkwijzen en de beste beschikbare technologieën, met name door hun promotie op Gemeenschapsniveau.

Artikel 39

Energie-efficiëntie en rationeel gebruik van hulpbronnen (SAVE)

Acties ter bevordering van energie-efficiëntie en rationeel gebruik van energiebronnen kunnen betrekking hebben op:

a)

verbetering van de energie-efficiëntie en bevordering van rationeel energiegebruik, met name in de bouwnijverheid en in de industrie, met uitzondering van acties die onder artikel 41 vallen;

b)

steun bij de opstelling en toepassing van wetgevingsmaatregelen.

Artikel 40

Nieuwe en duurzame hulpbronnen (ALTENER)

Acties ter bevordering van nieuwe en duurzame energiebronnen kunnen betrekking hebben op:

a)

bevordering van nieuwe en duurzame energiebronnen voor de gecentraliseerde en gedecentraliseerde productie van elektriciteit, warmte en koeling, en zo ondersteuning van de diversificatie van energiebronnen, met uitzondering van acties die onder artikel 41 vallen;

b)

integratie van nieuwe en duurzame energiebronnen in de lokale omgeving en in energiesystemen;

c)

steun bij de opstelling en toepassing van wetgevingsmaatregelen.

Artikel 41

Energie in het vervoer (STEER)

Acties ter bevordering van energie-efficiëntie en van het gebruik van nieuwe en duurzame energiebronnen in het vervoer kunnen betrekking hebben op:

a)

ondersteuning van initiatieven betreffende alle energieaspecten van het vervoer en de diversificatie van brandstoffen;

b)

bevordering van duurzame brandstoffen en energie-efficiëntie in het vervoer;

c)

steun bij de opstelling en toepassing van wetgevingsmaatregelen.

Artikel 42

Geïntegreerde initiatieven

Acties betreffende een combinatie van verschillende van de in de artikelen 39, 40 en 41 genoemde specifieke terreinen of in verband met bepaalde prioriteiten van de Gemeenschap kunnen betrekking hebben op:

a)

integratie van energie-efficiëntie en duurzame energiebronnen in diverse sectoren van de economie;

b)

het combineren van allerlei instrumenten, middelen en actoren in één actie of project.

AFDELING 2

UITVOERING

Artikel 43

Promotie- en verspreidingsprojecten

Er wordt steun verleend aan:

a)

strategische studies op basis van gemeenschappelijke analyses en regelmatig toezicht op de marktontwikkelingen en energietrends met het oog op de opstelling van toekomstige wetgevingsmaatregelen of de herziening van bestaande wetgeving, ook ten aanzien van de werking van de interne energiemarkt, de uitvoering van de middellange- en langetermijnstrategie voor energie ter bevordering van duurzame ontwikkeling, de opstelling van langlopende vrijwillige overeenkomsten met het bedrijfsleven en andere belanghebbenden en de ontwikkeling van normen, etiketterings- en certificatiesystemen, indien nodig ook in samenwerking met derde landen en internationale organisaties;

b)

de invoering, uitbreiding of reorganisatie van structuren en instrumenten gericht op duurzame energieontwikkeling, met inbegrip van het lokale en regionale energiebeheer, alsmede de ontwikkeling van adequate financiële producten en marktinstrumenten, hierbij voortbouwend op de ervaring die is opgedaan met vroegere en bestaande netwerken;

c)

de bevordering van systemen en apparatuur op het gebied van duurzame energie, teneinde de marktpenetratie ervan verder te versnellen en investeringen te stimuleren die de overgang van demonstratie naar commerciële exploitatie van efficiëntere technologieën vergemakkelijken, bewustmakingsacties en het zorgen voor de nodige institutionele capaciteit;

d)

ontwikkeling van informatie-, onderwijs- en opleidingsstructuren, benutting van resultaten, bevordering en verspreiding van knowhow en optimale werkwijzen onder alle consumenten, verspreiding van de resultaten van acties en projecten en samenwerking met de lidstaten via operationele netwerken;

e)

bewaking van de uitvoering en het effect van de wetgevende en ondersteunende maatregelen van de Gemeenschap.

Artikel 44

Markttoepassingsprojecten

De Gemeenschap verstrekt steun aan projecten in verband met de markttoepassing van innoverende technieken, procédés, producten of werkwijzen die voor de Gemeenschap van betekenis zijn en die reeds met succes technisch zijn gedemonstreerd. Deze projecten worden ontworpen om het ruimere gebruik van deze technieken, procédés, producten of werkwijzen in de deelnemende landen te bevorderen en de aanvaarding ervan door de markt te vergemakkelijken.

AFDELING 3

JAARLIJKS WERKPROGRAMMA

Artikel 45

Jaarlijks werkprogramma

In overeenstemming met de doelstellingen vastgesteld in artikel 37 wordt in het jaarlijks werkprogramma het volgende gedetailleerd omschreven:

a)

uitvoeringsmaatregelen,

b)

prioriteiten,

c)

kwalitatieve en kwantitatieve doelen,

d)

de toepasselijke beoordelingscriteria en kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren om de doelmatigheid te analyseren bij de verstrekking van resultaten die zullen bijdragen tot verwezenlijking van de doelen van de specifieke programma's en van het kaderprogramma als geheel,

e)

operationele tijdschema's,

f)

regels voor deelname,

g)

selectie- en beoordelingscriteria voor de maatregelen

TITEL III

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 46

Comités

1.   De Commissie wordt bijgestaan door de volgende comités:

a)

het comité voor het Programma voor ondernemerschap en innovatie, het POI-beheerscomité (POIC) genaamd;

b)

het comité voor het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid, het ICT-beheerscomité (ICTC) genaamd;

c)

het comité voor het Programma Intelligente energie — Europa, het IEE-beheerscomité (IEEC) genaamd.

Voor de hele coördinatie en samenwerking in het raam van het kaderprogramma als geheel, inclusief het strategische beheer, en een coherente algemene uitvoering wordt gezorgd door de Commissie, geassisteerd door het POIC, in nauwe samenwerking met het ICTC en het IEEC.

2.   Voor de in lid 1 genoemde comités zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

3.   De in lid 1 bedoelde comités stellen hun reglement van orde vast.

Artikel 47

Gebruikershandleiding

1.   Na inwerkingtreding van het kaderprogramma publiceert de Commissie een leesbare en gebruikersvriendelijke handleiding waarin een duidelijk, eenvoudig en transparant raamwerk van algemene beginselen wordt vastgelegd voor de deelname van begunstigden aan het kaderprogramma. De gebruikershandleiding vergemakkelijkt met name de deelname van MKB-bedrijven.

2.   De Commissie zorgt ervoor dat de periode tussen de indiening van de voorstellen en de kennisgeving met betrekking tot de uitkomst van de beoordeling zo kort mogelijk is. Het resultaat van de beoordeling wordt binnen een redelijke termijn toegezonden.

Artikel 48

Raad voor strategisch advies inzake concurrentievermogen en innovatie

De Commissie wordt geadviseerd door een raad voor strategisch advies inzake concurrentievermogen en innovatie, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de industrie en bedrijfsorganisaties, met inbegrip van representatieve bedrijfsorganisaties van MKB-bedrijven, en andere deskundigen. Zij zijn deskundig in sectoren en op gebieden die onder het kaderprogramma vallen, met inbegrip van financiering, ICT, energie en eco-innovatie.

Artikel 49

Intrekking

Besluit 96/413/EG wordt ingetrokken.

Artikel 50

Overgangsmaatregelen

De uitvoeringsmaatregelen in verband met de doelstelling van artikel 27, onder b), worden tot en met 31 december 2008 uitgevoerd krachtens Besluit nr. 456/2005/EG.

Na 31 december 2008 worden de acties die op of voor die datum uit hoofde van Besluit nr. 456/2005/EG zijn begonnen, overeenkomstig dat besluit beheerd, waarbij evenwel het bij dat besluit ingestelde comité wordt vervangen door het bij artikel 46, lid 1, onder b), van dit besluit ingestelde ICTC.

Voor de in artikel 21, lid 2, onder a), bedoelde diensten, kan de Commissie tot en met 31 december 2007 voortgaan met de exploitatie van het Euro Info Centre Network en de sluiting van jaarlijkse specifieke subsidieakkoorden met de leden hiervan die in het kader van het lopende kaderprogramma worden gefinancierd, en de operationele modaliteiten van het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap vastgesteld bij Besluit 2000/819/EG behouden.

Artikel 51

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C 65 van 17.3.2006, blz. 22.

(2)  PB C 115 van 16.5.2006, blz. 17.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 1 juni 2006.

(4)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(5)  PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55.

(6)  PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12. Beschikking gewijzigd bij Beschikking nr. 1376/2002/EG (PB L 200 van 30.7.2002, blz. 1).

(7)  PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1682/2004 (PB L 308 van 5.10.2004, blz. 1).

(8)  PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

(9)  PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32.

(10)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29. Beschikking gewijzigd bij Beschikking nr. 787/2004/EG (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 12).

(11)  PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 2113/2005/EG (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 34).

(12)  PB: gelieve nummer en datum van het Besluit van document 12032/06 in te vullen.

(13)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(14)  PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.

(15)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

(16)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

(17)  PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20.

(18)  PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10.

(19)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90.

(20)  PB L 283 van 27.10.2001, blz. 33. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(21)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 65.

(22)  PB L 123 van 17.5.2003, blz. 42.

(23)  PB L 52 van 21.2.2004, blz. 50.

(24)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(25)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

(26)  PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1.

(27)  Bedrag uitgedrukt in prijzen van 2004. Het bedrag van 3 284 miljoen EUR, uitgedrukt in prijzen van 2004, zoals overeengekomen in het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer omvat 88 miljoen EUR voor het eContentplusprogramma voor 2007-2008 krachtens de rechtsgrondslag van dat programma.

BIJLAGE I

INDICATIEVE VERDELING VAN DE BESCHIKBARE MIDDELEN

De indicatieve begrotingsmiddelen voor de specifieke programma's bedragen:

a)

60 % van het totale budget voor de uitvoering van het Programma voor ondernemerschap en innovatie; daarvan is ongeveer een vijfde bestemd voor de bevordering van eco-innovatie;

b)

20 % van het totale budget voor de uitvoering van het Programma ter ondersteuning van het ICT-beleid;

c)

20 % van het totale budget voor de uitvoering van het Programma Intelligente Energie — Europa.

BIJLAGE II

UITVOERINGSBEPALINGEN VOOR DE COMMUNAUTAIRE FINANCIËLE INSTRUMENTEN TEN BEHOEVE VAN HET MKB, BEDOELD IN ARTIKEL 17

1.   Gemeenschappelijke bepalingen voor alle communautaire financiële instrumenten ten behoeve van het MKB

A.   Begroting

De begrotingsmiddelen dekken de volledige kosten van elk instrument, met inbegrip van de betalingsverplichtingen jegens financiële intermediairs, zoals verliezen op garanties, de beheersvergoedingen van het EIF en de internationale financiële instellingen die de EU-middelen beheren, alsook alle andere in aanmerking komende kosten of uitgaven.

Om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en veranderende marktomstandigheden gedurende de looptijd van het kaderprogramma, wordt de nodige flexibiliteit betracht ten aanzien van het overhevelen van middelen tussen instrumenten.

B.   Trustrekeningen

Het EIF en de betrokken internationale financiële instellingen openen afzonderlijke trustrekeningen voor de begrotingsmiddelen van elk instrument. Dit mogen rentedragende rekeningen zijn. De rente die tot en met 31 december 2013 wordt ontvangen, mag aan de middelen worden toegevoegd en kan ten behoeve van het desbetreffende instrument worden gebruikt.

Betalingen die de trustee in verband met betalingsverplichtingen jegens financiële intermediairs verricht, worden van de desbetreffende trustrekening afgeschreven. De bedragen die de trustee in de algemene begroting van de Europese Unie moet terugstorten, de beheersvergoedingen van de trustee en andere in aanmerking komende kosten en uitgaven, worden conform de overeenkomsten tussen de Commissie en de trustee van de trustrekening afgeschreven. De van de Commissie ontvangen middelen, de ontvangen rente en, afhankelijk van het instrument, de opbrengsten uit gerealiseerde investeringen (FSIM) of de bereidstellingsen garantieprovisies en de overige vorderingen (MKB-garantiefaciliteit) worden op de trustrekening bijgeschreven.

Na 31 december 2013 worden de eventuele saldi op de trustrekeningen, afgezien van nog niet afgeschreven middelen waarvoor verplichtingen zijn aangegaan en gelden die redelijkerwijs voor de dekking van in aanmerking komende kosten en uitgaven nodig zijn, in de algemene begroting van de Europese Unie teruggestort.

C.   Vergoedingen

Voor het beheer van de instrumenten geldt een redelijke vergoedingsregeling. De vergoedingen worden door de Commissie overeenkomstig de gebruikelijke marktpraktijk vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met:

de totale looptijd van het instrument en het toezicht dat ook na de looptijd nog vereist is;

de in aanmerking komende landen;

de nieuwheid en complexiteit van het instrument;

het aantal aan het instrument verbonden activiteiten, zoals marktonderzoek, het zoeken van en onderhandelen met intermediairs, het structureren van transacties, afsluiting, toezicht en verslaglegging.

D.   Zichtbaarheid en bewustmaking

Elke intermediair zorgt met betrekking tot de ontvangen Gemeenschapssteun voor voldoende zichtbaarheid en transparantie, met inbegrip van adequate informatie over de financiële mogelijkheden die door het kaderprogramma worden geboden.

Er wordt voor gezorgd dat de uiteindelijke begunstigden behoorlijk over de beschikbare financieringsmogelijkheden worden geïnformeerd.

2.   Uitvoering van de FSIM

A.   Inleiding

De fiduciaire, beheers- en toezichtsaspecten worden door de Commissie en het EIF overeengekomen. De Commissie past specifieke richtsnoeren voor het beheer van kasmiddelen toe.

B.   Intermediairs

De deelfaciliteiten FSIM 1 en FSIM 2 richten zich op commercieel georiënteerde intermediairs die worden beheerd door onafhankelijke teams met een passende mix van vaardigheden en ervaring. De intermediairs worden op transparante, niet-discriminerende wijze geselecteerd volgens de beste zakelijke en marktpraktijk, waarbij belangenconflicten worden vermeden en ernaar wordt gestreefd te werken met een breed scala van gespecialiseerde fondsen of soortgelijke structuren.

C.   Geschiktheidscriteria

De FSIM vormt een aanvulling op de uit eigen middelen gefinancierde activiteiten van de EIB-groep inclusief het EIF, doordat zowel voor de intermediaire fondsen als voor het investeringsbeleid van die fondsen wordt gekozen voor een hoger risicoprofiel.

FSIM 1

FSIM 1 investeert in intermediaire durfkapitaalfondsen en andere investeringsinstrumenten die investeren in maximaal tien jaar oude MKB-bedrijven, gewoonlijk vanaf de niveaus pre-A (zaaifase) en A (aanloopfase), en doet waar nodig ook vervolginvesteringen. De gebruikelijke maximale totale investering in een intermediair durfkapitaalfonds bedraagt 25 % van het totale kapitaal dat door het fonds wordt gehouden, of 50 % voor nieuwe fondsen die waarschijnlijk een bijzonder krachtige katalyserende rol bij de ontwikkeling van durfkapitaalmarkten voor een specifieke technologie of in een specifieke regio zullen vervullen, alsmede voor investeringsvehikels van business angels. De maximale totale investering in een intermediair durfkapitaalfonds bedraagt 50 % ingeval het fonds voornamelijk investeert in MKB-bedrijven die actief zijn op het gebied van eco-innovatie. Ten minste 50 % van het in een fonds geïnvesteerde kapitaal moet afkomstig zijn van investeerders die werken in omstandigheden die overeenkomen met de normale marktomstandigheden (volgens het „beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie”), ongeacht de rechtsvorm en de eigendomsstructuur van de investeerders die dit deel van het kapitaal verstrekken. Voor geen enkel fonds mag een verbintenis van meer dan 30 miljoen EUR worden aangegaan. Investeringen van FSIM 1 kunnen worden gecombineerd met eigen middelen van het EIF, middelen onder het EIB-mandaat of andere door het EIF beheerde middelen.

FSIM 2

FSIM 2 investeert in intermediaire risicokapitaalfondsen die investeren in MKB-bedrijven, gewoonlijk op de niveaus B en C (uitbreiding). De gewoonlijke maximale totale investering in een intermediair risicokapitaalfonds bedraagt 15% van het totale kapitaal dat door het fonds wordt gehouden, of 25 % voor:

nieuwe fondsen die waarschijnlijk een bijzonder krachtige katalyserende rol bij de ontwikkeling van risicokapitaalmarkten voor een specifieke technologie of in een specifieke regio zullen vervullen;

fondsen die voornamelijk investeren in MKB-bedrijven die actief zijn op het gebied van eco-innovatie;

fondsen die zijn opgericht door beheersteams zonder ervaring op dit gebied.

Wanneer FSIM 2-investeringen worden gecombineerd met eigen middelen van het EIF, middelen onder het EIB-mandaat of andere door het EIF beheerde middelen, bedraagt de bijdrage van FSIM 2 maximaal 15 %. Ten minste 50 % van het in een fonds geïnvesteerde kapitaal moet afkomstig zijn van investeerders die werken in omstandigheden die overeenkomen met de normale marktomstandigheden (volgens het „beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie”), ongeacht de rechtsvorm en de eigendomsstructuur van de investeerders die dit deel van het kapitaal verstrekken. Voor geen enkel fonds mag een verbintenis van meer dan 30 miljoen EUR worden aangegaan.

D.   Investeringen op gelijke voet

De FSIM-investeringen in een intermediair fonds staan op gelijke voet (pari passu) met de investeringen van particuliere investeerders.

E.   Hefboomrol

Voor nieuwe fondsen die waarschijnlijk een bijzonder sterke katalyserende rol bij de ontwikkeling van durfkapitaalmarkten voor een specifieke technologie of in een specifieke regio zullen spelen, kan het EIF de rol van hefboominvesteerder spelen.

F.   Transparantie van de voorwaarden

Het EIF zorgt ervoor dat de voorwaarden voor financiering in het kader van FSIM1 en FSIM2 transparant en begrijpelijk zijn.

G.   Looptijd van de FSIM

De FSIM is een langetermijnfaciliteit die gewoonlijk voor 5 tot 12 jaar in intermediaire fondsen deelneemt. De looptijd van de FSIM-investeringen bedraagt in geen geval meer dan 19 jaar, gerekend vanaf de ondertekening van de delegatieovereenkomst tussen de Commissie en het EIF. De overeenkomsten tussen het EIF en de intermediairs moeten voorzien in goede uitstapstrategieën.

H.   Realisatie van investeringen

Aangezien de meeste FSIM-investeringen in niet-beursgenoteerde, illiquide entiteiten worden gedaan, wordt de realisatie van die investeringen gebaseerd op de uitkering van de opbrengsten die de intermediair ontvangt uit de verkoop van zijn investeringen in MKB-bedrijven.

I.   Herinvestering van opbrengsten uit gerealiseerde investeringen

De opbrengsten, met inbegrip van dividenden en vergoedingen die het EIF voor 31 december 2013 ontvangt, worden toegevoegd aan de middelen van de FSIM en ten behoeve van de FSIM gebruikt.

3.   Uitvoering van de MKB-garantiefaciliteit

A.   Inleiding

De fiduciaire, beheers- en toezichtsaspecten worden door de Commissie en het EIF overeengekomen en stroken met de gangbare commerciële praktijk. De Commissie past specifieke richtsnoeren voor het beheer van kasmiddelen toe.

B.   Intermediairs

De intermediairs worden gekozen uit de reeds operationele of op te richten garantiestelsels in de in aanmerking komende landen, met inbegrip van onderlingewaarborgorganisaties, en eventuele andere geschikte financiële instellingen. De selectieprocedures moeten transparant en niet-discriminerend zijn en belangenconflicten moeten worden vermeden.

De intermediairs worden geselecteerd volgens de beste marktpraktijk met inachtname van het effect op:

het volume van de financieringen (vreemd vermogen, aandelenkapitaal of quasi-aandelenkapitaal) ten behoeve van het MKB, en/of

de toegang van het MKB tot financiering, en/of

de risico's die de betrokken intermediair bij financiering van het MKB op zich neemt.

C.   Geschiktheidscriteria

De financiële criteria om voor financiering in het kader van de MKB-garantiefaciliteit in aanmerking te komen, worden voor elke intermediair vastgesteld op grond van zijn activiteiten, waarbij ernaar wordt gestreefd zo veel mogelijk MKB-bedrijven te bereiken. Deze criteria moeten de marktomstandigheden en -praktijken in het betrokken grondgebied weerspiegelen.

De kosten van de verwerving van materiële en immateriële activa, met inbegrip van innovatieactiviteiten, technologische ontwikkeling en de verwerving van licenties, komen voor financiering in aanmerking.

Tot de criteria van deelfaciliteit d), betreffende securitisatie van portefeuilles voor MKB-financiering met vreemd vermogen, behoren ook individuele transacties en transacties van meerdere verkopers alsmede transacties in meerdere landen. De beoordeling van de geschiktheid gebeurt op basis van de beste marktpraktijk, met name ten aanzien van de kredietkwaliteit en de risicodiversificatie van de gesecuritiseerde portefeuille.

D.   Voorwaarden van de garanties

De garanties die het EIF namens de Commissie in het kader van de deelfaciliteiten a) financiering met vreemd vermogen, b) microkredieten en c) aandelenkapitaal of quasi-aandelenkapitaal verstrekt, dekken een deel van het risico dat de financiële intermediair neemt in een financieringsportefeuille van individuele transacties. Deelfaciliteit d) securitisatie betreft het delen in het risico van bepaalde gesecuritiseerde tranches met een hogere senioriteit dan de tranche die het eerste verlies dekt of het aan de oorspronkelijke eigenaar overlaten van het risico van een aanzienlijk deel van de tranche die het eerste verlies dekt en het delen van het risico van het overige deel.

De door het EIF verleende garanties in verband met de deelfaciliteiten a) financiering met vreemd vermogen, b) microkredieten en c) aandelenkapitaal of quasi-aandelenkapitaal staan gewoonlijk op gelijke voet (pari passu) met de garanties of, in voorkomend geval, met de financiering die de intermediair verleent.

Het EIF kan de financiële intermediair een volgens een overeengekomen schema berekende provisie voor de bereidgestelde, maar niet-gebruikte bedragen in rekening brengen („bereidstellingsprovisie”), alsook een garantieprovisie. Het kan ook een vergoeding in rekening brengen voor individuele securitisatietransacties.

E.   Gelimiteerde gecumuleerde verliezen van het EIF

De kosten van de MKB-garantiefaciliteit voor de algemene begroting van de Europese Unie mogen niet meer bedragen dan de begrotingsmiddelen die in het kader van deze MKB-garantiefaciliteit ter beschikking van het EIF zijn gesteld. Een voorwaardelijke begrotingsverplichting is niet mogelijk.

De verplichting van het EIF om zijn aandeel in de verliezen van de intermediair te betalen, blijft bestaan totdat het gecumuleerde bedrag van de betalingen tot dekking van de verliezen op een specifieke financieringsportefeuille, in voorkomend geval verminderd met het gecumuleerde bedrag van de terzake alsnog geïnde bedragen die aanvankelijk als verliezen waren geboekt, een tevoren overeengekomen bedrag bereikt, waarna de garantie van het EIF automatisch wordt geannuleerd.

F.   Bijschrijving van alsnog geïnde bedragen en andere opbrengsten op de trustrekening

Alsnog van een bepaalde intermediair geïnde bedragen die aanvankelijk als verliezen waren geboekt, worden op de trustrekening bijgeschreven en worden in aanmerking genomen bij de berekening van de gelimiteerde gecumuleerde verliezen van het EIF voor die intermediair. Andere opbrengsten, zoals bereidstellings- en garantieprovisies, worden op de trustrekening bijgeschreven en, wanneer zij vóór 31 december 2013 zijn ontvangen, aan de middelen van de MKB-garantiefaciliteit toegevoegd.

G.   Looptijd van de MKB-garantiefaciliteit

De maximale looptijd van afzonderlijke MKB-garanties bedraagt 10 jaar.

4.   Uitvoering van het CBS

A.   Inleiding

De bijzonderheden betreffende de uitvoering van de Zaaikapitaalactie en de Partnerschapsactie, met inbegrip van de fiduciaire, beheers- en toezichtsaspecten, worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de Commissie en het EIF of de betrokken internationale financiële instellingen.

De intermediairs worden geselecteerd volgens de beste marktpraktijk.

De selectieprocedures voor het verlenen van technische bijstand moeten transparant en niet-discriminerend zijn en belangenconflicten moeten worden vermeden.

B.   Zaaikapitaalactie

De Zaaikapitaalactie wordt op fiduciaire basis uitgevoerd. De begrotingsmiddelen dekken de volledige kosten van de actie, met inbegrip van de beheersvergoedingen en andere in aanmerking komende kosten of uitgaven. De subsidies worden verleend aan investeringsfondsen die zaaikapitaal in hun algemene investeringsprogramma hebben opgenomen, teneinde een deel van de desbetreffende beheerskosten te dekken.

C.   Partnerschapsactie

De Partnerschapsactie wordt door het EIF of door relevante internationale financiële instellingen beheerd. Deze actie dekt de kosten van technische bijstand, beheersvergoedingen en andere in aanmerking komende kosten ter ondersteuning van de capaciteitsopbouw.

5.   Evaluatie

Bij de externe evaluaties, die worden verricht door onafhankelijke deskundigen, wordt rekening gehouden met het effect van het groei- en werkgelegenheidsinitiatief dat is vastgesteld bij Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheidscheppende kleine en middelgrote ondernemingen (Het MKB) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (1) en van het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het MKB. In het kader van de externe evaluaties wordt het effect van de communautaire financiële instrumenten ten behoeve van het MKB beoordeeld en wordt een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de behaalde resultaten gemaakt, met name door het hefboomeffect en de kosten-batenverhouding van elk instrument te bepalen. De evaluatieverslagen bevatten ook statistische gegevens voor de EU als geheel en voor de afzonderlijke lidstaten en de andere deelnemende landen, namelijk:

voor de FSIM: het aantal bereikte MKB-bedrijven en het aantal gecreëerde banen;

het rendement voor investeerders;

voor de MKB-garantiefaciliteit: het aantal en de waarde van de door financiële intermediairs aan het MKB verstrekte leningen, het aantal MKB-bedrijven dat hiermee werd bereikt en het aantal en de waarde van de niet-terugbetaalde leningen;

voor de Zaaikapitaalactie: het aantal gesteunde organisaties en het volume van de zaaikapitaalinvesteringen;

voor de Partnerschapsactie: het aantal gesteunde intermediairs en het aantal bereikte MKB-bedrijven;

specifieke resultaten betreffende eco-innovatie.

Aan de resultaten van de externe evaluatie en de lessen die hieruit kunnen worden getrokken, wordt voldoende bekendheid gegeven. Dit geldt ook voor de uitwisseling van optimale werkwijzen tussen belanghebbenden.


(1)  PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43.

BIJLAGE III

BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DE DIENSTEN TER ONDERSTEUNING VAN HET BEDRIJFSLEVEN EN DE INNOVATIE, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 21

a)

Informatie-, feedback-, bedrijfssamenwerkings- en internationaliseringsdiensten

Verspreiding van informatie over de werking van de interne markt voor goederen en diensten en de kansen die deze biedt, met inbegrip van attendering op mogelijkheden in verband met aanbestedingen;

proactieve promotie van de initiatieven, beleidsonderdelen en programma's van de Gemeenschap die voor het MKB van belang zijn en verstrekking van informatie aan het MKB over de aanvraagprocedures in het kader van deze programma's;

toepassing van de hulpmiddelen waarmee het effect van de bestaande wetgeving op het MKB kan worden gemeten;

bijdragen aan de uitvoering van effectbeoordelingsstudies van de Commissie;

gebruik van andere passende middelen om het MKB bij het Europese beleidsvormingsproces te betrekken;

ondersteuning van MKB-bedrijven bij het ontwikkelen van grensoverschrijdende activiteiten en het internationaal netwerken;

ondersteuning van MKB-bedrijven bij het vinden van adequate partners uit de particuliere of openbare sector door middel van geschikte middelen.

b)

Innovatie-, technologieoverdrachts- en kennisoverdrachtsdiensten

Verspreiding van informatie over en bewustmaking van beleid, wetgeving en ondersteunende programma's in verband met innovatie;

bijdragen aan de verspreiding en benutting van onderzoeksresultaten;

aanbieden van bemiddelingsdiensten voor technologie- en kennisoverdracht en voor het smeden van partnerschappen tussen de verschillende soorten innoverende bedrijven;

bevordering van de capaciteit van bedrijven, met name van de innovatiecapaciteit van het MKB;

vergemakkelijken van de aansluiting bij andere innovatiediensten, met inbegrip van diensten in verband met intellectuele eigendom.

c)

Diensten ter bevordering van de deelname van het MKB aan het zevende kaderprogramma voor OTO

Bewustmaking van het MKB van het zevende kaderprogramma voor OTO;

ondersteuning van MKB-bedrijven bij het vaststellen van hun behoeften inzake onderzoek en technologische ontwikkeling en bij het vinden van adequate partners;

ondersteuning van MKB-bedrijven bij het opstellen en coördineren van projectvoorstellen voor deelname aan het zevende kaderprogramma voor OTO.

P6_TA(2006)0231

Kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden

Resolutie van het Europees Parlement over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (2005/2207(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op bijlage II bij de Partnerschapsovereenkomst van Cotonou (1),

gezien de mededeling van 22 maart 2006 van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité getiteld „Tenuitvoerlegging van het partnerschap voor groei en werkgelegenheid: Europa moet een voorbeeld worden op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen” (COM(2006)0136),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 november 2005 over het voorstel voor een gezamenlijke verklaring van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie „De Europese Consensus” (2),

gezien de gezamenlijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Commissie over het Ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie „De Europese Consensus” (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 november 2005 over een ontwikkelingsstrategie voor Afrika (4),

gezien de mededeling van 12 oktober 2005 van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité getiteld „EU-strategie voor Afrika: Naar een Europees-Afrikaans pact voor snellere ontwikkeling van Afrika” (COM(2005)0489),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MOD) (5),

gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 29 oktober 2004 getiteld „EC Report on the Millennium Development Goals 2000-2004” (SEC(2004)1379),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0151/2006),

A.

overwegende dat Europese beleidsmaatregelen voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) niet automatisch op de ontwikkelingslanden mogen worden overgedragen,

B.

overwegende dat er geen algemeen aanvaarde definitie van KMO's in de ontwikkelingslanden bestaat,

C.

overwegende dat de KMO-sector een heterogene groep bedrijven omvat die onder uiteenlopende marktomstandigheden in de ontwikkelingslanden functioneren,

D.

overwegende dat KMO's werkgelegenheid creëren en bijdragen aan de opbouw van het maatschappelijk middenveld,

E.

overwegende dat KMO's een instrument zijn voor zowel sociale als economische ontwikkeling door middel van armoedevermindering,

F.

overwegende dat grensoverschrijdende activiteiten in de meeste zich ontwikkelende regio's veel voorkomen en daarom bij de vaststelling van beleidsmaatregelen en programma's bijzondere aandacht vereisen,

G.

overwegende dat een regionale benadering, waarbij nationale, regionale en lokale overheden en maatschappelijke organisaties uit twee of meer landen worden ingeschakeld, in veel regio's met een ontwikkelingsachterstand de oplossing kan vormen voor de ontwikkeling van KMO's,

H.

overwegende dat bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de rol van KMO's in de economie van kleine eilandstaten,

I.

overwegende dat bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de rol die KMO's na een conflict kunnen spelen om oud-strijders weer stevig in de maatschappij te integreren,

J.

overwegende dat de overheidsinstanties ernaar dienen te streven de administratieve rompslomp tot een minimum te beperken om geen barrières op te werpen voor de ontwikkeling van KMO's,

K.

overwegende dat registratie geen hinderpaal mag vormen voor kleine startende bedrijven of voor het opwaarderen van een microbedrijf tot een kleine onderneming,

L.

overwegende dat de totstandbrenging van lokale en regionale netwerken aanzienlijke voordelen voor kleine ondernemingen kan opleveren,

M.

overwegende dat er behoefte is aan de verspreiding van beste praktijken op het gebied van het opzetten, uitvoeren en evalueren van initiatieven ter bevordering van de groei van KMO's en van de lokale economische ontwikkeling en werkgelegenheid,

N.

overwegende dat de mensen in het veld, hun verenigingen en andere organisatievormen een fundamentele rol moeten spelen bij het uitstippelen en uitvoeren van het KMO-beleid,

O.

overwegende dat bij het ontwerpen van beleidsmaatregelen en programma's voor KMO's rekening dient te worden gehouden met regionale en culturele verschillen,

P.

overwegende dat de meeste ondernemingen in de micro-economie familiebedrijven zijn en daarom bij de opstelling van een KMO-beleid bijzondere aandacht vereisen,

Q.

overwegende dat vrouwen belangrijke economische spelers zijn bij het opzetten en ontwikkelen van microbedrijven en kleine ondernemingen en dat bedrijven van vrouwen uit hun isolement moeten worden verlost,

R.

overwegende dat bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan projecten voor vrouwelijke ondernemers, om te voorkomen dat historische gedragspatronen en tradities het opzetten van en de volledige uitvoering van initiatieven voor microbedrijven en KMO's in de weg staan,

S.

overwegende dat coöperaties een belangrijke rol spelen bij het instandhouden van de plaatselijke economie en voor de structuur en de samenhang van de plaatselijke gemeenschappen,

T.

overwegende dat de lokale instellingen een belangrijke rol moeten spelen bij de ondersteuning van KMO's,

U.

overwegende dat een beleid voor het starten van nieuwe KMO's een rol kan spelen bij het verminderen van het gewicht van de informele economie,

V.

overwegende dat er zekerheid dient te worden geboden met het oog op het opzetten en exploiteren van KMO's,

W.

overwegende dat coöperaties dicht bij de traditionele verenigingspraktijken in veel stedelijke en plattelandsgemeenschappen staan,

X.

overwegende dat de vorming van nieuwe coöperaties wellicht een gangbare manier is om informele activiteiten in formele activiteiten om te zetten,

Y.

overwegende dat initiatieven ter verbetering van het investeringsklimaat en van ondernemingskansen die bijdragen tot het genereren van werkgelegenheid en welvaart voor de armen, ondersteund dienen te worden,

Z.

overwegende dat KMO's voldoende tijd en capaciteitsopbouw nodig hebben om zich in te stellen op de geleidelijke openstelling van hun sector voor concurrentie op de wereldmarkt; dat een kritische dimensie, te realiseren door middel van samenwerkingsverbanden, dient te leiden tot de kritische massa die nodig is om stap voor stap de bescherming uit de eerste fase af te schaffen,

AA.

overwegende dat men steeds meer oog moet krijgen voor het in KMO's bevorderen van het denkbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen, waardoor maatschappelijke en milieuvraagstukken een plaats krijgen binnen het commercieel handelen,

AB.

overwegende dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan de sociaal-economische randvoorwaarden voor KMO's, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en opleiding van personeel, communicatie- en informatie-infrastructuur, toegang tot grondstoffen en markten,

AC.

overwegende dat het van het grootste belang is partnerschappen en informatiesystemen op te zetten die toegang geven tot kennis voor ontwikkeling,

AD.

overwegende dat de KMO's een belangrijke rol moeten spelen bij de ontwikkeling van initiatieven voor duurzaam toerisme in de ontwikkelingslanden,

AE.

overwegende dat ongestructureerde financiële systemen bijzonder schadelijk zijn voor de groei van microbedrijven en kleine ondernemingen,

AF.

overwegende dat de belangrijkste financiële bronnen waarover KMO's kunnen beschikken, worden gevormd door informele leningen van informele verenigingen, familie en vrienden, kleine spaartegoeden en niet uitgegeven inkomsten en overmakingen,

AG.

overwegende dat de verstrekking van startkapitaal een belangrijke bijdrage kan leveren tot het opzetten en verder ontwikkelen van KMO's,

AH.

overwegende dat de toegang tot leningen, met name leningen voor middellange termijn en langlopende leningen, en de versterking van de financiële tussenschakels van belang zijn voor de ontwikkeling van KMO's,

AI.

overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat vrouwen in de ontwikkelingslanden het best gebruikmaken van microkredieten, zodat zij een rol kunnen spelen bij de instandhouding van de plaatselijke economie,

AJ.

overwegende dat er voor de ACS-landen en andere ontwikkelingslanden, met inbegrip van nationale en regionale instellingen, een rol is weggelegd bij het beheer van middelen ter bevordering van de ontwikkeling van KMO's,

AK.

overwegende dat er voor KMO's een proactief financieel en fiscaal beleid moet worden gevoerd; dat speciale kredietlijnen of fiscale stimuleringsmaatregelen deel dienen uit te maken van dit beleid,

1.

acht harmonisatie van alle bestaande definities van KMO's, met inbegrip van micro-ondernemingen, noodzakelijk, althans op regionale basis; is voorts van mening dat het aantal werknemers het beste criterium is voor het definiëren van een KMO;

2.

beveelt aan om in een regio waar ontwikkelingslanden de meerderheid vormen, een onderneming met maximaal 5 werknemers aan te merken als micro-onderneming, met 6 tot 25 werknemers als kleine onderneming, en met 26 tot 100 werknemers als middelgrote onderneming;

3.

steunt beleidsmaatregelen die gericht zijn op het verlagen van de drempels voor het opzetten, registreren en beginnen van een onderneming; verzoekt de nationale regeringen in ontwikkelingslanden om een evaluatie te maken van het effect van de huidige en toekomstige economische wetgeving op KMO's;

4.

beveelt aan bijzondere steun te verlenen voor de vorming van netwerken van ondernemingen op plaatselijk en regionaal niveau;

5.

onderstreept dat de vorming van een netwerk wordt vergemakkelijkt door verenigingen voor gezamenlijke dienstverlening, bijvoorbeeld op het gebied van juridische advisering, accountantswerk, opleiding en onderwijs en het gebruik van informatietechnologie;

6.

is van mening dat deze dienstverlening in kleine steden en dorpen, indien nodig, met overheidsgeld zou kunnen worden geïnitieerd, terwijl als uiteindelijke optie particulier eigendom wordt aanbevolen;

7.

verzoekt om beleidsmaatregelen, programma's en projecten die speciaal zijn toegesneden op KMO's, met inbegrip van microbedrijven, die traditioneel actief zijn in de grensoverschrijdende handel;

8.

onderstreept het belang van overheidsbetrokkenheid bij deze grensoverschrijdend opgezette beleidsmaatregelen, om zo het vertrouwen tussen landen, de harmonisatie van wetten en praktijken en de regionale ontwikkeling te bevorderen;

9.

herinnert eraan dat KMO's, waaronder micro-ondernemingen, meestal familiebedrijven zijn die geworteld zijn in een omgeving waarin cultuur en tradities nog een fundamentele rol spelen, zodat een omzichtige en verstandige beleidsbenadering vereist is wanneer de invoering van nieuwe wetten of organisatievormen wordt voorbereid;

10.

doet een beroep op alle actoren in het veld om rechtstreeks of via hun koepels op alle niveaus deel te nemen aan de vaststelling en uitvoering van alle beleidsmaatregelen die KMO's betreffen;

11.

erkent de cruciale rol die vrouwen spelen op alle voor de ontwikkeling relevante terreinen, een rol die bij de besluitvorming maar al te vaak over het hoofd wordt gezien, en dringt erop aan dat er bijzondere aandacht wordt besteed aan projecten voor vrouwelijke ondernemers;

12.

is zich bewust van de rol die plaatselijke instellingen moeten spelen bij de ondersteuning van KMO's, inclusief micro-ondernemingen; is van mening dat plaatselijke instellingen de aanzet kunnen geven tot het opzetten van dienstverleningscentra voor micro-ondernemingen en KMO's, waarbij de nationale overheid de aanloopfase financiert;

13.

erkent de rol van KMO's bij het creëren van werkgelegenheid en onderstreept dat het van belang is de meeste van deze banen om te zetten van ongeschoold in geschoold werk, van seizoens- in voltijdswerk en van tijdelijke in vaste banen, en wel met behulp van proactieve nationale beleidsmaatregelen en programma's;

14.

onderstreept de rol die coöperaties kunnen spelen bij het instandhouden van de plaatselijke economie en bij het geven van structuur en samenhang aan de lokale gemeenschap;

15.

verzoekt om nationale beleidsmaatregelen die bijdragen tot het afslanken van de informele economie in de ontwikkelingslanden; verzoekt verder om bevordering van initiatieven die het investeringsklimaat helpen verbeteren en zodoende bijdragen tot het scheppen van ondernemingskansen;

16.

beschouwt coöperaties als een middel om informele activiteiten te formaliseren, omdat zij in veel stedelijke en plattelandsgemeenschappen dichter bij de traditionele verenigingspraktijken staan dan andere organisatorische rechtsvormen;

17.

beschouwt coöperaties als de beste omgeving om te voorkomen dat KMO's in de formele sector weer afglijden naar de informele sector;

18.

erkent dat KMO's voldoende tijd en capaciteitsopbouw nodig hebben om zich in te stellen op de geleidelijke openstelling van hun sector voor concurrentie op de wereldmarkt; erkent voorts dat een kritische dimensie, te realiseren door middel van samenwerkingsverbanden, dient te leiden tot de kritische massa die nodig is om stap voor stap de bescherming uit de eerste fase af te schaffen;

19.

vraagt om geleidelijke invoering van het denkbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen in KMO's in de ontwikkelingslanden en verzoekt de Commissie daarom alle relevante conferenties en bilaterale gesprekken met landen die de Partnerschapsovereenkomst van Cotonou hebben getekend, aan te grijpen om de invoering van dat denkbeeld te stimuleren en dat bewustzijn te kweken;

20.

beseft dat voor een goed sociaal-economisch klimaat voor KMO's alleen kan worden gezorgd als de beleidsmaatregelen voor deze ondernemingen acties omvatten op het gebied van onderwijs en opleiding van personeel, voorzieningen op het gebied van communicatie- en informatie-infrastructuur en gemakkelijke toegang tot grondstoffen en lokale en regionale markten;

21.

dringt aan op het opzetten van KMO-partnerschappen met het oog op de uitwisseling van actuele informatie en kennis;

22.

beseft welke rol KMO's kunnen spelen bij de ontwikkeling van de meeste sectoriële beleidsmaatregelen;

23.

dringt aan op goed functionerende financiële systemen in dienst van de KMO's;

24.

onderstreept dat men zich verre dient te houden van de in veel gebieden traditionele praktijk van informele kredieten en leningen door het bevorderen van speciaal ontworpen financiële producten en microfinanciering;

25.

beveelt aan startkapitaal te verstrekken voor de oprichting en ontwikkeling van KMO's;

26.

beveelt aan om de toegang tot kredieten, met name leningen voor de middellange termijn en langlopende leningen, beleidsmatig te vergemakkelijken en de positie van de bemiddelaars die actief zijn op het gebied van de financiering van KMO's, te versterken;

27.

dringt aan op bijzondere aandacht voor op vrouwen gerichte microkredietprojecten, in het bijzonder in gebieden waar vrouwen nog niet over alle rechten beschikken;

28.

stelt voor internationale steun en financiering te verstrekken voor regionale instellingen die werkzaam zijn in de financiële sector van de ontwikkelingslanden, om zo voor een gezamenlijke, multinationale benadering te zorgen van de activiteiten van KMO's;

29.

dringt aan op fiscale stimuleringsmaatregelen ten behoeve van KMO's, met name tijdens de startfase;

30.

dringt aan op hervormingen in de regelgeving, teneinde de registratieprocedures te versnellen en te vereenvoudigen alsook de minimum kapitaalvereisten te versoepelen;

31.

dringt aan op hervormingen in de gerechtelijke procedures met het oog op een snellere beslechting van zakelijke geschillen, een doeltreffender afdwinging van de naleving van contracten en de verdediging van eigendomsrechten;

32.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten van de EU en van de ACS-landen, de Raad ACS-EU en de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU.


(1)  Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, getekend te Cotonou op 23 juni 2000,PB L 65 van 8.3.2003, blz. 27.

(2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0446.

(3)  PB C 46 van 24.2.2006, blz. 1.

(4)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0445.

(5)  PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311.

P6_TA(2006)0232

Geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/83/EG, Richtlijn 2001/20/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (15763/3/2005 — C6-0087/2006 — 2004/0217(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15763/3/2005 — C6-0087/2006),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0599) (2),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2005)0577) (2),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 62 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0171/2006),

gezien de Verklaring van de Commissie, in bijlage bij deze wetgevingsresolutie en die tesamen met de wetgevende akte in het Publicatieblad zal gepubliceerd worden,

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Aangenomen teksten van 7.9.2005, P6_TA(2005)0331.

(2)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TC2-COD(2004)0217

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 1 juni 2006 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voordat een geneesmiddel voor menselijk gebruik in een of meer lidstaten in de handel wordt gebracht, moeten gewoonlijk uitgebreide onderzoeken, waaronder preklinische en klinische proeven, worden uitgevoerd om te waarborgen dat het geneesmiddel veilig is, een goede kwaliteit heeft en werkzaam is bij de doelgroep.

(2)

Dergelijk onderzoek wordt niet altijd uitgevoerd voor gebruik bij de pediatrische populatie en momenteel worden veel geneesmiddelen voor de behandeling van de pediatrische populatie gebruikt zonder dat zij voor dat gebruik zijn onderzocht of toegelaten. De marktwerking alleen blijkt onvoldoende stimulansen te bieden om geneesmiddelen voor de pediatrische populatie adequaat te onderzoeken, te ontwikkelen en tot de markt toe te laten.

(3)

Het ontbreken van aangepaste geneesmiddelen voor de pediatrische populatie leidt tot problemen zoals inadequate doseringsinformatie, waardoor de kans op bijwerkingen en zelfs overlijden groter wordt, ondoeltreffende behandeling als gevolg van onderdosering, het niet-beschikbaar zijn van vooruitgang op therapeutische gebied voor de pediatrische populatie, geschikte formuleringen en wijze van toediening en de behandeling van de pediatrische polulatie met ex-temporeformuleringen, die van matige kwaliteit kunnen zijn.

(4)

Deze verordening is bedoeld om de ontwikkeling en beschikbaarheid van geneesmiddelen voor gebruik bij de pediatrische populatie te vergemakkelijken, te waarborgen dat geneesmiddelen waarmee de pediatrische populatie wordt behandeld, worden onderworpen aan een kwalitatief hoogwaardig en ethisch verantwoord onderzoek en naar behoren voor gebruik bij de pediatrische populatie worden toegelaten en de beschikbare informatie over het gebruik van geneesmiddelen bij de diverse pediatrische populaties te verbeteren. Deze doelstellingen moeten worden verwezenlijkt zonder de pediatrische populatie aan onnodige klinische proeven bloot te stellen en zonder de toelating van geneesmiddelen voor andere leeftijdsgroepen te vertragen.

(5)

Elke regelgeving op het gebied van geneesmiddelen moet de bescherming van de volksgezondheid als voornaamste doel hebben, maar dit doel moet worden bereikt met middelen die het vrije verkeer van veilige geneesmiddelen in de Gemeenschap niet belemmeren. De verschillen in de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake geneesmiddelen kunnen een belemmering voor de intracommunautaire handel vormen, zodat zij rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt. Daarom zijn maatregelen ter bevordering van de ontwikkeling en de toelating van geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik, die zijn bedoeld om deze belemmeringen te voorkomen of op te heffen, gerechtvaardigd. Artikel 95 van het Verdrag is hiervoor de geschikte rechtsgrondslag.

(6)

Om deze doelstellingen te verwezenlijken is een systeem noodzakelijk gebleken dat zowel verplichtingen als beloningen en stimulansen omvat. De precieze aard van de verplichtingen, beloningen en stimulansen moet zijn toegesneden op de status van het betrokken specifieke geneesmiddel. Omdat deze verordening op alle geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik van toepassing moet zijn, moeten zowel nog niet toegelaten producten in de ontwikkelingsfase, als toegelaten producten waarop nog intellectuele-eigendomsrechten rusten als toegelaten producten waarop niet langer intellectuele-eigendomsrechten rusten, onder het toepassingsgebied vallen.

(7)

De bezorgdheid over de uitvoering van proeven bij de pediatrische populatie moet worden afgewogen tegen de ethische bezorgdheid over de toediening van geneesmiddelen aan een populatie waarbij deze niet op passende wijze zijn getest. Gevaren voor de volksgezondheid als gevolg van het gebruik van geneesmiddelen die niet bij de pediatrische populatie zijn getest, kunnen op veilige wijze worden afgewend door onderzoek naar geneesmiddelen voor de pediatrische populatie, met zorgvuldige controle en toezicht overeenkomstig de specifieke voorschriften, ter bescherming van de pediatrische populatie die in de Gemeenschap aan klinische proeven deelnemen, van Richtlijn 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toepassing van goede klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik (3).

(8)

Binnen het Europees Geneesmiddelenbureau (hierna „het bureau” genoemd) moet een wetenschappelijk comité, het Comité pediatrie, worden opgericht dat deskundigheid en bekwaamheid bezit op het gebied van de ontwikkeling en de beoordeling van alle aspecten van geneesmiddelen voor de behandeling van pediatrische populaties. De voorschriften inzake wetenschappelijke comités van het bureau, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 726/2004  (4) , zijn van toepassing op het Comité pediatrie. De leden van het Comité pediatrie mogen derhalve geen financiële of andere belangen in de farmaceutische industrie hebben waardoor hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen. Zij verbinden zich ertoe in dienst van het algemeen belang en in een geest van onafhankelijkheid te handelen, en leggen jaarlijks een verklaring af over hun financiële belangen. Het Comité pediatrie moet in de eerste plaats worden belast met de wetenschappelijke beoordeling en goedkeuring van plannen voor pediatrisch onderzoek en voor het systeem van vrijstellingen en opschortingen in verband met die plannen; het moet tevens een belangrijke rol spelen bij de diverse in deze verordening vervatte steunmaatregelen. Bij al zijn werkzaamheden moet het Comité pediatrie oog hebben voor de aanzienlijke therapeutische voordelen die onderzoek bij kinderen voor de pediatrische patiënten die aan het onderzoek deelnemen of voor de pediatrische populatie in het algemeen kan hebben alsmede voor de noodzaak om onnodig onderzoek te vermijden. Het Comité pediatrie moet de bestaande communautaire voorschriften, waaronder Richtlijn 2001/20/EG en richtsnoer E11 van de internationale conferentie voor harmonisatie (ICH) betreffende de ontwikkeling van geneesmiddelen voor de pediatrische populatie, in acht nemen en erop toezien dat de voorschriften voor onderzoek bij de pediatrische populatie de toelating van geneesmiddelen voor andere populaties niet vertraagt.

(9)

Er moeten procedures worden vastgesteld voor de goedkeuring en wijziging door het bureau van het plan voor pediatrisch onderzoek, het document waarop de ontwikkeling en toelating van geneesmiddelen voor de pediatrische populatie moeten worden gebaseerd. Het plan voor pediatrisch onderzoek moet nadere bijzonderheden omtrent het tijdschema en de maatregelen bevatten die worden voorgesteld om de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van het geneesmiddel bij de pediatrische populatie aan te tonen. Omdat de pediatrische populatie in feite uit een aantal subpopulaties bestaat, moet in het plan voor pediatrisch onderzoek worden aangegeven welke subpopulaties moeten worden onderzocht, alsook op welke wijze en wanneer het onderzoek moet plaatsvinden.

(10)

De introductie van het plan voor pediatrisch onderzoek in het wettelijk kader voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik is bedoeld om te waarborgen dat de ontwikkeling van geneesmiddelen die voor de pediatrische populatie kunnen worden gebruikt een integraal onderdeel van de geneesmiddelenontwikkeling wordt, dat in het ontwikkelingsprogramma voor volwassenen wordt geïntegreerd. Daarom moeten de plannen voor pediatrisch onderzoek in een vroeg stadium van de productontwikkeling worden ingediend, zodat er , indien nodig, voldoende tijd is om onderzoek bij de pediatrische populatie uit te voeren voordat een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen wordt ingediend. Er dient een termijn te worden vastgesteld voor de indiening van het plan voor pediatrisch onderzoek, zodat tijdig voor een dialoog tussen de sponsor en het Comité pediatrie kan worden gezorgd. De vroegtijdige indiening van het plan voor pediatrisch onderzoek, in combinatie met de indiening van het hierna vermelde verzoek om vrijstelling, voorkomt tevens dat de toelating voor andere populaties wordt vertraagd. Aangezien de ontwikkeling van geneesmiddelen een dynamisch proces is dat afhankelijk is van het resultaat van lopende studies, moet worden voorzien in de mogelijkheid om een goedgekeurd plan zo nodig te wijzigen.

(11)

Voor nieuwe geneesmiddelen en voor toegelaten geneesmiddelen die door een octrooi of door een aanvullend beschermingscertificaat worden beschermd, moet het voorschrift worden ingevoerd dat bij de indiening van een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen of een aanvraag voor een nieuwe indicatie, een nieuwe farmaceutische vorm of een nieuwe wijze van toediening, de resultaten van onderzoek bij de pediatrische populatie overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek dan wel het bewijs dat een vrijstelling of opschorting is verkregen, moeten worden verstrekt. Het plan voor pediatrisch onderzoek moet de basis vormen voor de beoordeling van de naleving van dit voorschrift. Dit voorschrift moet echter niet gelden voor generieke geneesmiddelen, gelijkwaardige biologische geneesmiddelen en geneesmiddelen die volgens de procedure inzake langdurig gebruik in de medische praktijk zijn toegelaten, noch voor homeopathische geneesmiddelen en traditionele kruidengeneesmiddelen die volgens de vereenvoudigde registratieprocedures van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (5) zijn toegelaten.

(12)

Er moet ruimte komen voor onderzoek naar het gebruik bij kinderen van geneesmiddelen die niet door een octrooi of een aanvullend beschermingscertificaat worden beschermd. Dit onderzoek zou in het kader van de communautaire onderzoeksprogramma's moeten worden gefinancierd.

(13)

Om te waarborgen dat onderzoek bij de pediatrische populatie uitsluitend wordt uitgevoerd om in hun specifieke therapeutische behoeften te voorzien, moeten procedures worden vastgesteld die het bureau in staat stellen vrijstelling van het in overweging 11 bedoelde voorschrift te verlenen voor specifieke producten of voor categorieën geneesmiddelen of gedeelten van categorieën die vervolgens door het bureau worden bekendgemaakt. Aangezien de kennis van de wetenschap en de geneeskunde in de loop der tijd evolueert, moet de lijst van vrijstellingen kunnen worden gewijzigd. Indien een vrijstelling echter wordt ingetrokken, moet het voorschrift nog gedurende een bepaalde periode buiten toepassing blijven, zodat er voldoende tijd is om voorafgaand aan de indiening van een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen ten minste een plan voor pediatrisch onderzoek te laten goedkeuren en onderzoeken bij de pediatrische populatie te starten.

(14)

In bepaalde gevallen moet het bureau de aanvang of de voltooiing van alle of een deel van de maatregelen in het plan voor pediatrisch onderzoek opschorten om te waarborgen dat onderzoek uitsluitend wordt uitgevoerd wanneer dat veilig en ethisch verantwoord is, en dat het voorschrift dat onderzoeksgegevens over de toepassing bij de pediatrische populatie beschikbaar moeten zijn, de toelating van geneesmiddelen voor andere populaties niet belemmert of vertraagt.

(15)

Het bureau moet gratis wetenschappelijk advies verstrekken om sponsors te stimuleren geneesmiddelen voor de pediatrische populatie te ontwikkelen. Omwille van de wetenschappelijke consistentie moet het bureau de werkzaamheden van het Comité pediatrie en de werkgroep voor wetenschappelijk advies van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik coördineren, evenals de interactie tussen het Comité pediatrie en de overige comités en werkgroepen van de Gemeenschap betreffende geneesmiddelen.

(16)

De procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik dienen niet te worden gewijzigd. Uit het in overweging 11 bedoelde voorschrift vloeit echter voort dat de bevoegde autoriteiten bij de nu al bestaande validering van aanvragen voor vergunningen voor het in de handel brengen moeten controleren of het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek en de eventuele vrijstellingen en opschortingen zijn nageleefd. De beoordeling van de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van geneesmiddelen voor de pediatrische populatie en de verlening van vergunningen voor het in de handel brengen moeten een taak van de bevoegde autoriteiten blijven. Het Comité pediatrie moet om advies gevraagd kunnen worden over de naleving en over de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van een geneesmiddel bij de pediatrische populatie.

(17)

Om beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten over veilig en doeltreffend geneesmiddelengebruik bij de pediatrische populatie te informeren en omwille van de transparantie moeten gegevens over de resultaten van onderzoek bij de pediatrische populatie en over de status van de plannen voor pediatrisch onderzoek, vrijstellingen en opschortingen in de productinformatie worden opgenomen. Wanneer alle maatregelen in het plan voor pediatrisch onderzoek zijn nageleefd, moet dit in de vergunning voor het in de handel brengen worden vermeld; op basis van deze vermelding moeten bedrijven vervolgens de beloning voor naleving kunnen ontvangen.

(18)

Om geneesmiddelen die voor gebruik bij de pediatrische populatie zijn toegelaten te onderscheiden, en het voorschrijven daarvan mogelijk te maken, dient te worden bepaald dat het etiket van geneesmiddelen waaraan een indicatie voor gebruik bij de pediatrische populatie is toegekend, een door de Commissie op aanbeveling van het Comité pediatrie vast te stellen symbool draagt.

(19)

Om stimulansen te bieden voor toegelaten producten waarop niet langer intellectuele-eigendomsrechten rusten, is het noodzakelijk een nieuw type vergunning voor het in de handel brengen te creëren: de vergunning voor pediatrisch gebruik. Een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik moet worden verleend volgens de bestaande procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen, maar moet specifiek van toepassing zijn op geneesmiddelen die uitsluitend voor gebruik bij de pediatrische populatie zijn ontwikkeld. Voor het geneesmiddel waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik wordt verleend, moet de bestaande merknaam van het ermee overeenkomende, voor volwassenen toegelaten product kunnen worden gebruikt, zodat zowel van de bestaande naamsbekendheid als van de gegevensexclusiviteit die aan een nieuwe vergunning voor het in de handel brengen is verbonden, wordt geprofiteerd.

(20)

In een aanvraag voor een vergunning van het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik moeten de overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek verzamelde gegevens over het gebruik van het product bij de pediatrische populatie worden opgenomen. Deze gegevens kunnen aan gepubliceerde literatuur of aan nieuw onderzoek zijn ontleend. In een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik moet voorts kunnen worden verwezen naar: gegevens in het dossier van een geneesmiddel dat in de Gemeenschap is of wordt toegelaten. Hierdoor krijgen kleine en middelgrote ondernemingen, waaronder fabrikanten van generieke geneesmiddelen, een extra stimulans om geneesmiddelen voor de pediatrische populatie te ontwikkelen waarop geen octrooi rust.

(21)

Deze verordening moet maatregelen bevatten om de toegankelijkheid van nieuwe, voor pediatrisch gebruik geteste en aangepaste geneesmiddelen voor de bevolking van de Gemeenschap te maximaliseren en de kans te minimaliseren dat voor de hele Gemeenschap geldende beloningen en stimulansen worden verleend, terwijl delen van de pediatrische populatie van de Gemeenschap niet van de beschikbaarheid van een pas toegelaten geneesmiddel verstoken blijven. Een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen (waaronder een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik) die de resultaten van overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek verrichte onderzoeken bevat, moet in aanmerking komen voor de gecentraliseerde procedure van de Gemeenschap, zoals beschreven in de artikelen 5 tot en met 15 van Verordening (EG) nr. 726/2004.

(22)

Wanneer een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek heeft geleid tot de toelating van een pediatrische indicatie voor een geneesmiddel dat al voor andere indicaties in de handel is, moet de vergunninghouder worden verplicht het product binnen twee jaar na de datum van goedkeuring van de indicatie met inachtneming van de pediatrische informatie in de handel te brengen. Dit voorschrift moet alleen gelden voor reeds toegelaten producten, en niet voor geneesmiddelen die uit hoofde van een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik worden toegelaten.

(23)

Er moet een facultatieve procedure worden vastgesteld om het mogelijk te maken voor een op nationaal niveau toegelaten geneesmiddel één advies voor de hele Gemeenschap te verkrijgen wanneer in de aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen gegevens over de pediatrsiche populatie zijn opgenomen die zijn gebaseerd op een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek. Hiervoor zou de procedure van de artikelen 32, 33 en 34 van Richtlijn 2001/83/EG kunnen worden gebruikt. Daarmee kan in de Gemeenschap een geharmoniseerde beschikking over het gebruik van het geneesmiddel bij de pediatrische populatie en de vermelding daarvan in alle nationale productinformatie worden vastgesteld.

(24)

Het is van wezenlijk belang dat de geneesmiddelenbewakingsmechanismen worden aangepast aan de specifieke eisen van de verzameling van gegevens over de veiligheid bij de pediatrische populatie, waaronder gegevens over mogelijke langetermijneffecten. Ook kan na de toelating aanvullend onderzoek naar de werkzaamheid bij de pediatrische populatie noodzakelijk zijn. Daarom moet voor aanvragen van een vergunning voor het in de handel brengen die de resultaten van overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek verrichte onderzoeken bevatten, de aanvullende eis worden gesteld dat de aanvrager moet aangeven hoe hij op de lange termijn toezicht denkt te houden op mogelijke bijwerkingen van het gebruik van het geneesmiddel en op de werkzaamheid bij de pediatrische populatie. Indien er bijzondere reden tot zorg is, moet de aanvrager, als voorwaarde voor de verlening van de vergunning voor het in de handel brengen, een risicobeheerssysteem indienen en toepassen en/of, na het in de handel brengen, specifiek onderzoek verrichten .

(25)

In het belang van de volksgezondheid moet ervoor worden gezorgd dat veilige en werkzame voor pediatrische indicaties toegelaten geneesmiddelen die ingevolge deze verordening zijn ontwikkeld, beschikbaar blijven. Er dienen voorzieningen te worden getroffen om ervoor te zorgen dat, wanneer de vergunninghouder voornemens is een dergelijk geneesmiddel uit de markt te nemen, de pediatrische populatie daarover kan blijven beschikken. Daartoe moet het bureau tijdig van dit voornemen in kennis worden gesteld en dit voornemen bekendmaken.

(26)

Voor producten waarvoor pediatrische gegevens moeten worden verstrekt, moet een beloning worden gegeven in de vorm van een verlenging van de duur van het bij Verordening (EEG) nr. 1768/92 van de Raad (6) ingevoerde aanvullende beschermingscertificaat met zes maanden, wanneer alle in het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek vervatte maatregelen zijn nageleefd, het product in alle lidstaten is toegelaten en relevante gegevens over de onderzoeksresultaten in de productinformatie zijn opgenomen. Besluiten van de nationale autoriteiten inzake de vaststelling van de prijs van geneesmiddelen of de opneming ervan in de nationale ziektekostenverzekering hebben geen invloed op de toekenning van deze beloning.

(27)

Aanvragen voor verlenging van de duur van het certificaat uit hoofde van deze verordening moeten enkel ontvankelijk zijn indien er een certificaat wordt afgegeven krachtens Verordening (EEG) nr. 1768/92.

(28)

Omdat het uitvoeren van onderzoek bij de pediatrische populatie moet worden beloond en niet het aantonen van de veiligheid en werkzaamheid van een product bij de pediatrische populatie, moet de beloning ook worden gegeven als een pediatrische indicatie niet wordt toegelaten. Om de beschikbare informatie over het gebruik van geneesmiddelen bij de pediatrische populatie te verbeteren, moeten de relevante gegevens over het gebruik bij pediatrische populaties in de informatie over toegelaten producten worden opgenomen.

(29)

Uit hoofde van Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (7) wordt voor geneesmiddelen die als weesgeneesmiddel zijn aangewezen, bij het verlenen van de vergunning voor het in de handel brengen voor de desbetreffende indicatie, een tienjarige marktexclusiviteit toegekend. Omdat deze producten veelal niet door een octrooi worden beschermd, kan de beloning in de vorm van een verlenging van het aanvullende beschermingscertificaat niet altijd worden gegeven en wanneer zij wel door een octrooi worden beschermd, zou verlenging een dubbele stimulans inhouden. In plaats van een verlenging van het aanvullende beschermingscertificaat moet daarom voor weesgeneesmiddelen waarvoor volledig aan het voorschrift betreffende de verstrekking van gegevens over het gebruik bij de pediatrische populatie wordt voldaan, de tienjarige termijn van marktexclusiviteit tot twaalf jaar worden verlengd.

(30)

De in deze verordening vervatte maatregelen mogen de toekenning van andere stimulansen of beloningen niet uitsluiten. Omwille van de transparantie van de diverse op Gemeenschaps- en lidstaatniveau bestaande maatregelen moet de Commissie een gedetailleerde lijst van alle beschikbare stimulansen opstellen, op grond van informatie die de lidstaten verstrekken. De in deze verordening uiteengezette maatregelen, waaronder de goedkeuring van plannen voor pediatrisch onderzoek, vormen geen grond voor het verkrijgen van andere onderzoeksondersteunende stimulansen van de Gemeenschap, zoals financiering van onderzoeksprojecten in het kader van de meerjarenkaderprogramma's van de Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie.

(31)

Om de beschikbare informatie over het gebruik van geneesmiddelen bij de pediatrische populatie te vergroten en te voorkomen dat onderzoek bij de pediatrische populatie nodeloos wordt herhaald zonder dat de collectieve kennis daarmee wordt vergroot, moet in de in artikel 11 van Richtlijn 2001/20/EG bedoelde Europese databank een Europees register van de klinische proeven met geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik worden opgenomen dat over alle lopende, voortijdig beëindigde en voltooide pediatrische onderzoeken in de Gemeenschap en in derde landen omvat. Een deel van de in de databank opgenomen informatie over klinische proeven met geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik alsmede bijzonderheden over de resultaten van alle klinische proeven die aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt, moeten door het bureau bekend worden gemaakt.

(32)

Het Comité pediatrie moet, na raadpleging van de Commissie, de lidstaten en belanghebbende partijen, de therapeutische behoeften van de pediatrische populatie inventariseren en deze inventaris regelmatig bijwerken. Daarin moeten de bestaande bij kinderen gebruikte geneesmiddelen worden opgenomen en de therapeutische behoeften van de pediatrische populatie, alsmede de prioriteiten voor onderzoek en ontwikkeling, worden vermeld. Dit moet ondernemingen in staat stellen op eenvoudige wijze vast te stellen waar kansen voor productontwikkeling liggen, het Comité pediatrie in staat stellen bij de beoordeling van ontwerp-plannen voor pediatrisch onderzoek, vrijstellingen en opschortingen beter in te schatten of er behoefte aan geneesmiddelen en onderzoek is, en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten een informatiebron bieden waarop zij hun beslissingen over de keuze van geneesmiddelen kunnen baseren.

(33)

Klinische proeven bij de pediatrische populatie kunnen specifieke deskundigheid, specifieke methoden en in sommige gevallen specifieke faciliteiten vereisen en moeten worden uitgevoerd door daarvoor opgeleide onderzoekers. Een netwerk dat de bestaande nationale en communautaire initiatieven en studiecentra met elkaar verbindt, zodat op communautair niveau de noodzakelijke bekwaamheid wordt samengebracht, en waarbij rekening wordt gehouden met gegevens van de Gemeenschap en van derde landen, zou de samenwerking bevorderen en nodeloos dubbel onderzoek voorkomen. Dit netwerk moet bijdragen tot de versterking van de grondslagen van de Europese onderzoeksruimte in het kader van de kaderprogramma's van de Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ten goede komen aan de pediatrische populatie en als bron van informatie en deskundigheid voor het bedrijfsleven fungeren.

(34)

Voor bepaalde toegelaten producten kunnen farmaceutische bedrijven al beschikken over gegevens over de veiligheid of werkzaamheid bij de pediatrische populatie. Om de beschikbare informatie over het gebruik van geneesmiddelen bij de pediatrische populaties te verbeteren, moeten bedrijven die over dergelijke gegevens beschikken, worden verplicht die gegevens in te dienen bij alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin het product is toegelaten. De gegevens kunnen dan worden beoordeeld en er kan zo nodig informatie worden toegevoegd aan de voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en patiënten bestemde informatie over toegelaten geneesmiddelen.

(35)

Er moet in een communautaire financiering worden voorzien voor alle aspecten van de werkzaamheden van het Comité pediatrie en het bureau die verband houden met de uitvoering van de verordening, zoals de beoordeling van plannen voor pediatrisch onderzoek, vrijstellingen van vergoedingen voor wetenschappelijk advies en maatregelen ter bevordering van informatie en transparantie, waaronder de databank voor pediatrisch onderzoek en het netwerk.

(36)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (8).

(37)

Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(38)

Aangezien het doel van deze verordening namelijk de verbetering van de beschikbaarheid van geteste geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik niet voldoende door de lidstaten zal kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, aangezien aldus de schaalvoordelen van een zo groot mogelijke markt zullen kunnen worden benut en versnippering van de beperkte middelen zal kunnen worden voorkomen, kan de Gemeenschap maatregelen aannemen, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel als bedoeld in artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel 5 neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is voor de verwezenlijking van dit doel,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Hoofdstuk 1

Voorwerp en definities

Artikel 1

Deze verordening bevat voorschriften inzake de ontwikkeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik om te voorzien in de specifieke therapeutische behoeften van de pediatrische populatie, zonder de pediatrische populatie daarbij aan onnodige klinische of andere proeven te onderwerpen, en overeenkomstig Richtlijn 2001/20/EG.

Artikel 2

Naast de definities van artikel 1 van Richtlijn 2001/83/EG gelden voor de toepassing van deze verordening de volgende definities:

1)

„pediatrische populatie”: de bevolkingsgroep in de leeftijd vanaf de geboorte tot 18 jaar;

2)

„plan voor pediatrisch onderzoek”: een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma gericht op het verkrijgen van de gegevens die nodig zijn om de voorwaarden vast te stellen waaronder een geneesmiddel kan worden toegelaten voor behandeling van de pediatrische populatie;

3)

„voor een pediatrische indicatie toegelaten geneesmiddel”: een geneesmiddel dat voor gebruik bij de gehele pediatrische populatie of een deel ervan is toegelaten en ten aanzien waarvan de bijzonderheden van de toegelaten indicatie in de overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2001/83/EG opgestelde samenvatting van de kenmerken van het product zijn vermeld;

4)

„vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik”: een vergunning voor het in de handel brengen die is verleend voor een geneesmiddel voor menselijk gebruik dat niet door een aanvullend beschermingscertificaat uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 1768/92 of door een voor de verlening van het aanvullende beschermingscertificaat in aanmerking komend octrooi wordt beschermd, en die uitsluitend betrekking heeft op de therapeutische indicaties die van belang zijn voor gebruik van dat product bij de pediatrische populatie of gedeelten daarvan, met inbegrip van de geschikte concentratie, farmaceutische vorm of wijze van toediening.

Hoofdstuk 2

Comité pediatrie

Artikel 3

1.   Uiterlijk ... (9) wordt binnen het bij Verordening (EG) nr. 726/2004 opgerichte Europees Geneesmiddelenbureau (hierna: „het bureau” genoemd) een Comité pediatrie opgericht. Het Comité pediatrie wordt geacht opgericht te zijn nadat de in artikel 4, lid 1, onder a) en b), bedoelde leden zijn benoemd.

Het bureau verzorgt het secretariaat van het Comité pediatrie en verleent het Comité pediatrie technische en wetenschappelijke ondersteuning.

2.   Op het Comité pediatrie is Verordening (EG) nr. 726/2004 van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald. Dit geldt met name ook voor de bepalingen inzake de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de leden van het Comité.

3.   De directeur van het bureau zorgt voor passende coördinatie tussen het Comité pediatrie en het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, het Comité voor weesgeneesmiddelen, de werkgroepen ervan en eventuele andere wetenschappelijke adviesgroepen.

Het bureau stelt specifieke procedures vast voor eventueel onderling overleg.

Artikel 4

1.   Het Comité pediatrie bestaat uit de volgende leden:

a)

vijf leden en vijf plaatsvervangers van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, die overeenkomstig artikel 61, lid 1, van Verordening (EG) nr. 726/2004 in het comité zijn benoemd. Deze vijf leden en hun plaatsvervangers worden door het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik in het Comité pediatrie benoemd;

b)

één lid en één plaatsvervanger benoemd door elke lidstaat waarvan de nationale bevoegde autoriteit niet wordt vertegenwoordigd door de door het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik benoemde leden;

c)

drie leden en drie plaatsvervangers benoemd door de Commissie op basis van een openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, na raadpleging van het Europees Parlement, ter vertegenwoordiging van gezondheidswerkers;

d)

drie leden en drie plaatsvervangers benoemd door de Commissie op basis van een openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, na raadpleging van het Europees Parlement, ter vertegenwoordiging van patiëntenverenigingen.

De plaatsvervangers vertegenwoordigen de leden en stemmen in hun naam wanneer deze afwezig zijn.

Voor de toepassing van de punten a) en b) werken de lidstaten, onder coördinatie van de directeur van het bureau, samen om te waarborgen dat de uiteindelijke samenstelling van het Comité pediatrie, wat zowel de leden als plaatsvervangers betreft, alle wetenschapsgebieden bestrijkt die van belang zijn voor pediatrische geneesmiddelen, waaronder ten minste de farmaceutische ontwikkeling, de kindergeneeskunde, huisartsen, de kinderfarmacie, de kinderfarmacologie, het pediatrisch onderzoek, de geneesmiddelenbewaking, de ethiek en de volksgezondheid. In het kader van de punten c) en d) houdt de Commissie rekening met de deskundigheid van de krachtens de punten a) en b) benoemde leden.

2.   De leden van het Comité pediatrie worden benoemd voor een termijn van drie jaar, met mogelijkheid tot verlenging. Zij mogen op vergaderingen van het Comité pediatrie door deskundigen worden vergezeld.

3.   Het Comité pediatrie kiest uit zijn midden een voorzitter, voor een termijn van drie jaar, met mogelijkheid tot eenmalige verlenging.

4.   De namen en kwalificaties van de leden worden door het bureau bekendgemaakt.

Artikel 5

1.   Bij de opstelling van zijn adviezen stelt het Comité pediatrie alles in het werk om een wetenschappelijke consensus te bereiken. Wanneer geen consensus kan worden bereikt, neemt het Comité pediatrie een advies aan dat bestaat uit het standpunt van de meerderheid van de leden. Het advies vermeldt de afwijkende standpunten, met de redenen die daaraan ten grondslag liggen. Het advies wordt openbaar gemaakt overeenkomstig artikel 25, leden 5 en 7.

2.   Het Comité pediatrie stelt zijn reglement van orde vast voor de uitvoering van zijn taken. Het reglement van orde treedt in werking nadat eerst de raad van beheer van het bureau, en vervolgens de Commissie, een gunstig advies hebben uitgebracht.

3.   Alle vergaderingen van het Comité pediatrie mogen door vertegenwoordigers van de Commissie en door de directeur van het bureau of zijn vertegenwoordigers worden bijgewoond.

Artikel 6

1.   De taken van het Comité pediatrie omvatten het volgende:

a)

beoordeling van de inhoud van de overeenkomstig deze verordening bij het Comité pediatrie ingediende plannen voor pediatrisch onderzoek voor een geneesmiddel en het uitbrengen van een advies daarover;

b)

beoordeling van vrijstellingen en opschortingen en het uitbrengen van een advies daarover;

c)

beoordeling, op verzoek van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, een bevoegde autoriteit of de aanvrager, of een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen overeenstemt met het desbetreffende goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek en het uitbrengen van een advies daarover;

d)

beoordeling, op verzoek van het comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of een bevoegde autoriteit, van gegevens die overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek zijn verkregen en het uitbrengen van een advies over de kwaliteit, veiligheid of werkzaamheid van het geneesmiddel voor gebruik bij de pediatrische populatie;

e)

raadgeving over de inhoud en vorm van de gegevens die voor het in artikel 42 bedoelde onderzoek moeten worden verzameld;

f)

ondersteuning en raadgeving van het bureau in verband met de oprichting van het in artikel 44 bedoelde Europese netwerk;

g)

wetenschappelijke ondersteuning bij de opstelling van documenten betreffende de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening;

h)

raadgeving, op verzoek van de directeur van het bureau of de Commissie, over vraagstukken betreffende geneesmiddelen voor gebruik bij de pediatrische populatie;

i)

het opstellen en het regelmatig bijwerken van een specifieke inventaris van de behoeften aan pediatrische geneesmiddelen als bedoeld in artikel 43;

j)

advisering van het bureau en de Commissie betreffende communicatie in verband met de beschikbare regelingen voor onderzoek naar geneesmiddelen voor gebruik bij de pediatrische populatie;

k)

het doen van een aanbeveling aan de Commissie over het in artikel 32, lid 2, bedoelde symbool.

2.   Bij de uitvoering van zijn taken overweegt het Comité pediatrie of van de voorgestelde onderzoeken kan worden verwacht dat zij al dan niet aanzienlijk therapeutisch voordeel voor de pediatrische populatie opleveren en/of een therapeutische behoefte van de pediatrische populatie vervullen. Het Comité pediatrie houdt rekening met alle informatie waarover het beschikt, inclusief eventuele adviezen, besluiten en raad van de bevoegde autoriteiten van derde landen.

TITEL II

VOORSCHRIFTEN VOOR VERGUNNINGEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Hoofdstuk 1

Algemene voorschriften voor vergunningen

Artikel 7

1.   Een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen, uit hoofde van artikel 6 van Richtlijn 2001/83/EG, van een geneesmiddel voor menselijk gebruik dat bij de inwerkingtreding van deze verordening niet in de Gemeenschap is toegelaten, wordt alleen geldig geacht wanneer daarin, naast de in artikel 8, lid 3, van Richtlijn 2001/83/EG genoemde gegevens en bescheiden, een van de volgende bescheiden is opgenomen:

a)

de resultaten van alle onderzoeken die zijn uitgevoerd en de details van alle informatie die is verzameld overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek;

b)

een besluit van het bureau tot verlening van een productspecifieke vrijstelling;

c)

een besluit van het bureau tot verlening van een vrijstelling voor een categorie op grond van artikel 11;

d)

een besluit van het bureau tot verlening van een opschorting.

Voor de toepassing van punt a) wordt ook het besluit van het bureau tot goedkeuring van het desbetreffende plan voor pediatrisch onderzoek in de aanvraag opgenomen.

2.   De overeenkomstig lid 1 ingediende bescheiden moeten cumulatief alle subgroepen van de pediatrische populatie bestrijken.

Artikel 8

In het geval van toegelaten geneesmiddelen die door hetzij een aanvullend beschermingscertificaat uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 1768/92, hetzij een voor de verlening van het aanvullende beschermingscertificaat in aanmerking komend octrooi worden beschermd, is artikel 7 van deze verordening van toepassing op vergunningaanvragen voor nieuwe indicaties, waaronder pediatrische indicaties, nieuwe farmaceutische vormen en nieuwe wijzen van toediening.

Voor de toepassing van de eerste alinea bestrijken de in artikel 7, lid 1, bedoelde bescheiden zowel bestaande als nieuwe indicaties, farmaceutische vormen en wijzen van toediening.

Artikel 9

De artikelen 7 en 8 zijn niet van toepassing op producten die krachtens de artikelen 10, 10 bis, 13 tot en met 16 en 16 bis tot en met 16 decies van Richtlijn 2001/83/EG zijn toegelaten.

Artikel 10

De Commissie stelt in overleg met de lidstaten, het bureau en andere belanghebbende partijen een nadere regeling vast betreffende de vorm en inhoud, waaraan aanvragen tot goedkeuring of wijziging van een plan voor pediatrisch onderzoek en vrijstellings- of opschortingsverzoeken moeten voldoen om geldig te worden geacht, alsook betreffende de in artikel 23 en artikel 28, lid 3, bedoelde controle op de naleving.

Hoofdstuk 2

Vrijstellingen

Artikel 11

1.   Voor specifieke geneesmiddelen of voor categorieën geneesmiddelen wordt vrijstelling van het verstrekken van de in artikel 7, lid 1, onder a), bedoelde informatie verleend indien blijkt dat een van de volgende situaties zich voordoet:

a)

het is waarschijnlijk dat het specifieke geneesmiddel of de categorie geneesmiddelen bij de gehele pediatrische populatie of een deel ervan niet werkzaam of niet veilig is;

b)

de ziekte of aandoening waarvoor het specifieke geneesmiddel of de categorie bedoeld is, komt uitsluitend bij volwassenen voor;

c)

het specifieke geneesmiddel levert geen aanzienlijk therapeutisch voordeel op ten opzichte van de bestaande behandelingen voor pediatrische patiënten.

2.   De in lid 1 bedoelde vrijstelling kan worden verleend in verband met een of meer omschreven subgroepen van de pediatrische populatie, een of meer omschreven therapeutische indicaties of een combinatie van omschreven subgroepen en therapeutische indicaties.

Artikel 12

Het Comité pediatrie kan op eigen initiatief op de in artikel 11, lid 1, beschreven gronden, een advies uitbrengen om een vrijstelling voor een categorie of een productspecifieke vrijstelling, als bedoeld in artikel 11, lid 1, te verlenen.

Zodra het Comité pediatrie een advies uitbrengt, is de procedure van artikel 25 van toepassing. In het geval van een vrijstelling voor een categorie zijn uitsluitend de leden 6 en 7 van artikel 25 van toepassing.

Artikel 13

1.   De aanvrager kan het bureau op de in artikel 11, lid 1, beschreven gronden verzoeken om een productspecifieke vrijstelling.

2.   Na ontvangst van het verzoek benoemt het Comité pediatrie een rapporteur en brengt uiterlijk binnen zestig dagen een advies uit tot het al dan niet verlenen van een productspecifieke vrijstelling.

De aanvrager of het Comité pediatrie kan tijdens deze termijn van zestig dagen om een vergadering verzoeken.

In voorkomend geval kan het Comité pediatrie de aanvrager verzoeken de ingediende gegevens en bescheiden aan te vullen. Wanneer het Comité pediatrie van deze mogelijkheid gebruik maakt, wordt de termijn van zestig dagen opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie is verstrekt.

3.   Zodra het Comité pediatrie een advies uitbrengt, is de procedure van artikel 25 van toepassing.

Artikel 14

1.   Het bureau houdt een lijst van alle vrijstellingen bij. De lijst wordt op gezette tijden (en ten minste eenmaal per jaar) bijgewerkt en wordt beschikbaar gesteld voor het publiek.

2.   Het Comité pediatrie kan op ieder moment een advies uitbrengen waarin wordt gepleit voor herziening van een verleende vrijstelling.

Bij een wijziging betreffende een productspecifieke vrijstelling is de procedure van artikel 25 van toepassing.

Bij een wijziging betreffende een vrijstelling voor een categorie zijn de leden 6 en 7 van artikel 25 van toepassing.

3.   Wanneer een productspecifieke vrijstelling of een vrijstelling voor een categorie geneesmiddelen wordt ingetrokken, zijn de voorschriften van de artikelen 7 en 8 niet van toepassing gedurende 36 maanden vanaf de datum van verwijdering van de lijst van vrijstellingen.

Hoofdstuk 3

Plan voor pediatrisch onderzoek

AFDELING 1

VERZOEKEN OM GOEDKEURING

Artikel 15

1.   De marktdeelnemer die voornemens is een aanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) of d), artikel 8 of artikel 30, in te dienen, stelt een plan voor pediatrisch onderzoek op en dient dit, tezamen met een verzoek om goedkeuring, in bij het bureau.

2.   Het plan voor pediatrisch onderzoek bevat het tijdschema en de maatregelen die worden voorgesteld om de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van het geneesmiddel te beoordelen bij alle mogelijk betrokken subgroepen van de pediatrische populatie. Voorts worden daarin de eventuele maatregelen beschreven om de formulering van het geneesmiddel aan te passen teneinde het gebruik ervan bij verschillende subgroepen van de pediatrische populatie aanvaardbaarder, eenvoudiger, veiliger of werkzamer te maken.

Artikel 16

1.   Tenzij de aanvrager motiveert waarom dit niet het geval is, wordt in het geval van aanvragen voor een vergunning voor het in de handel brengen als bedoeld in de artikelen 7 en 8 of verzoeken om vrijstelling als bedoeld in de artikelen 11 en 12, het plan voor pediatrisch onderzoek of het verzoek om vrijstelling , tezamen met een verzoek om goedkeuring, uiterlijk ingediend bij de voltooiing van de farmacokinetische onderzoeken bij volwassenen, als bedoeld in punt 5.2.3 van deel I van bijlage I bij Richtlijn 2001/83/EG, zodat bij de beoordeling van de aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen of andere aanvraag een advies betreffende het gebruik van het betrokken geneesmiddel bij de pediatrische populatie kan worden uitgebracht.

2.   Binnen dertig dagen na ontvangst van het in lid 1 en in artikel 15, lid 1, bedoelde verzoek verifieert het bureau de geldigheid ervan en stelt het een beknopt verslag op voor het Comité pediatrie.

3.   In voorkomend geval kan het bureau de aanvrager om aanvullende gegevens en bescheiden verzoeken; in dat geval wordt de termijn van dertig dagen opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie is verstrekt.

Artikel 17

1.   Na ontvangst van een geldig voorstel voor een plan voor pediatrisch onderzoek overeenkomstig artikel 15, lid 2, benoemt het Comité pediatrie een rapporteur en brengt het binnen zestig dagen een advies uit waarin het zijn oordeel geeft over de vraag of met de voorgestelde onderzoeken al dan niet de gegevens worden verkregen die nodig zijn om de voorwaarden vast te stellen waaronder het geneesmiddel kan worden gebruikt om de pediatrische populatie, of subgroepen daarvan, te behandelen en of de verwachte therapeutische voordelen de voorgestelde onderzoeken al dan niet rechtvaardigen. In zijn advies betrekt het Comité ook de geschiktheid van de voorgestelde maatregelen om de formulering van het geneesmiddel aan te passen met het oog op het gebruik ervan bij verschillende subgroepen van de pediatrische populatie.

De aanvrager of het Comité pediatrie kan binnen die termijn om een vergadering verzoeken.

2.   Binnen de in lid 1 bedoelde termijn van zestig dagen kan het Comité pediatrie de aanvrager verzoeken wijzigingen in het plan voor te stellen; in dat geval wordt de in lid 1 bedoelde termijn voor de goedkeuring van het definitieve advies met maximaal zestig dagen verlengd. In dat geval kan de aanvrager of het Comité pediatrie tijdens die termijn om een extra vergadering verzoeken. De termijn wordt opgeschort totdat de gevraagde aanvullende informatie is verstrekt.

Artikel 18

Zodra het Comité pediatrie een advies uitbrengt, is de procedure van artikel 25 van toepassing, ongeacht of het advies positief of negatief is.

Artikel 19

Wanneer het Comité pediatrie na beoordeling van een plan voor pediatrisch onderzoek vaststelt dat artikel 11, lid 1, onder a), b) of c), op het betrokken geneesmiddel van toepassing is, brengt het een negatief advies uit hoofde van artikel 17, lid 1, uit.

Het Comité pediatrie brengt in die gevallen een positief advies over een vrijstelling krachtens artikel 12 uit, waarna de procedure van artikel 25 van toepassing is.

AFDELING 2

OPSCHORTINGEN

Artikel 20

1.   Op het moment dat een plan voor pediatrisch onderzoek overeenkomstig artikel 16, lid 1, wordt ingediend, kan tevens worden verzocht om opschorting van de aanvang of voltooiing van alle of van een deel van de maatregelen in dat plan. Een dergelijke opschorting moet op wetenschappelijke en technische gronden of om redenen van volksgezondheid gerechtvaardigd zijn.

Er wordt in elk geval een opschorting verleend wanneer het passend is om eerst onderzoek bij volwassenen te doen alvorens aan te vangen met onderzoek bij de pediatrische populatie, of wanneer onderzoek bij de pediatrische populatie meer tijd vergt dan onderzoek bij volwassenen.

2.   Op grond van de ervaringen met de toepassing van dit artikel kan de Commissie volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure bepalingen vaststellen om de gronden voor de verlening van een opschorting nader te definiëren.

Artikel 21

1.   Wanneer het Comité pediatrie een positief advies uit hoofde van artikel 17, lid 1, uitbrengt, brengt het tegelijkertijd op eigen initiatief of naar aanleiding van een verzoek van de aanvrager uit hoofde van artikel 20, een advies uit om de aanvang of voltooiing van alle of een deel van de maatregelen in het plan voor pediatrisch onderzoek op te schorten, mits aan de voorwaarden van artikel 20 wordt voldaan.

In een positief advies over een opschorting worden de uiterste termijnen voor de aanvang of voltooiing van de betrokken maatregelen vermeld.

2.   Zodra het Comité pediatrie een positief advies over een opschorting, als bedoeld in lid 1, uitbrengt, is de procedure van artikel 25 van toepassing.

AFDELING 3

WIJZIGING VAN EEN PLAN VOOR PEDIATRISCH ONDERZOEK

Artikel 22

Indien de aanvrager na het besluit tot goedkeuring van het plan voor pediatrisch onderzoek bij de uitvoering ervan zodanige moeilijkheden ondervindt dat het plan niet uitvoerbaar is of niet meer passend is, kan hij het Comité pediatrie op basis van uitvoerig beschreven gronden wijzigingen voorstellen of om een opschorting of vrijstelling verzoeken. Binnen 60 dagen beoordeelt het Comité pediatrie deze wijzigingen of het verzoek om opschorting of vrijstelling en brengt het een advies uit waarin het voorstelt de wijzigingen af te wijzen of te aanvaarden. Zodra het Comité pediatrie een advies uitbrengt, is de procedure van artikel 25 van toepassing, ongeacht of het advies positief of negatief is.

AFDELING 4

NALEVING VAN HET PLAN VOOR PEDIATRISCH ONDERZOEK

Artikel 23

1.   De bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen gaat na of een aanvraag betreffende een vergunning voor het in de handel brengen of betreffende een wijziging aan de eisen van de artikelen 7 en 8 voldoet, en of een op grond van artikel 30 ingediende aanvraag aan het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek voldoet.

Indien de aanvraag wordt ingediend volgens de procedure van de artikelen 27 tot en met 39 van Richtlijn 2001/83/EG wordt de controle op de naleving, met inbegrip van een eventueel verzoek om advies van het Comité pediatrie overeenkomstig lid 2, onder b) en c), door de referentielidstaat verricht.

2.   Het Comité pediatrie kan over de vraag of de aanvrager een onderzoek conform het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek heeft uitgevoerd, om advies worden verzocht door:

a)

de aanvrager, alvorens een aanvraag betreffende een vergunning voor het in de handel brengen of betreffende een wijziging als bedoeld in respectievelijk artikel 7, artikel 8 en artikel 30 in te dienen;

b)

het bureau of de nationale bevoegde autoriteit, bij de validering van een aanvraag als bedoeld in punt a), die geen advies over de naleving bevat dat is uitgebracht naar aanleiding een verzoek krachtens punt a);

c)

het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik of de nationale bevoegde autoriteit, bij de beoordeling van een aanvraag als bedoeld in punt a), wanneer twijfel over de naleving bestaat en er nog geen advies naar aanleiding van een verzoek krachtens punt a) of b) is uitgebracht.

In het geval onder a) dient de aanvrager zijn aanvraag pas in zodra het Comité pediatrie advies heeft uitgebracht, en wordt een afschrift daarvan bij de aanvraag gevoegd.

3.   Wanneer het Comité pediatrie krachtens het vorige lid om advies wordt verzocht geeft hij hieraan gevolg binnen zestig dagen na ontvangst van het verzoek.

De lidstaten nemen een dergelijk advies in aanmerking.

Artikel 24

Indien de bevoegde autoriteit bij de wetenschappelijke beoordeling van een geldige aanvraag van een vergunning voor het in de handel brengen vaststelt dat bij de uitvoering van de onderzoeken het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek niet is nageleefd, komt het product niet in aanmerking voor de in de artikelen 36, 37 en 38 bedoelde beloningen en stimulansen.

Hoofdstuk 4

Procedure

Artikel 25

1.   Binnen tien dagen na de ontvangst van het advies van het Comité pediatrie zendt het bureau het toe aan de aanvrager.

2.   Binnen dertig dagen na ontvangst van het advies van het Comité pediatrie kan de aanvrager bij het bureau een uitvoerig gemotiveerd schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek van het advies indienen.

3.   Binnen dertig dagen na ontvangst van een verzoek om een nieuw onderzoek overeenkomstig lid 2 brengt het Comité pediatrie, nadat het een nieuwe rapporteur heeft benoemd, een nieuw advies uit, waarin het eerdere advies wordt bevestigd of herzien. De rapporteur heeft de mogelijkheid de aanvrager direct te horen. De aanvrager kan ook zelf voorstellen te worden gehoord. De rapporteur brengt het Comité pediatrie onverwijld, schriftelijk en gedetailleerd over de contacten met de aanvrager op de hoogte. Het nieuwe advies wordt naar behoren gemotiveerd en de motivering van het eindoordeel wordt als bijlage toegevoegd aan het nieuwe advies, dat tevens het definitieve advies is.

4.   Indien de aanvrager binnen de in lid 2 bedoelde termijn van dertig dagen geen verzoek om een nieuw onderzoek indient, wordt het advies van het Comité pediatrie definitief.

5.   Het bureau besluit uiterlijk tien dagen na ontvangst van het definitieve advies van het Comité pediatrie. Dit besluit wordt schriftelijk aan de aanvrager meegedeeld en gaat vergezeld van het definitieve advies van het Comité pediatrie.

6.   In het geval van een vrijstelling voor een categorie, als bedoeld in artikel 12, neemt het bureau een besluit binnen tien dagen na ontvangst van het advies van het Comité pediatrie als bedoeld in artikel 13, lid 3. Dit besluit gaat vergezeld van het advies van het Comité pediatrie.

7.   Besluiten van het Bureau worden openbaar bekendgemaakt, met weglating van alle commercieel vertrouwelijke informatie.

Hoofdstuk 5

Diverse bepalingen

Artikel 26

De natuurlijke of rechtspersoon die een voor pediatrisch gebruik bestemd geneesmiddel ontwikkelt, kan voorafgaand aan de indiening van een plan voor pediatrisch onderzoek en tijdens de uitvoering van dat plan overeenkomstig artikel 57, lid 1, onder n), van Verordening (EG) nr. 726/2004 bij het bureau advies inwinnen over het ontwerp en de uitvoering van de diverse proeven en studies die nodig zijn om de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van het geneesmiddel bij de pediatrische populatie aan te tonen.

Bovendien kan deze natuurlijke of rechtspersoon advies inwinnen over het ontwerp en de uitvoering van de in artikel 34 bedoelde geneesmiddelenbewakings- en risicobeheerssystemen.

Advies krachtens dit artikel wordt kosteloos door het bureau gegeven.

TITEL III

PROCEDURES VOOR HET VERLENEN VAN VERGUNNINGEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Artikel 27

Voor het verlenen van de onder deze titel vallende vergunningen voor het in de handel brengen gelden de bepalingen van Verordening (EG) nr. 726/2004 of Richtlijn 2001/83/EG, tenzij in deze titel anders is bepaald.

Hoofdstuk 1

Procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen voor aanvragen die onder de artikelen 7 en 8 vallen

Artikel 28

1.   Overeenkomstig de procedure van de artikelen 5 tot en met 15 van Verordening (EG) nr. 726/2004 kunnen, op basis van overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek verrichte onderzoeken, aanvragen worden ingediend voor een vergunning voor het in de handel brengen als bedoeld in artikel 7, lid 1, van deze verordening die één of meer pediatrische indicaties omvat.

Wanneer de vergunning wordt verleend, worden de resultaten van al die onderzoeken opgenomen in de samenvatting van de kenmerken van het product, en indien passend, wanneer de bevoegde autoriteit de informatie nuttig acht voor de patiënt, ook in de bijsluiter van het product, ongeacht of alle betrokken pediatrische indicaties al dan niet zijn goedgekeurd door de bevoegde autoriteit.

2.   Wanneer een vergunning voor het in de handel brengen wordt verleend of gewijzigd, worden de overeenkomstig deze verordening verleende vrijstellingen of opschortingen vermeld in de samenvatting van de kenmerken van het product, en in voorkomend geval ook in de bijsluiter van het betrokken geneesmiddel.

3.   Indien de aanvraag in overeenstemming is met alle maatregelen in het voltooide goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek en de resultaten van overeenkomstig dat goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek verrichte onderzoeken in de samenvatting van de kenmerken van het product tot uitdrukking komen, neemt de bevoegde autoriteit in de vergunning voor het in de handel brengen de verklaring op dat de aanvraag aan het voltooide goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek voldoet. Voor de toepassing van artikel 45, lid 3, wordt in die verklaring tevens vermeld of significant onderzoek in het kader van het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek na de inwerkingtreding van deze verordening is afgerond.

Artikel 29

In het geval van geneesmiddelen die krachtens Richtlijn 2001/83/EG zijn toegelaten, kan een aanvraag als bedoeld in artikel 8 van deze verordening overeenkomstig de procedure van de artikelen 32, 33 en 34 van Richtlijn 2001/83/EG worden ingediend voor de toelating voor een nieuwe indicatie, waaronder de uitbreiding van een vergunning tot gebruik bij de pediatrische populatie, een nieuwe farmaceutische vorm of een nieuwe wijze van toediening.

Die aanvraag moet voldoen aan het vereiste van artikel 7, lid 1, onder a).

De procedure geldt uitsluitend voor de beoordeling van de te wijzigen specifieke delen van de samenvatting van de kenmerken van het product.

Hoofdstuk 2

Vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik

Artikel 30

1.   De indiening van een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik staat geenszins in de weg aan een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor andere indicaties.

2.   Bij een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik worden de gegevens en bescheiden gevoegd die nodig zijn om de, kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid bij de pediatrische populatie aan te tonen, waaronder eventuele specifieke gegevens die nodig zijn ter onderbouwing van een geschikte concentratie, farmaceutische vorm of wijze van toediening van het product, overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek.

In de aanvraag wordt ook het besluit van het bureau tot goedkeuring van het desbetreffende plan voor pediatrisch onderzoek opgenomen.

3.   Wanneer een geneesmiddel in een lidstaat of in de Gemeenschap wordt of is toegelaten, mag in voorkomend geval in een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik naar de gegevens in het dossier van dat product worden verwezen overeenkomstig artikel 14, lid 11, van Verordening (EG) nr. 726/2004 of artikel 10 van Richtlijn 2001/83/EG.

4.   Het geneesmiddel waarvoor de vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik wordt verleend, mag dezelfde naam hebben als een geneesmiddel met dezelfde werkzame stof waarvoor aan dezelfde vergunninghouder een vergunning voor gebruik bij volwassenen is verleend.

Artikel 31

Onverminderd artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004 kan een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik worden ingediend overeenkomstig de procedure van de artikelen 5 tot en met 15 van Verordening (EG) nr. 726/2004.

Hoofdstuk 3

Aanduiding

Artikel 32

1.   Wanneer voor een geneesmiddel een vergunning voor het in de handel brengen wordt verleend met een pediatrische indicatie staat op het etiket het overeenkomstig lid 2 vastgestelde symbool. De bijsluiter bevat een toelichting omtrent de betekenis van het symbool.

2.   Uiterlijk ... (10) kiest de Commissie op aanbeveling van het Comité pediatrie een symbool. De Commissie maakt het symbool bekend.

3.   Dit artikel is ook van toepassing op geneesmiddelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn toegelaten en op geneesmiddelen die na de inwerkingtreding van deze verordening maar vóór de bekendmaking van het symbool zijn toegelaten, mits het om een toelating voor pediatrische indicaties gaat.

In dat geval worden het symbool en de toelichting, bedoeld in lid 1, uiterlijk twee jaar nadat het symbool is bekendgemaakt, in respectievelijk het etiket en de bijsluiter van de betrokken geneesmiddelen opgenomen.

TITEL IV

VOORSCHRIFTEN VOOR DE PERIODE NA DE VERLENING VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Artikel 33

Indien geneesmiddelen voor een pediatrische indicatie worden toegelaten op grond van een voltooid goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek en deze geneesmiddelen reeds voor andere indicaties in de handel zijn gebracht, brengt de vergunninghouder de betreffende producten binnen twee jaar na de toelating van de pediatrische indicatie ook voor deze indicatie in de handel. Deze termijnen worden vermeld in een register dat door het bureau wordt gecoördineerd en dat openbaar wordt gemaakt.

Artikel 34

1.   In de volgende gevallen specificeert de aanvrager de follow-upmaatregelen om te waarborgen dat toezicht wordt gehouden op de werkzaamheid en de mogelijke bijwerkingen van het pediatrische gebruik van het geneesmiddel:

a)

in aanvragen voor een vergunning voor het in de handel brengen die een pediatrische indicatie omvat;

b)

in aanvragen tot opname van een pediatrische indicatie in een bestaande vergunning voor het in de handel brengen;

c)

in aanvragen voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik.

2.   Indien er bijzondere reden tot zorg is, dient de bevoegde autoriteit als voorwaarde voor de verlening van de vergunning voor het in de handel brengen de eis te stellen dat een risicobeheerssysteem wordt opgezet of dat na het in de handel brengen specifiek onderzoek wordt uitgevoerd en ter beoordeling wordt ingediend. Het risicobeheerssysteem omvat een reeks activiteiten en maatregelen inzake geneesmiddelenbewaking, bedoeld om de risico's van geneesmiddelen te identificeren, te karakteriseren, te vermijden of tot een minimum te beperken, met inbegrip van de beoordeling van de doeltreffendheid van die maatregelen.

Een beoordeling van de doeltreffendheid van het eventuele risicobeheerssysteem en van de resultaten van de eventueel uitgevoerde onderzoeken wordt opgenomen in de periodieke veiligheidsverslagen, als bedoeld in artikel 104, lid 6, van Richtlijn 2001/83/EG en artikel 24, lid 3, van Verordening (EG) nr. 726/2004.

De bevoegde autoriteit kan bovendien verlangen dat aanvullende verslagen worden ingediend waarin de doeltreffendheid van een eventueel risicominimaliseringssysteem en de resultaten van de eventueel uitgevoerde onderzoeken worden geëvalueerd.

3.     Naast het bepaalde in de leden 1 en 2 zijn ook de voorschriften inzake geneesmiddelenbewaking van Verordening (EG) nr. 726/2004 en Richtlijn 2001/83/EG van toepassing op de vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen met een pediatrische indicatie.

4.   In het geval van een opschorting dient de houder van de vergunning voor het in de handel brengen jaarlijks een verslag bij het bureau in waarin de vorderingen van het pediatrisch onderzoek overeenkomstig het besluit van het bureau tot goedkeuring van het plan voor pediatrisch onderzoek en tot verlening van de opschorting worden vermeld.

Het bureau stelt de bevoegde autoriteit in kennis indien blijkt dat de houder van de vergunning voor het in de handel brengen niet heeft voldaan aan het besluit van het bureau tot goedkeuring van het plan voor pediatrisch onderzoek en tot verlening van een opschorting.

5.   Het bureau stelt richtsnoeren op voor de toepassing van dit artikel.

Artikel 35

Indien een geneesmiddel voor een pediatrische indicatie wordt toegelaten en de houder van de vergunning voor het in de handel brengen beloningen en stimulansen van artikel 36, 37 of 38 heeft ontvangen en deze beschermingstermijnen zijn afgelopen, draagt de vergunninghouder, indien hij voornemens is het geneesmiddel niet langer in de handel te brengen, de vergunning voor het in de handel brengen over of stemt hij erin toe dat een derde, die heeft verklaard voornemens te zijn het geneesmiddel in de handel te blijven brengen, gebruik maakt van de farmaceutische, preklinische en klinische documentatie in het dossier van het geneesmiddel, op basis van artikel 10 quater van Richtlijn 2001/83/EG.

De vergunninghouder die voornemens is het in de handel brengen van een geneesmiddel stop te zetten, stelt het bureau uiterlijk zes maanden voor de stopzetting in kennis van zijn voornemen. Het bureau maakt dit bekend.

TITEL V

BELONINGEN EN STIMULANSEN

Artikel 36

1.   Wanneer een aanvraag uit hoofde van artikel 7 of 8 de resultaten van alle overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek uitgevoerde onderzoeken bevat, heeft de houder van het octrooi of van het aanvullende beschermingscertificaat recht op een verlenging van de in artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 1768/92 bedoelde termijn met zes maanden.

De eerste alinea is ook van toepassing wanneer de voltooiing van het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek niet leidt tot toelating van een pediatrische indicatie, maar de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken wel in de samenvatting van de kenmerken van het product, en in voorkomend geval in de bijsluiter van het betrokken geneesmiddel tot uitdrukking komen.

2.   De toepassing van lid 1 van dit artikel wordt gebaseerd op de opname van de in artikel 28, lid 3, bedoelde verklaring in een vergunning voor het in de handel brengen.

3.   Wanneer de procedures van Richtlijn 2001/83/EG zijn toegepast, wordt de in lid 1 bedoelde verlenging van de termijn met zes maanden uitsluitend toegekend indien het product in alle lidstaten is toegelaten.

4.   De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing op producten die door een aanvullend beschermingscertificaat uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 1768/92 of door een voor de verlening van het aanvullende beschermingscertificaat in aanmerking komend octrooi worden beschermd. Zij zijn niet van toepassing op geneesmiddelen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 141/2000 als weesgeneesmiddelen zijn aangewezen.

5.   De leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op vergunningsaanvragen overeenkomstig artikel 8 die tot een vergunning voor een nieuwe pediatrische indicatie leiden, wanneer de aanvrager om verlenging met een jaar van de beschermingstermijn voor het in de handel brengen van het betrokken geneesmiddel verzoekt met als motivering dat deze nieuwe pediatrische indicatie, overeenkomstig artikel 14, lid 11, van Verordening (EG) nr. 726/2004 of artikel 10, lid 1, vierde alinea, van Richtlijn 2001/83/EG een significant klinisch voordeel biedt in vergelijking tot bestaande therapieën, en dit verzoek om verlenging wordt gehonoreerd.

Artikel 37

Wanneer een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen wordt ingediend voor een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 141/2000 als weesgeneesmiddel aangewezen geneesmiddel en die aanvraag de resultaten van alle overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek uitgevoerde onderzoeken bevat, en de in artikel 28, lid 3, van deze verordening bedoelde verklaring vervolgens in de verleende vergunning voor het in de handel brengen wordt opgenomen, wordt de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 141/2000 bedoelde termijn van tien jaar tot twaalf jaar verlengd.

De eerste alinea is ook van toepassing wanneer de voltooiing van het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek niet leidt tot toelating van een pediatrische indicatie, maar de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken wel in de samenvatting van de kenmerken van het product, en in voorkomend geval in de bijsluiter van het betrokken geneesmiddel tot uitdrukking komen.

Artikel 38

1.   Wanneer overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 15 van Verordening (EG) nr. 726/2004 een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik wordt verleend, zijn de in artikel 14, lid 11, van die verordening genoemde beschermingstermijnen voor gegevens en voor het in de handel brengen van toepassing.

2.   Wanneer volgens de procedures van Richtlijn 2001/83/EG een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik wordt verleend, zijn de in artikel 10, lid 1, van die richtlijn genoemde beschermingstermijnen voor gegevens en voor het in de handel brengen van toepassing.

Artikel 39

1.   Naast de artikelen 36, 37 en 38 bedoelde beloningen en stimulansen, kunnen geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik ook in aanmerking komen voor stimulansen die de Gemeenschap of de lidstaten bieden ter ondersteuning van het onderzoek naar en de ontwikkeling en beschikbaarheid van geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik.

2.   Uiterlijk ... (11) verstrekken de lidstaten de Commissie gedetailleerde informatie over de eventuele maatregelen die zij hebben vastgesteld ter ondersteuning van het onderzoek naar en de ontwikkeling en beschikbaarheid van geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik. Op verzoek van de Commissie wordt deze informatie regelmatig bijgewerkt.

3.   Uiterlijk ... (12) stelt de Commissie een gedetailleerd overzicht voor het publiek beschikbaar van alle stimulansen die de Gemeenschap en de lidstaten bieden ter ondersteuning van het onderzoek naar en de ontwikkeling en beschikbaarheid van geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik. Dit overzicht wordt regelmatig bijgewerkt en de bijwerkingen worden voor het publiek beschikbaar gesteld.

Artikel 40

1.   In de communautaire begroting wordt voorzien in fondsen voor onderzoek naar geneesmiddelen voor gebruik bij de pediatrische populatie, om steun te verlenen voor studies van geneesmiddelen of actieve stoffen die niet worden beschermd door een octrooi of een aanvullend beschermingscertificaat.

2.   De communautaire financiering wordt verstrekt door middel van de kaderprogramma's van de Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie of andere communautaire initiatieven voor de financiering van onderzoek.

TITEL VI

COMMUNICATIE EN COÖRDINATIE

Artikel 41

1.   De bij artikel 11 van Richtlijn 2001/20/EG opgerichte Europese databank omvat, naast de in de artikelen 1 en 2 van die richtlijn bedoelde klinische proeven, ook de in derde landen uitgevoerde klinische proeven die deel uitmaken van een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek. In het geval van in derde landen uitgevoerde klinische proeven worden de in artikel 11 van die richtlijn opgesomde gegevens door de adressaat van het besluit van het bureau betreffende het plan voor pediatrisch onderzoek in de databank opgenomen.

In afwijking van artikel 11 van Richtlijn 2001/20/EG maakt het bureau de in de databank opgenomen informatie over klinische proeven ten dele openbaar.

2.   Nadere gegevens over de resultaten van alle in lid 1 bedoelde proeven en van eventuele andere proeven die overeenkomstig de artikelen 45 en 46 bij bevoegde autoriteiten zijn ingediend, worden door het bureau openbaar gemaakt ongeacht of de proef al dan niet voortijdig is beëindigd. De sponsor van de klinische proeven, de adressaat van het besluit van het bureau betreffende het plan voor pediatrisch onderzoek of de vergunninghouder, naargelang het geval, dient die resultaten onverwijld in bij het bureau.

3.   De Commissie stelt in overleg met het bureau, de lidstaten en belanghebbende partijen, richtsnoeren op over de aard van de in lid 1 bedoelde informatie die in de bij artikel 11 van Richtlijn 2001/20/EG opgerichte Europese databank moet worden opgenomen, over de vraag welke informatie overeenkomstig lid 1 voor het publiek toegankelijk moet worden gemaakt, over de wijze waarop de resultaten van klinische proeven moeten worden ingediend en overeenkomstig lid 2 moeten worden bekendgemaakt, en over de taken en verantwoordelijkheden die in dit verband bij het Bureau berusten.

Artikel 42

De lidstaten verzamelen de beschikbare gegevens over het bestaande geneesmiddelengebruik bij de pediatrische populatie en verstrekken deze gegevens uiterlijk ... (13) aan het bureau.

Het Comité pediatrie verstrekt richtsnoeren over de inhoud en vorm van de uiterlijk ... (14) te verzamelen gegevens.

Artikel 43

1.   Op basis van de in artikel 42 bedoelde informatie maakt het Comité pediatrie, na raadpleging van de Commissie, de lidstaten en belanghebbende partijen, een inventaris van de therapeutische behoeften, in het bijzonder met het oog op de vaststelling van de onderzoeksprioriteiten.

Het bureau maakt de inventaris ten vroegste in ...  (13) en uiterlijk ... (15) bekend en werkt deze regelmatig bij.

2.   Bij het inventariseren van de therapeutische behoeften wordt rekening gehouden met de mate waarin aandoeningen bij de pediatrische populatie voorkomen, de ernst van de te behandelen aandoeningen en de beschikbaarheid en geschiktheid van alternatieve behandelingen voor de aandoeningen bij de pediatrische populatie, waarbij ook wordt gelet op de werkzaamheid en bijwerkingen van die behandelingen, met inbegrip van eventuele vraagstukken betreffende de veiligheid die zich uitsluitend bij de pediatrsiche populatie voordoen, alsmede eventuele gegevens uit studies in derde landen.

Artikel 44

1.   Het bureau ontwikkelt, met wetenschappelijke ondersteuning van het Comité pediatrie, een Europees netwerk van bestaande nationale en Europese netwerken, onderzoekers en centra met specifieke deskundigheid op het gebied van de uitvoering van onderzoek bij de pediatrische populatie.

2.   Het Europese netwerk heeft onder meer tot doel het onderzoek met betrekking tot pediatrische geneesmiddelen te coördineren, op Europees niveau de noodzakelijke wetenschappelijke en administratieve bekwaamheid samen te brengen en nodeloze dubbele onderzoeken en proeven bij de pediatrische populatie te voorkomen.

3.   Uiterlijk ... (16) keurt de raad van beheer van het bureau, op voorstel van de directeur en na raadpleging van de Commissie, de lidstaten en belanghebbende partijen, een uitvoeringsstrategie voor de oprichting en werking van het Europese netwerk goed. Dit netwerk moet, voorzover van toepassing, aansluiten bij de versterking van de grondslagen van de Europese onderzoeksruimte in het kader van de kaderprogramma's van de Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie.

Artikel 45

1.   Uiterlijk ... (16) worden de pediatrische onderzoeken betreffende in de Gemeenschap toegelaten producten die op de datum van inwerkingtreding reeds waren voltooid, door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen ter beoordeling bij de bevoegde autoriteit ingediend.

De bevoegde autoriteit kan de samenvatting van de kenmerken van het product en de bijsluiter aanpassen en de vergunning voor het in de handel brengen dienovereenkomstig wijzigen. De bevoegde autoriteiten wisselen informatie uit over de ingediende onderzoeken en, in voorkomend geval, over de implicaties ervan voor de eventuele betrokken vergunningen voor het in de handel brengen.

Het bureau coördineert de informatie-uitwisseling.

2.   Alle bestaande pediatrische onderzoeken als bedoeld in lid 1, en alle pediatrische onderzoeken die zijn gestart vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening, kunnen in een onderzoeksplan worden opgenomen en door het Comité pediatrie in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van aanvragen voor plannen voor pediatrisch onderzoek, vrijstellingen en opschortingen, en de bevoegde autoriteiten houden daarmee rekening bij de beoordeling van overeenkomstig artikel 7, 8 of 30 ingediende aanvragen.

3.   Onverminderd het bepaalde in het vorige lid, worden de in de artikelen 36, 37 en 38 vermelde beloningen en stimulansen uitsluitend toegekend op voorwaarde dat significant onderzoek in het kader van een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek na de inwerkingtreding van deze verordening is afgerond.

4.     In overleg met het bureau stelt de Commissie richtsnoeren op voor de vaststelling van criteria ter beoordeling van de significantie van het uitgevoerde onderzoek, als bedoeld in lid 3.

Artikel 46

1.   Alle overige door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen gefinancierde onderzoeken waarbij een geneesmiddel waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen is afgegeven, bij de pediatrische populatie wordt gebruikt, worden binnen zes maanden na voltooiing van de onderzoeken aan de bevoegde autoriteit voorgelegd, ongeacht of de onderzoeken al dan niet overeenkomstig een goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek zijn uitgevoerd.

2.   Lid 1 geldt ongeacht of de houder van de vergunning voor het in de handel brengen al dan niet van plan is een aanvraag voor een pediatrische indicatie in te dienen.

3.   De bevoegde autoriteit kan de samenvatting van de kenmerken van het product en de bijsluiter aanpassen en de vergunning voor het in de handel brengen dienovereenkomstig wijzigen.

4.   De bevoegde autoriteiten wisselen informatie uit over de ingediende onderzoeken en, in voorkomend geval, over de implicaties ervan voor de eventuele betrokken vergunningen voor het in de handel brengen.

5.   Het bureau coördineert de informatie-uitwisseling.

TITEL VII

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

AFDELING 1

VERGOEDINGEN, FINANCIERING DOOR DE GEMEENSCHAP, SANCTIES EN VERSLAGEN

Artikel 47

1.   Wanneer een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen voor pediatrisch gebruik wordt ingediend overeenkomstig de procedure van Verordening (EG) nr. 726/2004, wordt de hoogte van de lagere vergoedingen voor de behandeling van de aanvraag en het beheer van de vergunning voor het in de handel brengen vastgesteld overeenkomstig artikel 70 van Verordening (EG) nr. 726/2004.

2.   Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Geneesmiddelenbureau dienen te worden betaald (17) is van toepassing.

3.   Door het Comité pediatrie worden kosteloos beoordeeld:

a)

vrijstellingsaanvragen;

b)

opschortingsaanvragen;

c)

plannen voor pediatrisch onderzoek;

d)

de naleving van het goedgekeurde plan voor pediatrisch onderzoek.

Artikel 48

De in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004 bedoelde bijdrage van de Gemeenschap dekt de kosten van de werkzaamheden van het Comité pediatrie, inclusief de wetenschappelijke ondersteuning door deskundigen, en van het bureau, inclusief de beoordeling van plannen voor pediatrisch onderzoek, het wetenschappelijk advies en de in deze verordening genoemde vrijstellingen van vergoedingen, en dient ter ondersteuning van de financiering van de activiteiten van het bureau uit hoofde van de artikelen 41 en 44 van deze verordening.

Artikel 49

1.   Onverminderd het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen stellen alle lidstaten de sancties vast die van toepassing zijn in geval van schending van de bepalingen van deze verordening of van de op grond van deze verordening vastgestelde uitvoeringsbepalingen betreffende geneesmiddelen die volgens de procedures van Richtlijn 2001/83/EG zijn toegelaten, en treffen zij alle maatregelen die nodig zijn voor de toepassing van die sancties. De sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op ... (18) in kennis van de desbetreffende bepalingen. Zij stellen haar zo spoedig mogelijk in kennis van alle latere wijzigingen.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van iedere geschilprocedure die wegens inbreuken op deze verordening wordt ingesteld.

3.   Op verzoek van het bureau kan de Commissie geldboetes opleggen voor schending van de bepalingen van deze verordening of van de op grond van deze verordening vastgestelde uitvoeringsbepalingen betreffende geneesmiddelen die volgens de procedure van Verordening (EG) nr. 726/2004 zijn toegelaten. De maximumbedragen alsmede de voorwaarden waaronder en de wijze waarop deze boetes worden ingevorderd, worden volgens de in artikel 51, lid 2, van deze verordening bedoelde procedure vastgesteld.

4.   De Commissie maakt de namen van degenen die de bepalingen van de onderhavige verordening en de uit hoofde van deze verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregelen overtreden, de hoogte van de opgelegde geldboetes en de redenen ervoor openbaar.

Artikel 50

1.   De Commissie maakt ten minste jaarlijks, op basis van een verslag van het bureau, een lijst bekend van de bedrijven en producten die voor een van de in deze verordening genoemde beloningen en stimulansen in aanmerking zijn gekomen en van de bedrijven die niet aan de verplichtingen uit hoofde van deze verordening hebben voldaan. De lidstaten verstrekken deze informatie aan het bureau.

2.   Uiterlijk ... (19) legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een algemeen verslag voor over de ervaringen met de toepassing van de verordening. Dit omvat in het bijzonder een uitvoerig overzicht van alle geneesmiddelen die sinds de inwerkingtreding voor pediatrisch gebruik zijn toegelaten.

3.   Uiterlijk ... (20) legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de ervaringen met de toepassing van de artikelen 36, 37 en 38. Dit verslag bevat een analyse van de economische gevolgen van de beloningen en stimulansen, alsmede een analyse van de verwachte gevolgen van de verordening voor de volksgezondheid, met het oog op het voorstellen van eventuele noodzakelijke wijzigingen.

4.   Mits er voldoende gegevens beschikbaar zijn om gedegen analyses te verrichten, moet aan lid 3 tegelijkertijd met lid 2 worden voldaan.

AFDELING 2

PERMANENT COMITÉ

Artikel 51

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 121 van Richtlijn 2001/83/EG opgerichte Permanent Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, hierna het „comité” genoemd.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Hoofdstuk 2

Wijzigingen

Artikel 52

Verordening (EEG) nr. 1768/92 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1 wordt de volgende definitie toegevoegd:

„e)

aanvraag voor verlenging van de duur: de aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds verleend certificaat ingevolge artikel 13, lid 3, van deze verordening en artikel 36 van Verordening (EG) nr. .../... (21);

2)

Aan artikel 7 worden de volgende leden toegevoegd:

„3.   De aanvraag voor verlenging van de duur kan worden ingediend op het tijdstip waarop de aanvraag voor een certificaat wordt ingediend of wanneer de aanvraag voor het certificaat in behandeling is en er wordt voldaan aan de passende voorschriften van respectievelijk artikel 8, lid 1, onder d), of artikel 8, lid 1 bis.

4.   De aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds verleend certificaat moet uiterlijk twee jaar voordat het certificaat vervalt, worden ingediend.

5.     Onverminderd het bepaalde in lid 4 moet, gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. .../..., de aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds verleend certificaat uiterlijk zes maanden voordat het certificaat vervalt, worden ingediend.

3)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

„d)

indien de aanvraag voor een certificaat een verzoek om verlenging van de duur omvat:

i)

een afschrift van de verklaring dat wordt voldaan aan een voltooid goedgekeurd plan voor pediatrisch onderzoek als bedoeld in artikel 36, lid 1, van Verordening (EG) nr. .../...;

ii)

zo nodig, naast het onder b) bedoelde afschrift van de vergunning voor het in de handel brengen, het bewijs dat de aanvrager in het bezit is van de vergunningen om het product in alle andere lidstaten in de handel te brengen als bedoeld in artikel 36, lid 3, van Verordening (EG) nr. .../...”

b)

de volgende leden worden ingevoegd:

„1 bis.   Indien een aanvraag voor een certificaat in behandeling is, omvat de aanvraag voor verlenging van de duur overeenkomstig artikel 7, lid 3, de in lid 1, punt d), bedoelde gegevens, alsmede een verwijzing naar de reeds ingediende aanvraag voor een certificaat.

1 ter.   De aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds verleend certificaat omvat de in lid 1, punt d), bedoelde gegevens, alsmede een afschrift van het reeds verleende certificaat.”

c)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten kunnen voorschrijven dat er voor de aanvraag voor een certificaat en voor de aanvraag voor verlenging van de duur van een certificaat een taks wordt betaald.”

4)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds verleend certificaat moet worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat.”

b)

aan lid 2 wordt het volgende punt f) toegevoegd:

„f)

Indien van toepassing, een vermelding dat de aanvraag een aanvraag voor verlenging van de duur omvat.”

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3.   Lid 2 is van toepassing op de kennisgeving van de indiening van een aanvraag voor verlenging van de duur van een reeds afgegeven certificaat of wanneer een aanvraag voor een certificaat in behandeling is. De kennisgeving bevat bovendien een vermelding van de aanvraag voor verlenging van de duur van het certificaat.”

5)

Aan artikel 10 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvraag voor een verlenging van de duur.”

6)

Aan artikel 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De leden 1 en 2 zijn van toepassing op de kennisgeving van het feit dat er een verlenging van de duur van een certificaat is toegekend of van het feit dat de aanvraag voor verlenging is afgewezen.”

7)

Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De in de leden 1 en 2 vermelde termijnen worden met zes maanden verlengd indien artikel 36 van Verordening (EG) nr. .../... wordt toegepast. De duur van de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn kan in dat geval slechts eenmaal worden verlengd.”

8)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 15 bis

Intrekking van een verlenging van de duur

1.   De verlenging van de duur kan worden ingetrokken indien zij werd toegekend in strijd met artikel 36 van Verordening (EG) nr. .../...

2.   Eenieder kan een aanvraag voor intrekking van de verlenging van de duur indienen bij de instantie die krachtens het nationaal recht verantwoordelijk is voor de intrekking van het overeenkomstige basisoctrooi.”

9)

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Artikel 16 wordt artikel 16, lid 1;

b)

het volgende lid 2 wordt toegevoegd:

„2.   Indien de verlenging van de duur wordt ingetrokken overeenkomstig artikel 15 bis, wordt dit door de in artikel 9, lid 1, bedoelde autoriteit bekendgemaakt.”

10)

Artikel 17 wordt vervangen door:

„Artikel 17

Rechtsmiddelen

Tegen de door de in artikel 9, lid 1, bedoelde autoriteit of door de in artikel 15, lid 2, en artikel 15 bis, lid 2, bedoelde instanties uit hoofde van de onderhavige verordening genomen besluiten staan dezelfde rechtsmiddelen open als die waarin de nationale wetgeving tegen soortgelijke besluiten op het gebied van nationale octrooien voorziet.”

Artikel 53

Aan artikel 11 van Richtlijn 2001/20/EG wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   In afwijking van lid 1 maakt het bureau de in de Europese databank opgenomen informatie over pediatrische klinische proeven ten dele openbaar, zulks overeenkomstig Verordening (EG) nr. .../... (22).

Artikel 54

Artikel 6, lid 1, eerste alinea, van Richtlijn 2001/83/EG wordt vervangen door:

„1.   Een geneesmiddel mag in een lidstaat slechts in de handel worden gebracht wanneer door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat een vergunning voor het in de handel brengen is afgegeven overeenkomstig deze richtlijn of wanneer een vergunning is afgegeven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 726/2004 in samenhang met Verordening (EG) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik  (23).

Artikel 55

Verordening (EG) nr. 726/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 56, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Het bureau bestaat uit:

a)

het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, dat is belast met de opstelling van adviezen van het bureau met betrekking tot alle vragen in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik;

b)

het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, dat is belast met de opstelling van adviezen van het bureau met betrekking tot alle vragen in verband met de beoordeling van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik;

c)

het Comité voor weesgeneesmiddelen;

d)

het Comité voor geneesmiddelen op basis van planten;

e)

het Comité pediatrie;

f)

een secretariaat, dat de comités op technisch, wetenschappelijk en administratief gebied ondersteunt en zorgt voor passende coördinatie van hun werkzaamheden;

g)

een directeur, die verantwoordelijk is voor de in artikel 64 genoemde taken;

h)

een raad van beheer, die de in de artikelen 65, 66 en 67 genoemde taken uitoefent.”

2)

Aan artikel 57 wordt het volgende punt toegevoegd:

„t)

het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. .../... (24).

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 73 bis

Tegen de besluiten van het bureau uit hoofde van Verordening (EG) nr. .../... kan onder de voorwaarden van artikel 230 van het Verdrag bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen beroep worden ingesteld.”

Hoofdstuk 3

Slotbepalingen

Artikel 56

Het vereiste van artikel 7, lid 1, is niet van toepassing op geldige aanvragen die bij de inwerkingtreding van deze verordening in behandeling zijn.

Artikel 57

1.   Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Artikel 7 is van toepassing vanaf ... (25).

Artikel 8 is van toepassing vanaf ... (26).

De artikelen 30 en 31 zijn van toepassing vanaf ... (27).

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)   PB C 267 van 27.10.2005, blz. 1 .

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 7 september 2005 (nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad), Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 10 maart 2006 (PB C 132 E van 7.6.2006, blz. 1) en Standpunt van het Europees Parlement van 1 juni 2006.

(3)  PB L 121 van 1.5.2001, blz. 34.

(4)  Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

(5)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/27/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 34).

(6)  PB L 182 van 2.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(7)  PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1.

(8)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(9)  Zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(10)  Eén jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(11)  Eén jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(12)  Achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(13)  Twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(14)  Negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening

(15)  Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(16)  Eén jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(17)  PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1905/2005 (PB L 304 van 23.11.2005, blz. 1).

(18)  Negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(19)  Zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(20)  Tien jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(21)  PB L... van ..., blz. ....”

(22)  PB L... van ..., blz. ....”

(23)  PB L... van ..., blz. ...”

(24)  PB L... van ..., blz. ...”

(25)  Achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(26)  Vierentwintig maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(27)  Zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

BIJLAGE

Verklaring van de Commissie:

Gezien de risico's van kankerverwekkende, mutagene en voor de voortplanting vergiftige stoffen zal de Commissie het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik van het Europees Geneesmiddelenbureau op grond van artikel 5, lid 3, en artikel 57, lid 1, onder p), van Verordening (EG) nr. 726/2004 van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, verzoeken een advies op te stellen over het gebruik van deze categorieën stoffen als excipiënten in geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

De Commissie zal het advies van het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik aan het Europees Parlement en de Raad zenden.

Binnen zes maanden nadat het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik zijn advies heeft uitgebracht, zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad op de hoogte brengen van de eventueel benodigde maatregelen die zij naar aanleiding van dit advies wil nemen.

P6_TA(2006)0233

Gelijke kansen en behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep (15623/7/2005 — C6-0089/2006 — 2004/0084(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15623/7/2005 — C6-0089/2006),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0279) (2),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2005)0380) (2),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0165/2006),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Aangenomen teksten van 6.7.2005, P6_TA(2005)0283.

(2)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TA(2006)0234

Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) (COM(2005)0467 — C6-0311/2005 — 2005/0203(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0467) (1),

gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 151, lid 5, eerste streepje, van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0311/2005),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie cultuur en onderwijs en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, de Begrotingscommissie, de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0168/2006),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

is van oordeel dat het in het wetgevingsvoorstel vermelde referentiebedrag verenigbaar moet zijn met het maximum van rubriek 36 van het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) en wijst erop dat het jaarlijks bedrag zal worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig de bepalingen van punt 37 van het IIA van 17 mei 2006;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TC1-COD(2005)0203

Standpunt van het Europees Parlement, in eerste lezing vastgesteld op 1 juni 2006, met het oog op de aanneming van Beschikking nr. .../2006/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 151, lid 5, eerste streepje,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (1)PB C van, blz.,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap heeft de Gemeenschap tot taak een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa tot stand te brengen en bij te dragen tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten, onder eerbiediging van de nationale en regionale verscheidenheid, maar tegelijkertijd ook de nadruk leggend op het gemeenschappelijk cultureel erfgoed.

(2)

Het aantal interacties tussen de Europese burgers en allen die in de Europese Unie wonen enerzijds en de diverse culturen, talen, etnische groepen en religies zowel binnen als buiten Europa anderzijds, neemt toe als gevolg van de opeenvolgende uitbreidingen van de Europese Unie, de toegenomen mobiliteit door het ontstaan van de interne markt, oude en nieuwe migratiestromen en de toenemende uitwisselingen met de rest van de wereld in het kader van het handelsverkeer, het onderwijs, vakanties en de mondialisering in het algemeen.

(3)

De Europese burgers en allen die tijdelijk of permanent in de Europese Unie wonen, moeten de nodige kennis, kwalificaties en vaardigheden kunnen verwerven om zich volledig te kunnen ontplooien in een diverse , pluralistische, solidaire en dynamische samenleving in Europa en elders in de wereld.

(4)

De cultuur en de interculturele dialoog zijn in het Europese project de middelen bij uitstek om te leren op harmonieuze wijze samen met elkaar te leven en kunnen bijdragen aan het verbeteren van de betrekkingen van de Europese Unie met de buitenwereld .

(5)

De interculturele dialoog draagt zo bij tot de verwezenlijking van verschillende strategische doelstellingen van de Europese Unie:

door de culturele diversiteit in Europa te respecteren en te bevorderen , het samenleven te verbeteren en door actief Europees burgerschap op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie aan te moedigen ;

door informatie te verschaffen over de rechten en plichten op het gebied van de gelijkberechtiging die voortvloeien uit een verblijf in de Europese Unie;

door in de vernieuwde Lissabonstrategie de nadruk te leggen op de culturele en educatieve dimensie en aldus de culturele en creatieve sector van de economie in de Europese Unie te stimuleren, waarmee groei en arbeidsplaatsen worden gegenereerd ;

door de inzet van de Europese Unie voor solidariteit, sociale rechtvaardigheid , ontwikkeling van de sociale markteconomie, samenwerking en meer samenhang te vergroten onder eerbiediging van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie , hetgeen van essentieel belang is om aanknopingspunten te vinden voor een dialoog met de diverse culturen in de wereld en zo haar internationale leidersrol, vooral bij de verdediging en bevordering van de democratie en de mensenrechten, te bevestigen ;

door de Europese Unie in staat te stellen nadrukkelijker aanwezig te zijn op het wereldtoneel en doeltreffende partnerschappen te sluiten met de landen van haar nabuurschap en zo de zone van stabiliteit , democratie en gemeenschappelijke welvaart uit te breiden en daarmee het welzijn en de veiligheid van de Europese burgers en alle inwoners van de Europese Unie te doen toenemen .

(6)

De interculturele dialoog speelt een belangrijke rol in diverse communautaire beleidsmaatregelen en -instrumenten op het gebied van onderwijs, jongeren, cultuur, burgerschap en sport, bestrijding van discriminatie en sociale uitsluiting, vrouwenrechten en gelijkheid van man en vrouw, levenslang leren, bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, bestrijding van mensenhandel, asielbeleid en integratie van immigranten, mensenrechten en duurzame ontwikkeling, audiovisueel beleid en onderzoek. Tegelijkertijd wordt de interculturele dialoog steeds belangrijker in de externe betrekkingen van de Europese Unie, in het bijzonder die met de toetredende landen en de kandidaat-lidstaten, de Westelijke Balkanlanden , de kandidaat-landen voor een associatieovereenkomst met de EU, de partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) (3) en andere derde landen, in het bijzonder de ontwikkelingslanden .

(7)

Omdat bij de verdere ontwikkeling van de interculturele dialoog , met name door middel van de gestructureerde samenwerking bedoeld in artikel 3, wordt voortgebouwd op deze uiteenlopende communautaire ervaringen en initiatieven, is het van wezenlijk belang dat elke burger , man én vrouw gelijkwaardig, en de Europese samenleving als geheel erbij worden betrokken. Dit vormt een aanvulling op alle maatregelen die op het scheppen van een Europese identiteit zijn gericht. Die identiteit kan meer inhoudelijke waarde krijgen door het beginsel van insluiting zonder assimilatie. Het omarmen van verschillen is bepalend voor de diverse aspecten die bij het lidmaatschap van een gemeenschap horen. Hieraan kan worden bijgedragen door het aanleren van een „interculturele wellevendheid” aan te moedigen. De „interculturele wellevendheid” is een aanvulling op en noodzakelijke voorwaarde voor de daadwerkelijke toepassing van het beginsel van „gelijke kansen” voor iedereen.

(8)

Voor de toepassing van deze beschikking heeft „actief Europees burgerschap” niet slechts betrekking op de burgers van de Europese Unie, zoals gedefinieerd in artikel 17 van het EG-Verdrag, maar op allen die permanent of tijdelijk in de Europese Unie wonen.

(9)

Met de gemeenschappelijke waarden van de Europese Unie worden de waarden bedoeld die beschreven zijn in artikel 6, lid 1, van het EU-Verdrag.

(10)

Het is van essentieel belang dat wordt gezorgd voor complementariteit en een horizontale aanpak van alle communautaire, nationale, regionale en plaatselijke acties waarbij de interculturele dialoog een belangrijke rol speelt , aangezien het Europees Jaar van de interculturele dialoog ertoe bijdraagt hun zichtbaarheid en onderlinge samenhang te vergroten.

(11)

Het moet mogelijk zijn dat internationale organisaties, zoals de Raad van Europa, met hun ervaring en deskundigheid bijdragen aan de verrijking van de strategie van de Europese Unie ten gunste van de interculturele dialoog.

(12)

Tevens moet worden gezorgd voor complementariteit tussen het Europees Jaar van de interculturele dialoog en alle externe aspecten van de interculturele-dialooginitiatieven die binnen een passend kader met de EVA-landen die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, de Westelijke Balkanlanden en de partnerlanden van het ENB worden ontwikkeld. De Commissie moet zorgen voor complementariteit met alle andere initiatieven voor samenwerking met derde landen, in het bijzonder met ontwikkelingslanden, die voor de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog van belang zijn.

(13)

Ter voorbereiding van het Europees Jaar van de interculturele dialoog is het belangrijk om met deze dialoog samenhangende initiatieven te ontplooien rond concrete en duurzame projecten, in het bijzonder in het kader van bestaande en toekomstige partnerschappen met derde landen. Deze initiatieven moeten in het kader van de voorlichtings- en bewustmakingscampagnes tijdens het Europees Jaar van de interculturele dialoog in 2008 onder de aandacht worden gebracht.

(14)

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. De kandidaat-lidstaten moeten nauw bij de acties van het Europees Jaar van de interculturele dialoog worden betrokken door middel van initiatieven ter bevordering van de interculturele dialoog die worden ontwikkeld in het kader van de permanente samenwerking en dialoog, met name de dialoog tussen de civiele samenlevingen van de Europese Unie en van de kandidaat-lidstaten (4).

(15)

Deze beschikking stelt voor de gehele duur van de actie de financiële middelen vast die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (5) .

(16)

Gezien het aantal geplande acties op nationaal en communautair niveau voor alle lidstaten kunnen de financiële middelen worden beschouwd als het drempelbedrag waaronder verwezenlijking van de doelstellingen van het Europese Jaar van de interculturele dialoog onmogelijk wordt.

(17)

De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6). Een raadgevend comité wordt bijgevolg geschikt geacht voor het type en de reikwijdte van de beoogde actie.

(18)

Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden met name vanwege de noodzaak van multilaterale partnerschappen en transnationale uitwisselingen op communautaire schaal niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve gezien de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze beschikking niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Het jaar 2008 wordt uitgeroepen tot het Europees Jaar van de interculturele dialoog.

Voor het doel van de onderhavige beschikking houdt de term „interculturele dialoog” een continu proces in, dat volledig tot uitdrukking zal komen en zichtbaar zal worden in 2008 en waarvan de acties ook na dat jaar zullen worden voortgezet.

Artikel 2

Doelstellingen

1.   De algemene doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog zijn:

bevordering van de interculturele dialoog door middel van specifieke projecten op dit gebied in een aantal sectoren als instrument om allen die in de Europese Unie verblijven te leren op harmonieuze wijze met elkaar te leven en de verschillen die inherent zijn aan hun culturele, religieuze en taalkundige diversiteit te overwinnen, niet alleen tussen de culturen van de verschillende lidstaten, maar ook tussen de verschillende culturen en religieuze groeperingen binnen de lidstaten;

bewustmaking van alle inwoners van de Europese Unie van het belang van de ontwikkeling van actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit, op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie , zoals gedefinieerd in artikel 6 van het EU-Verdrag en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ;

benadrukking van de bijdragen van de diverse culturen en uitingen van culturele diversiteit aan het erfgoed en de leefwijzen van de lidstaten;

export van de bovengenoemde gemeenschappelijke waarden van de Europese Unie in haar betrekkingen met de rest van de wereld om zo haar leidersrol bij de verdediging en bevordering van de democratie en de mensenrechten te versterken;

het onderwijs tot centraal draagvlak maken voor de verwerving van inzicht in diversiteit en kennis van andere culturen; mobiliteit, uitwisseling en benutting van knowhow, vaardigheden en beste sociale praktijken bevorderen; de media speciaal inzetten om het gelijkheidsbeginsel uit te dragen en het wederzijds begrip te bevorderen.

2.   De specifieke doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog zijn:

integratie van de interculturele dialoog als horizontale en transversale prioriteit in de communautaire beleidsgebieden, acties en programma's en identificatie en verspreiding van de beste praktijken voor de bevordering ervan;

vergroting van de zichtbaarheid en samenhang van alle communautaire programma's en acties die tot de interculturele dialoog bijdragen en bevordering daarvan, met name door acties en maatregelen die een symbolische waarde hebben, en waarborging van de continuïteit daarvan ;

bewustmaking van de Europese burgers en van allen die in de Europese Unie wonen, met name ook jongeren, van het belang van de dialoog tussen culturenin het leven van iedere dag ;

in partnerlanden van de Europese Unie bekendheid geven aan de verschillende culturen en waarden van de landen van de Unie, onder meer via delegaties van de Europese Commissie in die derde landen, met name met het oog op de bewustmaking van mensen die willen immigreren, teneinde een betere integratie in de maatschappij van de ontvangende landen mogelijk te maken;

verkenning van de inherente mogelijkheden van dit themajaar; een coherente, op de specifieke situatie van de lidstaten afgestemd strategie opstellen en volgen waarin onderwijs de nodige aandacht krijgt, namelijk ter bevordering van tolerantie, het omarmen van en samenleven in diversiteit en het bewust maken van mensen van de waarde van degenen die aan de taalkundige, etnische en godsdienstige diversiteit van Europa bijdragen.

Artikel 3

Deelname aan de actie

Om de in artikel 2 genoemde doelstellingen te bereiken moet de bij de onderhavige beschikking in het leven geroepen actie in de eerste plaats worden verwezenlijkt door middel van een gestructureerde samenwerking met steden en lokale besturen, omdat zij met de zwaarste lasten van immigratie en integratie worden geconfronteerd, maar ook met actoren van het maatschappelijk middenveld, zoals niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van de interculturele dialoog, sociaal-culturele verenigingen en de media. De activiteiten zullen worden uitgevoerd in samenwerking met de Europese instellingen en nationale en regionale autoriteiten, alsmede met internationale organisaties zoals de Raad van Europa en de Unesco.

Artikel 4

Inhoud van de maatregelen

De maatregelen die worden genomen om de in artikel 2 vermelde doelstellingen te verwezenlijken, zijn uitvoerig beschreven in de bijlage.

Onder meer worden de volgende activiteiten uitgevoerd of ondersteund:

a)

evenementen en initiatieven op Europees niveau om de interculturele dialoog te bevorderen en de resultaten en ervaringen, verworven in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog , onder de aandacht te brengen;

b)

evenementen en initiatieven op nationaal en regionaal niveau met een belangrijke Europese dimensie om de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te bevorderen, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan acties gericht op het aankweken van burgerzin en het leren kennen van de ander in zijn anders zijn;

c)

voorlichtings -en sensibiliseringscampagnes;

d)

overleg met grensoverschrijdende netwerken en belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld (via instrumenten als kleinschalige bijeenkomsten, debatten, enquêtes en onderzoeken) om de doeltreffendheid en impact van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te evalueren en hiervan verslag te doen en de basis te leggen voor de follow-up daarvan op lange termijn .

Aangezien de bestrijding van discriminatie en de bevordering van integratie deel uitmaken van de interculturele dialoog, moeten de in 2008 ondernomen activiteiten een vervolg en een aanvulling vormen op de in het kader van het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007) (7) uitgevoerde activiteiten. Bij de beoogde acties moet zowel op communautair als op nationaal niveau rekening worden gehouden met de ervaringen die zijn opgedaan met de acties in het kader van het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen.

Artikel 5

Uitvoering

De voor de uitvoering van deze beschikking noodzakelijke maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, genoemde procedure.

Artikel 6

Medewerking van de lidstaten

Elke lidstaat wijst een nationaal coördinatieorgaan of een soortgelijk administratief orgaan aan voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar van de interculturele dialoog. Elke lidstaat zorgt ervoor dat dit orgaan de verschillende partijen die op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau aan de interculturele dialoog deelnemen, op passende wijze met elkaar verbindt. Dit orgaan zorgt ervoor dat de acties in verband met het Europees Jaar van de interculturele dialoog op nationaal niveau worden gecoördineerd.

Artikel 7

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité , bestaande uit een vertegenwoordiger per lidstaat, waarbij het voorzitterschap in handen is van de Commissie. De nationale vertegenwoordigers worden bij voorkeur aangewezen door het in artikel 6 vermelde nationale coördinatieorgaan .

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

Onverminderd de in de eerste alinea genoemde procedure nemen twee vertegenwoordigers van het Europees Parlement als waarnemer deel aan de vergaderingen van het comité.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 8

Financiële bepalingen

1.   Voor de in deel A van de bijlage beschreven acties op communautair niveau wordt een aanbesteding uitgeschreven of een subsidie uit de algemene begroting van de Europese Unie verleend.

2.   De in deel B van de bijlage beschreven acties op communautair niveau kunnen tot ten hoogste 80 % van de totale kosten uit de algemene begroting van de Europese Unie worden gefinancierd.

3.   De in deel C van de bijlage beschreven maatregelen kunnen tot ten hoogste 80% van de totale kosten uit de algemene begroting van de Europese Unie worden gefinancierd volgens de procedure van artikel 9.

Artikel 9

Procedure voor het indienen van aanvragen en selectieprocedure

1.   De besluiten tot het verlenen van subsidies worden door de Commissie genomen volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde procedure. De Commissie zorgt voor een evenwichtige verdeling over de lidstaten en over de diverse betrokken werkterreinen.

2.   De uit hoofde van artikel 8, lid 3, ingediende subsidieaanvragen worden door het in artikel 6 bedoelde orgaan bij de Commissie ingediend.

Artikel 10

Internationale organisaties

De Commissie werkt in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog samen met relevante internationale organisaties , in het bijzonder met de Raad van Europa en de Unesco, waarbij grote zorg wordt besteed aan de transparantie van de samenwerkingsbetrekkingen en aan de zichtbaarheid van de deelname van de EU .

Artikel 11

Rol van de Commissie

1.   De Commissie zorgt voor samenhang tussen de in deze beschikking bedoelde maatregelen en de overige communautaire acties en initiatieven.

2.   De Commissie betrekt de kandidaat-lidstaten bij het Europees Jaar van de interculturele dialoog in het kader van hun deelname aan diverse communautaire programma's waarbij de interculturele dialoog een rol speelt en door specifieke initiatieven te ontwikkelen binnen passende kaders, in het bijzonder in het kader van de dialoog tussen de civiele samenlevingen van de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten.

3.   De Commissie zorgt voor complementariteit tussen de maatregelen die worden genomen om de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te verwezenlijken en de initiatieven die in het kader van de permanente samenwerking en dialoog met de EVA-landen die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, de Westelijke Balkanlanden en de partnerlanden van het ENB kunnen worden ontwikkeld.

4.   De Commissie moet zorgen voor complementariteit met alle andere initiatieven voor samenwerking met derde landen, in het bijzonder met ontwikkelingslanden, die voor de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog van belang zijn.

Artikel 12

Budget

1.   De financiële middelen voor de uitvoering van deze beschikking voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008worden vastgesteld op 10 000 000 EUR. De middelen voor voorbereidende acties blijven beperkt tot 30% van de totale begroting.

2.   De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het financiële kader.

Artikel 13

Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap

1.   De Commissie zorgt er bij de uitvoering van de uit hoofde van deze beschikking gefinancierde acties voor dat de financiële belangen van de Gemeenschap worden beschermd door preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere illegale activiteiten te nemen, doeltreffende controles te verrichten en onverschuldigd betaalde bedragen terug te vorderen, en door indien er onregelmatigheden worden geconstateerd, doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties op te leggen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (8), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (9) en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)  (10).

2.   Voor de uit hoofde van deze beschikking gefinancierde communautaire maatregelen wordt onder onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 verstaan elke schending van een bepaling van het Gemeenschapsrecht of elke schending van een contractuele verplichting door een handeling of nalatigheid van de contractant, die een nadelig effect heeft of zou hebben op de algemene begroting van de Europese Unie of op de door de Europese Unie beheerde budgetten als gevolg van een ongerechtvaardigde uitgave.

3.   De voor een actie verleende financiële steun wordt door de Commissie verminderd, opgeschort of teruggevorderd indien zij onregelmatigheden constateert, en in het bijzonder in geval van niet-naleving van deze beschikking, de individuele beschikking of het contract waarbij de financiële steun in kwestie werd toegekend, of indien blijkt dat een belangrijke wijziging in de actie is aangebracht die strijdig is met de aard of de uitvoeringsvoorwaarden ervan en waarvoor de Commissie niet om goedkeuring is verzocht.

4.   Indien de termijnen niet in acht zijn genomen of indien slechts een gedeelte van de toegekende steun door de stand van uitvoering van een actie wordt gerechtvaardigd, verzoekt de Commissie de begunstigde haar binnen een bepaalde termijn zijn opmerkingen mede te delen. Indien de begunstigde geen geldige verantwoording verstrekt, kan de Commissie de rest van de financiële steun schrappen en de terugbetaling van de reeds betaalde bedragen eisen.

5.   Onverschuldigd betaalde bedragen moeten aan de Commissie worden terugbetaald. Over niet tijdig terugbetaalde bedragen kan rente worden aangerekend volgens de voorwaarden van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen  (11).

Artikel 14

Toezicht

1.   Voor elke uit hoofde van deze beschikking gefinancierde actie dient de begunstigde technische en financiële verslagen over de stand van de werkzaamheden in. Tevens moet binnen drie maanden na de actie een eindverslag worden ingediend. De Commissie bepaalt vorm en inhoud van deze verslagen.

2.   Gedurende vijf jaar na de laatste betaling voor een actie houdt de begunstigde van de financiële steun alle bewijsstukken van de met de acties gemoeide uitgaven ter beschikking van de Commissie.

3.   De Commissie neemt alle maatregelen die noodzakelijk zijn om te verifiëren of de gefinancierde projecten correct en overeenkomstig deze beschikking en Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 zijn uitgevoerd.

Artikel 15

Follow-up en evaluatie

De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2009 een verslag in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van de in artikel 4 van deze beschikking bedoelde maatregelen , dat als basis moet dienen voor toekomstige beleidsmaatregelen en acties van de Unie op dit gebied .

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 17

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C... van ..., blz. ...

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 1 juni 2006.

(3)  Mededeling van de Commissie. Europees Nabuurschapsbeleid. Strategiedocument — COM(2004)0373 van 12.5.2004.

(4)  Zie de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de dialoog tussen de civiele samenlevingen van de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten — COM(2005)0290 van 29.6.2005.

(5)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(6)   PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7)  Besluit nr. 771/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007) — Naar een rechtvaardige samenleving (PB L 146 van 31.5.2006, blz. 1).

(8)  PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.

(9)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

(10)   PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

(11)   PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

BIJLAGE

IN ARTIKEL 4 BEDOELDE MAATREGELEN

A)   ACTIES OP COMMUNAUTAIR NIVEAU

1)

De financiële middelen die bestemd zijn voor informatie- en promotiecampagnes bedragen maximaal 20% van de totale begroting.

2)

Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaand uit:

a)

het ontwerpen van een logo en het bedenken van slogans voor het Europees Jaar van de interculturele dialoog die verband houden met de activiteiten ervan;

b)

een voorlichtingscampagne op communautair niveau en lokalisering van die campagne op nationaal niveau;

c)

samenwerking met de particuliere sector, omroeporganisaties en andere media als partners bij de verspreiding van informatie over het Europees Jaar van de interculturele dialoog , met name in het kader van de grote sportevenementen die in 2008 zullen plaatsvinden, namelijk het Europees kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen in Peking, waarbij tegelijkertijd de mensenhandel en de gedwongen prostitutie van vrouwen tijdens deze evenementen moeten worden bestreden ;

d)

productie van in de hele Gemeenschap verkrijgbare hulpmiddelen en materialen om de belangstelling van het publiek te wekken;

e)

passende maatregelen om bekendheid te geven aan de resultaten van de communautaire programma's, acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog bijdragen en om de zichtbaarheid ervan te vergroten;

f)

verspreiding van lesmateriaal en hulpmiddelen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor onderwijsinstellingen , een open discussie over de verschillende culturen in de wereld te bevorderen, met onverkorte eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel ;

g)

het creëren van een Internetportaal om het geheel van de acties op het gebied van de interculturele dialoog toegankelijk te maken voor het grote publiek en initiatiefnemers van projecten in verband met de interculturele dialoog de weg te wijzen door de diverse relevante communautaire programma's en acties.

3)

Overige acties:

Het creëren van een prijs voor de interculturele dialoog, die een jongerenproject beloont dat voortkomt uit communautaire programma's als Socrates, Jeugd en Cultuur, zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste streepje.

Overleg met grensoverschrijdende netwerken en belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld (via instrumenten als kleinschalige bijeenkomsten, debatten, enquêtes en onderzoeken) om de doeltreffendheid en impact van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te evalueren en hiervan verslag te doen en de basis te leggen voor de follow-up daarvan op lange termijn .

4)

De financiering vindt over het algemeen plaats in de vorm van de rechtstreekse aankoop van goederen en diensten door middel van openbare en/of niet-openbare aanbestedingen. Ook financiering in de vorm van subsidies is mogelijk.

B)   MEDEFINANCIERING VAN ACTIES OP COMMUNAUTAIR NIVEAU

Er kan een communautaire subsidie worden verleend voor een beperkt aantal symboolacties op Europees niveau om in het bijzonder jongeren en vrouwen op de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te attenderen; deze subsidie bedraagt ten hoogste 80 % van de totale kosten.

Deze acties kunnen met name evenementen betreffen, waaronder communautaire evenementen in samenwerking met de voorzitterschappen in 2008 om het Europees Jaar van de interculturele dialoog te openen en af te sluiten. Dit kan met name worden vertaald in de deelneming op Europees niveau aan de viering van 8 maart en 21 mei, die door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn uitgeroepen tot respectievelijk Internationale Vrouwendag en Werelddag van de culturele diversiteit voor dialoog en ontwikkeling.

Het Europees jaar van de interculturele dialoog wordt afgesloten met een Intercultureel forum in het Europees Parlement, waar vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en van het politieke en religieuze leven zullen bijeenkomen.

C)   MEDEFINANCIERING VAN ACTIES OP NATIONAAL NIVEAU

Nationale, regionale en plaatselijke acties met een belangrijke Europese dimensie kunnen voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor communautaire steun, die ten hoogste 80% van de totale kosten bedraagt.

Deze acties betreffen met name de medefinanciering van één nationaal initiatief per lidstaat.

D)   ACTIES DIE GEEN COMMUNAUTAIRE FINANCIËLE STEUN ONTVANGEN

De Gemeenschap biedt niet-financiële ondersteuning, met inbegrip van schriftelijke toestemming tot het gebruik van het ontworpen logo en ander materiaal dat verband houdt met het Europees Jaar van de interculturele dialoog, aan initiatieven van particuliere of overheidsorganisaties, wanneer die organisaties de Commissie kunnen waarborgen dat de desbetreffende initiatieven tijdens het jaar 2008 worden uitgevoerd en een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog. Ook initiatieven die in samenwerking met het Europees Jaar van de interculturele dialoog in derde landen worden georganiseerd zonder in dit kader financiële steun te ontvangen, kunnen niet-financiële ondersteuning van de Gemeenschap krijgen en gebruikmaken van het logo en ander materiaal dat verband houdt met het Europees Jaar van de interculturele dialoog.

P6_TA(2006)0235

Uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de ontwerpverordening (EG, Euratom) van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (SEC(2005)1240 — C6-0355/2005 — 2005/0904(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien de ontwerpverordening van de Commissie (SEC(2005)1240),

geraadpleegd door de Commissie bij schrijven van 12 oktober 2005 overeenkomstig de verklaring (1) die werd aangenomen in het kader van de overlegprocedure voorafgaande aan de goedkeuring van het Financieel Reglement met betrekking tot artikel 183 ervan (C6-0355/2005),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0135/2006),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de ontwerpverordening van de Commissie, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar ontwerpverordening dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Commissie voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw)

Artikel 43, lid 2, letter c bis) (nieuw) (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

 

5 bis)

In artikel 43, lid 2 wordt de volgende letter toegevoegd:

„c bis)

de Internationale Unie voor het behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen.”

Amendement 2

ARTIKEL 1, PUNT 9

Artikel 56, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

3. Elke Instelling stelt de begrotingsautoriteit van de aanstelling of beëindiging van de functie van haar rekenplichtige in kennis.

3. Elke Instelling stelt de begrotingsautoriteit van de aanstelling of beëindiging van de functie van haar rekenplichtige in kennis. Het overdrachtsrapport bevat tevens het resultaat van elke opgemaakte staat van de rekeningen en met name van eventuele voorbehouden.

Amendement 3

ARTIKEL 1, PUNT 14

Artikel 68 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

Beheerders van gelden ter goede rekening worden gekozen uit ambtenaren of, zo nodig, uit andere personeelsleden.

Beheerders van gelden ter goede rekening worden gekozen uit ambtenaren of, zo nodig, uit andere personeelsleden. Indien nodig, mogen tijdelijke en/of hulpfunctionarissen slechts worden gekozen in naar behoren gemotiveerde gevallen.

Amendement 4

ARTIKEL 1, PUNT 28, LETTER A bis (nieuw)

Artikel 106, lid 4 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

 

Abis)

Lid 4 komt als volgt te luiden:

„4.     De bevoegde ordonnateur kan de betalingstermijn evenwel opschorten door de crediteuren op ieder moment van de in lid 1 genoemde periode ervan in kennis te stellen dat aan het verzoek om betaling niet kan worden voldaan hetzij omdat het bedrag niet verschuldigd is dan wel omdat de vereiste bewijsstukken niet zijn overgelegd. Wanneer de bevoegde ordonnateur kennis krijgt van informatie op grond waarvan de subsidiabiliteit van in een verzoek om betaling opgenomen uitgaven kan worden betwijfeld, kan hij de betalingstermijn opschorten, zodat aanvullende verificaties kunnen worden verricht, waaronder begrepen in de vorm van een controle ter plaatse, om vóór de betaling zekerheid te verkrijgen over de subsidiabiliteit van de uitgaven. De ordonnateur stelt de betrokken begunstigde hiervan zo spoedig mogelijk in kennis. Hij stelt de begunstigde tevens ervan in kennis dat de betaling kan worden ingehouden totdat de begunstigde de door de ordonnateur gevraagde informatie heeft verstrekt. De rest van de betalingstermijn begint te lopen op de datum waarop het correct opgestelde verzoek om betaling voor het eerst is ingeschreven. De betaling geschiedt echter niet later dan na het verlopen van tweemaal de oorspronkelijke betalingstermijn tenzij de begunstigde tegen die tijd niet de door de ordonnateur gevraagde informatie heeft verstrekt.”

Amendement 5

ARTIKEL 1, PUNT 36

Artikel 129 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

1. Voor opdrachten van 60 000 EUR of minder mag een onderhandelingsprocedure worden gebruikt waarbij ten minste vijf gegadigden worden geraadpleegd.

1. Voor opdrachten van 80 000 EUR of minder mag een onderhandelingsprocedure worden gebruikt waarbij ten minste vijf gegadigden worden geraadpleegd.

Indien de aanbestedende dienst na raadpleging van de gegadigden slechts één offerte ontvangt die administratief en technisch geldig is, mag de opdracht worden gegund, mits aan de gunningscriteria wordt voldaan.

Indien de aanbestedende dienst na raadpleging van de gegadigden slechts één offerte ontvangt die administratief en technisch geldig is, mag de opdracht worden gegund, mits aan de gunningscriteria wordt voldaan.

2. Voor opdrachten van 25 000 EUR of minder mag de in lid 1 bedoelde procedure met raadpleging van ten minste drie gegadigden worden gebruikt.

2. Voor opdrachten van 50 000 EUR of minder mag de in lid 1 bedoelde procedure met raadpleging van ten minste drie gegadigden worden gebruikt.

3. Voor opdrachten van 3 500 EUR of minder volstaat één offerte.

3. Voor opdrachten van 12 500 EUR of minder volstaat één offerte.

4. Betalingen voor uitgaven van 200 EUR of minder kunnen eenvoudig op factuur geschieden, zonder voorafgaande aanvaarding van een offerte.

4. Betalingen voor uitgaven van 1 000 EUR of minder kunnen eenvoudig op factuur geschieden, zonder voorafgaande aanvaarding van een offerte.

 

Opdrachten worden niet in afzonderlijke partijen gesplitst, indien dit resulteert in de ontduiking van de vastgestelde drempelwaarden.

Amendement 6

ARTIKEL 1, PUNT 38, LETTER A

Artikel 134, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

A) In lid 2 wordt de tweede alinea geschrapt.

A)

Lid 2 komt als volgt te luiden:

„2.     Wanneer het betrokken land de in lid 1 bedoelde documenten of verklaringen niet afgeeft en voor de andere in de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement bedoelde uitsluitingsgevallen, kunnen deze documenten of verklaringen worden vervangen door een verklaring onder ede of, bij gebreke daarvan, op erewoord van de betrokkene voor een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een gekwalificeerde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of van herkomst.”

Voor opdrachten met een waarde van minder dan 80 000 EUR kan de aanbestedende dienst de gegadigden of inschrijvers, op basis van zijn risicoanalyse verzoeken, slechts een verklaring op erewoord over te leggen dat zij niet in een van de in de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeren.

Voor opdrachten met een waarde van minder dan 5 000 EUR kan de aanbestedende dienst, op basis van zijn risicoanalyse, de opdracht gunnen zonder een verklaring op erewoord te verlangen.

Amendement 7

ARTIKEL 1, PUNT 39, LETTER B

Artikel 135, lid 6 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

6. De aanbestedende dienst mag, wanneer zijn risicobeoordeling dit toelaat, in de volgende gevallen beslissen geen bewijs te verlangen van de financiële, economische, technische en beroepsmatige geschiktheid van gegadigden of inschrijvers:

6. De aanbestedende dienst mag, wanneer zijn risicobeoordeling dit toelaat, in de volgende gevallen beslissen geen bewijs te verlangen van de financiële, economische, technische en beroepsmatige geschiktheid van gegadigden of inschrijvers:

a)

bij opdrachten van 60 000 EUR of minder die door de Instellingen voor eigen rekening worden geplaatst,

a)

bij opdrachten van 80 000 EUR of minder die door de Instellingen voor eigen rekening worden geplaatst,

b)

bij opdrachten in het kader van externe maatregelen met een waarde onder de in artikel 241, lid 1, onder a), artikel 243, lid 1, onder a), of artikel 245, lid 1, onder a), genoemde drempelwaarden.

b)

bij opdrachten in het kader van externe maatregelen met een waarde onder de in artikel 241, lid 1, onder a), artikel 243, lid 1, onder a), of artikel 245, lid 1, onder a), genoemde drempelwaarden.

Wanneer de aanbestedende dienst beslist geen bewijs van de financiële, economische, technische en beroepsmatige geschiktheid van gegadigden of inschrijvers te verlangen, mag geen voorfinanciering of tussentijdse betaling worden verricht. Voorfinanciering mag echter wel worden betaald indien een financiële zekerheid voor hetzelfde bedrag wordt gesteld.

Wanneer de aanbestedende dienst beslist geen bewijs van de financiële, economische, technische en beroepsmatige geschiktheid van gegadigden of inschrijvers te verlangen, mogen tussentijdse betaling en worden verricht , indien reeds diensten zijn verricht of goederen zijn geleverd. Tussentijdse betalingen mogen worden verricht indien een financiële zekerheid voor hetzelfde bedrag wordt gesteld of indien de ordonnateur het risico via andere gepaste middelen met hetzelfde resultaat kan verminderen.

Amendement 8

ARTIKEL 1, PUNT 40 bis (nieuw)

Artikel 140 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

 

40 bis)

Artikel 140 komt als volgt te luiden:

 

    „De minimumtermijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen en de deelnemingsverzoeken, die door de aanbestedende diensten in kalenderdagen worden vastgelegd, zijn lang genoeg om de belanghebbenden een redelijke en passende periode te bieden om hun inschrijvingen voor te bereiden en in te dienen waarbij vooral rekening wordt gehouden met het ingewikkelde karakter van de opdracht of de noodzaak van een bezoek ter plaatse of de inzage ter plaatse van de bij de specificaties gevoegde documenten.”

2.     Bij openbare procedures voor opdrachten met een waarde gelijk aan of hoger dan de in artikel 158 bedoelde drempelwaarden bedraagt de minimumtermijn voor de ontvangst van de inschrijvingen in de regel, al naargelang van het ingewikkelde karakter van de opdracht, tussen 26 en 52 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van de aankondiging van de opdracht.

3.     Bij niet-openbare procedures, waaronder begrepen de in artikel 125 ter bedoelde gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van de concurrentiegerichte dialoog, en onderhandelingsprocedures met een aankondiging van de opdracht voor opdrachten met een waarde gelijk aan of hoger dan de in artikel 158 bedoelde drempelwaarden, bedraagt de minimumtermijn voor de ontvangst van de deelnemingsverzoeken in de regel, al naargelang van het ingewikkelde karakter van de opdracht, tussen 18 en 37 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van de aankondiging van de opdracht.

Bij niet-openbare procedures voor opdrachten met een waarde gelijk aan of hoger dan de in artikel 158 vastgestelde drempelwaarden bedraagt de minimumtermijn voor de ontvangst van de inschrijvingen in de regel, al naargelang van het ingewikkelde karakter van de opdracht, tussen 20 en 40 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van de uitnodiging tot inschrijving.

Bij de in artikel 128 bedoelde niet-openbare procedures na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, bedraagt de minimumtermijn voor de ontvangst van de inschrijvingen in de regel, al naargelang van het ingewikkelde karakter van de opdracht, tussen 10 en 20 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van de uitnodiging tot inschrijving.

4.     Wanneer de aanbestedende diensten overeenkomstig artikel 118, lid 2, een voorafgaande aankondiging ter bekendmaking hebben verzonden, kan de minimumtermijn voor de ontvangst van de inschrijvingen in de regel worden verkort tot 18 dagen en bedraagt hij in geen geval minder dan 11 dagen te rekenen vanaf de dag van verzending van de aankondiging van de opdracht of de uitnodiging tot inschrijving.

De in de eerste alinea bedoelde termijn kan slechts worden verkort wanneer de voorafgaande aankondiging aan de volgende voorwaarden voldoet:

a)

zij bevat alle inlichtingen die op grond van de aankondiging van de opdracht vereist zijn, voorzover deze inlichtingen op het moment van bekendmaking beschikbaar zijn;

b)

zij is ten minste 26 dagen en ten hoogste 6 maanden vóór de verzending van de aankondiging van de opdracht, ter bekendmaking verzonden.

5.     De termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen kunnen met vijf dagen worden verkort indien vanaf de dag van de aankondiging van de opdracht of van de oproep tot het indienen van voorstellen alle documenten betreffende de aanbesteding vrij en rechtstreek langs elektronische weg kunnen worden geraadpleegd.

Amendement 9

ARTIKEL 1, PUNT 46 bis (nieuw)

Artikel 164, lid 3 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

 

46 bis)

Artikel 164, lid 3 komt als volgt te luiden:

3.     Subsidieovereenkomsten mogen worden gewijzigd, indien de omstandigheden zijn veranderd en de wijziging van de omstandigheden door geen van de partijen voorzien of te voorzien was, en indien de ongewijzigde nakoming van de overeenkomst buitensporige gevolgen voor een of meerdere van de partijen zou hebben, of het contract anderszins in het gedrang zou brengen.

Subsidieovereenkomsten kunnen uitsluitend bij schriftelijk aanhangsel worden gewijzigd. Deze aanhangsels mogen niet als doel of tot gevolg hebben in de overeenkomst wijzigingen aan te brengen die het besluit tot toekenning van de subsidie ter discussie stellen, en zij mogen evenmin inbreuk maken op de gelijke behandeling van de partijen.

Mocht een wijziging van het contract ontoereikend zijn, dan wordt alle partijen samen of afzonderlijk toegestaan de overeenkomst te beëindigen.

Amendement 10

ARTIKEL 1, PUNT 50, LETTER A

Artikel 173, lid 2, alinea 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

Daartoe vraagt de ordonnateur de potentiële begunstigden om een verklaring op erewoord. Voor aanvragen voor een subsidie van meer dan 25 000 EUR worden de winst- en verliesrekening, de balans van het laatste afgesloten boekjaar en alle andere in de oproep tot het indienen van voorstellen gevraagde bewijsstukken, afhankelijk van de door de bevoegde ordonnateur onder zijn verantwoordelijkheid verrichte risicoanalyse, eveneens bij de aanvraag gevoegd.

Daartoe vraagt de ordonnateur de potentiële begunstigden om een verklaring op erewoord. Voor aanvragen voor een subsidie van meer dan 50 000 EUR worden de winst- en verliesrekening, de balans van het laatste afgesloten boekjaar en alle andere in de oproep tot het indienen van voorstellen gevraagde bewijsstukken, afhankelijk van de door de bevoegde ordonnateur onder zijn verantwoordelijkheid verrichte risicoanalyse, eveneens bij de aanvraag gevoegd.

Amendement 11

ARTIKEL 1, PUNT 50, LETTER B

Artikel 173, lid 4 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

B) Lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

B) Lid 4 komt als volgt te luiden:

i) De eerste alinea komt als volgt te luiden:

 

„4.   Wanneer de aanvraag betrekking heeft op subsidies voor een actie waarvoor het bedrag hoger is dan 750 000 EUR of exploitatiesubsidies van meer dan 100 000 EUR, gaat de aanvraag vergezeld van een extern controleverslag dat is opgesteld door een erkende accountant. Dit verslag certificeert de rekeningen van het laatste beschikbare boekjaar.”

„4.   Wanneer de aanvraag betrekking heeft op subsidies voor een actie waarvoor het bedrag hoger is dan 750 000 EUR of exploitatiesubsidies van meer dan 100 000 EUR, gaat de aanvraag vergezeld van een extern controleverslag dat is opgesteld door een erkende accountant of, in het geval van organisaties met een onafhankelijke auditfunctie, een onafhankelijke controle . Dit verslag certificeert de rekeningen van het laatste beschikbare boekjaar.”

De eerste alinea geldt uitsluitend voor de eerste aanvraag die een begunstigde tijdens een bepaald begrotingsjaar bij een ordonnateur indient.

Bij overeenkomsten van de Commissie met verschillende begunstigden moeten deze drempelbedragen per begunstigde worden toegepast.

Bij partnerschappen in de zin van artikel 163 is een externe controle of, in het geval van organisaties met een onafhankelijke auditfunctie, een onafhankelijke controle over de laatste twee beschikbare boekjaren verplicht voordat de kaderovereenkomst wordt gesloten.

ii) De vijfde alinea komt als volgt te luiden:

 

„De bevoegde ordonnateur mag op basis van zijn risicoanalyse begunstigden die gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn in geval van overeenkomsten met verschillende begunstigden, van de verplichting inzake externe controle vrijstellen.”

De bevoegde ordonnateur mag op basis van zijn risicoanalyse begunstigden die gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn in geval van overeenkomsten met verschillende begunstigden, van de verplichting inzake externe of onafhankelijke controle vrijstellen.

iii) De volgende zesde alinea wordt toegevoegd:

 

„De eerste alinea is niet van toepassing op overheidsinstanties, onderwijsinstellingen en internationale organisaties in de zin van artikel 43, lid 2.”

De eerste alinea is niet van toepassing op overheidsinstanties, onderwijsinstellingen en internationale organisaties in de zin van artikel 43, lid 2 , onder a), b) en c).

Amendement 12

ARTIKEL 1, PUNT 53 BIS (nieuw)

Artikel 180, lid 2 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

 

53 bis)

Artikel 180, lid 2 komt als volg te luiden:

„2.     Ter motivering van de betalingen kan door de bevoegde ordonnateur een door een erkende accountant verrichte externe controle van de jaarrekeningen of onderliggende verrichtingen, in het geval van organisaties met een onafhankelijke auditfunctie, een onafhankelijke controle worden geëist op basis van zijn risicoanalyse. Het controleverslag wordt in het geval van een subsidie voor een actie of een exploitatiesubsidie bij het betalingsverzoek gevoegd en certificeert dat de rekeningen waarheidsgetrouw en betrouwbaar zijn en subsidiabel overeenkomstig de subsidieovereenkomst. Een externe controle of, in het geval van organisaties met een onafhankelijke auditfunctie, een onafhankelijke controle is in de volgende gevallen voor tussentijdse betalingen per begrotingsjaar en voor saldobetalingen verplicht:”

a)

subsidies voor een actie van 750 000 EUR of meer;

b)

exploitatiesubsidies van 100 000 EUR of meer.

De bevoegde ordonnateur kan echter afhankelijk van zijn risicoanalyse van de controleverplichting vrijstellen:

a)

de in artikel 43, lid 1 en 2, onder a), b) en c) bedoelde overheidsorganen en internationale organisaties;

b)

de begunstigden van subsidies voor humanitaire hulp en van subsidies in crisissituaties, behalve voor saldobetalingen;

c)

voor saldobetalingen, de begunstigden van subsidies voor humanitaire hulp die een partnerschapskaderovereenkomst in de zin van artikel 163 hebben gesloten en die over een controlesysteem beschikken dat voor deze betalingen gelijkwaardige garanties biedt.

Amendement 13

ARTIKEL 1, PUNT 54

Artikel 182 (Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002)

54) Artikel 182 wordt als volgt gewijzigd:

54) Artikel 182 komt als volgt te luiden:

a) Lid 1 komt als volgt te luiden:

 

1.   De bevoegde ordonnateur kan van de begunstigde een voorafgaande zekerheidstelling voor hetzelfde bedrag als de voorfinanciering verlangen om de aan de voorfinanciering verbonden financiële risico's te beperken.

1.   De bevoegde ordonnateur kan op basis van een risicoanalyse van de begunstigde een voorafgaande zekerheidstelling voor maximaal hetzelfde bedrag als de voorfinanciering verlangen om de aan de voorfinanciering verbonden financiële risico's te beperken , indien geen andere, even doelmatige borg voor de schuld kan worden vastgesteld.

Een dergelijke zekerheidstelling kan door de bevoegde ordonnateur tevens worden gevraagd afhankelijk van zijn risico-analyse, in het licht van de in de subsidieovereenkomst neergelegde financieringsmethode.

b)

De eerste alinea van lid 2 komt als volgt te luiden:

 

2.   Wanneer de voorfinanciering meer dan 80 % van het totale bedrag van de subsidie vertegenwoordigt en meer dan 60 000 EUR bedraagt, wordt een zekerheid verlangd.

2.   Wanneer de voorfinanciering meer dan 80 % van het totale bedrag van de subsidie vertegenwoordigt en meer dan 60 000 EUR bedraagt, wordt een zekerheid verlangd , indien geen andere, even doelmatige borg voor de schuld kan worden vastgesteld. Voor NGO's die actief zijn op het gebied van de externe acties, is deze zekerheidstelling vereist voor voorfinancieringen waarmee meer dan 1 miljoen EUR is gemoeid of die meer dan 90% van het totale bedrag van de subsidie vertegenwoordigen, indien geen andere, even doelmatige borg voor de schuld kan worden vastgesteld. De zekerheid moet betrekking hebben op een periode die toereikend is om uitwinning mogelijk te maken.

3.     De zekerheid wordt verstrekt door een erkende bank of financiële instelling die in een van de lidstaten gevestigd is. Wanneer de begunstigde in een derde land is gevestigd, kan de bevoegde ordonnateur ermee instemmen dat een in dat derde land gevestigde bank of financiële instelling de zekerheidsstelling biedt, wanneer hij van oordeel is dat de bank of financiële instelling een gelijkwaardige zekerheid en kenmerken biedt als een bank of financiële instelling die in een lidstaat gevestigd is. Op verzoek van de begunstigde kan deze zekerheidstelling worden vervangen door een persoonlijke en hoofdelijke borgstelling van een derde of door de onherroepbare en onvoorwaardelijke hoofdelijke zekerheidstelling van de begunstigden van een actie die partij zijn bij dezelfde subsidieovereenkomst na instemming van de bevoegde ordonnateur.

Deze zekerheid luidt in EUR. Zij heeft tot doel de bank, de financiële instelling, de derde of de andere begunstigden op eerste vordering onherroepelijk hoofdelijk aansprakelijk of garant te stellen voor de verplichtingen van de begunstigde van de subsidie.

Andere borgen voor de schuld kunnen, op basis de risicoanalyse door de ordonnateur, bestaan uit (maar zijn niet beperkt tot) periodieke betalingen, hypotheken, grondlasten en andere lasten op materiële en immateriële goederen, en onderpanden.

4.     De zekerheidsstellingen of andere borgen worden vrijgegeven naarmate de voorfinanciering wordt vereffend door aanrekening op de tussentijdse betalingen of saldobetalingen aan de begunstigde overeenkomstig de bepalingen van de subsidieovereenkomst. In de onder de tweede alinea van lid 1 genoemde gevallen worden zij slechts vrijgegeven na de saldobetaling.

5.     De ordonnateur mag, op basis van de risicoanalyse, van de in lid 2 gestelde verplichting afwijken ten voordele van overheidsinstanties en internationale organisaties als bedoeld in artikel 43, lid 1 en 2 onder a), b) en c). De bevoegde ordonnateur kan ook begunstigden die overeenkomstig artikel 163 een partnerschapskaderovereenkomst hebben gesloten, van deze verplichting vrijstellen.

6.     Wanneer de subsidie niet meer dan 10 000 EUR bedraagt, vraagt de ordonnateur om het stellen van een waarborg alleen in naar behoren gemotiveerde gevallen.


(1)  Raadsdocument 10003/02, add.1.

P6_TA(2006)0236

Verbodsbepalingen die voortvloeien uit veroordelingen voor seksueel misbruik van kinderen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van het Koninkrijk België ter vaststelling door de Raad van een kaderbesluit betreffende de erkenning en handhaving in de Europese Unie van verbodsbepalingen die voortvloeien uit veroordelingen voor seksueel misbruik van kinderen (14207/2004 — C6-0244/2004 — 2004/0818(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van het Koninkrijk België (14207/2004) (1),

gelet op artikel 34, lid 2, letter b) en artikel 31, lid 1, letter a) van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op basis waarvan het door de Raad is geraadpleegd (C6-0244/2004),

gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

gelet op artikel 93, artikel 51, artikel 41, lid 4 en artikel 35 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6-0068/2006),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van het Koninkrijk België, als gewijzigd door het Europees Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, indien hij van de door het Europees Parlement goedgekeurde tekst wil afwijken, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

verzoekt de Raad het Parlement opnieuw te raadplegen indien hij het initiatief van het Koninkrijk België ingrijpend wil wijzigen;

5.

dringt aan op een parallelle regeling, met als rechtsgrondslag artikel 65, letter a) van het EG-Verdrag, gelet op het duidelijke raakvlak tussen de vraagstukken van strafrechtelijke en van civielrechtelijke samenwerking;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering en het parlement van het Koninkrijk België en aan de regeringen en parlementen van de andere lidstaten.

DOOR HET KONINKRIJK BELGIË VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Visum 1

gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 31, letter a) , en artikel 34, lid 2, letter b),

gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 31, lid 1, letters a) en c), en artikel 34, lid 2, letter b),

Amendement 2

Overweging 5

(5) De bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie en in het bijzonder van het in dit verband bestaande gevaar voor recidivisme moet voor de Unie een prioriteit zijn. Op dit specifieke gebied voorziet Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel in een minimale gemeenschappelijke EU-aanpak van deze delicten, in het bijzonder wat het type straf en verbod betreft waarin de nationale wetgeving moet voorzien. Het beginsel van wederzijdse erkenning moet van toepassing zijn op zowel een tijdelijk als permanent verbod op de uitoefening van beroepsactiviteiten die met het toezicht op kinderen samenhangen. Een dergelijk verbod is specifiek in het kaderbesluit opgenomen en kan worden opgelegd aan personen die voor een delict op het gebied van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie zijn veroordeeld.

(5) Gezien het feit dat het potentieel aan uit strafrechtelijke veroordelingen voortvloeiende verboden binnen één lidstaat en binnen de Europese Unie als geheel breed is, en de aard en manieren om deze sancties toe te passen nogal uiteenlopen, moet prioriteit worden gegeven aan die gebieden waar de lidstaten reeds een gemeenschappelijke basis hebben. De bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie en in het bijzonder van het in dit verband bestaande gevaar voor recidivisme moet voor de Unie een prioriteit zijn. Op dit specifieke gebied voorziet Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel in een minimale gemeenschappelijke EU-aanpak van deze delicten, in het bijzonder wat het type straf en verbod betreft waarin de nationale wetgeving moet voorzien. Het beginsel van wederzijdse erkenning moet onder meer van toepassing zijn op zowel een tijdelijk als permanent verbod op de uitoefening van beroepsactiviteiten die met het toezicht op kinderen samenhangen. Een dergelijk verbod is specifiek in het kaderbesluit opgenomen en kan worden opgelegd aan personen die voor een delict op het gebied van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie zijn veroordeeld.

Amendement 3

Artikel 2, letter c)

c)

„verbod”: het verbod om, tijdelijk of permanent, beroepsactiviteiten uit te oefenen die samenhangen met het toezicht op kinderen, in de zin van artikel 5, lid 3, van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, dat het gevolg is van veroordeling wegens een strafbaar feit in de zin van artikel 1, lid 1;

c)

„verbod”: het verbod om, tijdelijk of permanent, beroepsactiviteiten uit te oefenen die samenhangen met het toezicht op kinderen, in de zin van artikel 5, lid 3, van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en het verbod om in een overheids- of particuliere instelling waarin toezicht op kinderen wordt gehouden of waarin met kinderen wordt gewerkt, andere niet met het toezicht op kinderen samenhangende beroepsactiviteiten uit te oefenen, die het gevolg zijn van veroordeling wegens een strafbaar feit in de zin van artikel 1, lid 1;

Amendement 4

Artikel 2, letter d)

d)

„centrale autoriteit”: de autoriteit die is aangewezen uit hoofde van artikel 2 van het besluit van de Raad van [...] inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister;

d)

„centrale autoriteit”: de autoriteit die is aangewezen uit hoofde van artikel 1 van het besluit van de Raad van [...] inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister;

Amendement 5

Artikel 3, lid -1 (nieuw)

 

-1. Wanneer de van toepassing zijnde internationale instrumenten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken dat toelaten, moeten door derde landen opgelegde verboden in het strafregister worden opgenomen.

Amendement 6

Artikel 3

De lidstaten nemen de nodige stappen om ervoor te zorgen dat verboden in het strafregister worden opgenomen.

2. De lidstaten nemen de nodige stappen om ervoor te zorgen dat verboden , met inbegrip van door andere lidstaten opgelegde verboden, in het strafregister worden opgenomen.

Amendement 7

Artikel 4, lid 1

1. Wanneer het land dat het verbod heeft opgelegd, de gegevens uit het strafregister conform de relevante internationale regels voor onderlinge wettelijke bijstand bij strafrechtelijke zaken aan een andere lidstaat doorgeeft, wordt het verbod in het uittreksel van het strafregister vermeld.

1. Wanneer het land dat het verbod heeft opgelegd, de gegevens uit het strafregister conform de relevante internationale regels voor onderlinge wettelijke bijstand bij strafrechtelijke zaken en conform het besluit van de Raad 2005/876/JBZ van 21 november 2005 inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister (2) aan een andere lidstaat doorgeeft, wordt het verbod als een van de gegevens in het uittreksel van het strafregister vermeld.

Amendement 8

Artikel 5

Telkens wanneer voor de toepassing van dit kaderbesluit, conform het nationaal recht om raadpleging van het strafregister van een lidstaat wordt verzocht met het oog op de verkrijging van gegevens over een onderdaan van een andere lidstaat, wordt een verzoek gericht tot de centrale autoriteit van de lidstaat waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft.

Telkens wanneer voor de toepassing van dit kaderbesluit, conform het nationaal recht om raadpleging van het strafregister van een lidstaat wordt verzocht met het oog op de verkrijging van gegevens over een onderdaan van een andere lidstaat of een persoon die er verblijft , ook wanneer er geen gerechtelijke strafzaak tegen de betrokkene loopt, wordt een verzoek gericht tot de centrale autoriteit van de lidstaat waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft of waar de betrokkene verblijft .

Amendement 9

Artikel 5, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. Telkens wanneer in het kader van dit kaderbesluit conform het nationaal recht om raadpleging van het strafregister van een lidstaat wordt verzocht, met het oog op de verkrijging van gegevens over een onderdaan van meer dan één lidstaat, wordt een verzoek gericht tot de centrale autoriteit van elke lidstaat waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft.

Amendement 10

Artikel 7, titel

Redenen om een verbod niet te erkennen of te handhaven

Redenen om een verbod niet te erkennen , te handhaven of aan te passen

Amendement 11

Artikel 7, letter c bis) (nieuw)

 

c bis)

het delict dat aan het verbod ten grondslag ligt, valt onder een amnestieregeling in het land dat het verbod moet handhaven.

Amendement 12

Artikel 7, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. Als het verbod langer duurt dan de maximumtijd die voor hetzelfde delict is voorzien in de wet van het land dat het verbod moet handhaven, wordt de duur van het opgelegde verbod tot dat maximum teruggebracht.

Amendement 13

Artikel 8, lid 1

1. Om een verbod ten uitvoer te leggen legt de tenuitvoerleggingsstaat geen andere formaliteiten op dan het in artikel 4 , lid 2, van het Besluit van de Raad van [...] inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister genoemde formulier B .

1. Om een verbod ten uitvoer te leggen legt de tenuitvoerleggingsstaat geen andere formaliteiten op dan het in artikel 3 , lid 2, van het Besluit van de Raad van [...] inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister genoemde formulier.

Amendement 14

Artikel 8, lid 2

2. Als het verbod langer duurt dan de maximumtijd die voor hetzelfde delict is voorzien in de wet van het land dat het verbod moet handhaven, wordt de duur van het opgelegde verbod tot dat maximum teruggebracht.

Schrappen.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)   PB L 322 van 9.12.2005, blz. 33.

P6_TA(2006)0237

Humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden

Resolutie van het Europees Parlement over de humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden en de rol van de EU

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie in het Midden-Oosten en met name die van 23 oktober 2003 over Vrede en Waardigheid in het Midden-Oosten (1), 27 januari 2005 over de situatie in het Midden-Oosten (2), en 2 februari 2006 over de uitslag van de Palestijnse verkiezingen en de situatie in Oost-Jeruzalem (3),

gezien het verslag van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie in Palestina en het verslag van de verkiezingswaarnemers van het Parlement,

gezien de resoluties nrs. 242, 338, 1373 en 1397 van de Veiligheidsraad van de VN,

gezien het stappenplan voor de vrede van het Kwartet van 30 april 2003,

gezien de uitslag van de nationale verkiezingen in Israël op 28 maart 2006,

gezien de verklaring van de hoofden van het Kwartet van 9 mei 2006 in New York,

gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken inzake het vredesproces in het Midden-Oosten van 15 mei 2006,

gezien de nabuurschapsovereenkomsten tussen de EU en Israël, en de EU en Palestina,

gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat na de in Palestina en Israël gehouden verkiezingen de tijd is aangebroken voor het leggen van een nieuwe grondslag voor een diplomatiek en politiek initiatief van de Europese Unie en het kwartet (EU, VS, Rusland en de VN), dat moet voorzien in ambitieuze doelstellingen voor het opnieuw op gang brengen van de onderhandelingen en van een proces dat moet uitmonden in een stabiele, levensvatbare vredesregeling,

B.

overwegende dat dringend een oplossing moet worden gevonden voor de ernstige verslechtering van de humanitaire en sociale situatie in zowel de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever, ten einde chaos en verdere politieke destabilisatie te voorkomen,

C.

overwegende dat de onder eerbiediging van de internationale normen in Palestina gehouden verkiezingen hebben geleid tot de vorming van een regering die is samengesteld uit leden van de door Hamas opgerichte lijst „Verandering en hervorming”, en overwegende dat de internationale gemeenschap nu geconfronteerd wordt met het feit dat de democratische verkiezingsuitslag moet worden geëerbiedigd,

D.

overwegende dat het besluit van Hamas om aan de verkiezingen deel te nemen en het daarbij behaalde succes haar ertoe verplichten zich te houden aan in eerdere stadia door de Palestijnen aangegane akkoorden, o.a. tot verwerping van het terrorisme en erkenning van het bestaansrecht van Israël, zoals ook door de internationale gemeenschap als eis gesteld,

E.

overwegende dat het Kwartet op 9 mei 2006 opnieuw zijn steun heeft uitgesproken voor hulp die gericht is op leniging van de meest elementaire menselijke behoeften van het Palestijnse volk, en heeft toegezegd te zullen instemmen met een tijdelijk internationaal mechanisme, beperkt in opzet en tijdsduur, dat zorg moet dragen voor rechtstreekse hulpverlening aan de Palestijnen; overwegende dat de EU de opdracht heeft om een dergelijk mechanisme uit te werken en voor te stellen,

F.

overwegende dat de EU hard aan de ontwikkeling van een dergelijk mechanisme werkt, dat prioritair gericht zal zijn op het leveren van een bijdrage om aan de basisnoden te voldoen, en dat de raadpleging van internationale financiële instellingen en andere belangrijke partners omvat, en in het kader waarvan andere donoren worden opgeroepen om actief deel te nemen aan het streven om het mechanisme zo snel mogelijk in te voeren,

G.

overwegende dat de nieuwe Israëlische regering richtsnoeren heeft voorgesteld, waarbij zij zich o.a. bereid verklaart tot het voeren van onderhandelingen met de Palestijnen, maar het treffen van unilaterale maatregelen voor de implementatie van het „convergentieplan” met het oog op de vaststelling van definitieve grenzen niet uitsluit,

H.

overwegende dat Israël dient te worden herinnerd aan zijn verplichtingen uit hoofde van de Akkoorden van Oslo inzake de grenzen van 1967, de nederzettingen en Oost-Jeruzalem, en dat het zich bewust moet zijn van de ernst van de huidige situatie,

1.

is ernstig bezorgd over de verslechtering van de humanitaire, economische en financiële situatie op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza;

2.

roept de Raad en de Commissie op met krachtiger initiatieven te komen en daarbij te handelen overeenkomstig de navolgende aanbevelingen:

er zich binnen het Kwartet voor te beijveren dat de toevoer van voor de Palestijnen essentiële hulp via humanitaire organisaties en NGO's dringend wordt gewaarborgd en dat het door het Kwartet voorgestelde bovenvermelde tijdelijke internationale mechanisme zorgt voor rechtstreekse hulpverlening aan het Palestijnse volk, die moet worden gekanaliseerd via de Wereldbank of andere internationale instanties;

de regeringen van de VS en de andere donorlanden te verzoeken ervoor te zorgen dat dit mechanisme op een brede en flexibele grondslag berust, de toepassing ervan te vergemakkelijken door de president van de Palestijnse Autoriteit er rechtstreeks bij te betrekken en in te staan voor het financieel toezicht en de controleerbaarheid van de uitgaven;

een dergelijk mechanisme te ontwikkelen om een ernstige humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden te voorkomen; verzoekt hierbij alle instellingen die bij de invoering van een dergelijk tijdelijk internationaal financieel mechanisme zijn betrokken, zo transparant mogelijk te werk te gaan om fraude of oneigenlijk gebruik van de middelen te voorkomen;

de Israëlische regering te verzoeken onmiddellijk de rechtstreekse doorbetaling te hervatten van de ingehouden Palestijnse belasting- en douaneopbrengsten die sinds januari 2006 worden geblokkeerd; wijst erop dat een deel van deze middelen is overgemaakt om, in overeenstemming met het Protocol van Parijs van 1994, de elektriciteitsvoorziening te betalen;

het institutioneel opbouwproces in Palestina, waarin de onlangs gehouden verkiezingen als een belangrijke mijlpaal hebben gefungeerd, te versterken;

de EU-aanwezigheid in Rafah en de tenuitvoerlegging van het akkoord inzake verkeer en toegang voort te zetten;

samen met de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB een algehele evaluatie van de situatie op te maken ter waarborging van de consistentie tussen zowel steunmaatregelen als politieke en diplomatieke initiatieven met het oog op het voeren van een dialoog met de Palestijnse Autoriteit via haar president;

ervoor te zorgen dat elke toekomstige steun zal worden beoordeeld in het licht van de naleving van deze beginselen door de Palestijnse regering;

optimaal gebruik te maken van het met de Palestijnse Autoriteit in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid overeengekomen actieplan, waarbij de Commissie harerzijds garant moet staan voor de volledige tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Israël voor wat betreft de door Israël jegens de Palestijnse Autoriteit aangegane verplichtingen;

3.

betuigt zijn instemming met de door de president van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, op zijn plenaire vergadering van 16 mei 2006 afgelegde verklaring en verzoekt de Raad en de Commissie de president te blijven steunen in zijn inspanningen om met Israël, de Palestijnse regering en de internationale gemeenschap in gesprek te blijven;

4.

steunt het initiatief van de Palestijnse president om de nationale dialoog te bevorderen en spreekt de hoop uit dat deze voorstellen door alle partijen zullen worden aanvaard; is van mening dat de president over het gezag beschikt om onderhandelingen te voeren en de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de internationale hulp op zich te nemen;

5.

is van oordeel dat elk contact met de nieuwe Palestijnse regering gericht zou moeten zijn op de erkenning van het uiteindelijke vredesakkoord dat is gebaseerd op een oplossing in de vorm van twee levensvatbare staten en het afzweren van geweld door de regering zelf en de groepen die haar steunen; is van mening dat de toelichting van de regering over het afzweren van geweld, de erkenning van het bestaansrecht van Israël en de internationale verplichtingen van de Palestijnen een cruciale voorwaarde is voor elke samenwerking van de EU met de Palestijnse regering;

6.

verklaart in dit specifieke stadium andermaal dat een oplossing voor het conflict in het Midden-Oosten slechts mogelijk is via onderhandelingen over een stabiel en definitief vredesakkoord zoals dat in het stappenplan is uiteengezet, zonder voorafgaande voorwaarden en op basis van het bestaan van twee democratische, soevereine en levensvatbare staten die vreedzaam naast elkaar bestaan binnen veilige en erkende grenzen;

7.

is verheugd over de eerste ontmoeting sinds de Israëlische verkiezingen tussen Mahmoud Abbas, voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, en Shimon Peres, vice-premier van Israël, en Tsipi Livni, vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken, op 20 mei 2006 in Sjarm-el-Sjeik, een bemoedigend voorteken voor de ontmoeting die tussen Mahmoud Abbas en Ehud Olmer, premier van Israël, gepland is, en hoopt dat deze contacten uiteindelijk leiden tot de hervatting van de vredesonderhandelingen waardoor het reeds lang stagnerende vredesproces nieuwe impulsen krijgt;

8.

wijst erop dat er geen alternatief is voor bilaterale onderhandelingen en dat eenzijdig optreden de pogingen tot een blijvende alomvattende regeling te komen, kan ondergraven;

9.

veroordeelt andermaal de ononderbroken uitbreiding van de nederzettingen en dringt erop aan deze onmiddellijk stop te zetten, met name in Oost-Jeruzalem, en veroordeelt de bouw van de muur buiten de grenzen van 1967, die strijdig zijn met het internationale recht en tevens het herstel van een klimaat van dialoog belemmeren;

10.

verzoekt alle betrokken partijen het stappenplan voor de vrede strikt toe te passen en verzoekt het Kwartet de onderhandelingen over een rechtvaardige en duurzame oplossing van het conflict in het Midden- Oosten te bevorderen om tot een stabiel en definitief vredesakkoord te komen zoals in het stappenplan voor de vrede is vooropgesteld;

11.

steunt de constructieve houding van de Commissie en de Raad binnen het Kwartet bij het vaststellen van de voorwaarden voor een toekomstige overeenkomst met de Palestijnse Autoriteit;

12.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president van de Palestijnse Autoriteit, de Palestijnse Wetgevende Raad, de Knesset en de Israëlische regering, de regeringen van de Verenigde Staten van Amerika en de Russische Federatie, en aan de secretaris-generaal van de VN.


(1)  PB C 82 E van 1.4.2004, blz. 610.

(2)  PB C 253 E van 13.10.2005, blz. 35.

(3)  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0041.

P6_TA(2006)0238

Transatlantische partnerschapsovereenkomst EU/Verenigde Staten van Amerika

Resolutie van het Europees Parlement over de verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van een transatlantische partnerschapsovereenkomst (2005/2056(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de Transatlantische Verklaring inzake de betrekkingen EG-VS van 1990 en de Nieuwe Transatlantische Agenda van 1995,

gezien de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2004 en met name de hoofdstukken betreffende een ’internationale orde op basis van een doeltreffend multilateralisme’ en ’samenwerking met partners’,

gezien de verklaringen die zijn afgelegd na de bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en de president van de Verenigde Staten op 22 februari 2005 in Brussel,

gezien het resultaat van de Top EU-VS van 20 juni 2005 in Washington DC,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 9 juni 2005 over transatlantische betrekkingen (1) evenals zijn eerdere resoluties van 17 mei 2001 (2), 13 december 2001 (3), 15 mei 2002 (4) en 19 juni 2003 (5), naar zijn aanbeveling aan de Raad van 10 maart 2004 betreffende het recht van de gedetineerden in Guantánamo Bay op een eerlijk proces (6), naar zijn resolutie van 16 februari 2006 over Guantánamo (7) en naar zijn resoluties van 22 april 2004 (8) en 13 januari 2005 (9),

gezien de Draft House Resolution 77 van het Amerikaanse Congres van 9 februari 2005 over de transatlantische betrekkingen,

gezien de mededeling van de Commissie van 18 mei 2005, getiteld „Een sterker partnerschap tussen de EU en de VS en een meer open markt in de 21e eeuw” (COM(2005)0196),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en de adviezen van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie juridische zaken (A6-0173/2006),

A.

overwegende dat het transatlantische partnerschap een hoeksteen van het buitenlandse optreden van de Unie is,

B.

overwegende dat het transatlantische partnerschap op gemeenschappelijke waarden als vrijheid, democratie, mensenrechten en de rechtsstaat gestoeld is, alsmede op het ondersteunen van duurzame economieën en duurzame ontwikkeling; voorts overwegende dat dergelijke waarden een sleutelrol blijven spelen bij elke toekomstige herziening van de grondvesten van het transatlantische partnerschap; en overwegende dat de Verenigde Staten moeten worden opgeroepen de waarden te aanvaarden die door de EU worden gepropageerd en gehandhaafd, zoals het verbod op de doodstraf en de ondersteuning van het Internationaal Strafhof,

C.

overwegende dat het noodzakelijk is, ondanks de deels verschillende interpretaties van de huidige mondiale risico's en dreigingen, de vrijheid en democratie in de wereld te bevorderen en de met die risico's gepaard gaande mondiale uitdagingen aan te gaan, zoals internationale veiligheid, het uitbannen van de armoede, de stimulering van ontwikkeling, de noodzaak aan wereldwijde ontwapeningsinspanningen, de bescherming van de mensenrechten, de bestrijding van internationale gezondheidsrisico's, milieukwesties en een zekere energievoorziening, de bestrijding van het internationale terrorisme en de georganiseerde misdaad en de non-proliferatie van massavernietigingswapens,

D.

overwegende dat het in het belang van beide partners is om samen het hoofd te bieden aan gemeenschappelijke dreigingen en uitdagingen, en wel op basis van bestaande internationale verdragen en de praktische werkzaamheden van internationale instellingen, in het bijzonder het VN-systeem in overeenstemming met het Handvest van de VN,

E.

overwegende dat het essentieel is, indachtig de verantwoordelijkheid van beide partners voor de toestand van de wereldorde, dat hun partnerschap is gegrondvest op een stabiele, duurzame en draagkrachtige samenwerkingsbasis,

F.

overwegende dat bij de bestrijding van het internationaal terrorisme het belang moet worden beklemtoond van de volledige naleving van het internationaal recht en de internationale verdragen over de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en dat het belang moet worden onderkend van het gesprek over de voorwaarden voor en de behoefte bestaat aan nieuwe en betere aansluitende oplossingen in het internationaal recht, die beter kunnen inspelen op de uitdagingen van het internationale terrorisme, en nieuwe wettelijke middelen ter bestrijding van de dreiging van het terrorisme, die volledig in overeenstemming zijn met de eerdergenoemde rechten en vrijheden,

G.

overwegende dat het transatlantische partnerschap en de NAVO voor de collectieve veiligheid zeer belangrijk zijn, zoals ook duidelijk blijkt uit de Europese veiligheidsstrategie,

H.

overwegende dat de EU-instellingen, de lidstaten, de Verenigde Naties en de burgers herhaaldelijk hebben opgeroepen tot de onmiddellijke sluiting van het detentiecentrum in Guantánamo Bay en er daarbij op hebben aangedrongen dat alle gevangenen moeten worden behandeld volgens het internationaal humanitair recht en zo spoedig mogelijk moeten worden berecht in een eerlijke en openbare zitting van een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige rechtbank,

I.

overwegende dat de EU en de VS het grootste partnerschap vormen voor bilaterale handel enerzijds (circa 600 miljard EUR aan goederen en diensten in 2003) en investeringen anderzijds (circa 1400 miljard EUR tegen 2003), wat in de EU en de VS neerkomt op maar liefst 14 miljoen arbeidsplaatsen die van de transatlantische commerciële banden afhankelijk zijn (aldus de Commissie),

J.

overwegende dat de agenda van Lissabon in het kader van de door bovengenoemde banden ontstane sterke onderlinge economische afhankelijkheid moet worden gezien als een poging om van Europa een in hoge mate concurrerende kenniseconomie te maken, die op haar beurt van het transatlantische partnerschap profiteert door de groei van de gemeenschappelijke markten te versterken,

K.

overwegende dat de Verenigde Staten nog steeds op niet-wederzijdse basis een visumplicht handhaven voor de burgers van tien EU-lidstaten, waaronder negen van de tien lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toetraden, dat dit niet bevorderlijk is voor de transatlantische betrekkingen en ongelijkheden tussen EU-burgers laat voortbestaan, en dat dit blijk geeft van een gebrek aan vertrouwen in het eigen visumbeleid van de Europese Unie,

L.

overwegende dat beide partners momenteel de grootste donoren zijn van hulp aan het Midden-Oosten en de mediterrane regio, met een bedrag van ongeveer 3 miljard EUR per jaar aan subsidies en leningen van de EU en ongeveer 2,2 miljard USD van de Verenigde Staten, en dat de vreedzame ontwikkeling van democratische samenlevingen in het Midden-Oosten, die de mensenrechten eerbiedigen en politiek pluralisme waarborgen, de belangrijkste strategische doelstelling moet zijn van het buitenlands beleid van zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten, en dat deze hulp beter moet worden gecoördineerd en gericht op conflictoplossing, democratiebevordering en duurzame ontwikkeling,

M.

overwegende dat het Oostenrijkse voorzitterschap heeft onderstreept hoe belangrijk het is dat de parlementaire vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van het Europese en Amerikaanse maatschappelijk middenveld meer bij het transatlantische partnerschap worden betrokken,

Algemeen kader van het partnerschap EU-VS

1.

benadrukt de noodzaak de grondslag van het transatlantische partnerschap te actualiseren door de huidige Nieuwe Transatlantische Agenda te vervangen door een transatlantische partnerschapsovereenkomst die vanaf 2007 van kracht zou worden; is vast van mening dat de transatlantische relatie alleen door middel van een dergelijke overeenkomst in een stabiel institutioneel kader kan worden verankerd, zodat de partners op een meer samenhangende en stabiele wijze aan hun gemeenschappelijke doelen kunnen werken; is van mening dat alleen een dergelijke overeenkomst een allesomvattende herstructurering en harmonisering van de momenteel in voorbereiding zijnde uiteenlopende en ongecoördineerde initiatieven mogelijk zou maken en dat hierdoor ook andere internationale actoren zouden worden aangemoedigd om de grondbeginselen van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat aan te nemen;

2.

roept de partners in dit verband dringend op om op alle niveaus stappen te zetten voor een volledige evaluatie van de tekortkomingen, negatieve en positieve resultaten van de nieuwe transatlantische agenda, met name met betrekking tot de prioritaire acties in het gemeenschappelijke actieplan van de EU en de VS, zodat het transatlantische partnerschap een duidelijker omschreven en concretere basis krijgt om op voort te bouwen;

3.

onderstreept eveneens hoe dringend het is dat tijdens de Top EU-VS in juni 2006 het doel van het voltooien van de transatlantische markt tegen 2015 onverwijld en zonder verdere belemmeringen moet worden geregeld, waarop het Parlement, het Amerikaanse Congres en vooraanstaande belanghebbenden uit de politieke en academische wereld en het bedrijfsleven reeds herhaaldelijk hebben aangedrongen;

4.

is van mening dat de verwezenlijking van dergelijke vergaande initiatieven absoluut noodzakelijk is, met name betreffende de versterking economische betrekkingen tussen de EU en de Verenigde Staten; onderstreept dat de transatlantische betrekkingen rechtstreeks zouden moeten bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen die inherent zijn aan de mondiale en bilaterale belangen en waarden van de EU en de VS;

5.

is derhalve van mening dat de acht gezamenlijke verklaringen van de Top EU-VS in Washington DC op 20 juni 2005, evenals andere gemeenschappelijke acties die mogelijk nog volgen, in een overkoepelende transatlantische partnerschapsovereenkomst beter geïntegreerd zouden zijn en doeltreffender kunnen worden nagestreefd;

6.

betreurt om dezelfde reden dat de mededeling van de Commissie van 18 mei 2005 weliswaar een stap in de goede richting is, maar verder de nodige overtuiging en vastberadenheid mist om de uiteindelijke doelstelling waar te maken, namelijk de versterking van het transatlantische partnerschap te regelen door als het gepaste institutionele en politieke kader een transatlantische partnerschapsovereenkomst te sluiten; roept de Commissie derhalve op een nieuwe mededeling op te stellen en benadrukt dat hier snel werk van moet worden gemaakt;

Politieke dimensie van de voorgestelde transatlantische partnerschapsovereenkomst: een „actiegemeenschap” voor mondiale en regionale samenwerking opbouwen

7.

herhaalt zijn standpunt dat de transatlantische partnerschapsovereenkomst de bestaande politieke, economische en veiligheidsagenda moet uitbreiden door te streven naar een „actiegemeenschap” voor mondiale en regionale samenwerking op alle gebieden waar de gemeenschappelijke belangen van beide partners op het spel staan; verwelkomt in dit verband de acht gezamenlijke op de laatste Top van Washington uitgegeven verklaringen, waarin de meest dringende uitdagingen voor beide partners specifiek worden vermeld ; verwelkomt tevens de besprekingen in het eerste Samenwerkingsforum regelgeving (26 januari 2006) en de eerste Werkgroep intellectuele eigendom (26 januari 2006), en kijkt uit naar de follow-up hiervan over drie maanden; maar is van mening dat meer concrete actie wenselijk is, zoals het instellen van informele dialogen op de betrokken gebieden tussen Europese en Amerikaanse deskundigen, om haalbare maatregelen op korte en middellange termijn te formuleren waarmee aan deze uitdagingen kan worden beantwoord;

8.

beveelt ook aan de volgende zaken te stimuleren: een gezamenlijke benadering van de betrekkingen met andere grote geopolitieke actoren zoals China, India, Japan, Latijns-Amerika en Rusland, de onderhandelde wapenbeheersings- en ontwapeningsovereenkomsten op multi- en bilateraal niveau nieuw leven inblazen en een actievere gezamenlijke inzet voor de hervorming van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad;

9.

dringt erop aan dat China, Rusland en Oekraïne prioriteit krijgen bij de EU-VS-samenwerking en -coördinatie op het gebied van technische ondersteuning en scholing in wetshandhaving;

10.

is van mening dat de steun voor het systeem van de Verenigde Naties die in de verklaring over de 60e verjaardag van de ondertekening van het Handvest van de Verenigde Naties vervat is, de universele democratische waarden wereldwijd alleen zal versterken als de bepalingen van deze verklaring en de resoluties van de VN-Veiligheidsraad consequent worden toegepast wanneer het hoofd moet worden geboden aan de vele daadwerkelijke dreigingen en uitdagingen; schaart zich in dit verband achter het standpunt dat de verspreiding van transparant, rekenplichtig en representatief bestuur, de rechtsstaat en de eerbiediging van de in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens verankerde mensenrechten voor de partners strategische prioriteiten en een morele noodzaak zijn en als zodanig kenmerkend voor het partnerschap moeten zijn;

11.

moedigt de partners aan nog meer gezamenlijke acties te ondernemen betreffende verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen die de basis leggen voor een doeltreffend multilateraal kader op fundamentele beleidsgebieden voor de mondiale verantwoordelijkheden van beide partners, zoals die welke betrekking hebben op het Internationaal Strafhof, het Kyoto-protocol over klimaatverandering, de Conventie van Genève, het Verdrag van de VN inzake foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing, de mensenrechten, en de fundamentele vrijheden, inclusief de afschaffing van de doodstraf, de non-proliferatie van massavernietigingswapens, de bestrijding van de georganiseerde misdaad en de smokkel, uitlevering, foltering, illegale detentie en uitleveringen, asiel, visa en emigratie, gegevensbescherming, enz., en dringt erop aan dat zij die enkele huidige tussen hen bestaande verschillen wegwerken in analyse, diagnose en beleidsbenadering naar een globaal systeem dat is gebaseerd op goed bestuur en de rechtsstaat;

12.

betreurt de terughoudendheid van de Amerikaanse regering om deel te nemen aan belangrijke internationale partnerschappen inzake klimaatverandering, maar ziet een kleine stap vooruit in haar bereidheid om, zoals overeengekomen tijdens de conferentie van Montreal in december 2005 tussen de deelnemers aan de kaderconventie van de VN over klimaatverandering, zich in te zetten voor een diepgaander voorwaarts gerichte dialoog, verwelkomt de initiatieven van Amerikaanse wetgevers om tot verplichte binnenlandse regelingen te komen voor vermindering van de broeikasgasuitstoot in de Verenigde Staten, en de steeds grotere roep om bestrijding van klimaatverandering die wordt gehoord bij belangrijke actoren in de Amerikaanse samenleving, zoals deelstaatregeringen, burgemeesters, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven;

13.

beveelt aan een gemeenschappelijke strategie te ontwikkelen voor de zekerheid van de energie- en grondstoffenvoorziening, die ten eerste is gebaseerd op een multilateraal beleid, vastgesteld door alle grote verbruikers, en ten tweede op diversiteit inzake levering, productie en transport;

14.

nodigt uit tot nauwere samenwerking binnen de Contactgroep over de definitieve status van Kosovo, met inachtneming van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de besluiten van de EU, in het belang van de consolidatie van vrede, veiligheid en stabiliteit in de gehele Balkanregio;

15.

moedigt de partners aan zich samen nog meer in te spannen om de vrede, welvaart en vooruitgang in het Midden-Oosten te stimuleren op basis van de opeenvolgende initiatieven die overeenkomstig de routekaart door het Kwartet zijn genomen, en daarbij tijdens elke fase de aanwezigheid van een regelmatig, sterk Kwartet en een dialoog op hoog niveau te verzekeren; benadrukt het belang van een gezamenlijke aanpak tegenover de onlangs verkozen Palestijnse Autoriteit, waarbij wordt aangedrongen op de beginselen van geweldloosheid, de erkenning van de staat Israël en aanvaarding van de vorige overeenkomsten en akkoorden, inclusief de routekaart; roept Israël en de Palestijnse Autoriteit op unilaterale acties te vermijden die kwesties betreffende de uiteindelijke status kunnen ondermijnen; dringt er bij de Palestijnse Autoriteit op aan haar uiterste best te doen om terreurdaden te voorkomen en dringt er bij Israël op aan de uitbreiding van de nederzettingen en de bouw van de muur op Palestijns grondgebied stop te zetten; is van mening dat engagement van de pas verkozen Palestijnse Autoriteit tegenover de door het Kwartet op 30 januari 2006 uitgestippelde hierboven vermelde beginselen van essentieel belang is om de uiteindelijke doelstelling te bereiken van twee democratische staten, Israël en Palestina, die naast elkaar in vrede en veiligheid leven; steunt het recente besluit van het Kwartet om steun te verlenen aan een tijdelijk internationaal instrument voor rechtstreekse bijstand aan het Palestijnse volk;

16.

raadt aan alle nodige stappen te ondernemen om de stabiliteit van Libanon te versterken door de instellingen en het democratische bestuur van dat land te ondersteunen; is van mening dat daartoe de besluitvorming van Libanon zelf niet terzijde mag worden geschoven door de acties van de transatlantische partners of van een andere actor van buitenaf;

17.

ondersteunt de vastberadenheid van de partners om samen te werken met de Iraakse autoriteiten, de VN en de relevante regionale actoren teneinde Irak in het kielzog van de grondwets- en parlementsverkiezingen te helpen vrede, stabiliteit en democratie te bereiken; spreekt zijn diepste bezorgdheid uit over de voortdurende schendingen van de mensenrechten;

18.

onderstreept dat de partners nauw moeten samenwerken bij de nucleaire kwestie in Iran en voor de regio als geheel een coherent beleid moeten blijven voeren, waarbij de nadruk ligt op het Iraanse volk, de overheid en de democratische oppositie; vraagt de Verenigde Staten deel te nemen aan de onderhandelingen met Iran; staat volledig achter de verklaring van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad op 29 maart 2006 en de oproep tot Iran om de nodige door de Raad van Beheer van het Internationaal Agentschap voor atoomenergie (IAEA) vereiste maatregelen te treffen voor de opschorting van alle activiteiten die verband houden met verrijking en alle productieactiviteiten die door het IAEA moeten worden gecontroleerd, inclusief onderzoek en ontwikkeling; deelt de mening dat deze maatregelen zullen bijdragen aan een diplomatieke, onderhandelde oplossing die garandeert dat het nucleaire programma van Iran uitsluitend voor vreedzame doeleinden is; staat volledig achter de conclusies van de op 30 maart 2006 in Berlijn gehouden vergadering en de dringende oproep tot Iran om via een diplomatieke oplossing iets te doen aan de internationale bezorgdheid, maar herinnert eraan dat de onderhandelingen reeds drie jaar hebben geduurd, niet eeuwig kunnen blijven duren en niet eenvoudigweg tot een verzoeningspolitiek kunnen leiden; is van mening dat verdere maatregelen moeten worden overwogen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

19.

beveelt aan rekening te houden met de legitieme veiligheidsbelangen van Iran door de totstandbrenging van een omvattend regionaal veiligheidssysteem dat wordt geschraagd door een krachtig engagement van de transatlantische partners;

20.

pleit voor gecoördineerde actie jegens China, met name ten aanzien van de dringende behoefte aan methoden om de democratie in het land te bevorderen, de gespannen relatie tussen China en Taiwan te verbeteren, de participatie van Taiwan in de mondiale fora te vergroten en de dialoog tussen de regering in Peking en de Dalai Lama te vergemakkelijken om zo concrete vorderingen te realiseren op het vlak van Tibet;

21.

staat achter de maatregelen die zijn voorgesteld met het oog op een samenwerking voor meer vrede, stabiliteit, welvaart en goed bestuur in Afrika, evenals de in het kader van verscheidene internationale fora geleverde inspanningen, zoals het actieplan van de G8 en de Afrikaanse Unie, de EU-vredesfaciliteit voor Afrika of het initiatief Global Peacekeeping Operations van de VS; stelt evenwel voor dat er prioriteit wordt verleend aan de verwezenlijking tegen 2015 van de VN-Millenniumontwikkelingsdoelstellingen door middel van meer ontwikkelingssteun van de partners in Afrika, in het bijzonder op het gebied van onderwijs en gezondheid en door de inspanningen van internationale hulpfondsen te steunen voor de algehele uitbanning van de armoede; verwacht van de Afrikaanse regeringen dat ze ook hun eigen deel bijdragen door zich in te zetten voor democratie, rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten en corruptiebestrijding;

22.

is van mening dat de Europese Unie en de Verenigde Staten in het beleid prioriteit moeten geven aan een aanzienlijke vermindering van de armoede en hun toezegging om de VN-millenniumontwikkelingsdoelen in 2015 te verwezenlijken gestand moeten doen, evenals hun eerdere toezegging om uiterlijk in 2020 0,7% van hun BBP te besteden aan ontwikkelingshulp;

Veiligheids- en defensiekwesties van de EU en de VS

23.

onderstreept de rol van de NAVO naast het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie en het feit dat de NAVO een cruciale bewaker van de transatlantische stabiliteit en veiligheid blijft; herhaalt dat het in het belang van de partners is om de slagkracht van zowel de NAVO als de EU te versterken en dat met name de NAVO zijn potentieel als politiek debatforum moet ontwikkelen in een echte partnerschap van gelijken, waarbij een goed evenwicht moet bestaan tussen de instrumenten van preventie, crisisbeheer en militaire capaciteit; beveelt in dit verband aan dat er sprake moet zijn van een nauwere veiligheidsband tussen de NAVO en de Europese Unie , rekening houdend met het onafhankelijke karakter van de beide organisaties; onderstreept dat alle militaire interventies in principe onder het mandaat van de VN en in overeenstemming met het Handvest moeten plaatsvinden;

24.

verwelkomt de recente Amerikaanse „Wet goedkeuring opdrachten nationale defensie” (National Defense Authorization Act) voor het begrotingsjaar 2006, die geen „buy American”-bepalingen bevat voor de inkoop van brandstoftankers voor de Amerikaanse luchtmacht; onderkent echter dat het voor Europese defensiebedrijven nog altijd moeilijk is om de Amerikaanse defensiemarkt binnen te komen en Amerikaanse defensietechnologie te verwerven, door het ontbreken van een echt transatlantisch tweerichtingsverkeer op het vlak van de defensie-industrie; is derhalve van mening dat het Europees Defensieagentschap moet aanbevelen dat de nationale agentschappen in de EU die defensieopdrachten plaatsen, meer opdrachten bij Europese bedrijven onderbrengen, om de industriële en technologische basis van de Europese defensie op bepaalde gebieden strategisch te versterken en een nieuw evenwicht te creëren in de transatlantische industriële samenwerking op defensiegebied;

25.

dringt aan op een diepgaander discussie over een gezamenlijke snelle reactie (met inbegrip van crisisbeheer in al zijn vormen) op plotselinge en onverwachte politieke veranderingen in landen waar de belangen en waarden van beide partners mogelijk in het geding kunnen komen;

26.

onderstreept het belang van vergroting van de militaire slagkracht van Europa, omwille van de internationale veiligheid en met het oog op een betere partnerschapsrelatie tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op politiek en militair gebied;

27.

verwelkomt het engagement van beide partners, waarbij de nadruk wordt gelegd op de belangrijke rol van de VN-Veiligheidsraad en andere VN-instellingen bij het zoeken naar een doeltreffend, mondiaal antwoord op de grote bedreigingen van de internationale vrede en veiligheid die het gevolg zijn van de proliferatie van massavernietigingswapens en hun lanceersystemen, alsook van de onverantwoorde export en proliferatie van conventionele wapens, met inbegrip van kleine vuurwapens en lichte wapens; beklemtoont in dit verband dat de inspanningen ter versterking van het non-proliferatieregime moeten worden voortgezet en dat slagvaardig moet wordt gewerkt aan de universalisering van de aanverwante verdragen en conventies, in het bijzonder het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op anti-persoonsmijnen, evenals het naleven van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten, het ten uitvoer leggen van het VNActieprogramma inzake kleine vuurwapens en lichte wapens, en het sluiten van het Wapenhandelsverdrag; moedigt de Verenigde Staten aan het Algemeen verdrag over het verbod op kernproeven te ratificeren;

28.

beveelt aan meer werk te verzetten om te komen tot een nieuw internationaal juridisch instrument dat een goede definitie geeft van het verschijnsel terrorisme en dat doeltreffende en legale methoden definieert waarmee de internationale gemeenschap dit verschijnsel kan bestrijden en die volkomen in overeenstemming zijn met de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

29.

roept de Europese Unie en de Verenigde Staten op samen te blijven werken aan een omvattend systeem van internationale verdragen met betrekking tot de non-proliferatie van massavernietigingswapens, om zo gezamenlijk het non-proliferatieverdrag (NPV) te versterken, omdat dit een sleutelelement is bij het voorkomen van de verspreiding van kernwapens, betreurt dat er in dit verband tijdens de toetsingsconferentie van het NPV in 2005 geen gemeenschappelijk standpunt kon worden bereikt en stelt voor al het mogelijke te doen om de volledige tenuitvoerlegging van Resolutie 1540(2004) van de VN-Veiligheidsraad te stimuleren; is van mening dat het versterken van de IAEA, evenals van het initiatief voor mondiaal partnerschap centrale elementen zijn in de gezamenlijke strategie van de partners; steunt in dit verband het voorstel van het IAEA voor de multilateralisering van de uraniumverrijking; benadrukt voorts dat de kernmogendheden onder de transatlantische partners zich krachtiger moeten inspannen voor de naleving van artikel VI van het NPV;

30.

dringt er bij de partijen op aan zich tot het uiterste in te spannen om te zorgen dat de in het Verdrag inzake chemische wapens voorziene eindtermijn voor de vernietiging van chemische wapens in 2012 wordt gehaald en pleit met name voor de versterking van het controlesysteem van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens en voor voldoende geldmiddelen voor het werk van deze organisatie; wijst de partijen op hun verantwoordelijkheid voor een succesvolle afronding van de Zesde Toetsingsconferentie van het Verdrag inzake biologische wapens die eind 2006 zal plaatsvinden, en roept hen op te pleiten voor de opneming in dit verdrag van een protocol voor het toezicht op de naleving;

31.

deelt het standpunt dat de bestrijding van terrorisme en van de verspreiding van massavernietigingswapens, alsook van de ongecontroleerde proliferatie van conventionele wapens de grootste veiligheidsdreigingen zijn voor beide partners; beklemtoont daarom dat beide partners hun samenwerking op dit gebied moeten versterken en de rol van de VN bij het aangaan van beide uitdagingen moeten ondersteunen;

32.

betreurt daarom ten sterkste het wantrouwen in verband met de vermoedens van schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht die werden gepleegd tijdens de zogeheten buitengewone uitleveringen in Europa, verwijst in dit verband naar officiële onderzoeken die krachtens artikel 52 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens worden gevoerd door de Raad van Europa en door de tijdelijke commissie van het Europees Parlement bedoeld in zijn resolutie van 15 december 2005 (10) en opgericht bij zijn besluit van 18 januari 2006 (11); roept alle betrokken partijen op, inclusief de Verenigde Staten, volledig samen te werken met de tijdelijke commissie;

33.

onderstreept de noodzaak dat de partners te allen tijde het internationaal recht, het VN-handvest en de democratische beginselen ten volle naleven en zorgen dat hun nationale wetgeving en mechanismen op dit gebied in overeenstemming zijn met de internationale mensenrechtennormen en met name met het VNverdrag ter voorkoming van foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen; is van mening dat elke gezamenlijke of eenzijdige activiteit waarbij het internationaal recht niet ten volle wordt nageleefd, afbreuk doet aan het imago van westerse samenlevingen, waardoor deze kwetsbaarder en minder geloofwaardig worden in hun strijd tegen terrorisme en het streven naar vrede, stabiliteit en democratie;

34.

onderstreept dat het noodzakelijk is een eind te maken aan het huidige juridische niemandsland waarin de gedetineerden in kamp Delta op de marinebasis Guantánamo Bay sinds hun aankomst aldaar verkeren, zodat zij onverwijld toegang tot de normale rechtsgang krijgen en zodat degenen die van oorlogsmisdaden worden beschuldigd, krachtens het internationaal humanitair recht en geheel overeenkomstig de internationale mensenrechteninstrumenten een eerlijk proces krijgen; benadrukt dat deze kwesties op de agenda van de eerstvolgende Top EU-VS moeten worden geplaatst; herhaalt zijn oproep tot onmiddellijke sluiting van het detentiecentrum in Guantánamo Bay;

35.

betreurt het feit dat het Amerikaanse Ministerie van Defensie in het verleden de delegatie van de adhocwerkgroep van de EP/parlementaire assemblee van de NAVO niet de begin 2004 gevraagde toestemming voor een bezoek heeft gegeven; is van oordeel dat een dergelijk bezoek inmiddels meer dan ooit noodzakelijk is en stelt voor opnieuw toestemming te vragen;

36.

nodigt de lidstaten die de uitleverings- en rechtshulpverdragen van 2003 tussen de EU en de VS nog niet hebben geratificeerd, uit om het ratificatieproces te versnellen; is van mening dat met het oog op justitiële en politiële samenwerking in strafzaken erop moet worden toegezien dat (aan EU-zijde) het akkoord tussen de EU en de VS inzake wederzijdse rechtshulp en uitlevering wordt omgezet;

37.

is van mening dat de visumplicht die momenteel geldt voor burgers van één van de oude lidstaten en negen van de nieuwe lidstaten tot ongerechtvaardigde discriminatie tussen onderdanen van oude en nieuwe EU-lidstaten leidt; roept de VS met klem op haar visumvrijstellingsregeling toe te passen op alle burgers van EU-lidstaten zodat ze allen zonder uitstel een gelijke, open en eerlijke behandeling krijgen;

38.

neemt in aanmerking dat het „Trusted Person”-initiatief een vrijwillig initiatief is; merkt evenwel op dat het voor de EU problemen inzake gegevensbescherming kan opleveren, in het bijzonder voor burgers die voor zaken of als toerist naar de VS reizen; stelt dat inzake de gegevensbescherming moet worden gezorgd voor een gepaste follow-up van het recente arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaak Passengers Name Records  (12) en voor een gezamenlijke strategie ter bestrijding van spam, spyware en malware, terwijl de bilaterale samenwerking inzake handhaving moet worden versterkt en met alle relevante partijen moet worden samengewerkt om derde landen beter bewust te maken van de noodzaak om spam tegen te gaan;

39.

benadrukt de behoefte aan meer samenwerking op het gebied van grensbeveiliging zodat: een specifiek handhavingsinitiatief kan worden opgezet om netwerken tussen grensbeveiligingsinstanties te helpen vormen, de uitwisseling en concrete toepassing van efficiënte grensbewakingstechnieken en de uitwisseling van informatie kunnen worden vergemakkelijkt, uit opgedane ervaringen lering kan worden getrokken en meetbare resultaten kunnen worden voorgelegd in welke mate het aantal vervalsingen dankzij het handhavingsbeleid zijn verminderd;

40.

stelt voor de samenwerking voor de bestrijding van het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, belastingontduiking, corruptie en andere misdrijven verder te ontwikkelen in het kader van de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de Financiële Actiegroep (FATF-GAFI) en andere relevante samenwerkingsverbanden;

41.

roept de VS op doeltreffende procedures uit te stippelen die het mogelijk maken dat mensen hun vermelding op de door de VS samengestelde lijst van terreurverdachten kunnen aanvechten, hun naam van de lijst kunnen laten schrappen zodra aangetoond is dat zij onschuldig zijn en dat degenen met dezelfde (of een soortgelijke) naam als die van mensen op de verdachtenlijst hierdoor geen nadeel ondervinden;

42.

roept op tot operationele samenwerking in de strijd tegen terrorisme gebaseerd op gelijkwaardigheid en wederkerigheid (met name voor de opstelling van gemeenschappelijke controlelijsten), en in maatregelen ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit, drugshandel en corruptie en voor de uitwisseling van DNAgegevens via Europol, cyberveiligheid en het beleid inzake cybercriminaliteit, met inbegrip van kwesties in verband met het belang van samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid, de bescherming van kritieke informatie-infrastructuur, het gebruik van internet door terroristen, diefstal van identiteitsgegevens, de toelaatbaarheid van elektronisch bewijsmateriaal en de bestrijding van on-linekinderpornografie;

43.

herinnert er echter aan dat alle vormen van samenwerking tussen de EU en de VS altijd dienen te gebeuren met de volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, waaronder het recht op een eerlijk proces, en dat iemand pas aan de VS wordt uitgeleverd als de VS de garantie heeft gegeven dat deze persoon niet ter dood zal worden veroordeeld; verzoekt de transatlantische partners om in hun onderlinge politiële en justitiële samenwerking het wederkerigheidsbeginsel te eerbiedigen;

44.

is van mening dat de Amerikaanse overheid, de lidstaten en de communautaire instellingen alsmede de Raad van Europa moeten samenwerken met zijn Tijdelijke Commissie verondersteld gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen;

Economische en commerciële dimensie van het partnerschap en voltooiing van de transatlantische markt tegen 2015

45.

is van mening dat het transatlantisch economisch partnerschap in het kader van de voorgestelde transatlantische partnerschapsovereenkomst moet worden versterkt en door een transatlantische luchtvaartovereenkomst moet worden voltooid, in plaats van op de huidige logge en soms tegenstrijdige manier te worden voortgezet;

46.

roept het Oostenrijkse voorzitterschap op zich meer in te spannen voor de tenuitvoerlegging van de verklaring betreffende het verbeteren van de transatlantische economische integratie, die op de Top EU-VS van 2005 werd goedgekeurd, door de fora op hoog niveau voor samenwerking inzake regelgeving en innovatie op te richten en door een gezamenlijke Europees-Amerikaanse studie te laten uitvoeren om alle resterende obstakels voor transatlantische handel en investeringen te achterhalen en de potentiële voordelen van het voltooien van de transatlantische markt te inventariseren; stelt met het oog hierop voor een stappenplan op te stellen met daarin specifieke acties en doelstellingen, gericht op de voltooiing daarvan; verwelkomt in dit verband het besluit van de eerste informele bijeenkomst van ministers van Economische Zaken van de EU en de VS in november 2005 om een werkgroep op te zetten om een betere bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen, met de nadruk op betere samenwerking inzake grenscontroles, publiek-particulier partnerschap en coördinatie van technische bijstand aan derde landen;

47.

verwijst naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over de transatlantischeeconomische betrekkingen EU/VS (13);

48.

pleit dringend voor een herleving van de transatlantische consumentendialoog en de transatlantische milieudialoog, om „beste praktijken” te formuleren voor de bevordering van de gezondheid van de consument, veiligheid en milieubescherming, waardoor een duurzamer transatlantische markt wordt bevorderd;

49.

roept de leiders aan beide zijden van de Atlantische Oceaan op de transatlantische economische samenwerking te versterken door het instellen van waarschuwingssystemen die hun werk doen in een vroeger stadium van de regelgevings- en wetgevingsprocessen, bij de probleemspecificatie en de identificatie van oplossingen;

50.

veroordeelt de extraterritoriale benadering waardoor een groot deel van het buitenlandse beleid en het buitenlandse economisch en handelsbeleid van de Verenigde Staten zich kenmerkt, zoals werd aangetoond door de wet-Helms-Burton en de wet-Torricelli, of artikel 301 van de Amerikaanse handelswet;

Institutioneel kader van het partnerschap

51.

herinnert eraan dat de belangrijkste hindernissen die het partnerschap de afgelopen jaren in de weg stonden, weliswaar van inhoudelijke en niet zozeer van institutionele aard waren, maar dat blijvende resultaten alleen haalbaar zijn als de instellingen bereid zijn vooruitgang na te streven; onderstreept daarom het belang van een stabiel institutioneel kader, dat zorgt voor een geregelde coördinatie en overleg op hoog niveau; wijst daarom nogmaals op de noodzaak de parlementaire dimensie van het transatlantische partnerschap te versterken door de transatlantische wetgeversdialoog (TWD) om te vormen tot een transatlantische assemblee waarin de topontmoetingen van de wetgevers in de aanloop naar de topontmoetingen EU-VS worden gepland; is bovendien van mening dat er moet worden gedacht aan de invoering van nieuwe, gezamenlijk gefinancierde programma's voor uitwisselingen tussen wetgevingsambtenaren;

52.

staat daarom achter het voorstel van het Oostenrijkse voorzitterschap om de parlementaire vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van het Europese en Amerikaanse maatschappelijk middenveld meer te betrekken bij de dagelijkse praktijk van het partnerschap; is van mening dat de Voorzitter van het Parlement en de leiders van het Amerikaanse Congres aan de volgende top moeten deelnemen om te laten zien dat het partnerschap de actieve steun en betrokkenheid van de verkozen vertegenwoordigers geniet;

53.

verwelkomt het feit dat vertegenwoordigers van zes bijkomende commissies van het Parlement in de TWD worden opgenomen en ondersteunt de huidige inspanningen om binnen het Parlement een waarschuwingssysteem in te stellen; is van mening dat de EP-begroting ten laatste tegen 2007 moet voorzien in een permanente post in Washington DC, zodat zowel het Parlement als de TWD voortdurend contact kunnen onderhouden met het Amerikaanse Huis van afgevaardigden en de Senaat;

54.

verwelkomt de routekaart 2005 waartoe op de top EU-VS in juni 2005 werd besloten en meer bepaald de oprichting van een forum voor samenwerking op regelgevingsgebied (High Level Regulatory Cooperation Forum) om de dialoog over regelgeving te vergemakkelijken;

55.

dringt erop aan dat de belanghebbenden en wetgevers actief betrokken worden bij de dialoog over samenwerking op regelgevingsgebied;

*

* *

56.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.


(1)  PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 556.

(2)  PB C 34 E van 7.2.2002, blz. 359.

(3)  PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 288.

(4)  PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 392.

(5)  PB C 69 E van 19.3.2004, blz. 124.

(6)  PB C 102 E van 28.4.2004, blz. 640.

(7)  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0070.

(8)  PB C 104 E van 30.4.2004, blz. 1043.

(9)  PB C 247 E van 6.10.2005, blz. 151.

(10)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0529.

(11)  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0012.

(12)  Arrest van 30 mei 2006, samengevoegde zaken C-317/04, Parlement/Raad, en C-318/04, Parlement/Commissie.

(13)  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0239.

P6_TA(2006)0239

Transatlantische economische betrekkingen EU/VS

Resolutie van het Europees Parlement over de transatlantische economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (2005/2082(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de Transatlantische Verklaring inzake de betrekkingen tussen de EG en de VS van 1990, de nieuwe transatlantische agenda van 3 december 1995 (1) en het transatlantisch economisch partnerschap van 18 mei 1998 (2),

gezien de mededeling van de Commissie van 11 maart 1998 getiteld „De nieuwe transatlantische markt” (COM(1998)0125),

gezien de Verklaring van Bonn van 21 juni 1999 (3) en met name de passages over het bevorderen van welvaart en ontwikkeling in een dynamische wereld (Promoting Prosperity and Development in a Rapidly Changing World) en over het verbeteren van het waarschuwingssysteem (Improving Early Warning),

gezien de „positieve economische agenda” van 2 mei 2002 (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 9 juni 2005 over transatlantische betrekkingen (5), alsmede naar zijn eerdere resoluties van 17 mei 2001 (6), 13 december 2001 (7), 15 mei 2002 (8) en 19 juni 2003 (9) en naar zijn resoluties van 22 april 2004 (10) en 13 januari 2005 (11),

gezien de mededeling van de Commissie van 20 maart 2001, getiteld „Een intensivering van de transatlantische betrekkingen met het accent op strategie en resultaat” (COM(2001)0154),

gezien de mededeling van de Commissie van 18 mei 2005, getiteld „Een sterker partnerschap tussen de EU en de VS en een meer open markt in de 21e eeuw” (COM(2005)0196),

gezien de verklaring uit 2004, getiteld „Het versterken van ons economische partnerschap” (12),

gezien het resultaat van de op 20 juni 2005 te Washington DC gehouden Top tussen de EU en de VS en met name, het hieruit voortgevloeide economische initiatief getiteld „The European Union and the United States Initiative to enhance Transatlantic Economic Integration and Growth”,

gezien het gezamenlijke op de informele bijeenkomst van de ministers van Economische Zaken van de EU en de VS van 30 november 2005 aangenomen werkprogramma voor de tenuitvoerlegging van het aangehaalde economische initiatief,

gezien de Draft House Resolution 77 van het Amerikaanse Congres van 9 februari 2005 over de transatlantische betrekkingen,

gezien de studie van de OESO over de voordelen van de liberalisering van productmarkten en het wegnemen van internationale handels- en investeringsobstakels (Preferential Trading Arrangements in Agricultural and Food Markets — The Case of the European Union and the United States, in maart 2005 gepubliceerd),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 december 2005 over de voorbereiding van de zesde ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie in Hongkong (13),

gezien de hoorzitting van het Europees Parlement, georganiseerd door zijn Commissie internationale handel, van 26 mei 2005 over de transatlantische economische betrekkingen,

gezien het werkdocument van de Commissie internationale handel (PE 364 940),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over de verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van een transatlantische partnerschapsovereenkomst (14),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie industrie, onderzoek en energie, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie vervoer en toerisme en de Commissie cultuur en onderwijs (A6-0131/2006),

A.

overwegende dat deze resolutie weliswaar voornamelijk over de economische betrekkingen tussen de EU en de VS gaat, maar dat ook moet worden onderkend dat de transatlantische relatie zich tot alle Europese en Amerikaanse landen uitstrekt,

B.

overwegende dat een verdere integratie het natuurlijke gevolg is wanneer twee economieën qua achtergrond, beschikbare hulpbronnen en economisch model vergelijkbaar zijn, maar door historische, culturele en economische oorzaken nooit hetzelfde zullen worden,

C.

overwegende dat de economische banden tussen de EU en de VS een belangrijke stabiliserende pijler voor de algehele transatlantische relatie vormen en dat deze de afgelopen tientallen jaren dusdanig zijn aangetrokken dat beide partners een steeds groter belang bij elkaars economische ontwikkeling hebben,

D.

overwegende dat bestendige politieke en economische betrekkingen en de ontwikkeling van gemeenschappelijke normen tussen de EU en de VS automatisch een positief overloopeffect op de landen van de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst zullen hebben,

E.

overwegende dat de Europese Unie en de Verenigde Staten zich in het kader van hun partnerschap alsmede in een groter kader van mondiale governance moeten inzetten voor de bevordering van internationale en multilaterale normen op handels- (WTO), sociaal (IAO) en milieugebied (IPCC en UNEP);

F.

overwegende dat de handelsbarrières tussen de EU en de VS zich voornamelijk op landbouwgebied afspelen, met invoerrechten, quota, productie-, export- en belastingsubsidies en technische barrières, en dat de beschermingsniveaus voor de handel in diensten hoog zijn gebleven, terwijl de invoerrechten op producten gaandeweg zijn afgeschaft, met uitzondering van de producten in gevoelige sectoren,

G.

overwegende dat een groter politiek leiderschap en meer visie nodig is om de Nieuwe Transatlantische Agenda uit 1995 en het transatlantisch economisch partnerschap uit 1998 aan de nieuwe realiteit en oude conflicten te kunnen aanpassen en de transatlantische banden verder te blijven uitdiepen,

H.

overwegende dat Europa en de VS de toekomst tegemoet moeten treden vanuit de onmiskenbare gedachte dat een sterkere transatlantische band wereldwijde gevolgen heeft en derhalve rekening moet houden met de belangen van andere economische actoren, landen en bevolkingen, teneinde de welvaart gelijker te verdelen en de internationale uitdagingen op de nauw verstrengelde gebieden van veiligheid, het bestuur van de wereldeconomie, het milieu en de bestrijding van de armoede effectief het hoofd te bieden,

I.

overwegende dat de bilaterale economische relatie tussen de EU en de VS en de multilaterale agenda moeten worden bezien in het licht van een aanvullend en wederzijds versterkend positief proces; dat de voordelen van een nog meer geïntegreerde markt ook in de bredere economische relatie van Europa met het hele Amerikaanse continent zullen doorwerken, op voorwaarde dat bij regionale onderhandelingen over marktintegratie ook rekening wordt gehouden met regionale belangen,

J.

overwegende dat binnen het transatlantische economische partnerschap de verschillende economische en juridische instrumenten en procedures weloverwogen moeten worden ingezet om te voorkomen dat de transatlantische markt uiteenvalt,

K.

overwegende dat een meer geharmoniseerd regelgevingskader tussen de EU en de VS gunstig zou zijn voor alle landen in het algemeen en voor de naburige handelspartners en ontwikkelingslanden in het bijzonder,

L.

overwegende dat het actieplan voor financiële diensten mede dankzij de succesvolle steun van het Parlement de EU-kapitaalmarkten in belangrijke mate concurrentiëler heeft helpen maken, waardoor het Europese concurrentievermogen is toegenomen,

M.

overwegende dat het gezien de steeds snellere veranderingen in onze technologische informatiemaatschappijen geboden is dat de EU in de sector wetenschappelijk en technologisch onderzoek meer kwalitatieve en kwantitatieve inspanningen levert om de „technologische kloof” die deze sector van haar tegenhanger in de VS scheidt, voldoende te kunnen overbruggen, en aldus geschikte omstandigheden voor een bilaterale handel op gelijke voet te creëren,

N.

overwegende dat sterker aangehaalde transatlantische economische betrekkingen een essentiële bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen van Lissabon,

Een feitelijke transatlantische markt

1.

benadrukt dat het de afgelopen jaren weliswaar soms leek alsof de druk op de politieke betrekkingen tussen de EU en de VS zijn weerslag had op het economische toneel en alsof de aantrekkingskracht van de globalisering en van opkomende markten als China, India en Brazilië afbreuk hebben gedaan aan de omvang of het belang van de economische banden tussen de EU en de VS, maar dat in feite het tegenovergestelde het geval is (zoals duidelijk uit recent werk (15) blijkt):

a)

de handel tussen de twee grote markten heeft alleen al met transacties ter waarde van 1 miljard EUR per dag ongekende hoogten bereikt;

b)

de handel in diensten is opnieuw beduidend toegenomen: de EU exporteert nu bijna 120 miljard EUR naar de VS, wat goed is voor een derde van de totale externe handel in diensten en resulteert in een overschot van 15 miljard EUR in de handel in diensten met de VS;

c)

de buitenlandse directe investeringen (de ultieme vorm van grensoverschrijdende integratie) tussen beide zijden van de Atlantische Oceaan bedragen momenteel ruim 1,5 biljoen EUR en zijn dus flink gestegen;

d)

de winst van buitenlandse vestigingen van Europese en Amerikaanse bedrijven in elkaars markt heeft sinds 2003 een recordhoogte bereikt;

2.

benadrukt in dit verband dat deze economische banden tussen de EU en de VS in de praktijk veel werkgelegenheid opleveren, want de transatlantische economie voorziet aan beide zijden al in ongeveer 7 miljoen banen; beide arbeidsmarkten blijven dan ook afhankelijk van de werking en uitbreiding van deze economie;

3.

merkt op dat de economieën in de EU en de VS weliswaar dusdanig in elkaar verstrengeld en geïntegreerd zijn dat zij een daadwerkelijke transatlantische markt vormen, maar dat vanwege de overgebleven handelsobstakels een groot groei- en werkgelegenheidspotentieel nog steeds onbenut blijft;

4.

stelt dat de relatie tussen de EU en de VS voor een groot deel door politieke conflicten wordt overschaduwd en zich dikwijls kenmerkt door retorische en handelsgeschillen; constateert dat aan beide zijden van de Atlantische Oceaan onvoldoende aandacht voor de omvang en integratie van de transatlantische economie bestaat; waarschuwt er derhalve voor deze unieke relatie niet als vanzelfsprekend te beschouwen en de zaken niet zomaar op hun beloop te laten, maar deze met de nodige mate van politiek engagement en aandacht te omgeven;

5.

vreest dat het huidige kader van de transatlantische relatie de bovengenoemde realiteit onvoldoende weerspiegelt; pleit derhalve voor een meer vooruitziende en strategische benadering om naar behoren te kunnen reageren op de urgente economische kwesties waar de economieën van EU en VS mee te maken hebben, zoals concurrentiebeleid, gestandaardiseerd ondernemingsbestuur, compatibele of gemeenschappelijke normen en effectievere samenwerking op regelgevingsgebied;

Op weg naar een sterker transatlantisch economisch partnerschap

6.

merkt op dat de voornoemde mededeling van de Commissie van 18 mei 2005 een goede basis vormt om de transatlantische betrekkingen aanzienlijk te versterken; benadrukt dat verder moet worden gewerkt aan het vertalen van de realiteit van de transatlantische markt in een operationeel en strategisch concept dat voldoende publieke en politieke steun kan genereren;

7.

raadt de EU en de VS aan om bij de volgende top in 2006 overeen te komen om enerzijds de nieuwe transatlantische agenda uit 1995 en het transatlantisch economisch partnerschap uit 1998 te actualiseren en om anderzijds deze samen in een nieuwe transatlantische partnerschapsovereenkomst te verwerken, zodat we tegen 2015 een obstakelvrije transatlantische markt tegemoet mogen zien, waarbij voor de financiële dienstverlening en de kapitaalmarkt een vervroegde streefdatum van 2010 geldt; dit initiatief moet stoelen op het op de topconferentie van de EU en de VS in juni 2005 vastgestelde Economische Initiatief en het gezamenlijke werkprogramma tussen de EU en de VS, waarin sectorspecifieke doelstellingen worden geformuleerd om de in 2005-2006 bereikte voortgang te meten en aan te geven welke stappen voor de toekomst noodzakelijk zijn;

8.

benadrukt dat het economische gedeelte in de voorgestelde partnerschapsovereenkomst een nieuwe architectuur moet omvatten die voorziet in: samenwerking op regelgevingsgebied, een reeks operationele, horizontale instrumenten (waaronder een effectief waarschuwingssysteem en een derdegeneratieovereenkomst over de toepassing van het mededingingsrecht) en sectorale economische samenwerkingsovereenkomsten op basis van het voornoemde gezamenlijke werkprogramma van de EU en de VS;

9.

benadrukt dat nauwere transatlantische economische samenwerking niet moet uitmonden in een neerwaartse harmonisatie in de regelgeving, die het consumentenvertrouwen met betrekking tot de arbeidsomstandigheden zou doen afkalven; pleit er derhalve dringend voor dat de transatlantische consumentendialoog en de transatlantische milieudialoog met kracht worden hervat om te komen tot „beste praktijken” voor de bevordering van de gezondheid en veiligheid van de consument en een betere milieubescherming, waardoor een duurzamere transatlantische markt wordt bevorderd;

10.

wijst er nogmaals op dat de visie van een dergelijke economische ruimte, gezien de alsmaar toenemende internationale concurrentiedruk, onontbeerlijk is om meer politiek engagement te kweken voor een substantiëlere economische agenda die is gericht op het vergroten van de concurrentiepositie van de kenniseconomie van beide partners, op het stimuleren van groei en innovatie en daarmee op het scheppen van nieuwe banen en op het verhogen van de welvaart;

11.

merkt op dat een gefragmenteerd internationaal regelgevingskader belemmerend is voor de groeimogelijkheden van de internationale handel en benadrukt dat meer samenwerking op regelgevingsgebied tussen de EU en de VS essentieel is om vorderingen te kunnen maken in de richting van een meer geharmoniseerd regelgevingskader, zodat economische actoren uit alle landen in het algemeen en uit de ontwikkelingslanden in het bijzonder tegen lagere kosten en met meer vrijheid kunnen werken;

12.

wijst erop dat de positieve toestand van de economieën van de EU en de VS en de versterking van hun economische betrekkingen, met name door middel van geïnstitutionaliseerde instrumenten, door het gewicht van deze twee gebieden aanzienlijk bijdragen aan de groei en ontwikkeling van de wereldeconomie als geheel;

13.

verzoekt het transatlantische partnerschap, dat goed is voor circa 57% van het bruto binnenlands product van de wereld en dat nog steeds de tweevoudige motor van de wereldeconomie vormt, mondiaal leiderschap te betonen in een context van toenemende onderlinge afhankelijkheid, de opkomst van nieuwe economische mogendheden en een toenemend aantal mondiale uitdagingen die de nationale grenzen overstijgen; beveelt in dit verband aan om met andere grote economische actoren (waaronder India, Japan, Brazilië, Canada, Mexico, Chili, Rusland en China) meer diepgaand en systematisch overleg over gemeenschappelijke economische aangelegenheden te voeren;

14.

is van mening dat het in het belang van de gehele internationale economie, los van deze specifieke economische gebieden, ter wille van grotere veiligheid en stabiliteit van de handel nodig is te streven naar een geëigende en nauwere vorm van betere coördinatie ten aanzien van monetaire fluctuaties;

Ontwikkelingsagenda van Doha

15.

benadrukt dat op de schouders van zowel de EU als de VS een bijzondere verantwoordelijkheid rust en dat zij een groot aantal doelstellingen gemeen hebben, zodat zij alle reden hebben om tijdens de multilaterale WTO-onderhandelingen op een constructieve manier te werk te gaan; roept beide partners op het ambitieuze en veelomvattende programma van de ontwikkelingsagenda van Doha en met name de ontwikkelingsdimensie te eerbiedigen, zodat de weg kan worden vrijgemaakt voor een geslaagde afsluiting van de Doha-ronde in 2006;

16.

dringt er bij de EU en de VS op aan om zich ten volle in te zetten voor de WTO multilaterale onderhandelingen en zich niet te wagen aan concurrentie voor bilaterale of regionale handelsovereenkomsten; herhaalt zijn verzoek aan de Commissie geen besluit te nemen over de wenselijkheid of haalbaarheid van eventuele nieuwe bilaterale of regionale handelsovereenkomsten zonder voorafgaand serieus overleg met het Europees Parlement;

17.

hoopt op een drastische vermindering van de tariefpieken en andere belangrijke heffingen van de EU en de VS, ongeacht het feit of de Doha-ronde met goed gevolg wordt afgesloten;

18.

is ingenomen met de overeenkomst binnen het kader van de WTO over de definitieve afschaffing in uiterlijk 2013 van alle vormen van exportsubsidies voor landbouwproducten, met inbegrip van subsidies in de vorm van voedselhulp en andere systemen van uitvoerrestitutie, en benadrukt dat een vergelijkbare vooruitgang nog niet is bereikt op de gebieden van binnenlandse steun en markttoegang;

19.

verzoekt de VS haar douanebarrières, zoals de douanegebruikersvergoedingen en buitensporige factureringseisen voor importeurs, af te schaffen; betreurt het feit dat de dienst voor douane en grensbewaking van de VS de EU niet erkent als douane-unie en als land van oorsprong; verzoekt de Amerikaanse regering af te stappen van haar negatieve standpunt over het lidmaatschap van de EU van de Werelddouane-organisatie (WCO);

Follow-up van het Economisch initiatief en de informele bijeenkomst van de ministers van Economische Zaken van de EU en de VS van 30 november 2005

20.

steunt de goedkeuring door de bijeenkomst van de ministers van Economische Zaken van de EU en de VS van het gezamenlijke werkprogramma van de EU en de VS voor de tenuitvoerlegging van de Economische verklaring, die op elf gebieden concrete activiteiten ter bevordering van de transatlantische economische integratie omvat; roept echter beide partners op te streven naar een echte toepassing en verdieping van dit gezamenlijke werkprogramma, met een doelgerichtere en ambitieuzere koers, strategische langetermijndoelstellingen en een gedetailleerde tijdsplanning voor de tenuitvoerlegging van gezamenlijke acties en projecten, die rekening houdt met de specifieke rol van onafhankelijke regelgevende instanties; merkt in dit verband op dat de belanghebbenden uit de reeds bestaande transatlantische dialogen, met inbegrip van consumentenorganisaties, vakbonden en milieuorganisaties, actiever bij het proces van toezicht op en bijstelling van het economische initiatief en werkprogramma moeten worden betrokken;

21.

is van mening dat het economische hoofdstuk van de voorgestelde partnerschapsovereenkomst in overeenstemming met het economisch initiatief tastbare aanknopingspunten moet bieden voor de afschaffing van de niet-tarifaire belemmeringen in de belangrijkste marktsectoren, via een proces van geleidelijke harmonisatie van regelgeving en wederzijdse erkenning van regels en normen;

Meer samenwerking op het gebied van wetgeving en normen

22.

is erover verheugd dat een van de kernelementen uit de verklaring van de top van juni 2005, te weten de belofte een topsamenwerkingsforum inzake regelgeving in te stellen, eindelijk concrete vormen begint te krijgen met het voorstel in 2006 ten minste twee bijeenkomsten te organiseren; beveelt aan de routekaart uit 2005 voor een samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van de regelgeving snel en onverkort ten uitvoer te leggen; waarschuwt dat de gewenste resultaten op het gebied van samenwerking inzake regelgeving alleen kunnen worden bereikt met voldoende en tijdige betrokkenheid en steun van de verschillende belanghebbenden en instanties;

23.

herhaalt dat zowel in de EU als de VS een groot aantal obstakels voor de handel en investeringen nog moeten worden aangepakt en is in dat verband bezorgd over de toenemende druk om met protectionistische of oneerlijke handelsmaatregelen op buitenlandse concurrentie te reageren; benadrukt dat de meeste van deze problemen kunnen worden opgelost door middel van een hernieuwde verbondenheid aan de beginselen van openheid, transparantie en de rechtsstaat, zoals ook in het economisch initiatief en in de voorgestelde nieuwe transatlantische partnerschapsovereenkomst wordt gesteld;

24.

beklemtoont dat hindernissen in de vorm van regelgeving inmiddels tot de grootste obstakels voor handel en investeringen tussen de EU en de VS behoren en waarschuwt in dat verband vooral voor de wildgroei van ongerechtvaardigde aanvullende verordeningen op deelstaatniveau, het niet toepassen van de relevante internationale normen als basis voor de technische voorschriften en de praktijk van excessieve afhankelijkheid van certificering door derden in de VS;

25.

geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het gebrek aan een duidelijke definitie van „nationale veiligheid” in de VS en het feit dat men zich hier buitensporig vaak op beroept om handel en investeringen beperkingen op te leggen; betreurt met name het zogeheten amendement Berry waarvan het Ministerie van Defensie zich bedient, en het amendement Exon/Florio uit 1988 en latere wetgeving tot beperking van de buitenlandse investeringen in of het buitenlands bezit van ondernemingen die ook maar iets met de nationale veiligheid van doen hebben;

26.

merkt op dat de verschillen in de gerechtelijke procedures en de praktijk van erkenning van rechterlijke uitspraken onder de EU-landen en onder de deelstaten van de VS grote gevolgen heeft voor de juridische geschillen over transatlantische transacties en verzoekt de EU en de VS de haalbaarheid van een akkoord over rechterlijke bevoegdheid, erkenning en uitvoering van rechterlijke uitspraken in burgerlijke zaken en handelszaken te onderzoeken;

27.

merkt op dat de transatlantische telecommunicatiemarkt nog steeds wordt gehinderd door regelgevingsbarrières en onderling onverenigbare normen, die uitmonden in de situatie dat, hoewel negen van de tien grootste telecommunicatiebedrijven van de wereld in de EU of in de VS zijn gevestigd, geen enkel Amerikaans of Europees bedrijf in enige mate van betekenis op beide continenten actief is;

Open, concurrerende kapitaalmarkten stimuleren

28.

vraagt de wederzijdse erkenning van boekhoudnormen, gevolgd door hun geleidelijke convergentie, gebaseerd op een betrouwbaar regulerend toezicht, zodat bedrijven op beide markten dezelfde standaard kunnen gebruiken en de noteringskosten lager worden; verzoekt de Commissie echter de routekaart naar volledige gelijkwaardigheid van de International Accounting Standards Board/Financial Accounting Standards Board op de voet te volgen om elke mogelijke bevoordeling van de VS te voorkomen;

29.

wenst de versterking van de Financial Markets Regulatory Dialogue via een tweejaarlijkse beleidsherziening op het gebied van transatlantische financiële diensten tussen het Europees Parlement, de Commissie, de desbetreffende Amerikaanse overheden en de economische comités van het Amerikaanse congres, die voor en na elke jaarlijkse EU-VS-top moet plaatsvinden; spreekt haar waardering uit voor het werk dat tot nu toe door de industrie is gedaan, zoals door de Futures and Options Association;

30.

keurt het uitstel van de implementatie van het Basel II-akkoord over kapitaalvereisten door de VS sterk af en dringt er bij de VS op aan zijn verplichtingen na te komen om wereldwijde gelijke concurrentievoorwaarden voor banken te creëren; meent dat uiteenlopende benaderingen bij de totstandbrenging van geïntegreerde risicobeheersystemen een hinderpaal zouden kunnen vormen voor banken uit de EU met activiteiten in de VS;

31.

uit haar ongenoegen over het feit dat herverzekeraars uit de EU in de VS in volledige zekerheidsstelling voor risico's moeten voorzien, en dat ze worden geconfronteerd met uiterst discriminerende overheidsregels waardoor zij verplicht zijn hun passiva te overfinancieren door middel van buitensporig hoge zekerheden (door de VS erkende herverzekeraars die in de VS actief zijn, worden niet aan dergelijke regels onderworpen); roept de bevoegde VS-verheden op te streven naar verdere wederzijdse transatlantische erkenning en uniforme vereisten qua solvabiliteit en verslaglegging;

32.

dringt aan op de snelle convergentie van schrappingsregels op de effectenbeurzen van de VS, die nu lastige voorwaarden opleggen aan bedrijven uit de EU die hun notering willen stopzetten; is verheugd over het recente voorstel van de Security Exchange Commission van de VS om de omvang van de handel en niet het aantal aandeelhouders als voornaamste criterium te hanteren; verzoekt de Commissie deze nieuwe ontwikkelingen met het oog op de bescherming van de EU-belangen te blijven volgen;

33.

gelooft in een meer coherente dialoog over zogeheten corporate governance en in de harmonisatie van de vraag naar corporate governance en toezicht, waardoor incidenten op het vlak van extraterritorialiteit (zoals Sarbanes-Oxley) kunnen worden vermeden, bijvoorbeeld door de Transatlantic Corporate Governance Dialogue te verbeteren; roept op tot een meer zorgvuldige gezamenlijke EU-VS-controle van wereldwijde hedgefunds;

34.

verzoekt de Commissie om een bijwerking van de toepassing van de EU-belastingrichtlijn voor spaartegoeden wat betreft de VS;

Financiële samenwerking ter bestrijding van witwaspraktijken en terrorisme

35.

merkt op dat open markten in grote mate van veilige en betrouwbare structuren afhankelijk zijn en dat wederzijds vertrouwen essentieel is voor de mondiale handelsbetrekkingen; spreekt haar steun uit voor nauwe samenwerking tussen de EU en de VS om bedrijfs- en financiële fraude, witwaspraktijken en terrorismefinanciering verder te bestrijden, zonder daarbij de normale commerciële en private transacties nodeloos te verstoren;

Innovatie en technologische ontwikkeling aanmoedigen

36.

verwelkomt het streven naar meer overzeese synergie op vele cruciale gebieden voor de ontwikkeling van een sterkere kenniseconomie;

37.

spreekt zich uit voor de totstandbrenging van transatlantische onderzoekspartnerschappen met deelname van kleine en middelgrote ondernemingen in gezamenlijke onderzoeksprojecten, en maatregelen om de terugkeer van Europese onderzoekers naar Europa aan te moedigen;

38.

wijst erop dat beide zijden er voordeel bij hebben om samenwerking in onderzoek en ontwikkeling te bevorderen en investeringsprogramma's voort te zetten, bij voorbeeld op terreinen als

a)

snelvervoer over land, meer in het bijzonder nieuwe soorten plaatselijk verkeer met zeer grote capaciteit en hoge efficiëntie voor gebruik bij stadsplanning,

b)

ontwikkeling van kunstmatige brandstoffen en elektrische aandrijvingsystemen voor auto's, vrachtwagens en bussen, gebruik van brandstofcellen, enz.,

c)

nieuwe technologiën om de uitstoot van broeikasgassen te beperken;

39.

brengt de lidstaten en de Verenigde Staten daarom de toezegging in herinnering die beide partijen in hun gezamenlijke verklaring van 2003 gedaan hebben, om zich in te zetten voor de waterstofeconomie, en verheugt zich over de vooruitgang die ze gemaakt hebben, maar vindt dat er verdere samenwerking nodig is;

40.

is van mening dat de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) voor beide economieën zeer relevant zijn en beveelt derhalve aan een aantal gezamenlijke maatregelen te nemen met het oog op:

a)

het stimuleren van het gebruik van sleuteltechnologieën zoals breedband, radiofrequentie-identificatieapparaten en andere nieuwe technologieën, steeds rekening houdend met de interoperabiliteit,

b)

veilige netwerken en verbetering van de informatiestromen met daarnaast bijzondere aandacht voor spam,

c)

het zorgen voor nauwe samenwerking tussen de diverse instellingen voor internetbeveiliging,

d)

het aanpakken van de hoge kosten van roaming;

41.

is van mening dat het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling een unieke gelegenheid zal vormen voor gemeenschappelijk optreden op de volgende terreinen:

a)

het aanwijzen van prioriteitsgebieden voor gezamenlijk onderzoek met het oog de ontwikkeling van nieuwe transatlantische markten (zoals technologieën voor waterstofcellen en nanotechnologie),

b)

gezamenlijk onderzoek op gebieden die relevant zijn voor de burgerveiligheid en op het gebied van betrouwbaarheid van ingewikkelde netwerksystemen en de informatie-infrastructuren waarop de technologieën van de informatiemaatschappij berusten,

c)

stimulering van een sterke samenwerking tussen de Europese Onderzoeksraad (ERC) en de National Science Foundation (NSF);

42.

is van mening dat nieuwe en bestaande ruimtevaartprogramma's tot op zekere hoogte mogelijkheden bieden voor gezamenlijke initiatieven bij de verkenning van het heelal, in de vorm van:

a)

bevordering van de samenwerking op sleutelgebieden als aardobservatie, satellietnavigatie (zoals door Galileo en GPS geboden), elektronische communicatie, ruimtewetenschap en -verkenning,

b)

het aanpakken van de regelgevingsbarrières die in de weg staan van een goed functionerende transatlantische markt voor de ruimtevaartindustrie,

c)

afschaffing van nodeloze beperkingen op grond van de Amerikaanse regels inzake de internationale wapenhandel, en liberalisering van de internationale markt voor lanceerinstallaties;

43.

verzoekt de Commissie naast het reeds bestaande gezamenlijke onderzoek naar pandemische ziekten een gezamenlijk onderzoeksprogramma voor malaria voor te stellen;

44.

steunt de acties om ondernemingszin en risicobereidheid in de EU te bevorderen, gebaseerd op geschikte voorbeelden van de sterke punten van de VS op dit vlak;

Betere handel, beter reizen en betere veiligheid

45.

merkt op dat het visumbeleid thans tot de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap behoort en verzoekt de Commissie onverwijld onderhandelingen aan te vangen met de Amerikaanse regering om de visumvrijstellingsregeling voor alle Europese burgers te laten gelden en de thans bestaande discriminatie, met name tegen de burgers van de nieuwe lidstaten, af te schaffen;

46.

beklemtoont dat de omslachtige procedures voor de verkrijging van visa hogere kosten heeft veroorzaakt voor bedrijven en burgers en is ingenomen met het „trusted person”-initiatief als middel om het reizen voor zakelijke of toeristische doeleinden te vergemakkelijken, dat moet berusten op in overleg opgestelde normen;

47.

beklaagt zich over het feit dat de meeste EU-onderdanen nog steeds aan strenge visumcontroles worden onderworpen, hetgeen een rem betekent op het vrije verkeer en uitwisseling van werknemers en voor alle personen die beroepshalve naar de VS moeten reizen of daar moeten verblijven; verzoekt de VS zich in dezen soepeler op te stellen, zeker voor Europese burgers die regelmatig om beroepsredenen naar de VS reizen;

Efficiënter energieverbruik

48.

onderkent dat een goed energiebeleid essentieel is voor de economische ontwikkeling en niet los kan worden gezien van cruciale geopolitieke kwesties en het buitenlands beleid en beveelt daarom aan dat er openhartiger wordt gesproken over manieren om de openheid van de internationale energiehandel te vergroten, het gebruik van duurzame energie wereldwijd te bevorderen, een nauwere samenwerking met de leveranciers te creëren en een gemeenschappelijke strategie voor een veilige energievoorziening te formuleren, evenals ander beleid ter bevordering van de geopolitieke en economische stabiliteit in toeleverings- en doorvoerlanden;

49.

betreurt dat de EU als enige het voortouw neemt op het gebied van het internationaal klimaatbeleid, dat de VS wereldwijd de grootste uitstoter van broeikasgassen is en dat dan ook nog steeds op alle beleidsniveaus erop moet worden aangedrongen dat ook zij hun verantwoordelijkheid inzake klimaatverandering nemen; betreurt het daarom dat de Amerikaanse regering weinig bereid lijkt een inhoudelijk internationaal partnerschap aan te gaan over klimaatverandering, maar constateert dat zij een bescheiden stap in die richting heeft gedaan nu zij bereid blijkt, zoals afgesproken op de Conferentie van de Verenigde Naties kaderconventie over klimaatverandering in december 2005 te Montreal, om een intensieve vooruitkijkende dialoog aan te gaan; is verheugd dat er een coalitie van belangen in de Verenigde Staten te bespeuren is, o.a. leden van het Congres uit beide Huizen en beide partijen, wetgevers op staatsniveau, plaatselijke autoriteiten, NGO's en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven: zij dringen aan op een ambitieuzere agenda om broeikasgasemissies aan te pakken;

50.

meent dat de energiesector gemeenschappelijke uitdagingen voor zowel de EU als de VS inhoudt en — hoewel er aan beide kanten afzonderlijk betekenisvolle maatregelen getroffen zijn — een benadering in wederzijds voordeel vergt die:

a)

een gemeenschappelijke strategie met inachtneming van de sterke afhankelijkheid van fossiele energiebronnen probeert op te stellen door uitvoering van concrete maatregelen voor rationeler energieverbruik, hernieuwbare energievormen en zekere voorziening — zowel wat betreft de energie als de vervoerssector,

b)

milieuvriendelijke warmtekrachtkoppeling (WKK) en hernieuwbare technieken probeert te ontwikkelen (bijv. opvang en vastlegging van koolstof en andere koolstofarme opwekkingstechnieken),

c)

de VS en nieuw geïndustrialiseerde landen in economische opkomst zoals China en India aanmoedigt om na afloop van het protocol van Kyoto samen met de EU maatregelen uit te werken om voor economisch houdbare beperking van emissies op lange termijn te zorgen en schade die door de klimaatverandering al ontstaan is, doelmatig, kosten- en milieuefficiënt te behandelen,

d)

de belangrijke rol van de kernenergie in de koolstofvrije energievoorziening erkent en gezamenlijk onderzoek blijft voeren naar de ontwikkeling van die levensbelangrijke energievorm en de manier waarop hij van belang kan zijn voor de waterstofeconomie,

e)

samen met het Internationaal Atoomenergieagentschap een gemeenschappelijk voorstel ontwikkelt voor een multilateraal kader ten behoeve van een wereldomspannend nucleair beleid dat de veiligheid in de hand werkt en misbruik van kernmateriaal voor militaire doeleinden voorkomt;

f)

in de toekomst een gemeenschappelijke strategie probeert uit te werken, zowel tegenover andere landen met grote of sterk toenemende energiebehoeften als tegenover de productielanden;

51.

onderstreept dat intensievere wetenschappelijke samenwerking tussen de EU en de VS nodig is op het gebied van biobrandstoffen en beveelt aan dat het initiatief voor een gezamenlijk EU-VS biobrandstofwerkprogramma dat specifiek gericht is op bioethanol en biodiesel van de tweede generatie, zo snel mogelijk wordt geïmplementeerd;

Intellectuele-eigendomsrechten (IPR)

52.

verwelkomt de afspraak van de bijeenkomst van de ministers van Economische Zaken van de EU en de VS om vóór de Top tussen de EU en de VS in 2006 een samenwerkingsstrategie voor de IPR-handhaving uit te stippelen die het misbruik van de IPR en het gebrek aan handhaving in derde landen (met name in China en Rusland) aanpakt, de samenwerking tussen douane en andere grensbeambten verbetert en publiekprivate partnerschappen en gecoördineerde technische bijstand aan derde landen bevordert;

53.

betreurt het gebrek aan overeenstemming over de geografische aanduidingen; betreurt dat het naast elkaar bestaan van fundamenteel verschillende octrooistelsels (de VS met haar beginsel van de „eerste uitvinder” en de rest van de wereld die het beginsel van de „eerste aanvrager” aanhoudt) grote problemen blijft creëren voor de Europese bedrijven; roept het Amerikaanse Congres op te streven naar een hervorming van het octrooistelsel door stappen te zetten naar het beginsel van de „eerste aanvrager”;

54.

roept de EU en de VS op om via passende kanalen samen te werken aan de bestrijding van het misbruik van IPR in derde landen, met name in China en Rusland;

Investeringen

55.

beveelt aan dat de Top van 2006 formeel een uitgebreide inventaris vaststelt met daarin de belangrijkste overgebleven obstakels voor wederzijdse investeringen, plus een lijst met alle nodige specifieke acties om deze obstakels in te dammen of geheel weg te werken in overeenstemming met de regels van de interne markt, o.a. de bepalingen in verband met openbare diensten en het voorzorgsbeginsel;

56.

steunt investeringsbevorderende maatregelen en de geleidelijke opheffing van alle transatlantische investeringsbarrières via de convergentie van boekhoudnormen, een gelijk concurrentievoorwaarden voor de financiële markten, een voor beide partijen eerlijk concurrentiebeleid en de geleidelijke afschaffing van de protectionistische maatregelen die nog steeds in sommige sectoren bestaan; trekt de resterende eigendomsbeperkingen in de VS in twijfel, vooral in de defensie- en luchtvaartsector, en steunt de hervorming van het Amerikaanse Committee on Foreign Investments; verzoekt de Commissie een studie te laten uitvoeren naar de belemmeringen voor overnames op de interne markt, die kopers uit de EU benadelen ten opzichte van kopers uit de VS; dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat eigendomsbeperkingen in de EU niet als argument worden gebruikt om de Amerikaanse beperkingen in stand te houden;

Mededingingsbeleid en handhaving

57.

roept op tot de oprichting van een gezamenlijk transatlantisch kader op het gebied van mededingingsbeleid, waardoor de tenuitvoerlegging gecoördineerder kan verlopen en de uitwisseling van vertrouwelijke informatie eenvoudiger wordt; benadrukt dat de gelijke toepassing van concurrentieregels aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, ongeacht het land van vestiging van een bedrijf, van essentieel belang is voor het ontstaan van een concurrerende en eengemaakte transatlantische markt;

58.

steunt het streven een nader mededingingsakkoord met de VS af te sluiten dat het mogelijk maakt om bij onderzoeken in het kader van het respectieve mededingingsrecht van de EU en de VS vertrouwelijke informatie uit te wisselen;

Overheidsopdrachten

59.

beveelt aan dat de Top van 2006 formeel een uitgebreide inventaris vaststelt van alle wettelijke, praktische en technische obstakels voor grensoverschrijdende overheidsopdrachten tussen beide partners, plus een lijst met maatregelen om deze aan te pakken met inachtneming van het bijzondere geval van diensten van algemeen belang; moedigt beide partners alle bestaande en toekomstige afspraken in het kader van het akkoord inzake overheidsopdrachten te overtreffen, zodat enerzijds voor beide partijen het terrein van mogelijkheden kan worden vergroot en anderzijds het concurrentievermogen van Europa kan worden gestimuleerd en nieuwe markten voor Europese ondernemingen kunnen worden gecreëerd, met name de kleine en middelgrote ondernemignen;

60.

is voorstander van een nauwere samenwerking tussen de EU en de VS betreffende de opening van de markt van overheidsopdrachten; benadrukt dat de goedkeuring van gelijke concurrentievoorwaarden in deze sector de ondernemingen van de EU en vooral de kleine en middelgrote ondernemingen nieuwe mogelijkheden zal bieden;

61.

betreurt het feit dat de VS een veelheid aan discriminerende „Buy American”-voorschriften handhaaft, waaraan voor op federaal niveau gefinancierde infrastructuurprogramma's nog meer voorschiften worden toegevoegd; meer specifiek, betreurt dat het nog steeds moeilijk is voor Europese fabrikanten van defensiematerieel om zaken te doen op de Amerikaanse markt en Amerikaanse defensiegerelateerde technologie te verwerven, doordat er geen echt trans-Atlantisch „tweerichtingsverkeer” bestaat voor de aanschaf van defensiematerieel en in de sector van de defensieindustrie in het algemeen; verzoekt het Amerikaanse Congres de realiteit van de transatlantische economie te aanvaarden, ook op veiligheidsgerelateerde markten;

Diensten/Wederzijdse erkenning van kwalificaties

62.

merkt op dat alleen het gilde van architecten de bevoegde instanties aan beide zijden heeft aangemoedigd om als onderdeel van het werkprogramma de mogelijkheden voor wederzijdse erkenning van kwalificaties te onderzoeken; onderkent dat andere beroepsgroepen de voorkeur lijken te geven aan afhandeling van de erkenningsprocedures via partnerverenigingen in respectievelijk de EU of de VS; verzoekt de Commissie aan de desbetreffende commissies van het Europees Parlement verslag uit te brengen over de bestaande hindernissen voor de wederzijdse erkenning van kwalificaties aan beide zijden;

63.

stelt vast dat er in de VS tussen de staten onderling nog grote verschillen bestaan op het gebied van horizontale erkenning van diploma's en beroepskwalificaties, die een rem betekenen op de verdere ontwikkeling van de transatlantische markt, vooral in de dienstensector; dringt er bij de Commissie op aan om in specifieke sectoren, zoals vlieglicenties voor piloten, onderhandelingen te starten met het oog op het afsluiten van akkoorden en de VS aan te moedigen een systeem naar Europees model op te starten waarbij nagenoeg alle diploma's en beroepskwalificaties door de staten onderling worden erkend, zoals binnen de interne markt van de EU het geval is;

Diensten/Diensten op het gebied van luchtvervoer

64.

verwelkomt de recentelijk geboekte vooruitgang bij de onderhandelingen over de liberalisering van de luchtverkeersdiensten tussen de EU en de VS en benadrukt de noodzaak tot het zo spoedig mogelijk bereiken van een alomvattende, op wederkerigheid gestoelde overeenkomst die de kwestie van de eigendomslimieten (de zogeheten ownership caps) in Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen oplost;

65.

betoogt dat de in 2007 te sluiten transatlantische partnerschapsovereenkomst met het oog op het vitale belang van handel en toerisme voor beide partijen beslist ook een afzonderlijk hoofdstuk over het transportbeleid moet omvatten, met daarnaast een aantal topbijeenkomsten, bijeenkomsten tussen de leden van de vervoerscommissies van het Amerikaans Congres en het Europees Parlement, tussen de Amerikaanse minister van Verkeer en het terzake bevoegde lid van de Commissie, in aanwezigheid van ambtenaren van de Commissie, en in samenwerking met de voor luchtverkeersveiligheid bevoegde instellingen en de betrokken federale Amerikaanse overheidsinstanties;

Beslechting door de WTO van geschillen tussen de EU en de VS

66.

benadrukt dat WTO-panels weliswaar nogal wat politieke wrijving kunnen veroorzaken, maar dat handels- of economische geschillen onvermijdelijk zijn binnen de transatlantische economische relatie;

67.

raadt aan een gemeenschappelijke drieledige strategie op te stellen, die is gericht op het terugdringen van het aantal geschillen tussen de grootste handelsmachten ter wereld die uiteindelijk hun weerslag op het algemene klimaat binnen de WTO hebben:

a)

een formele toezegging op hoog niveau om de overeengekomen multilaterale handelsregels na te leven en de besluiten van WTO-panels onverwijld en onverkort toe te passen;

b)

een grotere politieke toewijding om ervoor te zorgen dat alle bilaterale diplomatieke middelen zijn beproefd voordat een beroep op het mechanisme voor geschillenbeslechting van de WTO wordt gedaan, rekening houdend met de noodzaak tot bescherming van de legitieme belangen van exploitanten en handelaren;

c)

beide partners moeten erkennen dat wetgevers en regeringen het volste recht hebben om de gezondheid en leefomgeving van hun burgers te beschermen, maar de EU en de VS moeten ervoor zorgen dat hun wet- en regelgeving op dit gebied niet discriminerend, evenredig en wetenschappelijk onderbouwd is teneinde protectionistisch misbruik te voorkomen, doch in overeenstemming blijft met de interne voorschriften en het voorzorgsbeginsel;

68.

verzoekt de Commissie het Europees Parlement een verslag te doen toekomen waarin de voor- en nadelen van een formeler bilateraal mechanisme voor de beslechting van handelsgeschillen worden onderzocht, mede gezien het feit dat tussen de EU en andere derde landen reeds vergelijkbare regelingen bestaan;

69.

merkt op dat de werkwijze van de VS-overheid op het gebied van de handelsbescherming in bepaalde gevallen een ongeoorloofde handelsbarrière vormt en benadrukt dat de klaarblijkelijk protectionistische toepassing van instrumenten van de VS voor handelsbescherming reeds met succes is aangevochten — en niet alleen door de EU — in het kader van de geschillenregeling van de WTO, zoals het zogeheten amendement Byrd of de bescherming van de Amerikaanse staalindustrie;

70.

is ingenomen met de in 2005 door het Amerikaanse Congres aangenomen wet op de terugbrenging van het overheidstekort („Deficit Reduction Act 2005”), waarbij het amendement-Byrd wordt ingetrokken, maar betreurt dat deze intrekking als gevolg van een overgangsclausule niet onmiddellijk van kracht wordt; roept derhalve het Amerikaanse Congres op deze overgangsclausule snel af te schaffen, zodat de concurrentie op de Amerikaanse markt niet nog een aantal jaren lang ten nadele van geïmporteerde goederen wordt vertekend doordat de ontvangen heffingen op grond van de dumping- en subsidieverboden aan Amerikaanse bedrijven worden uitgedeeld;

71.

herhaalt haar bezorgdheid over de aanzienlijke directe en indirecte overheidssteun die aan de Amerikaanse industrie wordt gegeven in de vorm van rechtstreekse subsidies, beschermingswetgeving en belastingbeleid; benadrukt met name dat alle verslagen van het WTO-panel en de beroepsinstantie voor de regelingen voor buitenlandse-verkoopbedrijven (Appellate Body on the Foreign Sale Corporations) hebben geconcludeerd dat de VS zich ondanks een aantal aanzienlijke wijzigingen in haar wetgeving nog niet volledig houdt aan eerdere uitspraken van de WTO of aan de aanbevelingen van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO; roept derhalve het Amerikaanse Congres op de „American Jobs Creation Act”, die ook een „Grandfathering clause” (vrijstellingsbepaling voor anterioriteit) bevat, volledig af te stemmen op eerdere uitspraken van de WTO en de aanbevelingen van het orgaan voor geschillenbeslechting;

72.

is verheugd over het feit dat het langdurig geschil over „Foreign Sales Corporations (FSC)” is afgesloten nu het Congres van de Verenigde Staten de met de WTO onverenigbare belastingfaciliteiten voor Amerikaanse ondernemingen, zoals vervat in de Jobs Creation Act, heeft ingetrokken;

73.

betreurt het met betrekking tot de zaak Airbus-Boeing dat de VS en de EU nodeloos betrokken zijn bij wat waarschijnlijk het grootste, ingewikkeldste en kostbaarste juridische conflict in de geschiedenis van de WTO is en roept beide partijen op meer overleg op het hoogste niveau te voeren en de mogelijkheden te verkennen om tot een pragmatische oplossing te komen waardoor onnodige beroepen op de WTO kunnen worden voorkomen;

74.

benadrukt dat de WTO-zaak met betrekking tot GGO's geenszins raakt aan de Europese wetgeving over de marktvergunning van biotechnologische producten, maar betrekking heeft op verouderde biotechnologische beoordelingsprocedures, die sinds de aanvang van de panelprocedure reeds zijn herzien;

75.

is ingenomen met het besluit van de EU om de uitspraak van de WTO na te leven door haar wetgeving inzake hormonen per 2003 aan te passen; wenst dat het nog steeds voortdurende meningsverschil tussen de VS (en Canada) en de EU over de verdere toepassing van tegenmaatregelen wordt opgelost en roept de VS dringend op de handelssancties die zij sinds 1999 op Europese producten toepast, op te heffen;

76.

betreurt dat de VS nog niet is afgestapt van de antidumpingmethodiek van het zogenaamde „zeroing”, hoewel de WTO deze praktijk in de zaak van het beddengoed ondubbelzinnig heeft veroordeeld;

77.

benadrukt dat de geschillenregeling van de WTO essentieel is voor het waarborgen van de veiligheid en voorspelbaarheid van het multilaterale handelsstelsel; is bezorgd over het feit dat de VS in bepaalde gevallen heeft gekozen voor een benadering die niet met haar internationale verplichtingen strookt, door wetgeving toe te passen of te weigeren af te schaffen die in strijd is met haar WTO-verplichtingen en ernstige schade toebrengt aan de EU en de industrieën van derde landen; roept derhalve het Amerikaanse Congres op haar gedrag te verbeteren op het punt van de naleving van de uitkomsten van geschillen voor de WTO;

Andere mondiale kwesties

78.

betreurt dat de samenwerking inzake aangelegenheden van monetair en macro-economisch beleid geen onderdeel uitmaakt van het economisch initiatief en het werkprogramma; herhaalt haar bezorgdheid over de gevaarlijke gevolgen die de twee grote tekorten (van de Amerikaanse federale begroting en van de handelsbalans) op de wereldeconomie kunnen hebben en roept de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve op nauwer samen te werken op het gebied van het mondiale monetair beleid en kwesties van financiële stabiliteit;

79.

herhaalt haar oproep aan de transatlantische partners om hun strategieën en instrumenten voor ontwikkelingshulp en humanitaire hulp in onderling overleg opnieuw te bezien, met inbegrip van hun coördinatie met de instellingen van Bretton Woods, met het oog op de verbetering van de doeltreffendheid, samenhang en complementariteit van de reacties van de EU en de VS op mondiale uitdagingen, met name armoedebestrijding, overdraagbare aandoeningen en afbraak van het milieu;

80.

verzoekt de Commissie een beoordeling te maken van de bestaande financierings- en programmeringsmechanismen ter financiering van gezamenlijke programma's van de EU en de VS in derde landen, om tot een efficiëntere en productievere procedure te komen;

81.

is van oordeel dat de „culturele sleutel” kan bijdragen aan de versterking van de transatlantische betrekkingen en de bevordering van het partnerschap en het wederzijdse begrip tussen Europeanen en Amerikanen;

82.

verzoekt de EU en de VS in hun economische betrekkingen rekening te houden met de rol en de specifieke kenmerken van de sectoren cultuur en onderwijs;

83.

bepleit dan ook de instelling van een transatlantische dialoog op het gebied van cultuur -met name in de audiovisuele sector- en onderwijs, waarbij de regelmatige uitwisseling van goede praktijken en ervaringen wordt gestimuleerd op inzonderheid de volgende terreinen:

a)

bestrijding van piraterij en namaak van producten,

b)

verbetering van de rechtssystemen voor de distributie van audio- en audiovisuele inhoud via internet en de verenigbaarheid daarvan met auteursrechten en vergoedingen aan auteurs,

c)

kennis van het Amerikaanse en Europese erfgoed en van Europese cinematografische producties in Amerika, waar deze op minder grote schaal worden verspreid, ter bevordering van wederzijds begrip,

d)

bevordering van evenwichtiger verhoudingen ten aanzien van de filmdistributie, teneinde mogelijke oneerlijke concurrentie of misbruik van machtsposities op sommige markten binnen de EU te voorkomen, en wegneming van eventuele juridische of feitelijke belemmeringen die de distributie van Europese audiovisuele producten in de VS in de weg staan,

e)

toepassing van adequate mechanismen om het cultuurtoerisme tussen beide continenten te ontwikkelen en te versterken;

84.

vraagt dat wat onderwijs betreft deze dialoog zich met name richt op:

a)

het bevorderen van de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties, met name op artistiek gebied, teneinde de mobiliteit van de culturele spelers en de uitwisseling van kunstenaars te vergemakkelijken,

b)

het stimuleren van onderzoek en uitwisselingen van universiteitsdocenten, onderzoekers en studenten in materies die bijdragen aan de consolidering van de economische en wetenschappelijke betrekkingen tussen de EU en de VS, met name rekening houdend met hun programma inzake samenwerking op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding (16),

c)

bewustwording van het belang van de kennismaatschappij en het bevorderen van levenslang leren;

85.

is met het oog op de artikelen 133 en 151 van het EG-Verdrag van mening dat de transatlantische handel in de audiovisuele sector, gezien de specifieke aard ervan, de culturele en taalkundige diversiteit van de EU absoluut moet respecteren; verzoekt in het licht hiervan gepaste maatregelen te treffen om de culturele diversiteit te bevorderen en voor meer culturele uitwisseling te zorgen;

86.

spoort de Europese instellingen ertoe aan hun Amerikaanse partner bewust te maken van de actie van de EU ten gunste van het Unesco-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen;

87.

benadrukt dat het in de context van transatlantische betrekkingen belangrijk is bijzondere aandacht aan kwesties inzake gegevensbescherming te besteden; constateert dat het wegens een zeker gebrek aan gegevensbescherming bij transatlantische gegevensuitwisselingen voor de hand ligt te onderzoeken op welke gebieden de gegevensuitwisseling met derde landen wel goed lijkt te verlopen (zoals de veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer), zodat effectief gebleken oplossingen ook elders kunnen worden gebruikt;

88.

is ingenomen met het recente onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) naar de macro-economische voordelen van verdere economische integratie tussen de EU en de VS, dat de toename van het BBP per hoofd als gevolg van grote reducties in de belemmeringen voor markttoegang, directe buitenlandse investeringen en handel in de EU en de VS op respectievelijk 2 tot 3,5 procent en 1 tot 3 procent schat;

89.

wenst dat de EU een uitvoeriger en vollediger onderzoek verricht om: a) te achterhalen wat de gevolgen zijn van afschaffing van de overige tarifaire en niet-tarifaire belemmeringen voor handel en investeringen tussen de EU en de VS; b) in algemene zin de mogelijkheden te onderzoeken voor harmonisatie van regelgeving, ex ante of ex post, afhankelijk van de situatie; c) te bekijken welke effecten harmonisatie of convergentie van regelgeving tussen de EU en de VS op derde landen zou hebben; d) de haalbaarheid te onderzoeken van een „regelgevingsbrug”, op grond waarvan een product of dienst na eenmaal te zijn goedgekeurd overal op de transatlantische markt wordt toegelaten;

Transatlantische dialogen

90.

benadrukt het belang van de transatlantische dialogen voor de bevordering van de relaties tussen de EU en de VS; merkt op dat deze dialogen, door op hun eigen deelgebied aan belangrijke kwesties te werken en waardevolle bijdragen te leveren aan de vormgeving van de transatlantische relatie met al haar doelstellingen en activiteiten, een grote invloed hebben op de transatlantische besluitvorming en er mede voor zorgen dat de inspanningen op de diverse gebieden goed bij de werkelijke behoeften van de burgers aansluiten;

91.

merkt op dat de transatlantische wetgeversdialoog aan de versterking van de interparlementaire betrekkingen tussen de EU en de VS heeft bijgedragen en stelt opnieuw dat er tussen de transatlantische wetgeversdialoog en de overige dialogen van de nieuwe transatlantische agenda synergieën moeten worden gecreëerd, onder meer door nieuwe gezamenlijk gefinancierde programma's op te zetten voor uitwisselingen tussen wetgevingsmedewerkers en door een klein secretariaat voor de transatlantische wetgeversdialoog op te richten;

92.

benadrukt dat de 61ste vergadering van de Transatlantische Wetgeversdialoog, gehouden in Wenen, 18-21 april 2006, opnieuw de geweldige voordelen heeft benadrukt voor onze burgers die kunnen voortvloeien uit het wegnemen van belemmeringen die de transatlantische economische betrekkingen in de weg zitten, en heeft geconstateerd dat de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie moeten worden vernieuwd door de huidige structuur te vervangen door een EU/US-partnerschapsovereenkomst;

93.

neemt kennis van het feit dat de transatlantische zakendialoog met succes van opzet is veranderd om een doeltreffender inbreng van de zakenwereld aan de versterking van het economische partnerschap te geven;

94.

benadrukt dat beide zijden van de transatlantische arbeidsdialoog zich bij het formuleren van reacties en aanbevelingen op gemeenschappelijke terreinen proactiever en zichtbaarder moeten opstellen en beveelt aan dat de transatlantische arbeidsdialoog zich door middel van een meer sectorgewijze benadering op de belangrijkste samenwerkingsterreinen richt;

95.

merkt op dat de overeenkomst inzake wetenschap en technologie tussen de EU en de VS een sleutelinstrument is voor de bevordering van de wetenschappelijke betrekkingen tussen de EU en de VS en pleit voor de instelling van een formele transatlantische onderzoeksdialoog ter bevordering en coördinatie van de onderzoekssamenwerking en van nieuwe initiatieven op een aantal wetenschappelijke gebieden die de bestaande structuren overstijgen;

96.

merkt op dat andere transatlantische dialogen, buiten het kader van de officiële akkoorden, ook bijdragen aan betere relaties tussen de EU en de VS en beveelt aan dat de huidige structuur van de transatlantische dialogen wordt herzien en dat nieuwe potentiële samenwerkingsterreinen worden verkend;

De rol van het Europees Parlement

97.

benadrukt dat de in het economisch initiatief uitgestippelde taken weliswaar in de eerste plaats aan de regelgevers toevallen, maar dat voor de verwezenlijking van een geïntegreerde transatlantische markt ook de actieve betrokkenheid van de wetgevende machten aan beide zijden wenselijk is; onderstreept dat bij elke Top tussen de EU en de VS de parlementaire participatie in toereikende mate verzekerd moet zijn, zodat onder leiding van de beide uitvoerende machten de parlementaire inbreng in de administratieve werkzaamheden is gewaarborgd; roept de transatlantische wetgeversdialoog en de groep op hoog niveau op om vóór elke Top bij elkaar te komen om van gedachten te wisselen over de vordering van het werkprogramma;

98.

pleit ervoor dat voorafgaand aan iedere topconferentie tussen de transatlantische wetgeversdialoog en de groep op hoog niveau een bijeenkomst wordt gehouden om van gedachten te wisselen over relevante economische aangelegenheden en met name over de voortgang van het werkprogramma;

99.

beveelt aan dat de eerstkomende EU-VS-topconferentie in ieder geval wordt bijgewoond door de Voorzitter van het Europees Parlement en de leiders van het Amerikaanse Congres, en voorts dat als algemene regel wordt ingevoerd dat het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres bij de voorbereiding en uitvoering van alle toekomstige topconferenties van de EU en de VS worden betrokken;

100.

is ingenomen met de inspanningen met het oog op versterking van de transatlantische wetgeversdialoog tussen het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres, met name op het punt van de invoering van een doeltreffend mechanisme voor „vroegtijdige waarschuwing” en een systeem van verslaglegging tussen parlementaire commissies aan beide zijden van de Atlantische Oceaan;

101.

verzoekt het Huis van Afgevaardigden ten behoeve van de continuïteit van de transatlantische wetgeversdialoog de oprichting van een permanente delegatie te overwegen; ook moet een regelmatige dialoog tussen het Europees Parlement en de Senaat van de Verenigde Staten worden ingesteld;

102.

roept zijn desbetreffende commissie op de begroting voor 2007 aan te wenden voor de nodige middelen voor het inrichten van een officiële, vaste vertegenwoordiging van het Europees Parlement in Washington DC, zodat deze ervoor kan zorgen dat de activiteiten van het Parlement zelf juist worden geïnstitutionaliseerd en dat de contacten tussen het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres worden verbeterd;

*

* *

103.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de President en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.


(1)  Ondertekend op de Top tussen de EU en de VS in Madrid.

(2)  Gezamenlijke verklaring van de Top van de EU en de VS in Londen.

(3)  Ondertekend op de Top tussen de EU en de VS in Bonn.

(4)  Overeengekomen op de Top tussen de EU en de VS in Washington.

(5)  PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 556.

(6)  PB C 34 E van 7.2.2002, blz. 359.

(7)  PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 288.

(8)  PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 392.

(9)  PB C 69 E van 19.3.2004, blz. 124.

(10)  PB C 104 E van 30.4.2004, blz. 1043.

(11)  PB C 247 E van 6.10.2005, blz. 151.

(12)  Ondertekend op de Top tussen de EU en de VS in Shannon, 25-26 juni 2004.

(13)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0461.

(14)  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0238.

(15)  Daniel S. HAMILTON/Joseph P. QUINLAN (red.), Deep Integration: How Transatlantic Markets are Leading Globalization, juni 2005; Francisco CABRILLO, Jaime GARCÍA-LEGAZ en Pedro SCHWARTZ. A case for an open Atlantic, Prosperity AREA, Madrid: FAES, 2006.

(16)  PB L 71 van 13.3.2001, blz. 8.

P6_TA(2006)0240

Uitbreiding van de eurozone

Resolutie van het Europees Parlement over de uitbreiding van de eurozone (2006/2103(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 121 van het EG-Verdrag,

gezien de mededeling van de Commissie over openbare financiën in de EMU — 2005 (COM(2005)0231),

gezien het convergentieverslag 2004 van de Commissie (COM(2004)0690),

gezien het convergentieverslag 2004 van de Europese Centrale Bank (ECB),

gezien het tweede verslag van de Commissie over de praktische voorbereidingen voor de toekomstige uitbreiding van de eurozone (COM(2005)0545),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 juli 2005 over de uitvoering van een voorlichtings- en communicatiestrategie inzake de euro en de Economische en Monetaire Unie (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 december 2005 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro (2),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0191/2006),

A.

overwegende dat de Economische en Monetaire Unie (EMU) moet worden versterkt om haar doelstellingen in termen van groei en werkgelegenheid te kunnen realiseren,

B.

overwegende dat de economische groei in de eurozone momenteel 1,8 % is, terwijl de economie van de EU als geheel met 2 % per jaar groeit,

C.

overwegende dat de uitbreiding van het eurogebied tot de politieke en economische verantwoordelijkheid van de lidstaten behoort, zowel binnen als buiten het eurogebied,

D.

overwegende dat de lidstaten die in 2004 tot de EU toetraden (de nieuwe lidstaten) de euro zullen invoeren wanneer zij voldoen aan de in het Verdrag gestelde voorwaarden, terwijl voor het Verenigd Koninkrijk en Denemarken een „opt-out”-clausule geldt,

E.

overwegende dat de meerderheid van de nieuwe lidstaten een snelle groei heeft doorgemaakt en daardoor enigszins is ingelopen, en dat hun reële convergentie nog steeds een proces in wording is,

F.

overwegende dat de euro een belangrijke verwezenlijking van de Europese Unie gebleken is, die bijdraagt tot interne en externe economische stabiliteit,

G.

overwegende dat voor het Verenigd Koninkrijk en zes van de nieuwe lidstaten, te weten Cyprus, Hongarije, Malta, Polen, Slowakije en de Tsjechische Republiek, een procedure op grond van buitensporige tekorten loopt, en dat twee van hen, namelijk Cyprus en Malta, een overheidsschuld van meer dan 60 % van het BBP hebben,

H.

overwegende dat er voor het criterium inflatiepercentage twee verschillende definities van prijsstabiliteit gehanteerd worden; dat de definitie van prijsstabiliteit volgens de Europese Centrale Bank een inflatie van onder, maar dicht bij de 2% als doelstelling vooropstelt en over het algemeen in heel de economische en monetaire unie aanvaard wordt, terwijl in hun convergentieverslagen de Europese Centrale Bank en de Commissie een andere definitie gebruiken, die ervan uitgaat dat het beste resultaat in termen van prijsstabiliteit betekent dat de inflatie zo laag mogelijk blijft, met uitsluiting van deflatie,

Algemene voorwaarden voor de toekomstige uitbreiding van de eurozone

1.

brengt in herinnering dat voor toetreding tot de eurozone vereist is dat volledig voldaan is aan alle criteria van Maastricht, conform het Verdrag en het protocol betreffende artikel 121 van het Verdrag: een hoge mate van prijsstabiliteit, een begrotingssituatie van de overheid zonder een buitensporig tekort, minimaal twee jaar deelname aan het wisselkoersmechanisme (ERM — II) met inachtneming van de normale fluctuatiemarges, convergentie van de langetermijnrentetarieven, verenigbaarheid van het rechtsstelsel met het Verdrag van Maastricht, een onafhankelijke centrale bank en economische convergentie;

2.

herinnert eraan dat alle lidstaten met een derogatie aan de criteria van Maastricht moeten voldoen voordat ze tot de eurozone kunnen toetreden en dat de vereisten van het stabiliteits- en groeipact op alle lidstaten van toepassing zijn; is ervan overtuigd dat een beoordeling van de gereedheid van de lidstaten voor de invoering van de euro op dezelfde definities en beginselen moet stoelen als genoemd in de eerdere convergentierapporten, in het belang van de continuïteit en een gelijke behandeling van alle lidstaten;

3.

verzoekt de Commissie met klem uniforme criteria toe te passen bij de beoordeling van de economische en budgettaire cijfers; wijst erop dat de Commissie instaat voor de betrouwbaarheid van statistische gegevens en stelt met klem dat er geen besluiten mogen worden genomen zolang deze niet boven alle twijfel verheven is; benadrukt dat het voor de analyse van de prijsstabiliteit ook nodig is dat de vaststellingsmethode van de referentiemarges goed tegen het licht wordt gehouden, nu de Commissie daarvoor in haar convergentierapporten sinds 1993 een aantal verschillende benaderingen heeft gehanteerd;

4.

heeft grote bezwaren tegen speciale bepalingen ten aanzien van de naleving van de criteria van Maastricht; roept de Commissie op de naleving van de convergentiecriteria strikt te evalueren en volgens het Verdrag en het protocol bij artikel 121 van het Verdrag, en benadrukt daarbij dat het van belang is om de stabiliteit van de eurozone op lange termijn in het oog te houden;

5.

wijst erop dat de Commissie, telkens zij een evaluatie heeft uitgevoerd, haar bevindingen over de landen die worden geacht nog niet klaar te zijn om toe te treden tot de eurozone, zal openbaar maken en deze overleggen aan het Parlement teneinde een hoog niveau van transparantie en verantwoording van het besluitvormingsproces in de EU te waarborgen;

6.

onderstreept dat de uitbreiding van de eurozone als een kans voor het doorvoeren van economisch bestuur van de eurozone, te benutten is;

7.

verzoekt de autoriteiten van de lidstaten die de toetreding tot de eurozone hebben aangevraagd (hierna toetreding aanvragende lidstaten), te zorgen dat hun beleidsmaatregelen voor en tijdens het lidmaatschap van ERM II, zoals de vaststelling van de omrekeningskoersen en de streefdata voor toetreding, volledig transparant zijn en alle effectbeoordelingen, studies en verslagen in verband met deze zaken openbaar te maken;

8.

onderstreept dat, om de werkelijke convergentie van de economieën te bevorderen en de risico's van een assymetrische schok in de Monetaire Unie te beperken, de lidstaten binnen de eurozone zich krachtiger moeten inspannen voor een doeltreffende coördinatie van het economisch en monetair beleid, met name via een versterking van hun gemeenschappelijke strategieën binnen de groep van eurolanden; merkt op dat deze inspanningen zouden kunnen beginnen met de coördinatie van de begrotingskalender en de opstelling van begrotingen op basis van dezelfde hypothese met betrekking tot ontwikkeling van de wisselkoers van de dollar ten opzichte van de euro en de prognose van de olieprijs;

9.

benadrukt dat de overgang naar de euro niet moet worden benaderd en voorgesteld als enkel een technische wijziging van de valuta, maar als een grootscheepse omschakeling met aanzienlijke economische, monetaire en maatschappelijke gevolgen;

De technische voorwaarden voor uitbreiding van de eurozone

10.

wijst erop dat voor een soepele invoering van de euro gedetailleerde nationale plannen voor de overgang noodzakelijk zijn; meent dat deze plannen moeten aangeven welke lokale en nationale instanties verantwoordelijk zijn voor de invoering van de euro en een gedetailleerd tijdsplan moeten bevatten voor de aanpassing van de nationale wetgeving en bestuurlijke regelgeving en de veranderingen bij de betrokken openbare organen; is van mening dat de opgedane ervaringen in de eerste fase van de invoering van de euro goed in het oog moeten worden gehouden, evenals de kenmerken van de overgang naar de euro terwijl deze valuta in de toetreding aanvragende lidstaten thans reeds in omloop is en op grote schaal wordt gebruikt;

11.

verzoekt de toetreding aanvragende lidstaten ervoor te zorgen dat de banken vroegtijdig over eurobankbiljetten kunnen beschikken, de fase van dubbele circulatie kort te houden en het uit circulatie nemen van de nationale munt strak te organiseren om een soepele overgang te bevorderen;

12.

verzoekt de toetreding aanvragende lidstaten bijzondere aandacht te schenken aan de consumentenbescherming tijdens de overgangsfase, wetgeving in te voeren die dubbele prijsetikettering gedurende een voldoende lange periode verplicht stelt en doeltreffende procedures in te voeren om de consument tegen ongerechtvaardigde prijsverhogingen tijdens de overgangsfase of ook daarna te beschermen; wenst dat duidelijke openbare campagnes worden opgezet waarin erop wordt gewezen dat het enige wapen tegen ongerechtvaardigde prijsverhogingen ligt in de macht van de consument om de leverancier vrijelijk te kiezen; wijst erop dat bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de prijsbepaling bij publieke of particuliere monopolies en door openbare instanties; nodigt hen uit voor een periode van minimaal twee jaar een waarnemingspost op te richten die gegevens publiceert over de ontwikkeling van de consumentenprijzen van circa tien goederen van bijzondere relevantie;

13.

herinnert aan de noodzaak van vroegtijdige en uitgebreide voorlichtingscampagnes voor de burgers in de toetreding aanvragende lidstaten, om vertrouwen in het overgangsproces op te bouwen en te zorgen dat de overgangsfase door alle betrokkenen op behoorlijke wijze wordt gestuurd om de euro tot een succes te maken; is van oordeel dat het bij de burgers bestaande informatietekort moet worden verholpen en dat het gebruik van de media voor voorlichtingscampagnes in een vroeg stadium moet worden georganiseerd;

Speciale vereisten voor gegadigden voor toetreding

14.

wijst erop dat een te vroege toetreding tot de eurozone kan leiden tot onverwachte ontwikkelingen in het economische convergentieproces;

15.

wijst erop dat de uitbreiding van de eurozone het proces van economische convergentie bevordert en bijdraagt aan de versterking van de eurozone als geheel;

16.

wijst erop dat de economische convergentie in bepaalde toetreding aanvragende lidstaten onvoldoende is gevorderd om een snelle toetreding mogelijk te maken, zoals blijkt uit de hoge inflatiepercentages en buitensporige begrotingstekorten van sommigen onder hen; onderkent dat een aantal lidstaten een solide basis hebben gelegd voor een snelle invoering van de euro door de duurzaamheid van hun fiscaliteit op langere termijn te waarborgen;

17.

wenst dat volledig voldaan wordt aan alle criteria voordat de euro wordt ingevoerd en wijst er in dat verband op dat niet alle zeven lidstaten in ERM II zonder opt-out clause aan de voorwaarden voor toetreding voldoen;

18.

verwelkomt Slovenië als nieuw lid van de eurozone en gelooft dat deze uitbreiding van de eurozone een positieve invloed zal hebben op de Europese economie in haar geheel;

19.

betreurt de negatieve aanbeveling die aan Litouwen gericht is en vraagt dat de basis van de berekening die is uitgevoerd om de inflatiecriteria toe te passen, duidelijk en volledig wordt uitgelegd; vraagt de Commissie dat zij haar convergentierapport 2006 inzake Litouwen actualiseert en een werkgroep van deskundigen opricht in samenwerking met de Litouwse overheid om de strategie voor een snelle toetreding tot de eurozone te ontwikkelen;

20.

moedigt Estland, dat alleen op het gebied van de inflatiecriteria niet geslaagd is, aan zijn inspanningen voort te zetten om de criteria voor toetreding te vervullen en spoedig in aanmerking te komen voor lidmaatschap van de eurozone;

21.

vraagt de lidstaten dat zij de Commissie de mogelijkheid geven de vervulling van de criteria van Maastricht na te gaan op basis van welomschreven, actuele, betrouwbare en hoogkwalitatieve gegevens;

22.

brengt in herinnering dat bij gebrek aan een opt-out-clausule het Verdrag voorziet in een automatische tweejaarlijkse toetsing aan de criteria van Maastricht voor lidstaten met een derogatie; merkt op dat lidstaten met een derogatie vóór het verstrijken van deze termijn om een toetsing mogen vragen; roept de lidstaten met klem op dit pas te doen als zij er zeker van zijn dat zij aan alle criteria voldoen;

23.

merkt op dat ondanks de voortdurende sterke groei in de afgelopen tien jaar de reële convergentie nog altijd zwak is;

24.

is van mening dat het besluit met betrekking tot de toetreding van individuele lidstaten in alle gevallen moet berusten op gegevens en beoordelingen van hoge kwaliteit op basis van de bepalingen van het Verdrag en de relevante protocollen; verzoekt de Commissie en de ECB daarom een omvattende beoordeling te maken, die meer is dan een formele vergelijking van getallen en bedragen en rekening houdt met de gerealiseerde convergentie en de resultaten bij de waarborging van macro-economische stabiliteit;

25.

acht het in het belang van de nieuwe lidstaten en van de eurozone als geheel dat de kosten en baten van een vroegtijdige invoering van de euro zorgvuldig worden geanalyseerd, waarbij met name wordt meegenomen dat het lidmaatschap van de eurozone grote gevolgen heeft voor de monetaire beleidsinstrumenten en vereist dat er voldoende ruimte is voor fiscaal beleid, dat als macro-economisch instrument overblijft; wenst dat de resultaten van deze analyse openbaar worden gemaakt;

26.

is van mening dat de voorbereiding op het lidmaatschap van de eurozone op zichzelf al aanzienlijke voordelen kan opleveren na de toetreding tot ERM II, dat de nadruk niet vooral op de datum van toetreding moet worden gelegd en dat een geloofwaardige en duurzame weg vooruit van groot belang is om te waarborgen dat de invoering van de euro in de nieuwe lidstaten een succes zal zijn;

27.

wijst erop dat het inflatiecriterium vereist dat het inflatiepercentage niet meer dan 1,5 procentpunten hoger is dan dat van de drie best presterende lidstaten op het punt van de prijsstabiliteit, waarbij de consumentenprijzen in de voorafgaande twaalf maanden de grondslag vormen voor de bepaling van het gemiddelde, op basis van gegevens van de Commissie in samenwerking met de ECB;

28.

drukt zijn bezorgdheid uit over het feit dat er twee definities van prijsstabiliteit in gebruik zijn, namelijk die van de Europese Centrale Bank in haar monetaire beleidsvoering (inflatie onder, maar dicht bij de 2%), en die van de convergentieverslagen (de laagst mogelijke inflatie, met uitsluiting van deflatie), terwijl het verdrag dat onderscheid niet maakt; meent dat de twee interpretaties van het begrip prijsstabiliteit, dat in het Verdrag vastgelegd wordt, misleidend zijn en negatieve uitwerkingen op de markt en de marktpartijen in alle lidstaten kunnen hebben;

29.

wijst erop dat de toetreding aanvragende lidstaten een gemiddelde nominale langetermijnrente moeten hebben die gedurende een periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag niet meer dan twee procentpunten hoger mag hebben gelegen dan die van de drie best presterende lidstaten wat betreft de prijsstabiliteit, op basis van gegevens van de Commissie in samenwerking met de ECB;

30.

wijst erop dat zowel de definitie van de drie best presterende lidstaten op het punt van de prijsstabiliteit als de berekeningsmethode van de referentiewaarde moeten worden verduidelijkt, zodat hierin beter tot uitdrukking komt dat twaalf lidstaten van de EU nu een monetaire unie vormen en één enkele munt gebruiken, die door een gemeenschappelijk monetair beleid wordt beheerd, en dat de verschillen in hun individuele inflatieprestaties meer het gevolg zijn van structurele factoren dan van verschillen in het macro-economisch beleid; acht het echter van belang dat voor wat betreft het inflatiecriterium voor de nieuwe lidstaten rekening wordt gehouden met de gevolgen van het zogenaamde Balassa-Samuelson-effect;

31.

dringt er bij de Commissie ten zeerste op aan, na de twee eerste besluiten tot beoordeling van de convergentieprogramma's van nieuwe lidstaten met het oog op de uitbreiding van het eurogebied in de naaste toekomst, om nauwe en regelmatige samenwerking met de gegadigde landen tot stand te brengen om te kunnen aangeven welke economische beleidsmiddelen het best geschikt zijn om de resultaten van het inflatiebeleid te verbeteren zonder de economische groei te schaden;

*

* *

32.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de ECB.


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0270.

(2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0457.

P6_TA(2006)0241

Raming van het Europees Parlement voor 2007

Resolutie van het Europees Parlement over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2007 (2006/2022(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272, lid 2 van het EG-Verdrag,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 maart 2006 over de richtsnoeren voor de afdelingen II, IV, V, VI, VII, VIII (A) en VIII (B) en over het voorontwerp van raming van het Europees Parlement (afdeling I) voor de begrotingsprocedure 2007 (3),

gezien het verslag van de secretaris-generaal aan het Bureau over het voorontwerp van raming van het Parlement voor het begrotingsjaar 2007,

gezien het voorontwerp van raming dat het Bureau op 22 maart 2006 overeenkomstig de artikelen 22, lid 6 en 73 van het Reglement van het Parlement heeft opgesteld,

gelet op artikel 73 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A6-0188/2006),

A.

overwegende dat 2007 het eerste jaar is van het nieuw financieel kader (2007-2013),

B.

overwegende dat het Bureau het Parlement heeft voorgesteld dat 2007 een jaar zou moeten zijn van consolidatie zonder grote nieuwe projecten,

C.

overwegende dat uitbreiding van de Unie een zeer belangrijke politieke prioriteit blijft en dat het voorlichtingsbeleid, assistentie voor de leden en het beleid om gebouwen die permanent worden gebruikt in de drie arbeidsplaatsen aan te kopen de andere prioriteiten van de begroting van 2007 vormen,

D.

overwegende dat uiterlijk op 1 september 2006 de resultaten van een grondige inventarisatie moeten worden voorgelegd,

E.

overwegende dat de ramingen voor 2007 op de volgende sleutelindicatoren zijn gebaseerd: 41 werkweken, met inbegrip van vier achterbanweken, 12 gewone vergaderperioden en 6 extra vergaderperioden, 785 leden van het Europees Parlement, een salarisaanpassing van 2,1%, een standaardkorting van 7% voor niet-uitbreidingsposten en een standaardkorting van 10% voor de uitbreidingsposten,

F.

overwegende dat onzekerheid bestaat over enkele indicatoren in het voorontwerp van raming, zoals de mogelijke aankoop van enkele gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of het mogelijk gebruik van het Iers als eenentwintigste werktaal,

G.

overwegende dat over een aantal voorstellen met budgettaire gevolgen die thans bij het Bureau liggen, nog geen besluit is genomen en dat de gevolgen pas in de eerste lezing van de ontwerpbegroting voor 2007 in de herfst behandeld kunnen worden,

H.

overwegende dat meertaligheid en de geografische spreiding van de werkzaamheden van het Parlement ca. 48 % van de uitgaven van het voorontwerp van raming belopen, hetgeen neerkomt op 673 000 000 EUR,

ALGEMEEN KADER VAN DE BEGROTING 2007

1.

stelt vast dat de ontwerpraming voor 2007 een bedrag van 1 377 700 000 EUR voorstelt; dit bedrag bestaat uit het bedrag voor de begroting 2006 plus 4,2 %; het laatstgenoemde bedrag bestaat uit 2% normale groei en 2,2 % aanpassing aan lopende prijzen; beveelt aan het definitieve bedrag van de begroting in de eerste lezing vast te stellen en dat dit bedrag overeen moet stemmen met de gerechtvaardigde budgettaire behoeften van de instelling;

2.

onderstreept dat de begroting een afspiegeling moet zijn van de feitelijke budgettaire behoeften en moet stroken met het beginsel van begrotingsdiscipline en een verantwoord gebruik van het geld van de burgers en dat de instelling een meer operationeel gerichte benadering van de begroting moet volgen; wijst erop dat een kosten-batenanalyse voor de instelling moet worden uitgevoerd om de gevolgen van het zelf ingestelde plafond in rubriek 5 te kunnen beoordelen; heeft besloten dat als wordt gekozen voor het plafond van 20 %, dit percentage de bovengrens van de begroting moet vormen; wenst daarom pas een standpunt in te nemen over de 20 %-grens in de eerste lezing;

3.

dringt er bij de secretaris-generaal op aan dat, met inachtneming van het annualiteitsbeginsel van de begroting, met het oog op een gezond financieel beheer meer aandacht wordt besteed aan de middellange ontwikkelingen die de reële operationele meerjarige begrotingseisen weerspiegelen;

4.

stelt vast dat in het voorontwerp van raming een bedrag van 48 000 000 EUR is opgenomen voor uitgaven in verband met de uitbreiding, 50 000 000 EUR voor de aankoop van het WIC- en het SDMgebouw in Straatsburg, dat 25 000 000 EUR is gereserveerd voor het voorlichtings- en communicatiebeleid, 7 500 000 EUR voor de verwerving van expertise en 8 974 459 EUR reserve voor onvoorziene uitgaven; onderstreept dat een analyse van de ontwerpraming aantoont dat de belangrijkste kostenposten in vergelijking met vorige jaren onveranderd blijven en met name betrekking hebben op de uitgaven voor personeel, onroerend goed, voorlichting, leden en uitbreiding;

5.

verlangt dat de volgende beginselen die moeten zorgen voor een gezond financieel beheer tot uitdrukking komen in het inventarisatieverslag:

a)

de vaststelling van activiteiten die weinig meerwaarde hebben,

b)

verhoging van de doeltreffendheid door rationalisering van de werkmethoden,

c)

een groter gebruik van bestemmingsgerichte budgettering,

d)

beperking van de kosten voor gebieden waar onnodige uitgaven worden gedaan als gevolg van het feit dat er drie arbeidsplaatsen bestaan,

e)

overplaatsing van personeel

f)

gevolgen van het mobiliteitsbeleid voor de efficiënte werking van commissies en delegaties, en

g)

doeltreffend gebruik van alle hulpbronnen, met name menselijke hulpbronnen;

6.

herhaalt dat er een verband moet bestaan tussen kredieten en specifieke activiteiten, zodat annulering van kredieten aan het einde van het jaar wordt voorkomen; benadrukt dat afdoende financiering moet worden toegewezen aan gebieden waar politieke besluiten een grotere financiële toezegging vereisen, zoals in het geval van de parlementaire conferentie van de WTO, teneinde gewijzigde begrotingen en overdrachten zoveel mogelijk te voorkomen;

CONSOLIDERINGSPROCES

Uitbreiding

7.

wijst erop dat verdere inspanningen verricht moeten worden voor het afronden van de uitbreiding van 2004, alsmede voor een soepel uitbreidingsproces; dringt er bij de secretaris-generaal op aan alle hangende kwesties die verband houden met de uitbreiding met de EU-10 op te lossen, met name de problemen in verband met de vertragingen bij de aanwerving;

8.

heeft besloten in totaal 48 000 000 EUR in de begroting op te nemen in de desbetreffende begrotingsposten voor uitgaven in verband met de uitbreiding en wel als volgt:

1)

14 500 000 EUR voor de 226 vaste posten en 22 tijdelijke posten voor fracties,

2)

20 500 000 EUR voor Bulgaarse en Roemeense leden,

3)

4 700 000 EUR voor freelance tolken en vertalers,

4)

2 020 000 EUR voor meubilair en IT-apparatuur,

5)

1 000 000 EUR voor transport- en bankkosten van de leden,

6)

800 000 EUR voor de bibliotheek, externe kantoren en audiovisuele faciliteiten,

7)

4 000 000 EUR voor de fracties en de Europese partijen;

9.

wijst erop dat het bedrag van 48 000 000 EUR ongeveer 50 % hoger is vergeleken met de begroting van 2006 toegewezen aan de toetreding van Bulgarije en Roemenië, ervan uitgaand dat deze landen op 1 januari 2007 toetreden; is voorts van mening dat bij uitstel van de toetreding van Bulgarije en Roemenië de financiële gevolgen in de begroting van het Parlement tot uidrukking moeten komen en bijgevolg 24 000 000 EUR van het eindbedrag zal worden afgetrokken; verzoekt de secretaris-generaal in zijn nota van wijzigingen aan het Bureau begin september 2006 in te gaan op de gevolgen van het besluit over de toetreding van Roemenië en Bulgarije voor de begroting;

Werkgelegenheid en personeelsbezetting

Parlement — Secretariaat-generaal

10.

10 bekrachtigt dat — met uitzondering van posten in verband met de uitbreiding en een beperkt aantal gespecialiseerde functies — in 2007 geen nieuw personeel zal worden aangetrokken;

11.

stelt vast dat de nieuwe „streamline”-software voor personeelsbeheer in DG Personeel, dat binnenkort van start zou moeten gaan, zou moeten leiden tot een duidelijke vermindering van personeel, dat dan moet worden overgeplaatst;

12.

erkent de inspanningen van de secretaris-generaal om een slankere organisatorische structuur tot stand te brengen en om het personeelsbestand doeltreffend te stroomlijnen, en er daarbij voor te zorgen dat de personeelskosten in de loop van het proces corresponderen met de reële operationele behoeften en de financiële situatie van de instelling;

13.

onderstreept dat een consolidering van de personeelsbezetting van het Parlement en een doeltreffende overplaatsing van wezenlijk belang zijn voordat aanvragen voor een uitbreiding van het personeelsbestand worden ingediend;

14.

wijst erop dat gedurende de afgelopen jaren een aanmerkelijke verhoging van het aantal posten heeft plaatsgevonden, zowel voor posten in verband met de uitbreiding als posten die daarmee niets te maken hebben; houdt vast aan zijn standpunt dat het huidige personeelsbestand voldoende is voor alle behoeften van de instelling; is ingenomen met het standpunt van de secretaris-generaal dat gepensioneerd personeel niet automatisch moet worden vervangen en dat het overplaatsingsbeleid zal worden gebruikt om vacatures als gevolg van pensionering op te vullen;

15.

toont zich bezorgd over het geringe aantal voorziene overplaatsingen voor 2007; dringt er bij de secretaris-generaal op aan tijdens de inventarisatieperiode alle sectoren van de werkzaamheden nog grondiger tegen het licht te houden om ervoor te zorgen dat personeel wordt overgeplaatst en geen nieuw personeel op basis van een contract wordt aangenomen; verzoekt de secretaris-generaal uiterlijk op 1 september 2006 een verslag in te dienen over de toepassing van overplaatsingen in de afgelopen drie jaar, alsmede over de geraamde overplaatsingen voor 2007;

16.

bevestigt dat de aanvraag van 74 nieuwe posten (1AD15, 30 AD, 43 AST) niet strookt met een beleid van consolidering van de uitgaven en boekt de kredieten voor deze functies in de reserve; is bereid de aanvragen op grond van precieze informatie in de eerste lezing van de ontwerpbegroting 2007 opnieuw te behandelen;

17.

neemt kennis van de voorstellen betreffende een aantal opwaarderingen van vaste (4) en tijdelijke (5) posten, zoals in bijlage I (rev.) van het verslag van het Bureau wordt vermeld; is bereid de kredieten voor deze opwaarderingen goed te keuren, mits vóór de eerste lezing een gedetailleerdere verantwoording wordt gegeven;

18.

stelt vast dat het nieuwe opleidingsbeleid van start is gegaan; verzoekt de opleiding van medewerkers van de leden op te nemen in dit nieuwe trainingsprogramma; besluit de huidige toelichting van post 1612 („Voortgezette beroepsopleiding”) dienovereenkomstig aan te passen; verzoekt de secretaris-generaal in samenwerking met de Europese bestuursschool speciale opleidingen ter bevordering van beroepsmobiliteit en personeelsoverplaatsing te ontwikkelen, met inbegrip van een uitgebreid introductieprogramma voor personeel dat nieuwe posten gaat bezetten bij secretariaten van commissies en delegaties, om te waarborgen dat zij volledig operationeel en ingewerkt zijn alvorens zij de verantwoordelijkheid voor verslagen of dienstreizen op zich nemen;

19.

verzoekt de secretaris-generaal ervoor te zorgen dat de beginselen van het Parlement inzake gelijke kansen worden nageleefd en steunt alle inspanningen van de secretaris-generaal ten behoeve van personen met een handicap, met name de ontwikkeling van een serie maatregelen op het gebied van positieve actie ter aanwerving en integratie van personen met een handicap;

20.

heeft, in afwachting van de beschikbaarheid van meer informatie over de verhoging van de kredieten in artikel 300 („Dienstreizen personeel”) besloten een bedrag van 1 132 065 EUR van artikel 300 op te nemen in hoofdstuk 100 („Voorzieningen”);

Fracties

21.

neemt kennis van het verzoek van de fracties om een extra LSA-post voor elke fractie in te stellen; is bereid de kredieten voor deze LSA-posten goed te keuren, mis vóór de eerste lezing een gedetailleerder motivering wordt gegeven;

22.

wijst erop dat het aantal door de fracties voorgestelde opwaarderingen hoger is dan in het verleden; is bereid de kredieten voor deze opwaarderingen goed te keuren, mis vóór de eerste lezing een gedetailleerder motivering wordt gegeven;

Assistentie en faciliteiten voor de leden

23.

erkent dat de „Raising the game”-hervorming de leden een aantal diensten heeft opgeleverd die belangrijk en adequaat zijn; verwacht echter dat deze diensten geconsolideerd en verbeterd worden om de leden en hun assistenten de praktische en doeltreffende instrumenten in handen te geven om hun verantwoordelijkheden doeltreffend uit te voeren; verzoekt de secretaris-generaal de situatie te evalueren bij de inventarisatie, rekening houdend met de uitkomst van de kwaliteitscontrole die in de komende maanden wordt uitgevoerd;

24.

is van mening dat de commissiesecretariaten beter gebruik zouden kunnen maken van eigen gespecialiseerd personeel, met name wanneer belangrijke parlementaire verslagen moeten worden voorbereid; is van mening dat dit een steun zou zijn voor de werkzaamheden van de rapporteur waardoor een beter gebruik van de hulpbronnen van het Parlement en een verbetering van de knowhow van de instellingen mogelijk wordt en er aldus voor wordt gezorgd dat een van de belangrijkste doelstellingen van de „Raising the game”-hervorming wordt bereikt;

25.

onderstreept dat de leden moeten kunnen beschikken over de noodzakelijke expertise om hun verantwoordelijkheden bij de wetgevende besluitvorming te kunnen uitvoeren;

26.

neemt kennis van een significante verhoging in artikel 320 („Verwerving van expertise”) van 5 644 200 tot 7 500 000 EUR; is van mening dat deze specifieke dienst niet de verwachte resultaten levert, aangezien de studies vaak te laat beschikbaar zijn; verzoekt de secretaris-generaal een evaluatie van het gebruik van de in de beleidsunits sinds 1 januari 2004 geproduceerde studies voor te leggen; boekt een bedrag van 2 000 000 EUR in de reserve tot de resultaten van deze evaluatie beschikbaar zijn;

27.

benadrukt dat het van vitaal belang is dat alle leden worden voorzien van een substantiële en met wetenschappelijke ernst voorbereide basis van informatie over alle thema's en kwesties waarmee zij bij de verrichting van hun functies te maken krijgen, met name de verdediging van de belangen van het Parlement tegenover de andere EU-instellingen; herinnert er op dit punt voorts aan dat deze informatie tijdig door een onderzoeksdienst moet worden verstrekt; benadrukt dat deze dienst dergelijke informatie in beknopte, maar alomvattende vorm moet presenteren, opdat de leden over complexe kwesties duidelijke standpunten kunnen innemen; wijst er in samenhang hiermee op dat dergelijke informatie dringend nodig is op terreinen als veiligheid en defensie, waar het Parlement over weinig expertise beschikt;

28.

betreurt dat een aanzienlijk aantal leden niet op de hoogte is van alle verschillende diensten die door de administratie van het Parlement ter beschikking worden gesteld; verzoekt de secretaris-generaal onverwijld maatregelen te nemen om dit door middel van gebruiksvriendelijke informatiehulpmiddelen recht te zetten;

29.

dringt er bij de secretaris-generaal op aan kennis te nemen van de verschillende door de leden naar voren gebrachte punten met betrekking tot elementaire dagelijkse diensten in verband met telefoon, computers, de Juridische Dienst, chauffeursdiensten, het reisbureau, restaurants, enz. en ervoor te zorgen dat deze diensten over het algemeen worden verbeterd;

30.

is bezorgd over de toenemende kosten van de chauffeurdienst, vooral ook in het licht van het feit dat de leden een vergoeding kunnen krijgen voor taxidiensten; is daarom niet bereid om zijn goedkeuring te hechten aan de verhoging met 215 900 EUR;

31.

neemt kennis van het feit dat de Parlementsbibliotheek eind 2006 met de modernste apparatuur zal zijn uitgerust en verwacht dat de bibliotheek in 2007 volledig operationeel zal zijn;

32.

steunt de aanneming van een statuut van de medewerkers van de leden; dringt er bij de Raad op aan zo spoedig mogelijk een besluit te nemen over het Commissievoorstel „EG-personeelsstatuut: statuut van de medewerkers van de leden van het EP” (COM(1998)0312), zodat het Parlement de nodige voorzieningen kan treffen zodat het uiterlijk in 2009 van kracht kan worden;

Informatiebeleid

33.

bekrachtigt zijn standpunt dat het Parlement een sterke en doeltreffende voorlichtingsstrategie moet hebben waarmee de barrières tussen het Parlement en de kiezers worden geslecht;

34.

stelt vast dat 20 000 000 EUR als reserve werd ingeschreven om in 2006 te worden gebruikt voor het opstarten van drie grote voorlichtingsprojecten, namelijk de Web-TV van het Parlement, het bezoekerscentrum en de audiovisuele facilititeiten; is van mening dat meer informatie nodig is over het bedrag dat tot dusverre werkelijk gebruikt is en welke uitgaven voor de rest van 2006 voor deze projecten gepland zijn; verwacht voorts dat voor de eerste lezing van de ontwerpbegroting 2007 alle noodzakelijke verslagen, met inbegrip van het verslag over de voorlichting betreffende organisatie, kostenstructuur en politiek overzicht van het proefproject voor de Web-TV, beschikbaar zullen zijn; verlangt voorts meer aanvullende informatie over deze projecten, met inbegrip van de informatie die is vermeld in het verslag van de secretaris-generaal aan het Bureau; bevestigt dat de kredieten ten bedrage van 25 000 000 EUR in hoofdstuk 104 („Reserve voor het voorlichtings- en communicatiebeleid”) blijven; betreurt dat de informatie zo laat beschikbaar is gesteld, maar is niettemin bereid deze uitgaven opnieuw op grond van de gevraagde extra informatie in de eerste lezing van de ontwerpbegroting 2007 te behandelen;

35.

neemt nota van de personeelsbezetting van de voorlichtingsbureaus van het Parlement in alle Europese hoofdsteden; is van mening dat de resultaten van deze bureaus geëvalueerd moeten worden voor wat betreft de verschaffing van informatie van de hoogste kwaliteit aan de burgers en de feitelijke rendabiliteit;

36.

onderstreept dat het bezoekersprogramma, waarvoor een bedrag van 21 318 000 EUR is uitgetrokken, buitengewoon belangrijk is voor de band tussen leden en bezoekers uit hun kieskringen;

37.

uit zijn teleurstelling over de onnodige en onterechte vertragingen met de algemene verbetering van het bezoekersprogramma (post 3244 „Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen”); verwacht dat onverwijld maatregelen worden genomen om alle hangende kwesties op te lossen, met name de problemen die ertoe geleid hebben dat op deze post in de begroting 2006 5 000 000 EUR niet is gebruikt; verzoekt het Bureau derhalve om het voorstel van de quaestoren voor de herziening van de regeling voor bezoekersgroepen goed te keuren, om de financiering ervan aan te kunnen passen aan de werkelijke kosten en het aantal bezoekers te verhogen; verzoekt het Bureau ervoor te zorgen dat bij de eerste lezing de nodige kredieten ook worden opgenomen in de raming 2007;

38.

is ingenomen met de meer gebruikersvriendelijke opmaak van de website van het Parlement; is echter van mening dat de toegang tot en de navigatie op de website verbeterd kunnen worden, met name voor niet-deskundige gebruikers; verzoekt de activiteiten van de parlementaire commissies en delegaties gemakkelijker toegankelijk te maken; verzoekt om uiterlijk op 1 september 2006 een evaluatieverslag in te dienen over het functioneren van en de waardering voor de nieuwe website;

Vastgoed

39.

onderstreept dat het beleid inzake de aankoop van onroerend goed en de praktijk van versnelde betalingen voor deze gebouwen vruchten hebben afgeworpen voor de instelling;

40.

stelt vast dat een aantal essentiële kwesties in verband met de aankoop van het WIC-gebouw en het SDM-gebouw in Straatsburg nog niet op adequate wijze zijn verduidelijkt of verantwoord; verwacht dat, wanneer de onderhandelingen worden hervat, het eindresultaat voor de instelling bevredigend is; besluit, in afwachting van de uitkomst van deze onderhandelingen, niet een bedrag van 50 000 000 EUR in post 2003 in te schrijven maar dit bedrag onder te brengen in een onder titel 10 (hoofdstuk 105 „Voorzieningen voor gebouwen”) te creëren reserve voor gebouwen; besluit derhalve om post 2009 („Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling”) te schrappen; de in de reserve opgenomen fondsen worden alleen vrijgemaakt wanneer een reeks nog vast te stellen criteria is vervuld; verzoekt om criteria voor de vrijmaking van reserves overeen te komen met de betreffende commissie; verwacht dat het Bureau uiterlijk op 1 september 2006 concrete voorstellen inzake deze kwestie zal voorleggen;

41.

verzoekt de secretaris-generaal overleg te plegen met de Commissie over een herziening van de financiële regelingen betreffende de „Huizen van Europa” om efficiëntere en evenwichtiger financiële regelingen vast te stellen;

42.

betreurt dat er nog geen kredieten zijn toegewezen aan de onlangs in de begroting 2006 gecreëerde lijn voor voorlichtingsbureaus (artikel 325); verwacht dat de administratie hier aandacht aan zal besteden bij de eerste lezing van de ontwerpbegroting 2007; verzoekt de administratie transparante procedures toe te passen bij de aankoop van gebouwen;

IT en telecommunicatie

43.

stelt vast dat een totaalbedrag van 79 800 000 EUR is uitgetrokken voor uitgaven in verband met informatietechnologie, die als volgt wordt uitgesplitst;

49 800 000 EUR voor het behoud en de exploitatie van bestaande IT- en communicatiesystemen van het Parlement,

22 400 000 EUR voor de bijwerking van de infrastructuur en de ontwikkeling van nieuwe IT-systemen,

7 600 000 EUR voor telecommunicatie;

44.

steunt de uitbreiding van het gebruik van videoconferenties en stemt in met de inschrijving van een bedrag van 1 300 000 EUR voor deze dienst voor het jaar 2007; verzoekt de secretaris-generaal informatie over de meerwaarde van de beoogde uitgaven over te leggen voor de installatie van faciliteiten voor videoconferenties in de 31 voorlichtingsbureaus van het Parlement, samen met informatie betreffende de te verwachten belangrijkste gebruikers en de voordelen van het gebruik van deze dienst;

45.

neemt kennis van het bestaan van twee computercentra (Brussel en Luxemburg); onderstreept dat deze centra niet alleen een aanvullend karakter moeten hebben, maar ook zo moeten worden opgezet dat de centra in noodgevallen voldoende uitgerust zijn om het functioneren van de belangrijkste softwareprogramma's die het Parlement gebruikt te waarborgen;

Veiligheid en bewaking van de gebouwen

46.

stelt vast dat voor post 2026 („Veiligheid van en toezicht op de gebouwen”) een bedrag van 35 321 916 EUR is uitgetrokken, d.w.z. een verhoging van 9,9% ten opzichte van het in de begroting 2006 opgevoerde bedrag, dat hoofdzakelijk het gevolg is van het grotere aantal gebouwen; is van mening dat de locatie van het Parlement in Brussel in vele opzichten een voordeel is voor deze stad; verzoekt bijgevolg de secretaris-generaal maatregelen te nemen om de Belgische staat en de gemeentelijke autoriteiten van Brussel ertoe te brengen dat zij een prominentere rol gaan spelen om de veiligheid van de leden, het personeel en andere personen die in het Parlement werkzaam zijn te waarborgen, ook bij het toezicht op de omgeving van het Parlement;

Meertaligheid

47.

is van mening dat meertaligheid een conditio sine qua non is voor de instelling en haar leden; erkent evenwel dat hoge kosten gemaakt moeten worden voor het behoud van dergelijke uitgebreide vertalings- en vertolkingsdiensten; erkent dat de beheersing van de uitgaven moeilijk is; dringt er bij de secretaris-generaal op aan ervoor te zorgen dat de gedragscode voor meertaligheid door alle betrokkenen in acht wordt genomen, met name bij de planning van vergaderingen; dringt er bij de Conferentie van voorzitters op aan rekening te houden met de budgettaire gevolgen voordat zij het jaarlijks werkprogramma van de commissies en delegaties van het Parlement vaststellen;

48.

verzoekt het Bureau terughoudend te zijn met een besluit over de invoering van extra werktalen, andere dan officiële talen, vooral wanneer dit extra kosten voor het Parlement met zich meebrengt;

49.

neemt kennis van de verhoging van de kredieten in post 102 („Conferentietolken”) en met een verhoging van de kredieten in artikel 142 („Externe dienstverlening”); erkent dat een deel van de verhoging het gevolg is van het inhuren van freelance tolken, het logistiek probleem van het feit dat alle vergaderingen verspreid zijn over een relatief korte periode van drie dagen per week en van de toewijzing van 4 700 000 EUR voor freelance tolken en vertalers als gevolg van de toetreding van Bulgarije en Roemenië; is echter van mening dat de verhoging daarmee niet volledig kan worden verklaard en dringt er bij de secretaris-generaal op aan een uitgebreidere toelichting te verstrekken voor deze uitgaven; heeft besloten om in afwachting van een gedetailleerdere informatie over de gronden van de substantiële verhoging van de kredieten voor post 1402 („Conferentietolken”), een bedrag van 2 000 000 EUR onder te brengen in hoofdstuk 101 („Voorzieningen”);

Andere punten

50.

onderstreept de noodzaak om de kwaliteit, de beschikbaarheid en de doeltreffendheid van diensten van externe dienstverleners te verbeteren; verlangt een herziening van de voorwaarden van lopende contracten en vermelding van noodzakelijke veranderingen in de voor 1 september 2006 geplande inventarisatieprocedure;

51.

verzoekt de secretaris-generaal een bijgewerkt evaluatieverslag in te dienen over het functioneren van de restaurants en kantines in de drie werklocaties van het Parlement;

52.

verzoekt de secretaris-generaal het besluit inzake roken in de gebouwen van het Parlement om gezondheids- en milieuredenen strikt uit te voeren;

53.

is van mening dat in het kader van zijn vaste beleid van bevordering van de gezondheid door middel van sport de kwaliteit en kwantiteit van de faciliteiten die het sportcentrum van het Parlement biedt verbeterd moeten worden, aangezien dit centrum sinds de start ervan in het begin van de jaren '90 niet verder is ontwikkeld, terwijl het aantal mogelijke gebruikers sindsdien is verdubbeld;

*

* *

54.

stemt op dit moment in met een totaalbedrag van 1 377 700 000 EUR voor de raming 2007 van het Parlement; behoudt zich echter zijn definitieve standpunt voor tot de eerste lezing van het Parlement voor de ontwerpbegroting 2007 die in de herfst plaatsvindt;

55.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en het Koninkrijk België.


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(2)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/708/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 269 van 14.10.2005, blz. 24).

(3)  Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0090.

(4)  2 AST 2 in AST 3, 168 AST 3 in AST 4, 15 AST 4 in AST 5, 205 AST 5 in AST 6, 225 AST 6 in AST 7, 30 AST 7 in AST 8, 25 AST 8 in AST 9, 10 AST 10 in AST 11, 57 AD 5 in AD 6, 19 AD 7 in AD 8, 25 AD 12 in AD 13, 2 AD 13 in AD 14.

(5)  1 AD 10 in AD 11, 1 AD 8 in AD 9, 2 AST 7 in AST 8, 1 AST 5 in AST 6, 1 AD 8 in AD 10, 1 AD 6 in AD 10.

P6_TA(2006)0242

Handelsbeleid dat de bijdrage van de handel aan armoedebestrijding maximaliseert

Resolutie van het Europees Parlement over handel en armoede: naar een handelsbeleid dat de bijdrage van de handel aan armoedebestrijding maximaliseert (2006/2031(INI))

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resoluties van respectievelijk 25 oktober 2001 over openheid en democratie in de internationale handel (1), van 13 december 2001 over de WTO-bijeenkomst in Qatar (2), van 3 september 2002 over handel en ontwikkeling, voor uitroeiing van de armoede en voedselveiligheid (3), van 30 januari 2003 over de honger in de wereld en het wegnemen van belemmeringen voor de handel met de armste landen (4), van 12 februari 2003 over de WTO-onderhandelingen over de handel in landbouwproducten (5), van 15 mei 2003 over capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden (6), van 3 juli 2003 over de voorbereiding van de vijfde ministerconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (Cancún, Mexico, 10-14 september 2003) (7), van 4 september 2003 over de Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Handel en ontwikkeling: hulp aan ontwikkelingslanden om de voordelen van handel te benutten (8), van 25 september 2003 over de vijfde ministerconferentie van de Wereldhandelsorganisatie te Cancún (9), van 24 februari 2005 over actie tegen honger en armoede (10), van 12 mei 2005 over de evaluatie van de Doha-Ontwikkelingsronde na het besluit van de Algemene Raad van de WTO van 1 augustus 2004 (11), van 6 juli 2005 over de wereldwijde oproep voor een actie tegen de armoede: laat armoede tot het verleden behoren (12) en van 1 december 2005 over de voorbereiding van de zesde ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie te Hongkong (13),

gelet op zijn standpunt van 9 maart 2005 inzake het voorstel voor een verordening van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (14) en van 1 december 2005 inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van dwanglicenties voor octrooien inzake de vervaardiging van farmaceutische producten voor uitvoer naar landen met volksgezondheidsproblemen (15),

gelet op Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (16),

gezien de mededelingen van de Europese Commissie getiteld „Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken — De bijdrage van de Europese Unie” (COM(2005)0132), „Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken — Financiering voor ontwikkeling en effectiviteit van de hulp” (COM(2005)0133) en „Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken” (COM(2005)0134),

gezien de slotverklaringen van de Parlementaire Conferentie over de WTO van 12 en 15 december 2005 en van 24-26 november 2004,

gezien de op 18 december 2005 te Hongkong aangenomen ministerverklaring van de zesde zitting van de ministersconferentie van de WTO,

gezien het op 1 augustus 2004 aangenomen besluit van de Algemene Raad van de WTO,

gezien de op 14 november 2001 te Doha aangenomen ministerverklaring van de vierde zitting van de ministerconferentie van de WTO,

gezien het verslag-Sutherland over de toekomst van de WTO,

gezien de Millenniumverklaring van de Verenigde Naties van 8 september 2000 die de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) bepaalt als door de internationale gemeenschap vastgestelde criteria ter bestrijding van armoede,

gezien het Verslag over 2005 betreffende de Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de Verenigde Naties,

gezien de conclusies van de wereldtop van de VN van 2005,

gezien het rapport van de VN-millenniumwerkgroep onder leiding van professor Jeffrey Sachs: „Investing in Development: a practical plan to achieve the Millennium Development Goals”,

onder verwijzing naar de resoluties van de Algemene Vergadering van de VN A/RES/46/121, A/RES/47/134, A/RES/49/179, A/RES/47/196, A/RES/50/107,

gezien de in 1979 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen Conventie inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en het bijbehorende optionele protocol,

gezien het op 8 juli 2005 door de Groep van Acht (G8) te Gleneagles bekendgemaakte communiqué,

gezien het verslag van de Raad van de Verenigde Naties over handel en ontwikkeling (UNCTAD), getiteld „Least Developed Countries 2002: Escaping the Poverty Trap”,

gezien het economisch verslag over Afrika 2004 van de Economische Commissie voor Afrika van de VN, getiteld „Unlocking Africa's Trade Potential”,

gezien het feit dat op de wereldtop voor actie tegen honger het „anti-hongerkwintet” werd geformeerd, leidend tot een wereldwijde oproep voor actie tegen armoede, die door de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva op het Sociale Wereldforum in januari 2005 werd gelanceerd,

gezien de verklaring van New York over Actie tegen honger en armoede van 20 september 2004, ondertekend door 111 nationale regeringen, waaronder die van alle EU-lidstaten,

gezien de belofte van de Wereldvoedseltop in 1996 om het aantal mensen die honger lijden tegen het jaar 2015 met de helft terug te brengen,

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0179/2006),

A.

overwegende dat de strijd tegen de armoede een absolute prioriteit is,

B.

overwegende dat de verbanden tussen enerzijds de handel en anderzijds ontwikkeling en armoedebestrijding uiterst complex van aard zijn en afhangen van specifieke omstandigheden waarbij dikwijls vele factoren een rol spelen, zoals de omvang van de binnenlandse markt, de natuurlijke hulpbronnen, de afstanden en de fysische omstandigheden, en met name van de al dan niet bevorderlijke wisselwerking tussen het interne beleid en de externe handel,

C.

overwegende dat handel een instrument is voor ontwikkeling en de uitbanning van armoede, maar meer dan een miljard mensen over de hele wereld, voornamelijk geconcentreerd in de minst ontwikkelde landen nog steeds in extreme armoede leven met minder dan 1 USD per dag en dat tussen de 1,5 en 3 miljard mensen onder de armoedegrens van 2 USD per dag leven, hoewel de economische groei in China en India een spectaculaire daling van het aantal armen heeft opgeleverd zodat het gedeelte van de totale bevolking dat van minder dan 1 USD per dag moet leven in de afgelopen 25 jaar gedaald is van 40 % naar 21 %,

D.

overwegende dat de uitbanning van armoede democratische participatie en veranderingen in de economische structuren vereist, zodat de welvaart eerlijker wordt verdeeld,

E.

overwegende dat armoede wordt gedefinieerd als „een toestand waarin iemand verkeert die wordt gekenmerkt door een aanhoudend of blijvend gebrek aan middelen, capaciteiten, keuzes, veiligheid en zeggenschap dat nodig is om een behoorlijke levensstandaard en andere burgerlijke, culturele, economische, politieke en sociale rechten te genieten”,

F.

overwegende dat het bruto binnenlands product (BBP) per hoofd van de bevolking in alle ontwikkelingslanden in de afgelopen 25 jaar met 30 procent is gestegen, maar dat het verschil in het inkomen per hoofd tussen de armste en rijkste landen van de wereld in diezelfde periode meer dan verdubbeld is,

G.

overwegende dat de hoge bevolkingsaanwas in de ontwikkelingslanden betekent dat de bereikte economische groei in veel gevallen niet toereikend is voor een voldoende stijging van het BBP per hoofd van de bevolking om de armoede in een aantal van de minst ontwikkelde landen beduidend te verminderen,

H.

overwegende dat binnenlandse vrede een noodzakelijke voorwaarde is voor een gunstige relatie tussen handel en armoede en dat goed bestuur, met inbegrip van een goed beheer van de inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen, essentieel is voor binnenlandse vrede; overwegende dat specialisatie in de uitvoer van bepaalde producten zoals diamanten, olie, hout en drugsgewassen gepaard gaat met een groter conflictrisico en dat 60 % van de minst ontwikkelde landen de afgelopen 15 jaar te kampen heeft gehad met binnenlandse conflicten van uiteenlopende ernst en duur, die in de meeste gevallen de kop opstaken na een periode van economische stagnatie en recessie, met ongunstige gevolgen voor de nationale en regionale economische groei op de lange termijn,

I.

overwegende dat het aandeel van de armste landen in de wereldhandel in het afgelopen decennium is gedaald en dat hun afhankelijkheid van producten met een lage toegevoegde waarde en gekenmerkt door grote prijsschommelingen groter is geworden,

J.

overwegende dat er behoefte is aan een rechtvaardig multilateraal handelssysteem dat zich richt op uitbanning van de armoede, volledige werkgelegenheid, versterking van de democratie en bevordering van duurzame ontwikkeling, en dat dit systeem moet berusten op gerichte en evenwichtige regels, omdat dit onontbeerlijk is voor een betere participatie van de armste landen in de internationale handel, voor hun economische diversificatie en voor het vinden van goede reacties op de uitdagingen van de globalisering, terwijl tevens wordt gewaarborgd dat de voordelen daarvan eerlijk worden verdeeld,

K.

overwegende dat zogeheten „ontwikkelingslanden” in feite een heterogene groep landen vormen, waarvan de sociaal-economische situatie, productiestructuren en exportcapaciteiten grote verschillen vertonen, en dat bij het verkrijgen van nieuwe markten voor ontwikkelingslanden op internationaal niveau in een geliberaliseerde omgeving veelal de grootste voordelen gaan naar de opkomende mogendheden, ten nadele van de zwakkere landen met name ten zuiden van de Sahara,

L.

overwegende dat het Europese handelsbeleid jegens derde landen, waarin de nadruk ligt op een gedifferentieerde aanpak van de handel binnen het systeem van handelspreferenties, het de armste landen mogelijk maakt te profiteren van speciale gunstige exportvoorwaarden (lagere invoerheffingen, belastingvrije of lager belaste exportquota, enz.),

M.

overwegende dat blijkens een verslag van de Wereldbank, het milieuprogramma en het ontwikkelingsprogramma van de VN „World Ressources 2005: the wealth of the poor: managing ecosystems to fight poverty” drievierde van de arme mensen van de wereld in plattelandsgebieden [wonen], en ze het enkel en alleen van hun natuurlijke omgeving moeten hebben,

N.

overwegende dat in de minst ontwikkelde landen de landbouw werkgelegenheid en bestaansmiddelen biedt aan meer dan 60 % van de beroepsbevolking, maar tegelijk de sector met de sterkste vertekening is, en dat markttoegang voor landbouwproducten een van de belangrijkste elementen is voor de armoedebestrijding,

O.

overwegende dat de toegang tot natuurlijke hulpbronnen zoals water, grond en energie, tot basisvoorzieningen zoals geneesmiddelen, gezondheid en onderwijs en tot essentiële goederen zoals geneesmiddelen voor arme mensen moeilijk is,

P.

overwegende dat in de ontwikkelingslanden gedurende de afgelopen 30 jaar de chronische honger en de kinderarbeid gehalveerd zijn, de levensverwachting gestegen is van 46 naar 64 jaar en de kindersterfte van 18 naar 8 procent is gedaald; en overwegende dat 70 procent van de bevolking van de ontwikkelingslanden toegang heeft tot schoon drinkwater, vergeleken met 45 procent in 1980,

Q.

overwegende dat er voor de meeste mensen in de meeste MOL's geen rechtstreeks verband is tussen de internationale economie en hun dagelijks leven en bestaansmiddelen en dat een export-georiënteerde groei al snel kan leiden tot „enclavegroei” in landen die industriële producten, mineralen en olie exporteren, wat met name in het oog springt bij de landbouwproducten exporterende MOL's, waar de opbrengsten van de handel in basislevensmiddelen en landbouwproducten voor de producenten dalen, terwijl ze voor de detaillisten stijgen; overwegende dat voor economische groei niet alleen een toename van de export nodig is, maar ook een verbetering van de mogelijkheden voor iedereen om een inkomen te verwerven, in alle economische sectoren en voor iedereen toegankelijk, met name via versterking van de ontwikkelingskoppelingen tussen de landbouw en de overige sectoren,

R.

overwegende dat de armste landen van deze planeet, om te kunnen concurreren met de wereldwijde prijzen voor agrarische producten, worden aangemoedigd zich te concentreren op een klein aantal zuivere exportproducten en dat de daaruit ontstane monoculturen leiden tot het afschaffen van de traditionele voedingsgewassen, waarmee de plaatselijke bevolking zou moeten worden gevoed, en tot een toenemende afhankelijkheid van de invoer van basisproducten en van willekeurig schommelende wereldmarktprijzen;

S.

overwegende dat blijkens een studie op basis van gegevens van de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de VN, de liberalisering van de handel het gebied ten zuiden van de Sahara in de afgelopen 20 jaar 272 miljard USD heeft gekost en dat grootschalige armoede de reeds aanwezige tendensen tot economische stagnatie versterkt; overwegende voorts dat vele landen in de regio bezig zijn met zeer ambitieuze economische hervormingen om zichzelf uit deze armoedeval te bevrijden, maar dat zij hiervoor niet zonder de deskundigheid en de hulp van de internationale gemeenschap kunnen;

T.

overwegende dat de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen en de wereldwijde armoedebestrijding een handelsomgeving vereist waarbij de ontwikkelingslanden daadwerkelijke markttoegang krijgen tot de ontwikkelde landen, eerlijker handelspraktijken, krachtige en behoorlijk gehandhaafde beschermingsregels voor het milieu en maatschappelijke rechten, effectieve hulp bij onhoudbare schulden en een verhoging van niet zozeer de hulpbedragen maar vooral de effectiviteit van de hulp door alle donoren, waarbij deze wordt gekoppeld aan programma's voor hervorming van de economische en sociale structuren en verbetering van het democratisch bestuur,

U.

overwegende dat een vergroting van het exportvolume van de arme landen weliswaar noodzakelijk is, maar op zichzelf nog niet voldoende voor hun ontwikkeling, omdat dit weliswaar helpt de geproduceerde welvaart te vergroten, maar niet automatisch garandeert dat de sociale omstandigheden van de plaatselijke arbeidsbevolking in de productiesector worden verbeterd,

V.

overwegende dat de externe handel een belangrijk instrument voor sociale en economische ontwikkeling kan zijn, mits landen in de eerste fase hun markten kunnen beschermen en hun markten geleidelijk kunnen openstellen, wanneer zij beschikken over een krachtig institutioneel kader en duidelijke sociale en milieuregels; overwegende dat de minst ontwikkelde Afrikaanse landen een diepgaandere en snellere liberalisering hebben doorgevoerd dan de minst ontwikkelde landen in Azië, en dat de laatstgenoemde niettemin over het algemeen beter hebben gepresteerd in termen van armoedebestrijding en ook meer succes hebben gehad bij de ontwikkeling van marktdynamische industriële exportproducten, gedeeltelijk via regionale handel en investeringsbanden en door hun krachtige institutionele kader,

W.

overwegende dat de externe handel een belangrijk instrument voor sociale en economische ontwikkeling is, en dat onderzoeken op basis van gegevens van onder meer het IMF, de Wereldbank en de VN wijzen op een rechtstreeks verband tussen de economische vrijheid van landen en hun welvaart,

X.

overwegende dat liberalisering de bestaande vertekeningen vermindert of wegneemt en een stimulans vormt voor meer investeringen, meer overdracht van technologie en via toegenomen concurrentie ook een grotere economische efficiëntie, en dat de afschaffing van handelsbarrières een belangrijke stimulans kan zijn waardoor de ontwikkelingslanden hun productie verschuiven om te kunnen profiteren van hun concurrentievoordeel van lage arbeidskosten en hun beschikbare hulpbronnen,

Y.

overwegende dat de externe handel een kans kan bieden voor armoedebestrijding, mits het handelsbeleid op zorgvuldige wijze tot stand komt, parallel met aanvullende interne en internationale beleidsmaatregelen,

Z.

overwegende dat in de periode van 1999 tot 2001 de uitvoer en invoer van goederen en diensten gemiddeld goed was voor 51% van het BBP van de minst ontwikkelde landen, meer dan het vergelijkbare percentage in de rijke OESO-landen, dat over dezelfde periode 43 % was, maar dat in het belang van de duurzaamheid de voordelen van de internationale handel vergezeld moeten gaan van investeringen in het fysieke, menselijke, sociale en institutionele kapitaal en moeten worden aangevuld met ondernemerschap, innovatie en technologische vooruitgang, alle afhankelijk van een continue, doeltreffende en doelmatige verschaffing van internationale hulp en van vermindering van de schuldverplichtingen,

AA.

overwegende dat de deelname van de ontwikkelingslanden en met name de minst ontwikkelde landen aan de wereldhandel een van de voornaamste doelstellingen van de ontwikkelingsagenda van Doha vormt,

BB.

overwegende dat de bevordering van vrije en eerlijke handel met milieuregels en sociale regels binnen het multilaterale handelsstelsel, een eerlijke integratie van de ontwikkelingslanden in het wereldhandelsstelsel en een beter functionerende Wereldhandelsorganisatie tot de belangrijke doelstellingen en verantwoordelijkheden van het handelsbeleid van de EU moeten behoren, nu de EU het grootste handelsblok van de wereld en de belangrijkste handelspartner van de ontwikkelingslanden is,

CC.

overwegende dat blijkens recente verslagen van de Commissie bijna 70 % van de tarifaire en nontarifaire belemmeringen van de wereld, in termen van volume, betrekking hebben op de handel tussen ontwikkelingslanden,

DD.

overwegende dat de ontwikkelingslanden in Marrakech zijn overeengekomen onderhandelingen aan te vangen over de diensten, met dien verstande dat volledige flexibiliteit blijft gelden ten aanzien van het al dan niet betrekken van enige dienstensector bij de onderhandelingen,

EE.

overwegende dat de industrielanden 90 % van alle octrooien bezitten en dat dit in het geval van farmaceutische producten dikwijls het oplossen van volksgezondheidskwesties bemoeilijkt,

FF.

overwegende dat een toename van de handel in diensten tussen de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden een gelegenheid vormt voor een belangrijke overdracht van kennis, die ook kan leiden tot verbetering van de toegang tot basisvoorzieningen, communicatie en een goed functionerend banken verzekeringswezen,

GG.

overwegende dat 70 % van de 1,3 miljard mensen die onder de armoedegrens leven, uit vrouwen bestaat; overwegende dat in heel de wereld vrouwen de nodige kansen worden ontzegd om hun economische en sociale situatie te verbeteren, zoals eigendoms- of erfenisrechten of toegang tot onderwijs of banen, terwijl vrouwen tegelijkertijd de extra verantwoordelijkheid hebben om voor de kinderen en het huishouden te zorgen,

HH.

overwegende dat vrouwen in de meeste landen niet in dezelfde mate als mannen toegang hebben tot onderwijs, opleidingen, krediet, technologie en informatie, wat nodig is om hen in staat te stellen te profiteren van de nieuwe economische kansen die uit de internationale handelsexpansie voortvloeien,

II.

overwegende dat de gevolgen van het handelsexpansiebeleid voor vrouwen afhangen van de positie van vrouwen binnen hun lokale, regionale en nationale economie, evenals van hun rol bij de verzorging van welzijns- en zorgdiensten voor hun gezin; overwegende voorts dat werk voor vrouwen de sleutel blijft tot economische onafhankelijkheid en verstrekkende gevolgen heeft voor de positie van de vrouw in de maatschappij in het algemeen,

JJ.

overwegende dat in veel ontwikkelingslanden vrouwen uit de onderste lagen van de samenleving hun inkomen vooral verdienen in de kleinschalige landbouw of in de uitvoergerichte textiel- en kledingindustrie,

KK.

overwegende dat wanneer vrouwen meer zeggenschap hebben over de besteding van het familieinkomen, er in verhouding meer wordt geïnvesteerd in onderwijs voor hun kinderen, gezondheidszorg en voedsel, hetgeen de armoedebestrijding ten goede komt,

LL.

overwegende dat welvaartschepping essentieel is voor maatschappelijke vooruitgang en dat de EU de grootste exporteur en de op één na grootste importeur van de wereld is en dat haar invloed, zowel binnen de WTO als via haar bilaterale en regionale overeenkomsten, richting geeft aan het internationale handelsbeleid en handelsregels,

1.

waarschuwt dat de wereldwijde kosten van het mislukken van de uitroeiing van de armoede reusachtig zijn in termen van menselijk leed, instabiliteit, conflicten, terugkerende rampen, internationale misdaad, drugshandel, economische stagnatie, illegale migratie en vroegtijdige sterfte;

2.

is van mening dat handel concrete kansen kan helpen creëren voor de ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen, maar dat dit alleen kan leiden tot daadwerkelijke uitbanning van armoede en succesvolle ontwikkeling, wanneer die handel door goed intern beleid wordt geflankeerd;

3.

erkent dat het beginsel van het vrije verkeer van goederen en diensten een doeltreffend middel kan zijn om arme landen te helpen zich te ontwikkelen, op voorwaarde dat er specifiek rekening wordt gehouden met hun problemen en belangen;

4.

verzoekt de Commissie in haar internationale agenda prioriteit toe te kennen aan de handhaving van de handelsregels en het recht op ontwikkeling, met name ten aanzien van de milieuregels en sociale regels, ten einde bij te dragen aan de uitroeiing van de onderliggende oorzaken van de armoede;

5.

wenst een volledige beoordeling van de effecten van het huidige handelsbeleid op het milieu, kwetsbare sectoren zoals bosbouw en visserij en de armoede in de ontwikkelingslanden en in de EU en een volledige beoordeling van de extra kosten die de douanebescherming en de handelsbelemmeringen in het huidige Europese handelsbeleid veroorzaken voor de Europese consument en van de belemmeringen die ze opwerpen voor de ontwikkeling van de arme mensen in de ontwikkelingslanden van deze wereld;

6.

benadrukt dat eerlijke handel een doeltreffend instrument kan zijn om armoede te bestrijden; is evenwel van mening dat bij de bestrijding van armoede het belangrijkste doel voor de huidige onderhandelingen over het wereldhandelsstelsel en de economische partnerschapsovereenkomsten moet liggen in de verwezenlijking van alle acht VN-MOD's voor ontwikkeling;

7.

roept de ontwikkelingslanden met klem op de handel te integreren in hun nationale beleid voor ontwikkeling en armoedebestrijding, maar is ook van oordeel dat handelsmaatregelen zodanig moeten worden ontworpen dat ze de interne strategieën van de ontwikkelingslanden voor ontwikkeling en armoedebestrijding niet doorkruisen;

8.

vestigt de aandacht op de mededeling van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van december 2005 waarin wordt benadrukt dat microfinanciering een rol kan vervullen bij de bestrijding van armoede en schuldenslavernij en ook als instrument dat kan bijdragen aan de uitbanning van kinderarbeid door de gezinsinkomens te vergroten, en wenst dat onderzoek wordt gedaan naar de doeltreffendheid en het daadwerkelijke potentieel van microfinanciering;

9.

is er vast van overtuigd dat de handel samen met gewone hulp en schuldhulp essentieel is voor het bereiken van de MOD's tegen 2015, maar wijst erop dat tussen nu en 2015 aanzienlijke bedragen aan publieke ontwikkelingshulp nodig zullen zijn om deze gezamenlijke ambitie te kunnen realiseren en pleit daarom voor onderzoek met het oog op het vinden van nieuwe en duurzame financieringsmechanismen die de verwezenlijking van deze doelstellingen mogelijk maken;

10.

verwelkomt de aankondiging van de voorzitter van de Commissie van oktober 2005 dat hij maatregelen zal nemen ten behoeve van de slachtoffers van de globalisering binnen de EU, in de vorm van specifieke programma's; is van mening dat die programma's vergezeld moeten gaan van een versterking van de sociale regels en milieuregels in de EU en van de controle op naar de EU geïmporteerde productiegoederen of in de EU verleende diensten;

11.

is ingenomen met het op de bovenvermelde G8-topconferentie bereikte akkoord over een volledig financieel en economisch totaalplan voor vooruitgang in Afrika, waar zich het merendeel van de extreme armoede concentreert en met name met het besluit om het schuldensaldo van de arme landen met een zware schuldenlast aan het IMF, de Wereldbank en het Afrikaanse ontwikkelingsfonds volledig kwijt te schelden als manier om de MOD's voor ontwikkeling dichterbij te brengen, maar beklemtoont dat dit initiatief zich ook moet uitstrekken tot die ontwikkelingslanden die in de praktijk hebben laten zien dat ze werken aan de vermindering van corruptie en vergroting van de transparantie en dat ze de middelen die ten gevolge van de kwijtschelding van schulden vrijkomen, inzetten voor strategieën ten behoeve van armoedebestrijding;

12.

is ingenomen met de door Commissielid Mandelson in zijn verklaring van 9 februari 2006 in Mauritius geuite bereidheid om voor de arme landen een gedifferentieerde benadering te hanteren, afhankelijk van de verschillen in hun ontwikkelingsniveaus, en een stelsel van tariefpreferenties waarin die verschillen ook worden verdisconteerd;

13.

is ingenomen met het feit dat de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en de arme landen asymmetrisch zijn ten gunste van de laatstgenoemde en is van mening dat betrekkingen van deze aard de basis moeten vormen voor de regulering van de handel op mondiaal niveau; roept de Commissie op binnen de WTO te pleiten voor de invoering van een aantal afzonderlijke coëfficiënten om de verlagingen van de invoerheffingen te berekenen in overeenstemming met de situatie van de betrokken groep landen;

14.

roept de Commissie op te ijveren voor een consequent tariefbeleid waarmee een gedifferentieerd handelsbeleid zal kunnen worden gehandhaafd om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van de kwetsbaarste landen, en verzoekt de Commissie met het oog hierop een redelijke mate van algemene douanebescherming te behouden om voor deze landen de voordelen te behouden die zij op grond van het stelsel van algemene preferenties genieten, omdat zij deze voordelen nodig hebben om voldoende middelen over te houden voor de modernisering van hun productiestructuren;

15.

herinnert eraan dat de EU in het kader van de Overeenkomst van Cotonou heeft toegezegd te zullen ijveren voor duurzame ontwikkeling en de uitbanning van armoede in de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de zogenaamde ACS-landen); is voorts van oordeel dat de EU als belangrijke speler in de wereldhandel in de multilaterale instellingen ertoe kan bijdragen om de positie van de ontwikkelingslanden te versterken door een coherenter en alomvattender beleid gestalte te geven in overeenstemming met artikel 178 van het EG-Verdrag; benadrukt echter dat ook andere internationale donoren een belangrijke bijdrage leveren;

16.

onderstreept het belang van verlichting van de overheidsschuld van de MOL door de schuld geleidelijk kwijt te schelden voor die regeringen die de mensenrechten eerbiedigen, het beginsel van goed bestuur in acht nemen en tevens van uitbanning van de armoede en economische ontwikkeling een prioriteit maken;

17.

verzoekt de EU het voortouw te nemen bij het uitwerken en helpen uitvoeren van regelingen die een einde kunnen maken aan de schuldenlast zodat de millenniumdoelstellingen kunnen worden gerealiseerd;

18.

stelt vast dat volgens de UNCTAD de 50 minst ontwikkelde landen (MOL) — meer dan een derde van alle ACS-landen — in 2004 meer dan 11% van de wereldbevolking vertegenwoordigden (742 miljoen), maar slechts 0,6% van het mondiale BBP;

19.

is van mening dat het essentieel is dat het recht op ontwikkeling van de inwoners van arme landen wordt gewaarborgd en niet alleen de belangen van de overheden van die landen en dat arme landen zelf hun ontwikkelingsstrategieën en economische beleid moeten kunnen bepalen; is van mening dat het recht op industrialisering behoort tot het recht op ontwikkeling en dat derhalve ieder land, en met name de ontwikkelingslanden, waar de ontwikkeling van de industrie nog in een pril stadium verkeert, het recht heeft zijn industrie te reguleren om op te treden tegen sociale dumping of milieudumping; is echter van mening dat dit er niet toe mag leiden dat dergelijke landen hun uit internationale verdragen en contracten voorvloeiende verplichtingen niet nakomen;

20.

constateert dat uit recente studies van de UNCTAD en andere organisaties blijkt dat de verregaande liberalisering van de handel in de MOL in onvoldoende mate geleid heeft tot een duurzame en substantiële terugdringing van de armoede en een verslechtering van de handelsbalans van de ontwikkelingslanden, met name de Afrikaanse landen, in de hand heeft gewerkt; waarschuwt voor de gevolgen van het volledig wegvallen van de douane-inkomsten in deze landen; benadrukt dat deze landen het recht hebben zelf te bepalen in welk tempo zij hun markten voor de diverse sectoren openstellen;

21.

is van mening dat op de zesde ministersconferentie van de WTO enige vooruitgang is geboekt op het gebied van speciale producten (SP), speciale garantiemechanismen (SSM) en speciale en gedifferentieerde behandeling (SDT), ten einde rekening te houden met de bezorgdheid van de ontwikkelingslanden over de gevolgen van de liberalisering van de handel en het wederkerigheidsbeginsel, maar beklemtoont dat er nog een hele weg moet worden afgelegd; benadrukt dat bij de onderhandelingen over de voorwaarden voor tariefverlagingen voor de handel in landbouw- en industrieproducten onverkort aan de SDT moet worden vastgehouden, zodat de armere ontwikkelingslanden genoeg tijd krijgen om hun industrialiseringprocessen te consolideren;

22.

verzoekt de regeringen van de ontwikkelingslanden nationale ontwikkelingsstrategieën te formuleren en uit te voeren waarvan de handel een integrerend bestanddeel is, omwille van een effectieve armoedebestrijding, en merkt op dat deze inspanningen door de internationale ontwikkelingspartners moeten worden ondersteund in de vorm van financiële en technische bijstand om zowel de publieke als particuliere handelscapaciteiten op te bouwen;

23.

roept de minst ontwikkelde landen op een geleidelijke economische overgang te bevorderen waarin duurzame economische groei in toenemende mate berust op de mobilisering van binnenlandse hulpbronnen, het aantrekken van directe buitenlandse investeringen en de benutting van de financiële markten, en er daarnaast voor te zorgen dat de import in toenemende mate kan worden betaald uit de export in plaats van uit de hulpstroom; merkt op dat de mogelijkheden hiervoor het grootst zijn wanneer internationale hulp, schuldhulp, handelspreferenties en maatregelen ter bevordering van directe buitenlandse investeringen en technologie-overdracht alle tegelijk hun werk doen in het belang van ontwikkeling en armoedebestrijding;

24.

vraagt de regeringen van de ontwikkelingslanden, en met name de minst ontwikkelde landen die afhankelijk zijn van landbouwexporten, maatregelen te nemen tegen de toenemende bevolkingsdruk op het grondareaal en de verarming van het milieu, waarbij de omvang en opbrengst van de boerderijen te klein worden om de gezinnen nog te kunnen onderhouden, in de vorm van de ontwikkeling van arbeidsintensieve handelsgoederen buiten de landbouw en technologische veranderingen in de activiteiten voor het levensonderhoud; merkt op dat dit kan worden gecombineerd met de bestrijding van het probleem van de „enclavegroei” via de ontwikkeling van de handelsinfrastructuur, zoals binnenlands transport en communicatie, en grotere binnenlandse marktintegratie en de ontwikkeling van nieuwe exportproducten waaronder industriële producten en toerisme;

25.

benadrukt dat de EU meer werk moet maken van initiatieven ten behoeve van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, om te komen tot een concept van bindende regels en aansprakelijkheden voor Europese bedrijven die in derde landen handel drijven of produceren, in lijn met de mensenrechten en de ILO-normen;

26.

nodigt de EU uit om bij haar duurzaamheidsbeoordelingen van handelsakkoorden met name ook rekening te houden met de gevolgen van de handel in afvalstoffen om regels te formuleren voor schadelijk afval;

27.

acht het noodzakelijk om de handelsbetrekkingen tussen de ontwikkelingslanden zelf te ontwikkelen, een Zuid-Zuid-interregionale dimensie tot stand te brengen, plaatselijke markten in het leven te roepen en de toegang van de bevolking tot goederen en diensten te verbeteren, maar vooral de toegang tot essentiële voorzieningen als drinkwater, gezondheidszorg, energie, vervoer en onderwijs veilig te stellen door middel van openbare investeringsprogramma's in overeenstemming met de MOD's;

28.

is van mening dat het gebrek aan economische integratie en de hoge tarifaire en non-tarifaire belemmeringen voor de handel tussen de ontwikkelingslanden onderling een rem zetten op alle factoren die aan de ontwikkeling van deze landen zouden kunnen bijdragen; is van mening dat een grotere mate van openstelling van de handel tussen de landen van het zuiden voordelen voor de ontwikkelingslanden zou opleveren; merkt echter ook op dat de minst ontwikkelde landen in het zuid-zuidhandelsverkeer gemarginaliseerd kunnen raken, en pleit derhalve voor regionale directe buitenlandse investeringen, overdracht van technologie en goedkopere kredieten vanuit de verder gevorderde ontwikkelingslanden ten behoeve van de minst ontwikkelde landen en voor driehoeksrelaties met ontwikkelde landen en speciale voorzieningen in het kader van regionale akkoorden; wijst op het belang van het creëren van regionale markten; is van oordeel dat verder gevorderde landen een goed voorbeeld moeten geven door de handelsbarrières neer te halen in het belang van de handel tussen de arme landen;

29.

verwelkomt de uitvoering door de Europese Unie van het initiatief „Alles behalve wapens”, op grond waarvan de minst ontwikkelde landen hun gehele productie zonder invoerheffingen of quota naar de Europese markt kunnen exporteren, en roept alle ontwikkelde landen en vergevorderde ontwikkelingslanden dringend op dit voorbeeld te volgen; is in dezen ingenomen met het akkoord van die strekking dat tijdens de recente WTO-onderhandelingen in Hongkong is bereikt, maar betreurt dat er nog steeds beperkingen kunnen worden gehandhaafd op een aantal producten die voor de minst ontwikkelde landen juist van groot belang zijn;

30.

waarschuwt voor het reële risico dat het initiatief „Alles behalve wapens” op frauduleuze wijze kan worden misbruikt door middel van onregelmatige vormen van driehoekshandel, die het evenwicht op de markten en de rentabiliteit van de prijzen gevaarlijk zal verstoren zonder dat daar reële voordelen tegenover staan voor de plaatselijke arbeidsbevolking in de productiesector in de arme landen;

31.

verzoekt de Commissie met klem de openstelling van de markten te steunen door adequate maatregelen te nemen voor een regulering van de handel die deze gevaren uit de weg ruimt, stelt met het oog hierop voor dat het initiatief „Alles behalve wapens” wordt aangevuld met een vrijwaringsclausule die de maximale hoeveelheid exporten uit de betrokken landen koppelt aan hun daadwerkelijke productiecapaciteit en verzoekt de Commissie snel stappen te zetten voor een flinke verbetering van de kwaliteit van de controlemechanismen voor geografische aanduidingen en benamingen van oorsprong;

32.

verzoekt de Commissie meer doorzichtigheid na te streven in de internationale handelsbesprekingen en oog te hebben voor met de problemen van die ontwikkelingslanden die onvoldoende capaciteit hebben om een groot aantal handelsbesprekingen tegelijk te voeren en de noodzakelijke deskundigheid op het gebied van handelsbesprekingen te verschaffen waarmee deze landen beter en effectiever kunnen onderhandelen;

33.

is van mening dat een passend handelsbeleid binnen een multilateraal kader essentieel is voor de armoedebestrijding en dat de belangrijkste beleidskeuzen die een rol spelen bij de armoedebestrijding kunnen worden gegroepeerd rondom een drietal belangrijke onderwerpen:

markttoegang en herbalancering van de regels voor interne steun en uitvoersteun;

erkenning, „operationalisering” en implementatie van de bijzondere en gedifferentieerde behandeling en flexibele regelingen ten behoeve van de ontwikkeling;

mainstreamen van de ontwikkelingsdimensie in een groter aantal beleidslijnen die niet tot de „klassieke” handelsinstrumenten behoren;

34.

benadrukt het belang van technische bijstand en programma's voor capaciteitsopbouw die kunnen vertrouwen op een duurzame financiering, met name om de ontwikkelingslanden te helpen bij het formuleren van hun handelsbelangen en het voeren van handelsbesprekingen, en verwelkomt in dit verband de verbeterde organisatiegraad en het toenemende vertrouwen bij de ontwikkelingslanden, vooral de minst ontwikkelde;

35.

benadrukt het belang van capaciteitsopbouw op het gebied van de handel om de ACS-landen in staat te stellen hun behoeften vast te stellen en strategieën uit te werken, van overleg en ondersteuning van regionale integratie en van assistentie bij dit proces, met name met als doel diversificatie te bevorderen, regionale integratie te ondersteunen door de capaciteit inzake productie, bevoorrading en handel op te voeren, aanpassingskosten te compenseren en hun potentieel te vergroten om investeringen aan te trekken terwijl opkomende plaatselijke industrieën worden beschermd;

36.

is ingenomen met de verruiming van het „aid-for-trade”-programma, dat niet beperkt blijft tot de MOL, maar tot andere ontwikkelingslanden werd uitgebreid; betreurt echter dat deze eerder toegekende steun nu afhankelijk wordt gesteld van bijkomende toegevingen op handelsgebied van de zijde van de landen die hulp ontvangen; benadrukt dat deze hulp met nieuwe middelen moet worden gefinancierd en niet gepaard mag gaan met een verschuiving van reeds voor andere ontwikkelingsinitiatieven (zoals de MOD's) gereserveerde middelen;

37.

verzoekt de Commissie met klem een speciaal programma om de landen ten zuiden van de Sahara te helpen op gebieden zoals de toegang tot water, geneesmiddelen, openbare diensten en landbouw en de overdracht van kennis door middel van verschillende manieren, inclusief meer handel in diensten;

38.

is blij met de nieuwe ontwikkelingsstrategie van de Commissie voor Afrika, die verder gaat dan de traditionele humanitaire hulp en zich richt op economische en sociale reorganisatie, en verzoekt de Commissie en de lidstaten nauw samen te werken aan de verwezenlijking van deze strategie;

39.

benadrukt het belang van adequate technische bijstand voor de ontwikkelingslanden en tevens de noodzaak om zwakke en kwetsbare economieën te steunen bij de integratie van de handel in hun nationale ontwikkelingsbeleid en hun armoedebestrijdingsstrategieën;

40.

pleit voor een grotere flexibiliteit ten aanzien van de overgangsperioden waarop ontwikkelingslanden recht hebben bij het aangaan van verplichtingen op grond van regionale overeenkomsten binnen het kader van de GATT;

41.

merkt op dat de landbouw in de meeste ontwikkelingslanden nog steeds de voornaamste bron van inkomen en werkgelegenheid is, met name voor de arme bevolkingsgroepen, en benadrukt derhalve het belang van het aanbod van de EU om haar exportresubsidies uiterlijk tegen 2013 af te schaffen; stelt met klem dat een vergelijkbaar initiatief van andere WTO-leden nodig is; roept de EU op om te blijven pleiten voor de afschaffing van de overige, soms verkapte vormen van exportsteun, zoals uitvoerkredieten, voedselhulp, staatsondernemingen, enz., zodat de bestaande ongelijkheden in de handel tussen het Noorden en het Zuiden kunnen worden gecorrigeerd en om de landbouw van armere landen winstgevender te maken;

42.

verwelkomt het besluit om de exportsubsidies tegen 2013 af te schaffen en pleit er opnieuw voor meer haast te maken met de uitvoering van de reeds genomen besluiten; dringt er echter bij de Commissie op aan de gesprekken voort te zetten om te bepalen hoe nationale landbouwsubsidies en -tarieven in alle industrielanden kunnen worden teruggedrongen, daar deze exportsubsidies slechts 3,5 % van de totale landbouwsteun van de EU uitmaken;

43.

benadrukt het belang van basisproducten als suiker, bananen en katoen voor de ontwikkelingslanden; verzoekt de EU de ontwikkelingslanden de nodige bijstand voor de hervorming van hun suikersector te verlenen; betreurt ten zeerste dat er in Hongkong geen goede oplossing voor het katoenvraagstuk is gevonden;

44.

brengt in herinnering dat het behoud van biodiversiteit een sleutelfactor is voor het natuurbehoud en de bestrijding van plant- en dierziekten en dat een op voorzorg gerichte aanpak van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's), en dat een onbeperkt gebruik van traditionele zaden en kennis in de landbouw van alle landen en regio's een legitiem alternatief is;

45.

verzoekt de Commissie te zorgen voor meer samenhang tussen haar handelsbeleid en haar beleid inzake ontwikkelingssamenwerking, gerichte hulp te bieden bij het opbouwen van handelscapaciteiten zodat de export en import kunnen blijven groeien en in balans kunnen blijven, zodat een nieuwe schuldencrisis in de toekomst wordt vermeden, en de regeringen van de ontwikkelingslanden te helpen bij:

het handhaven en ontwikkelen van openbare diensten om zo de grootste kwellingen van de armoede, zoals epidemieën, analfabetisme, drinkwatertekorten en het ontbreken van rioolzuivering te bestrijden;

het bevorderen van de noodzakelijke voorwaarden voor welvaartschepping zoals toegang tot energie en de ontwikkeling van infrastructuren, met name voor informatie- en communicatietechnologieën;

46.

is van mening dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen commerciële diensten en openbare diensten en benadrukt dat de openbare diensten buiten de werking van GATS moeten blijven, met name diensten die bijdragen aan de toegankelijkheid van essentiële publieke goederen als gezondheidszorg, onderwijs, drinkwater en energie en diensten die van belang zijn voor de culturele identiteit, zoals audiovisuele diensten;

47.

benadrukt het belang, ook voor de ontwikkelingslanden, van verbetering van de markttoegang voor dienstverleners, terwijl tegelijkertijd voor alle WTO-leden de mogelijkheid behouden moet blijven om hun eigen dienstensector te reguleren in overeenstemming met GATS, waartoe ook de mogelijkheid behoort om basissectoren als de gezondheidszorg, het onderwijs en audiovisuele diensten vrij te stellen; betreurt dat binnen de WTO-onderhandelingen tot dusver geen specifiek kader voor de diensten is vastgesteld, met name voor sectoren die van belang zijn voor de exportmogelijkheden van de ontwikkelingslanden; wenst op dit terrein aanzienlijke vorderingen te zien;

48.

roept de Commissie op volledige flexibiliteit te waarborgen op het gebied van de diensten en ieder land de vrijheid te laten bepaalde diensten al dan niet in de lijst van te liberaliseren diensten op te nemen;

49.

roept de Commissie op een handelsbeleid voor diensten te voeren dat bevorderend werkt op de mobiliteit van natuurlijke personen in de ontwikkelingslanden en bijdraagt aan de toegankelijkheid van die typen diensten die de ontwikkeling en armoedebestrijding kunnen stimuleren;

50.

benadrukt dat de armste ontwikkelingslanden enige speelruimte moet worden gegund ten aanzien van de mate van wederkerigheid bij de openstelling van de markten, zodat de kwetsbaarste landen worden beschermd doordat ze zelf kunnen bepalen in welk tempo hun liberalisering plaatsvindt;

51.

benadrukt de noodzaak van beschikbaarheid van betaalbare geneesmiddelen voor de ontwikkelingslanden, terwijl tegelijkertijd ook rekening wordt gehouden met de belangen van de fabrikanten;

52.

benadrukt dat armoede grotendeels een vrouwenprobleem is („feminisering van de armoede”) en benadrukt dat de effecten van het handelsbeleid op gendergebied moeten worden bekeken om tot beleid te kunnen komen dat de diverse marginaliserende factoren tot staan brengt en terugdraait; deze factoren zijn onder meer concentratie van grondeigendom in handen van mannen, migratie van mannen naar stedelijke gebieden en toename van de armoede op het platteland, vernietiging van plaatselijke markten, concentratie van laagbetaalde en laaggeschoolde banen voor vrouwen in exportsectoren, enz.; hiertoe dienen stimulansen te worden geboden en maatregelen van positieve discriminatie te worden genomen, gericht op regeringen en (geheel of gedeeltelijk) Europese bedrijven;

53.

roept op tot een systematische analyse van de genderdimensie van de handelsexpansie waarin de verschillende tendensen worden onderzocht en waarin rekening wordt gehouden met de complexiteit van de betrokken kwesties en factoren, zoals de toegang van vrouwen tot economische en technische hulpmiddelen, hun participatie op de arbeidsmarkt, de mate van discriminatie, discriminatiepatronen en de genderkloof op de arbeidsmarkt, de toegang van vrouwen tot onderwijs en hun opleidingsniveau en hun toegang tot gezondheidszorg en sociaal-culturele hulpmiddelen;

54.

constateert dat vrouwen in verhouding minder profiteren van de mogelijkheden die handelsliberalisering en globalisering bieden, terwijl zij tegelijkertijd eerder de negatieve gevolgen ondervinden; pleit er daarom voor dat de EU in haar programma's voor handelsgerelateerde assistentie specifiek aandacht besteedt aan de verruiming van de kansen van vrouwen om aan het (internationale) handelsverkeer deel te nemen;

55.

constateert dat in handelsonderhandelingen die de Europese Commissie in bilateraal en multilateraal verband namens de lidstaten voert, niet of nauwelijks wordt geëvalueerd wat de gendergerelateerde impact van toekomstige handelsafspraken zijn en roept de Commissie op standaard een genderanalyse te houden over de impact van de Europese voorstellen in handelsonderhandelingen op macro- en microniveau;

56.

verzoekt de internationale economische instellingen en de Commissie maatregelen en programma's in te voeren ter bevordering van de rol van de vrouwen in het economisch leven in de ontwikkelingslanden, met name door de ondernemingszin aan te moedigen via onderwijs en het verlenen van financiële bijstand, waaronder microkredieten;

57.

is van oordeel dat sociale ontwikkeling een hoeksteen van het handelsbeleid is en roept alle relevante internationale organisaties en overheden op om alle vormen van discriminatie weg te nemen, inclusief genderongelijkheden en -barrières en loondiscriminatie, om te erkennen dat betaald zwangerschapsverlof een recht is en om een minimumloon vast te leggen; roept ertoe op dat organisaties die vrouwelijke werknemers vertegenwoordigen, bij het overlegproces worden betrokken;

58.

doet een beroep op de sociale verantwoordelijkheid van de actoren binnen de internationale handel en verzoekt de bevoegde instellingen om specifieke maatregelen te nemen teneinde personen in een kansarm milieu eerlijke toegang te verschaffen tot gezondheidssystemen, behoorlijke huisvesting, water, gerecht, onderwijs, opleiding, levenslang leren, sport en cultuur, om zo te vermijden dat ze vroegtijdig de school verlaten en een naadloze overgang van de school naar de arbeidsmarkt mogelijk te maken;

59.

is van oordeel dat handelsakkoorden moeten voldoen aan alle bestaande internationale overeenkomsten over mensen- en vrouwenrechten, ecologische duurzaamheid en het recht op ontwikkeling en de uitbanning van armoede;

60.

wijst erop dat een internationaal handelsstelsel dat in dienst staat van de ontwikkeling en de armoedebestrijding ook zal bijdragen aan sociale vooruitgang en aan goede werkgelegenheid, dat de handelsregels geen inbreuk mogen maken op de sociale normen van de ILO en dat de bestrijding van alle vormen van uitbuiting op het werk (met name het verbod op dwangarbeid en kinderarbeid) naast eerbiediging van de vrijheid van vakvereniging essentieel is om een eerlijk handelsstelsel op te zetten dat oog heeft voor eenieders belangen; benadrukt nogmaals de noodzaak van onderzoek naar de wisselwerking tussen handel en maatschappelijke kwesties;

61.

roept de Commissie op om in toekomstige onderhandelingen over verdere openstelling van de markten ook andere dan zuiver commerciële criteria te betrekken om te voorkomen dat de uitbreiding van de handel ten koste gaat van de arbeidsvoorwaarden van de plaatselijke bevolking, en verzoekt de leden van de ILO gemeenschappelijke regels voor de ontwikkelingslanden vast te stellen, waarbij de exacte aard van deze regels en de planning van de toepassing samen met de ontwikkelingslanden moeten worden vastgelegd;

62.

benadrukt dat de WTO de besluiten van de ILO moet respecteren en stelt in dat verband voor dat wanneer de ILO besluit tot oplegging van sancties, de landen daarvoor gebruik moeten kunnen maken van hun handelsinstrumenten, zoals vrijwaringsclausules, tijdelijke wijziging van de douanetarieven of antidumpingmaatregelen;

63.

benadrukt dat armoedebestrijding en de bevordering van duurzame ontwikkeling tot de kernpunten van de onderhandelingen over de EPA moeten behoren;

64.

onderstreept het belang om de multilaterale handelsorganisaties in stand te houden en te versterken; zegt eens te meer dat in het kader van de WTO, het forum waar een op eerlijke regels gebaseerd internationaal handelsstelsel vorm moet krijgen, in het bijzonder de nadruk moet worden gelegd op het versterken van de onderhandelingscapaciteiten van de ontwikkelingslanden om hen in staat te stellen hun handelsbelangen beter te behartigen en deze in de wereldeconomie in te passen;

65.

roept opnieuw op tot een verstrekkende hervorming van de WTO om deze beter te integreren in het bredere kader van het mondiaal bestuur en wenst meer coördinatie en samenhang te zien tussen de diverse internationale instellingen die zich bezighouden met handel, ontwikkeling en ontwikkelingsfinanciering, waaronder ook de organen van de Verenigde Naties met verantwoordelijkheid voor menselijke ontwikkeling, gezondheid, arbeid en milieu, zulks met het oog op de verwezenlijking van de MOD's en de consolidatie van de inspanningen om armoede uit te bannen en kansen voor iedereen te bieden;

66.

wenst dat het Parlement als legitieme vertegenwoordiger van de burgers van de Europese Unie wordt betrokken bij de akkoorden over de internationale handel;

67.

benadrukt dat de bestrijding van de armoede nauw verbonden is met de bescherming van de mensenrechten, de vorming van democratische instellingen en een democratisch bestuur;

68.

is verheugd over de verklaring van 14 september 2005 op de topconferentie van de VN over de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling in New York, waarin wordt voorgesteld de invoering te overwegen van een internationale solidariteitsbijdrage die wordt besteed aan de bestrijding van aids, tuberculose en malaria, waarmee de internationale gemeenschap haar beloften aan de armste landen eindelijk zou inlossen, terwijl ook de door de globalisering geproduceerde nieuwe welvaart eerlijker zou worden verdeeld;

69.

is van oordeel dat niet alleen handel, maar vooral economische ontwikkeling en investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die goederen en diensten leveren, in de toekomst voor meer welvaart kunnen zorgen; roept met name de Europese Investeringsbank op meer programma's voor deze doelgroepen te ontwikkelen;

70.

benadrukt het belang van steun aan de MOL bij de terugdringing van de bureaucratie teneinde het binnenlandse bedrijfsleven te stimuleren en buitenlandse markten aan te boren, met name door plaatselijke gemeenschappen, parlementen en de civiele samenleving in de ontwikkelingslanden bij de democratische processen te betrekken;

71.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB C 112 E van 9.5.2002, blz. 326.

(2)  PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 290.

(3)  PB C 272 E van 13.11.2003, blz. 277.

(4)  PB C 39 E van 13.2.2004, blz. 79.

(5)  PB C 43 E van 19.2.2004, blz. 248.

(6)  PB C 67 E van17.3.2004, blz. 255.

(7)  PB C 74 E van 24.3.2004, blz. 861.

(8)  PB C 76 E van 25.3.2004, blz. 435.

(9)  PB C 77 E van 26.3.2004, blz. 393.

(10)  PB C 304 E van 1.12.2005, blz. 277.

(11)  PB C 92 E van 20.4.2006, blz. 397.

(12)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0289.

(13)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0461.

(14)  PB C 320 E van 15.12.2005, blz. 145.

(15)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0454.

(16)  PB L 169 van 30.6.2005, blz. 1.

P6_TA(2006)0243

Energie-efficiëntie (Groenboek)

Resolutie van het Europees Parlement over het Groenboek inzake energie-efficiëntie „Meer doen met minder” (2005/2210(INI))

Het Europees Parlement,

gezien het Groenboek van de Commissie inzake energie-efficiëntie „Meer doen met minder” (COM(2005)0265),

gezien Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen (1),

gezien Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt (2),

gezien Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten (3),

gezien Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten (4),

gezien Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en de standaardproductinformatie van huishoudelijke apparaten (5),

gezien het voorstel van de Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en van de Raad betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007 tot 2013) (COM(2005)0119) (het zogeheten zevende kaderprogramma),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 maart 2001 over een mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Actieplan voor energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap (6),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 juli 2000 over het tweede verslag van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement over de stand van zaken bij de liberalisering van de energiemarkten (7),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie vervoer en toerisme (A6-0160/2006),

A.

overwegende dat energie-efficiëntie de relatie tussen geleverde en verbruikte energie is,

B.

overwegende dat het energieverbruik historisch gezien altijd aan economische groei gekoppeld is geweest en dat een verbeterde energie-efficiëntie leidt tot een ontkoppeling van de positieve correlatie tussen energieverbruik en economische output, waardoor de energie-intensiteit van de economie wordt verbeterd,

C.

overwegende dat een verbeterde energie-efficiëntie tot besparing van energie kan leiden,

D.

overwegende dat energie-efficiëntie het ruimste, snelste en goedkoopste antwoord op de uitdagingen van energiezekerheid, stijgende en volatiele energieprijzen en milieubescherming is,

E.

overwegende dat het energieverbruik in de EU jaarlijks met gemiddeld 1% is gestegen en de energieintensiteit de afgelopen 35 jaar met een derde is afgenomen, maar dat dit cijfer recentelijk sterk is gedaald,

F.

overwegende dat de Commissie heeft berekend dat de EU 20 % van haar huidige energieverbruik op een kostenefficiënte manier kan besparen, maar daarbij is uitgegaan van studies die geen rekening houden met de hoge energieprijzen van nu en in de toekomst,

G.

overwegende dat een lagere energie-intensiteit geen vermindering van de groei van het BBP met zich meebrengt,

H.

overwegende dat energie-efficiëntie in belangrijke mate tot de verhoging van het concurrentievermogen en de tewerkstellingsgraad in de EU en tot de verwezenlijking van de Lissabon-doelstellingen bijdraagt,

I.

overwegende dat het geschatte bruto-energieverbruik in gebouwen 27 %, in het vervoer 20 % en in de industrie 18% van het totale verbruik bedraagt,

J.

overwegende dat het energieverbruik in 2004 in de industrie 28 %, in het vervoer 31% en in gebouwen 41 % van het totale energieverbruik in de EU van de 25 lidstaten bedroeg,

K.

overwegende dat de elektrische overbrengings- en distributieverliezen gemiddeld 10 à 12% bedragen, afhankelijk van de afstand tussen de leverancier en de verbruiker, terwijl de verliezen bij warmteoverbrenging en -distributie meer gevarieerd zijn en niet alleen van de afstand, maar ook van de isolatiemethode afhangen ,

L.

overwegende dat een Europees geharmoniseerd en onbureaucratisch benchmarkingsysteem een nuttig hulpmiddel kan zijn om de winst van energie-efficiëntie te meten,

M.

overwegende dat er al verscheidene wetteksten over energie-efficiëntie van kracht zijn , dat een nieuwe wettekst nog dit jaar zal worden omgezet en dat de eerste nationale actieplannen voor energie-efficiëntie van de lidstaten tegen 1 juni 2007 klaar moeten zijn,

N.

overwegende dat een juiste omzetting van de bestaande richtlijnen aanzienlijk zou bijdragen aan het verbeteren van de energie-efficiëntie en aldus de energie-intensiteit van onze economie op een kostenefficiënte manier zou verlagen;

O.

overwegende dat de juiste omzetting en volledige tenuitvoerlegging van de bestaande richtlijnen aanzienlijk zouden bijdragen aan het verbeteren van de energie-efficiëntie en aldus de energie-intensiteit van onze economie op een kostenefficiënte manier zouden verlagen,

P.

overwegende dat er geen kaderrichtlijn voor energie-efficiëntie in het vervoer is,

Q.

overwegende dat de nieuwe overeenkomst over het financiële kader de begroting voor O&O aanzienlijk heeft verminderd,

R.

overwegende dat er voor de verbruikers enerzijds energiezuinige apparaten en technologieën (zoals lampen, bewegingsgevoelige lichtschakelaars, warmtepompen, intelligente, op afstand aangestuurde meetsystemen en zogeheten gas top boxes) en anderzijds energiediensten beschikbaar zijn, maar dat de marktpenetratie van die goederen en diensten te wensen overlaat, hoewel in de Lissabon-strategie sterk de nadruk wordt gelegd op steun aan startende ondernemingen voor schone technologie, die als een nieuwe mogelijke bron van werkgelegenheid worden beschouwd,

S.

overwegende dat een ambitieus energie-efficiëntiebeleid noodzakelijk is om de kloof tussen de technische mogelijkheden en hun praktische toepassing te dichten,

T.

overwegende dat de verantwoordelijkheid van de industrie om aan energie-efficiëntieverbeteringen en aan de beperking van de CO2 -uitstoot bij te dragen, moet worden bekeken tegen de achtergrond van steun aan efficiënt produceren, uitstootnormen en de ontwikkeling van innovatieve technologieën,

U.

overwegende dat veel verbruikers vinden dat zij te weinig over efficiënt energieverbruik en over de echte kostprijs van energie weten, maar dat zij wel bereid zouden zijn hun gewoonten in dezen te veranderen als verschillende tariefopties zouden worden aangeboden en als ze aan de hand van een uitgebreid etiketteringssysteem meer te weten zouden komen over de energie-efficiëntie van apparaten en voertuigen,

V.

overwegende dat de Europese Unie tegen 2020 de meest duurzame en energie-efficiënte economie ter wereld zou moeten zijn,

W.

overwegende dat de Europese, nationale, lokale en regionale niveaus en alle belanghebbenden en onafhankelijke deskundigen op het gebied van energie-efficiëntie nauw moeten samenwerken,

1.

dringt er bij de lidstaten op aan de Europese richtlijnen op het gebied van energie-efficiëntie volledig uit te voeren, vooral die betreffende de energieprestatie van gebouwen, de bevordering van warmtekrachtkoppeling, de liberalisering van de energiemarkten, de energie-efficiëntie bij het eindgebruik en de energiediensten;

2.

verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de lidstaten alle bestaande EU-wetgeving op het gebied van energie volledig ten uitvoer leggen; stelt voor de inbreukprocedures voor de instellingen te bespoedigen om de geloofwaardigheid bij de handhaving van het Europees recht te vergroten;

3.

herinnert eraan dat het EU-streefdoel om tegen 2020 20 % energie te besparen nu al voor de helft zou zijn verwezenlijkt als de lidstaten de bestaande EU-wetgeving volledig ten uitvoer zouden leggen;

4.

roept de Commissie op duidelijke en toegankelijke informatie over de stand van zaken bij de tenuitvoerlegging van de EU-energierichtlijnen te verstrekken en verzoekt de Commissie maandelijkse updates te maken en deze op de website van het Directoraat-generaal Energie en vervoer van de Commissie te plaatsen;

5.

verzoekt de Commissie de wisselwerking tussen verschillende wetgevingsonderdelen (bijvoorbeeld richtlijnen inzake de handel in emissierechten, grote verbrandingsinstallaties, geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, warmtekrachtkoppeling, enz.) bij de bevordering van energie-efficiëntie en haar impact op de betrokken bedrijfstakken te onderzoeken;

6.

6 verzoekt de Commissie onmiddellijk op te treden in die gevallen waarin ze dat op basis van de bestaande richtlijnen onder de comitologieprocedure kan doen; wijst in dit verband op de verplichting van de Commissie om binnen het kader van Richtlijn 2005/32/EG tegen mei 2007 zogeheten uitvoeringsmaatregelen toe te passen op de productengroepen die tegen geringe kosten in hoge mate kunnen bijdragen aan de vermindering van broeikasgasemissies;

7.

kijkt met belangstelling uit naar het actieplan voor energie-efficiëntie van de Commissie en zal er in het bijzonder op letten of dit verenigbaar is met eerdere wetgeving;

8.

roept de Commissie op in het actieplan voor energie-efficiëntie diverse energie-efficiëntiescenario's op te stellen, zodat de impact op het energieverbruik, de energiemix en de vermindering van CO2-uitstoot kan worden ingeschat;

9.

legt de nadruk op het feit dat de olieprijs waarop de energiebesparingsdoelstelling van 20 % in het Groenboek is gebaseerd, nu beduidend hoger ligt, wat tot een aanzienlijke verhoging van de kosteneffectiviteit van de maatregelen inzake energie-efficiëntie leidt; roept de Commissie daarom op de besparingsdoelstelling dienovereenkomstig te verhogen;

10.

roept de Commissie op in het actieplan voor energie-efficiëntie praktische maatregelen op Europese en nationale schaal voor te stellen;

11.

roept de Commissie op een samenhangende strategie voor te leggen inzake het waarborgen van energieleveringen, het vergroten van de energie-efficiëntie en het promoten van hernieuwbare energiebronnen; meent dat de verschillende beleidsvelden elkaar moeten aanvullen wat betreft dit onderwerp en dat het, gezien de vele initiatieven, regels en projecten die al op EU-niveau bestaan, in veel gevallen onmogelijk is voor de consument om hun respectievelijke doelstelling te herkennen;

12.

is van mening dat verhoogde investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energiebesparende technologieën van cruciaal belang zijn omdat dit sleutelinstrumenten zijn om de vraag naar energie te verminderen, klimaatverandering te bestrijden en de energievoorziening te waarborgen, en dat de EU ook aanzienlijk zou kunnen profiteren van de export van dergelijke technologieën naar landen waarvan de verwachte exponentiële energieconsumptietoename hen zal dwingen aanzienlijke bedragen te investeren in milieutechnologieën; dringt er daarom op aan dat het zevende kaderprogramma omvangrijke middelen waarborgt ten behoeve van deze technologieën;

13.

verzoekt de Commissie in nauw overleg met de lidstaten en het Europees Parlement en ten volle rekening houdend met de wetenschappelijke en economische feiten, een ambitieuze, maar realistische streefwaarde van 20 % meer energie-efficiëntie tegen 2020 te bepalen en afzonderlijke streefwaarden voor de verschillende bedrijfstakken vast te leggen en daarbij rekening te houden met nationale omstandigheden en met alles wat de lidstaten in het verleden al hebben bereikt en met hun vermogen zich aan te passen aan op handen zijnde wetgeving of reeds van kracht zijnde, maar nog niet uitgevoerde wetgeving;

14.

benadrukt dat de streefwaarde van 9% in negen jaar die in Richtlijn 2006/32/EG louter een minimale streefwaarde kan zijn; benadrukt ook dat het besparingsstreefdoel in elk land, ondanks uiteenlopende ontwikkelingen, duidelijk meer dan een procent per jaar bedraagt; acht het noodzakelijk grotere energiebesparingen te eisen als het energieverbruik, zoals verwacht, blijft stijgen;

15.

wenst dat de Commissie bekijkt welke effecten haar ter discussie voorgelegde voorstellen op de minder bevoorrechte burgers zullen hebben; merkt met name op dat sommige belastingvoorstellen hen buiten proportie dreigen te belasten;

16.

onderstreept dat lidstaten een nationaal actieplan inzake energie-efficiëntie met verplichte, ambitieuze en realistische jaarlijkse doelstellingen moeten aannemen; roept de lidstaten op adequate subsidie te verstrekken aan de uitvoerende instanties en werkprogramma's op nationaal en lokaal niveau;

17.

stelt voor dat de Commissie een effectbeoordeling uitvoert van de administratieve kosten van de invoering van een controlesysteem voor energie-efficiëntiewinst; meent dat voor elk wetgevend initiatief met betrekking tot energie-efficiëntie het kosten-batenbeginsel moet worden toegepast en dat daarbij aandacht moet worden geschonken aan de economische kosten van de opwarming van de aarde en energiezekerheid, aangezien energie-efficiëntie een belangrijke rol speelt bij de vermindering van de CO2-uitstoot en in het veilig stellen van de energievoorziening;

18.

pleit ervoor dat de Commissie de verwachte voordelen systematisch beoordeelt en de voorgestelde maatregelen volgens voorkeur rangschikt, waarbij voorrang moet worden gegeven aan die gebieden en initiatieven die onmiddellijk zichtbare resultaten geven, en de lidstaten en hun burgers een positief beeld krijgen; is van mening dat dit ook in de nationale actieplannen moet worden weerspiegeld;

19.

is van oordeel dat de lokale energie- en milieuagentschappen ook financieel moeten worden gesteund, te weten via de oprichting van een fonds voor energie-efficiëntie dat vooral op nationaal verspreide projecten en programma's is gericht; acht het bovendien noodzakelijk de rol te bevorderen en bekend te maken van professionele facilitators of deskundigen die over een uitgebreide kennis van energiezaken en de relevante technologieën beschikken, veel contacten hebben in de verschillende betrokken bedrijfstakken en als tussenpersoon tussen overheidsinstanties en investeerders in de bedrijfstak kunnen fungeren;

20.

is van mening dat bij de invulling van het Cohesiefonds en van de structuurfondsen, alsook bij de ondersteuningsprogramma's van de Europese Unie met lokale en regionale betrokkenheid rekening moet worden gehouden, vooral bij de integratie van het programma „Intelligente energie — Europa” in het kaderprogramma „Concurrentievermogen en innovatie”;

21.

roept de Commissie op maatregelen inzake energie-efficiëntie te herzien teneinde ervoor te zorgen dat deze door de consument worden geaccepteerd en dat de inspanningen worden geconcentreerd op die maatregelen die zo snel mogelijk zichtbaar succesvol kunnen zijn;

22.

roept ertoe op alle maatregelen toe te passen met oog naar de impact op de kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) en hun concurrentievermogen; beklemtoont de belangrijke rol die het MKB bij de toepassing van energie-efficiënte mogelijkheden in de industrie speelt; beseft dat het het MKB waarschijnlijk veel moeite zal kosten om de door de Europese wetgeving vereiste energie-efficiëntiemaatregelen toe te passen; verzoekt de Commissie deze kwestie nauwlettend in het oog te houden en, voor zover dat technisch mogelijk en economisch uitvoerbaar is, de nodige bijstand te verlenen, niet alleen in de vorm van communautaire steun, maar ook door het MKB te helpen bij de toegang tot informatie en de uitwisseling van ideeën over de beste beschikbare technologieën en werkwijzen;

23.

wijst op de noodzaak om inspanningen ter verbetering van de energie-efficiëntie met overheidsmiddelen te ondersteunen; is van mening dat overheidsfinanciering alleen mag worden verleend als deze onontbeerlijk is, vooral in de startfase van acties, waarna deze moet worden stopgezet en door marktmechanismen moeten worden vervangen;

24.

beseft dat nieuwe lidstaten het moeilijk kunnen hebben in de nodige financiering voor de toepassing van een aantal kostenefficiënte energie-efficiëntiemaatregelen te voorzien, gezien de op voorhand te betalen kosten die met deze maatregelen gepaard gaan, vooral in de huisvestingssector; roept de Commissie derhalve op ervoor te zorgen dat via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) de nodige structurele financiering voor huisvesting ter beschikking wordt gesteld en er ten minste voor te zorgen dat de nieuwe lidstaten tot 10% van alle EFRO-middelen voor de verbetering van de energie-efficiëntie in de huisvestingssector kunnen aanwenden;

25.

blijft van oordeel dat het voltooien van de liberalisering van de energiemarkten essentieel is om het concurrentievermogen te verbeteren, de energieprijzen aan te pakken en de zekerheid van de energievoorziening en de energie-efficiëntie te verbeteren en roept de Commissie er derhalve toe op de verwezenlijking van het liberaliseringsproces in de lidstaten intensiever op te volgen en te bevorderen, maar schaart zich achter de instelling van een meer evenwichtig kader voor de bevordering van investeringen om de innovatie en het concurrentievermogen te verbeteren; merkt op dat het regulerende vermogen van de lidstaten en de EU in dit kader moet worden verbeterd;

26.

meent dat economische prikkels en financiering van doorslaggevend belang zijn om nieuwe investeringen in nieuwe energieproducten en -diensten aan te moedigen; meent dat het doel van financiële prikkels derhalve precies en duidelijk moet worden vastgelegd en dat daarbij onder andere met het concurrentievermogen van Europese producten en diensten rekening moet worden gehouden;

27.

roept de Commissie op een wetgevend kader te scheppen dat het potentieel van hoogefficiënte cogeneratie- installaties (vooral voor industrieel gebruik) en micro-cogeneratie voor het MKB ten volle ondersteunt en aanmoedigt; verzoekt de lidstaten de richtlijn inzake warmtekrachtkoppeling ten uitvoer te leggen op een manier die een realistische en economisch haalbare aanpak weerspiegelt en geen drempels voor dit soort investeringen opwerpt; roept de lidstaten er bovendien toe op de toepassing van bestaande technologieën — zoals trigeneratie- die de energie die nu in de industrie en bij de energieproductie wordt verloren ten volle te benutten en uit te breiden;

28.

dringt er bij de lidstaten op aan de richtlijn inzake warmtekrachtkoppeling volledig ten uitvoer te leggen om de aanzienlijke energiebesparingen die warmtekrachtkoppeling kan bieden, daadwerkelijk te realiseren en roept op tot een Europees initiatief inzake warmtekrachtkoppeling ter aanvulling van de richtlijn om in de komende jaren duidelijke en zichtbare resultaten te garanderen; is van mening dat de bevordering van warmtekrachtkoppeling in alle aanverwante EU-beleidsdomeinen (zoals milieu, onderzoek, onderwijs, mededinging, industrie, handel en regionaal beleid) moet worden geïntegreerd;

29.

is van mening dat fiscale maatregelen doeltreffend kunnen zijn als prikkel en als afschrikkingsmiddel en dienen te worden gebruikt ter bevordering van energie-efficiëntie en om de invoering van energie-efficiënte oplossingen te versnellen; benadrukt echter dat het beginsel „de vervuiler betaalt” ook in het belastingstelsel moet worden opgenomen;

30.

is van oordeel dat belastingheffing een prominente rol speelt in het verhogen van energie-efficiëntie; meent dat ervoor moet gezorgd worden dat de nationale belastingssystemen van de lidstaten energie-efficiënte praktijken positief discrimineren;

31.

is van mening dat multilaterale banken en openbare financiële instellingen een fonds voor energieefficiëntie moeten oprichten dat geld aan energie-efficiëntieprojecten toekent; neemt het standpunt in dat streefdoelen inzake energie-efficiëntie ook in andere beleidsmaatregelen op bedrijfstakniveau moeten worden opgenomen, vooral in het fiscaal, vervoers- en cohesiebeleid; vindt dat innovatieve financieringsplannen en contractuele hulpmiddelen (zoals microkredieten en joint ventures tussen particuliere ondernemingen en gemeenten) moeten worden voorgesteld met het oog op de actieve betrokkenheid van lokale partners en besluitvormers;

32.

is op basis van de positieve ervaringen met huishoudelijke apparaten van mening dat moet worden onderzocht of de etikettering inzake energie-efficiëntie of andere oplossingen om de consument te informeren, ook op andere producten kunnen worden toegepast;

33.

roept de Commissie en de lidstaten op lokale autoriteiten te stimuleren om innovatieve stappen te nemen die een efficiënt gebruik van energiebronnen verzekeren, waaronder het opvoeren van de energieproductie uit alternatieve bronnen door middel van belastingverlaging en verhoogde financiële steun van de EU;

34.

is van mening dat er prikkels zouden moeten zijn om de infrastructuur en de onderlinge verbindingen te verbeteren, zodat de overbrenging- en distributieverliezen kunnen worden teruggedrongen; vindt dat de opwekkingspunten rationeel over de nationale grondgebieden zouden moeten worden verspreid en zo dicht mogelijk bij de verbruikspunten moeten staan; merkt op dat hernieuwbare energiebronnen bijzonder geschikt zijn voor gedecentraliseerde energieopwekking;

35.

merkt op dat de overbrenging en distributie van elektrische energie verantwoordelijk is voor een verlies van meer dan 10% van de geproduceerde elektriciteit; wijst op het feit dat dit verlies in sommige lidstaten meer dan 20 % van de geproduceerde elektriciteit bedraagt; roept de lidstaten op dringend actie te ondernemen om het verlies in de overbrenging- en distributienetwerken van elektrische energie te minimaliseren;

36.

dringt er bij de lidstaten op aan om Richtlijn 2002/91/EG onverwijld uit te voeren; verzoekt de Commissie de impact van deze richtlijn op het energieverbruik en op de economie snel te evalueren en bij positieve resultaten de mogelijkheid te overwegen om het bereik van de richtlijn geleidelijk uit te breiden tot alle bestaande gebouwen, in het bijzonder om te verzekeren dat alle woongebouwen met een oppervlakte van minder dan 1000 m2 ook gedekt worden door een verplichting om de energie-efficiëntienormen van onderdelen (bijvoorbeeld dakisolatie, ramen) op het peil van de huidige nieuwe bouwnormen te brengen zodra het onderdeel in kwestie wordt gerenoveerd, en zich daarbij baserend op soortgelijke initiatieven in de lidstaten;

37.

dringt er bij de Commissie op aan bij de volgende herziening van Richtlijn 2002/91/EG meer te doen om het gebruik van passieve of natuurlijke licht-, koelings- en verwarmingsbronnen te stimuleren en voor te stellen het bereik van de richtlijn niet te beperken tot gebouwen in de engste zin van het woord, maar uit te breiden tot stedelijke structuren en ruimtes;

38.

beklemtoont het aanzienlijke belang van nationale actieplannen voor energie-efficiëntie en de noodzaak deze aan het brede publiek bekend te maken, zodat de samenleving, niet-gouvernementele organisaties, de industrie en politici bij het opstellen en de controle daarvan een invloedrijke rol kunnen spelen;

39.

dringt aan op een Europees initiatief inzake gebouwen dat de verbetering van de energieprestatienormen voor nieuwe gebouwen coördineert en voorziet in prikkels om de renovatie van bestaande gebouwen te versnellen; is van mening dat bijzondere aandacht aan passieve verwarming en koeling dient te worden geschonken; is voorts van mening dat het initiatief, om de economische efficiëntie te maximaliseren, ook de werkzaamheden van architecten, projectontwikkelaars en lokale politici moet coördineren en in opleidingen voor bouwmanagers moet voorzien;

40.

benadrukt de noodzaak het toepassingsbereik van Richtlijn 2002/91/EG uit te breiden tot significante renovatiemaatregelen voor gebouwen van om het even welke afmetingen en een adequate financiering te bieden om de renovatie van gebouwen met het hoogste besparingspotentieel te versnellen; meent dat, zo mogelijk, deze projecten met de renovatie van de bijbehorende blokverwarmingssystemen moeten worden gecombineerd, al zij erkend dat blokverwarmingssystemen onder een kritieke populatiedrempel niet uitvoerbaar zijn;

41.

is van oordeel dat het opknappen en moderniseren van blokverwarmingssystemen evenals warmtekrachtkoppeling krachtig dient te worden ondersteund door middel van duidelijke doelstellingen en stimulansen;

42.

dringt er op aan dat de gebouwen van de Europese instellingen voldoen aan de hoogste normen op het vlak van energie-efficiëntie, zodat deze gebouwen het centrum van innovatie worden;

43.

meent dat de lidstaten bij het toepassen van verplichte energie-efficiëntiemaatregelen in de publieke sector een voortrekkersrol moeten spelen, onder andere door bij het vernieuwen van hun voertuigenpark voor het openbaar vervoer zuinige voertuigen te kopen en door bij grote renovaties aan gebouwen de efficiëntienormen toe te passen en bijvoorbeeld ook energie-efficiëntiecriteria in de contracten voor overheidsopdrachten op te nemen; verwelkomt in dit opzicht de invoering van nationale actieplannen voor energie-efficiëntie;

44.

is van mening dat deze actieplannen na een effectbeoordeling, voorzover mogelijk, kostenefficiënte, coherente en marktcompatibele raamvoorwaarden moeten scheppen; is bovendien van mening dat de actieplannen verenigbaar moeten zijn met de rol van elke speler in de energiemarktstructuur;

45.

verwelkomt privaat-publieke partnerschappen omdat deze goede resultaten kunnen opleveren; merkt op dat door het nastreven van het gemeenschappelijke doel om de energie-efficiëntie in de EU te verhogen het gecombineerde effect van een krachtenbundeling van de publieke en particuliere sector groter is dan de som van de afzonderlijke inspanningen (bijvoorbeeld in informatiecampagnes en de verspreiding van beste werkwijzen);

46.

roept de Commissie op haar steun te verlenen aan het ontstaan van een vrije markt voor energiediensten die wordt gekenmerkt door transparantie en gelijke behandeling van alle operatoren en die ervoor kan zorgen dat energiebedrijven de commerciële mogelijkheden van energie-efficiëntie verder ontwikkelen en hen ertoe kan aanzetten in belangrijke mate aan een lager energieverbruik bij te dragen;

47.

roept de Europese instellingen op een positief voorbeeld te stellen door de uitstoot van broeikasgassen bij hun diverse activiteiten te beperken door middel van een hogere energie-efficiëntie in kantoorgebouwen en voor alle gebruikte apparaten, door het gebruik van voertuigen met een lage koolstofuitstoot, enz.; meent dat speciale inspanningen moeten worden geleverd in verband met de reisactiviteiten van de leden van het Europees Parlement, onder andere door de veelvoud aan locaties van het Europees Parlement te heroverwegen, voertuigen met een lage koolstofuitstoot te gebruiken, enz.;

48.

roept de Commissie en de lidstaten op om een hoog niveau van energie-efficiëntie deel uit te laten maken van de selectiecriteria voor openbare aanbestedingen;

49.

wijst erop dat leveranciers van energiediensten via prestatiecontracten voor energiebesparing de diensten kunnen leveren die nodig zijn voor de renovatie van gebouwen in verband met energie-efficiëntieverbeteringen, zonder dat de contractant begininvesteringen hoeft te doen;

50.

is van mening dat in het kader van de herziening van de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ten behoeve van het milieu stappen kunnen worden ondernomen om investeringen in energie-efficiëntiemaatregelen verder aan te moedigen;

51.

wijst erop dat EU-fondsen voor regionaal beleid ook gebruikt kunnen worden om interregionale projecten te financieren die know-how overbrengen naar lidstaten en regio's welke niet over geavanceerde technologie voor energie-efficiëntie beschikken;

52.

herinnert de lidstaten eraan dat, samen met de Commissie en haar initiatieven inzake „energieeducatie”, de voorlichting van burgers ook een nationale, regionale en lokale verantwoordelijkheid is en roept hen op zich meer in te spannen om de voorlichting aan burgers en de particuliere sector te vergemakkelijken; is van mening dat informatie over de beschikbaarheid van bestaande en kostenefficiënte technologie en over de toenemende grondstoffenschaarste hiervan deel moet uitmaken; roept de Commissie op samen met de betrokken nationale, regionale en lokale instellingen een Europese informatie- en bewustmakingscampagne over de beste werkwijzen op het gebied van energie-efficiëntie en zogeheten networks of excellence te ondersteunen;

53.

wijst nogmaal op het belang van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (8) (de EU-richtlijn inzake de handel in emissierechten) voor het aanzetten tot energie-efficiëntieverbeteringen in de industrie, de vermindering van de CO2-uitstoot en de naleving van de Kyoto-verplichtingen van de EU van nu en van na 2012; vraagt dat de luchtvaartsector in de regeling voor de handel in emissierechten van de EU wordt opgenomen;

54.

roept de lidstaten, regio's en lokale overheidsinstanties op een einde te maken aan de administratieve rompslomp die burgers en de particuliere sector beletten op overheidsprikkels voor een efficiënter energieverbruik in te gaan;

55.

merkt op dat gemeentelijk afval veel chemische energie bevat die economisch kan worden gebruikt als de milieubeschermingsvoorwaarden ook worden verbeterd;

56.

benadrukt dat er aanzienlijke kolenreserves zijn en dat de technologie voorhanden is om deze op een doeltreffende en schone manier te verbranden en om deze in gas en dieselolie om te zetten;

57.

vestigt de aandacht van de lidstaten op de noodzaak om oude verwarmings- en opwekkingsinstallaties te moderniseren;

58.

meent dat, aangezien de EU verschillende tijdszones kent, grensoverschrijdende elektriciteitsnetwerken een positieve impact op de energievoorziening op momenten van piekverbruik zullen hebben en de verliezen door de noodzaak om de productiecapaciteit op peil te houden aanzienlijk zullen dalen;

59.

roept de lidstaten en regio's met grote industriële agglomeraties op de mogelijkheden van warmtekrachtkoppeling en de hoeveelheid ongebruikte energie in die gebieden te bekijken;

60.

roept de Commissie op om ten volle gebruik te maken van de ervaringen die tussen de lidstaten zijn opgedaan bij de projecten SAVE en „Intelligente energie — Europa”„en om de inspanningen ervan te verveelvoudigen door het verspreiden en delen van de optimale werkwijzen;”

61.

verwelkomt het CARS21-initiatief van de Commissie en is van mening dat een geïntegreerde benadering van vervoer noodzakelijk is; stelt echter dat deze benadering niets mag afdoen aan de verplichtingen van de belanghebbenden; benadrukt het belang van en de behoefte aan een kaderrichtlijn voor energieefficiëntie in het vervoer; roept de Commissie en de lidstaten op nationale initiatieven voor duurzaam vervoer voor te stellen waarin stadsmobiliteit, treininfrastructuur, efficiënte auto's en de overstap naar andere vervoersmiddelen centraal staan; is van mening dat de EU na een evaluatie van de vrijwillige overeenkomsten met de autosector de bestaande efficiëntienormen van auto's moet evalueren en indien nodig nieuwe efficiëntienormen moet voorstellen;

62.

meent dat van een energiebeoordeling van de werking van steden op het gebied van stedelijk vervoer en in het bijzonder van onderlinge verbindingen, een prioriteit moet worden gemaakt en dat dit een van de criteria voor steun van de structuurfondsen moet worden;

63.

merkt op dat moderne nieuwe luchtvaarttuigen reeds aanzienlijk minder olie verbruiken, maar dringt er niettemin op aan dat onderzoek op dit vlak wordt versneld;

64.

herinnert eraan dat ruwweg 59 % van de in 2004 in Europa geconsumeerde olie door de transportsector is gebruikt, en de overige 17 % in gebouwen, 16% voor niet-energetische doeleinden en 8% in de industrie; merkt op dat de Commissie verwacht dat de energievraag in de transportsector tot 2030 met minstens 30 % groeit, met een toename tot 5% per jaar voor luchtvervoer, waardoor de uitstoot en de afhankelijkheid van geïmporteerde energie wordt verhoogd;

65.

roept, wat de vervoersector betreft, op tot een alomvattende strategie om het gebruik van fossiele brandstoffen in de vervoersector geleidelijk uit te bannen en de CO2-uitstoot van die sector te minimaliseren, onder meer door een aanzienlijke verhoging van productie en gebruik van de laatste ontwikkelingen op het gebied van biobrandstoffentechnologie in overeenstemming met de biobrandstoffenstrategie van de Commissie en door veel hogere fiscale stimuleringsmaatregelen voor voertuigen met een lage uitstoot, zoals reeds voorgesteld door de Commissie in haar voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de belasting van personenauto's (COM(2005)0261);

66.

is van mening dat de Commissie dringend voorstellen moet indienen voor duurzame langetermijnverbeteringen op het gebied van energie-efficiëntie en -besparing in de vervoersector, waaronder wetgevingsvoorstellen om ervoor te zorgen dat a) het brandstofverbruik van auto's en bestelbusjes twee keer zo efficiënt wordt; b) het verkeer over de weg en door de lucht verschuift naar verkeer over het spoor en het water en (c) er meer openbaar vervoer komt;

67.

is van mening dat de groei van het vervoer, met name het wegvervoer, een van de grootste belemmeringen is die het beteugelen van de energievraag van Europa in de weg staan; roept de Commissie op de vooruitgang op grond van het vrijwillige akkoord met Europese autofabrikanten te onderzoeken, en, indien nodig, aanvullende maatregelen te overwegen om de gestelde doelstellingen te halen;

68.

meent dat grote wagenparken, met name in grote steden, goede mogelijkheden bieden voor de bevordering van nieuwe en efficiëntere oplossingen voor stedelijke mobiliteit; roept de lidstaten op openbare aanbesteding en belastingverlaging te gebruiken voor de bevordering van efficiëntere vervoermiddelen, en zo bij te dragen aan de opbouw van markten voor schonere en efficiëntere voertuigen en brandstoffen;

69.

roept de lidstaten op markttransformatieprogramma's te bevorderen die de verspreiding van de meest efficiënte, beschikbare technologieën, zoals warmtekrachtkoppeling, en van de nieuwste technologieën, zoals apparaten van energie-efficiëntieklasse „A+/A++”, op de markt bespoedigen en verzoekt de Commissie de invoering van de „top runner”-aanpak in Europa te overwegen;

70.

is voorstander van de harmonisatie van normen in de interne markt door middel van de introductie van etiketteringssystemen en vergelijkende evaluaties, maar wijst op de noodzaak om in de context van internationale handelsbesprekingen deze normen om te zetten op internationaal niveau;

71.

verzoekt de Commissie op geregelde tijdstippen basisinstrumenten als de etikettering en de energieefficiëntienormen opnieuw te bekijken en te herzien, zodat deze de actuele technologische ontwikkelingen blijven weerspiegelen;

72.

beklemtoont het belang van een Europese markttransformatie voor apparaten, kantooruitrusting, consumentenelektronica en industriële machines om de energie-efficiëntie te verhogen; meent dat dit realiseerbaar is via de invoering van strengere minimumnormen, geleidelijke openbare aanbestedingsprogramma's, doelgerichte informatiecampagnes en betere energie-etikettering;

73.

neemt het standpunt in dat het stelsel van verhandelbare „witcertificaten” momenteel niet verder moet worden ingevoerd, aangezien de resultaten van de handel in emissierechten eerst moeten worden afgewacht en de regeling voor handel in emissierechten op basis van de ervaringen tot op heden moet worden geoptimaliseerd;

74.

benadrukt dat de gevolgen van het stelsel van witcertificaten nauwkeurig moeten worden vastgesteld vóór de mogelijke introductie ervan; merkt op dat er ook andere manieren zijn om dezelfde besparingen te bewerkstelligen;

75.

roept de Commissie op de mogelijkheden van energiebesparing in de landbouwsector te onderzoeken en deze in haar initiatieven op dit gebied te integreren;

76.

roept de Commissie en de lidstaten op de verspreiding te bevorderen van producten en technologieën die ervoor zorgen dat goederen en apparaten alleen energie verbruiken wanneer dit nodig is (bijvoorbeeld bewegingsgevoelige verlichting en apparaten zonder slaapstand);

77.

roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat hun systemen voor markttoezicht streng en doeltreffend zijn zodat apparaten die niet aan de bestaande etiketteringsvoorschriften van de EU voldoen, niet meer op de EU-markt terechtkomen;

78.

dringt aan op spoedige invoering van een ’energieverbruik per kilometer’-etiket voor de transportsector opdat consumenten een energiebewuste keuze kunnen maken tussen bijvoorbeeld trein, vliegtuig en auto;

79.

meent bovendien dat het etiketteersysteem van de EU voor auto's moet worden versterkt door maatregelen om de marktpenetratie van voertuigen die een lage CO2 uitstoot hebben en/of op biowaterstof rijden te bevorderen, evenals bredere maatregelen, zoals een betere handhaving van de snelheidslimiet, de verbetering van weg- en verkeersbeheersystemen en infrastructuur, evenals de ondersteuning van een verbeterde rijvaardigheid;

80.

meent dat grote uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling op nationale en EU-schaal noodzakelijk zijn om het potentieel qua energie-efficiëntie te benutten en bekritiseert in dit verband de beslissing van de staatshoofden en regeringsleiders over het financiële kader voor 2007-2013 en de daaruit voortvloeiende inkorting van de begroting van het zevende kaderprogramma; meent dat het essentieel is dat de EU het goede voorbeeld geeft door de onderzoeksuitgaven op het gebied van energie-efficiëntie binnen het zevende kaderprogramma als een prioriteit te beschouwen en daarbij rekening houdt met het aanzienlijk potentieel qua energie-efficiëntiewinst, vermindering van de uitstoot en een wereldmarkt voor nieuwe en zuinige apparaten en systemen en afziet van een verlaging van de begroting van het zevende kaderprogramma op het gebied van energie-efficiëntie; verlangt dat de lidstaten, de industrie en het zevende kaderprogramma succesvolle demonstraties op al deze gebieden realiseren; meent dat het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie een belangrijke rol moet spelen bij het bevorderen en het op de markt brengen van nieuwe technologieën;

81.

benadrukt dat de relevante Europese financiële instrumenten (zoals de structuurfondsen, het Cohesiefonds, onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's en het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie) grotere prioriteit moeten geven aan investeringen in energiebesparing en energie-efficiëntie; roept de internationale financieringsinstellingen, zoals de Europese investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Wereldbank en overheidsbanken op nationaal niveau, op energieauditprocedures in al hun activiteiten op te nemen, over specifieke, gespecialiseerde afdelingen voor energiebesparing te beschikken en speciale kredietplannen voor hun investeringen op te zetten, bijvoorbeeld voor de versnelde renovatie van gebouwen of van de openbaar vervoersinfrastructuur, de toegang tot risicokapitaal voor energie-efficiëntie-investeringen te stroomlijnen, en gestandaardiseerde risicobeoordelingen voor energie-efficiëntie-investeringen in te voeren om de administratieve belasting te verlichten;

82.

vraagt het Cohesiefonds uit te breiden tot gebieden als energie-efficiëntie en maatregelen om schone systemen voor stadsverkeer en openbaar vervoer te bevorderen die vooral van grote waarde zullen zijn in de nieuwe lidstaten die over de grootste marges voor energiebesparing beschikken;

83.

roept de Commissie op bij de uitwerking van toekomstig beleid of wetgevingsvoorstellen voor een horizontale aanpak te kiezen zodat altijd met de energie-efficiëntiecriteria rekening wordt gehouden; is voorts van mening dat energie-efficiëntie bij communautaire aanbestedingsprocedures als positief criterium moet worden beschouwd;

84.

erkent dat de eigen middelen van de Commissie op het gebied van energie-efficiëntie niet aangepast zijn aan de ambitie op dit vlak, noch aan de dringende noodzaak om op te treden; roept de Commissievoorzitter op ervoor te zorgen dat meer middelen beschikbaar worden gesteld opdat de ambitie van de Commissie op dit gebied met haar eigen middelen in overeenstemming wordt gebracht;

85.

roept de lidstaten en de Commissie op de internationale samenwerking op het gebied van energieefficiëntie te verbeteren, zodat nieuwe verordeningen en normen de wereldmarkt niet versnipperen;

86.

meent dat de bevordering van energie-efficiëntie op wereldschaal minstens even belangrijk zal zijn als de dialoog met energieproducerende landen; meent dat energie-efficiëntie in het buitenlandse beleid van de EU moet worden geïntegreerd, zeker in haar ontwikkelingssamenwerking en in het kader van de gesprekken met de energieproducerende landen en met tegenhangers in opkomende economieën (waaronder China, India en Brazilië), in landen uit Oost-Europa, de Balkan en het Middellandse-Zeegebied en de ACS-landen;

87.

wijst erop dat momenteel ongeveer 188 miljoen huishoudelijke apparaten in Europa meer dan tien jaar oud zijn en dat hun vervanging een energiebesparing van 50 % zou opleveren; roept de Commissie en de lidstaten derhalve op de vervanging van apparaten te bespoedigen met gepaste, economisch gerichte maatregelen, zoals belastingprikkels voor producenten of campagnes om kopers korting te geven;

88.

roept de Commissie op het potentieel voor intelligent gebruik van ICT (informatie- en communicatietechnologieën) te onderzoeken om de energie- en materiaalefficiëntie te vergroten door middel van dematerialisatie, intelligente gebouwen, transportvervanging, enz. en om de benodigde beleidskaders te leveren om dergelijke ontwikkelingen te bevorderen;

89.

roept de Commissie op om de mogelijkheden die geboden worden door de interne elektriciteitsmarkt om energie efficiënter te gebruiken, te verkennen, waarbij het comparatieve voordeel in bepaalde landen voor een efficiënte en tegelijkertijd koolstofarme energieproductie ten volle benut wordt en tegelijkertijd te overwegen of het systeem van nationale uitstootverminderingsquota wel nut heeft in een situatie met toenemende grensoverschrijdende handel;

90.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 65.

(2)  PB L 52 van 21.2.2004, blz. 50.

(3)  PB L 191 van 22.7.2005, blz. 29.

(4)  PB L 114 van 27.4.2006, blz. 64.

(5)  PB L 297 van 13.10.1992, blz. 16.

(6)  PB C 343 van 5.12.2001, blz. 190.

(7)  PB C 121 van 24.4.2001, blz. 451.

(8)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

P6_TA(2006)0244

Roma-vrouwen in de Europese Unie

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie van de Roma-vrouwen in de Europese Unie (2005/2164(INI))

Het Europees Parlement,

gezien het feit dat de Unie en haar instellingen bij verschillende gelegenheden hun bezorgdheid hebben geuit over de situatie van de Roma in het algemeen en van de Roma-vrouwen in het bijzonder, onder andere in de volgende documenten en acties:

de resolutie van het Europees Parlement van 28 april 2005 over de situatie van de Roma in de Europese Unie (1),

het verslag van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, getiteld „Romani Women and Access to Public Health Care: Breaking the Barriers”,

het belangrijke en verontrustende verslag van de Commissie over de situatie van de Roma in de uitgebreide Europese Unie, waarin speciale aandacht wordt geschonken aan de genderaspecten van de situatie van de Roma in Europa (2),

door de Commissie ondersteunde activiteiten, zoals de in het kader van het Daphne-programma uitgevoerde studie over de situatie van Roma-vrouwen in Spaanse gevangenissen,

gezien het feit dat een aantal organen van de Raad van Europa eveneens hun ongenoegen hebben geuit over de situatie van de Roma en de Roma-vrouwen in Europa en bij beleidsmakers en wetgevers op een verbetering van de onaanvaardbare situatie van de Roma, met inbegrip van de Roma-vrouwen, hebben aangedrongen, in documenten als:

aanbeveling 1203(1993) van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa inzake zigeuners in Europa, waarin onder meer wordt gewezen op het belang van onderwijs voor Roma-vrouwen,

de algemene beleidsaanbeveling nr. 3 (1998) van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie van de Raad van Europa over de „Bestrijding van Racisme en Intolerantie jegens Roma/ zigeuners”, waarin wordt benadrukt dat Roma-vrouwen het slachtoffer zijn van dubbele discriminatie,

het onlangs gepubliceerde verslag van de heer Alvaro Gil-Robles, Commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa, getiteld „On the Human Rights Situation of the Roma, Sinti and Travellers in Europe” (2006),

gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Genderinstituut (COM(2005)0081),

gezien het actieplan van de OVSE ter verbetering van de situatie van Roma en Sinti in het OVSEgebied (3), dat het beginsel benadrukt dat de belangen van de Roma-vrouwen in alle opzichten volledig in aanmerking moeten worden genomen en dat de participatie van Roma-vrouwen aan alle aspecten van de samenleving moet worden gewaarborgd, en tevens de nadruk legt op het beginsel van een „Roma-voor-Roma”-samenwerking,

gezien de Verklaring van Peking inzake de rechten van vrouwen, waarvan artikel 32 bepaalt dat staten „hun inspanningen intensiveren om te waarborgen dat alle vrouwen en meisjes, die op veelvuldige wijze in hun ontwikkeling en bij het verwerven van zeggenschap worden belemmerd, op gelijkwaardige wijze in het genot komen van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden” (4),

gezien Algemene Aanbeveling XXVII inzake discriminatie van Roma aangenomen op de 57ste zitting van het Comité van de Verenigde Naties voor de uitbanning van rassendiscriminatie (2000),

gezien de door het European Roma Rights Centre en partnerorganisaties samengestelde en aan het VNComité voor de uitbanning van alle vormen van discriminatie jegens vrouwen (UN CEDAW) ter beschikking gestelde documentatie inzake de lidstaten en de toetredingslanden en kandidaat-lidstaten, en gezien de aanbevelingen van UN CEDAW met betrekking tot de situatie van de Roma-vrouwen en de noodzaak om met spoed maatregelen te treffen om de vele problemen op de lossen waarmee Romavrouwen in Europa worden geconfronteerd,

gezien Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (5),

gezien Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (6),

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0148/2006),

A.

overwegende dat de Europese Unie de bescherming van de mensenrechten hoog in het vaandel voert en dat Roma-vrouwen thans tot de meest bedreigde groepen en personen in de lidstaten, de toetredingslanden en de kandidaat-lidstaten behoren,

B.

overwegende dat er aanwijzingen zijn dat veel vrouwen, ook Roma-vrouwen en -meisjes, als gevolg van patriarchale tradities geen vrije keuzemogelijkheid hebben bij de meest fundamentele beslissingen in hun leven en belemmerd worden in de uitoefening van hun elementaire mensenrechten,

C.

overwegende dat de Europese beleidsmakers en wetgevers een uitgebreide wetgeving hebben aangenomen en een groot aantal beleidsmaatregelen hebben ontwikkeld ter bestrijding van de dubbele handicap van rassen- en genderdiscriminatie en de gecombineerde uitwerkingen daarvan,

D.

overwegende dat de Europese beleidsmakers en wetgevers er nog niet in zijn geslaagd de volledige en effectieve gelijkheid van Roma-vrouwen te waarborgen en ervoor te zorgen dat zij op voet van gelijkheid en met volledig behoud van hun waardigheid in de Europese samenlevingen worden geïntegreerd,

E.

overwegende dat Roma-vrouwen met een extreme mate van discriminatie worden geconfronteerd, met inbegrip van meervoudige discriminatie en gecombineerde discriminatie, die wordt aangewakkerd door zeer verbreide stereotypen die als zigeunerhaat bekendstaan,

F.

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat Roma-vrouwen in sommige geografische gebieden een kortere levensverwachting hebben dan andere vrouwen,

G.

overwegende dat uit omvangrijke documentatie blijkt dat Roma-vrouwen in bijzondere mate van de gezondheidszorg worden uitgesloten en vaak alleen in extreme noodgevallen en/of bij bevallingen, toegang tot medische zorg krijgen,

H.

overwegende dat Roma-vrouwen in de afgelopen jaren het slachtoffer zijn geworden van extreme schendingen van de mensenrechten in Europa, met name schendingen van hun fysische integriteit, onder meer door gedwongen sterilisaties; overwegende dat sommige lidstaten tegen deze schendingen zijn opgetreden, maar dat andere dit nog moeten doen,

I.

overwegende dat opleidingsverschillen tussen Roma-vrouwen en andere vrouwen onaanvaardbaar groot zijn (7); overwegende dat zeer vele Roma-meisjes het basisonderwijs niet voltooien (8),

J.

overwegende dat de rassenscheiding op scholen en vooroordelen onder het onderwijzend personeel en het schoolbestuur bijdragen tot de lage verwachtingen van Roma-ouders, met name wat betreft hun dochters,

K.

overwegende dat het werkloosheidscijfer onder volwassen Roma-vrouwen in vele gebieden vele malen hoger ligt dan dat van de rest van de volwassen vrouwelijke bevolking,

L.

overwegende dat de onderkomens van een belangrijk deel van de Roma-vrouwen in heel Europa een bedreiging voor hun gezondheid vormen, overwegende dat Roma-vrouwen voortdurend met verdrijving worden bedreigd,

M.

overwegende dat Roma-vrouwen vaak tot de slachtoffers van mensenhandel in Europa behoren,

N.

overwegende dat onlangs voor het Europees Hof voor de rechten van de mens een proces werd aangespannen tegen de missie van de VN voor interimbestuur in Kosovo (UNMIK) op verdenking van extreme misdaden jegens tal van personen, waaronder ook Roma-vrouwen en -meisjes (9),

1.

is verheugd over het voorstel tot oprichting van een Europees Genderinstituut en dringt erop aan dat het instituut zich intensief richt op de situatie van vrouwen die het slachtoffer zijn van veelvuldige discriminatie, met inbegrip van Roma-vrouwen;

2.

dringt er bij de overheidsinstanties in de hele Unie op aan beweerde gevallen van extreme schendingen van de mensenrechten van Roma-vrouwen onmiddellijk te onderzoeken, de daders snel te bestraffen en de slachtoffers een gepaste schadeloosstelling te bieden, en roept de lidstaten als zodanig op de hoogste prioriteit te verlenen aan maatregelen ter verbetering van de reproductieve en seksuele gezondheid van vrouwen, gedwongen sterilisaties te voorkomen en te verbieden en gezinsplanning, alternatieven voor huwelijken op jonge leeftijd te voorzien en seksuele voorlichting te bevorderen; verzoekt hen proactieve maatregelen te treffen om etnische segregatie in kraamafdelingen uit te bannen en te garanderen dat er programma's worden ontwikkeld voor hulpverlening aan Roma die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld; roept hen op bijzonder waakzaam te zijn met betrekking tot mensenhandel in Roma-vrouwen, en dringt er bij de Commissie op aan overheidsinitiatieven en maatschappelijke initiatieven ter bestrijding van deze problemen te steunen en de mensenrechten van de slachtoffers te beschermen;

3.

dringt er bij de lidstaten op aan de tenuitvoerlegging van alle beleidsmaatregelen te evalueren teneinde ervoor te zorgen dat Roma-vrouwen bij de voorbereiding, planning en tenuitvoerlegging daarvan worden betrokken;

4.

dringt er bij de lidstaten op aan een reeks maatregelen te nemen om de gelijke toegang van vrouwen en kinderen tot kwaliteitsonderwijs te waarborgen, met inbegrip van de goedkeuring van rechtsvoorschriften die desegregatie in het onderwijs verplicht stellen en het specificeren van plannen om een eind te maken aan het aparte en niet aan de vereiste normen voldoende onderwijs voor Roma-kinderen, jongens én meisjes;

5.

dringt erop aan dat het voor Roma-kinderen verplicht wordt om te leren lezen en schrijven en dat de scholen die deze kinderen bezoeken, hieraan prioriteit geven;

6.

dringt er bij de lidstaten op aan de huisvesting van de Roma te verbeteren door in het kader van de nationale wetgeving te zorgen voor erkenning van het recht op gepaste huisvesting; verzoekt hen in de nationale wetgeving voorzieningen te treffen ter verbetering van de gebrekkige bescherming van personen tegen verdrijvingen; roept hen op in overleg met vertegenwoordigers van de betrokken gemeenschappen uitvoerige plannen goed te keuren ter financiering van de verbetering van de levens- en huisvestingsomstandigheden in wijken met een grote Roma-bevolking, en de lokale autoriteiten de opdracht te geven om voor een adequate drinkwatervoorziening, elektriciteit, afvalverwijdering, openbaar vervoer en wegenaanleg te zorgen;

7.

spoort de lidstaten aan om gemengd wonen te bevorderen;

8.

verzoekt de lidstaten om voor de Roma zonder vaste verblijfplaats opvangcentra in te richten, waar zij met voldoende comfort en hygiëne kunnen leven;

9.

verlangt dat met name de ontheemde Roma-vrouwen in het Mitrovica-gebied in Kosovo, dat zwaar met lood is vervuild, in veiliger omstandigheden geherhuisvest worden; wijst erop dat de tijdelijke, onlangs gerenoveerde locatie van het Franse KFOR-kamp Osterode een voorlopige oplossing kan vormen; verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten voldoende geldmiddelen te verstrekken om herhuisvesting in de plaats van herkomst mogelijk te maken; wijst er nadrukkelijk op dat de mensenrechten afgedwongen moeten worden en tegelijk het stabilisatie- en associatieproces voortgezet moet worden;

10.

dringt er bij de lidstaten op aan om ervoor te zorgen dat alle Roma-vrouwen toegang hebben tot eerstelijnsgezondheidszorg, medische spoedbehandeling en preventieve gezondheidszorg, om beleidsmaatregelen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen teneinde te waarborgen dat zelfs de meest afgelegen gemeenschappen volledige toegang tot het stelsel van de gezondheidszorg hebben, en dat gezondheidswerkers een anti-discriminatie-opleiding krijgen;

11.

dringt er bij de regeringen op aan een gelijke behandeling en gelijke kansen op het gebied van werkgelegenheid en sociale insluiting te waarborgen, de zeer hoge werkloosheid onder Roma-vrouwen tegen te gaan en op te treden tegen de ernstige benadeling die hun door directe discriminatie bij sollicitaties ten deel valt;

12.

dringt erop aan het concept van „positieve verplichtingen” in te voeren, waarbij overheids- en nietoverheidsorganisaties er wettelijk toe verplicht worden te waarborgen dat Roma-vrouwen evenredig aan hun aandeel in de lokale bevolking worden vertegenwoordigd;

13.

dringt er bij de regeringen op aan belemmeringen die het verrichten van zelfstandig werk door Roma-vrouwen in de weg staan uit de wereld te helpen en programma's in het leven te roepen die de toegankelijke, snelle en goedkope inschrijving van vrouwelijke Roma-ondernemers en -zelfstandigen vergemakkelijken, instrumenten voor toegankelijke kredieten — met inbegrip van microkredieten — in te stellen ter financiering van ondernemingen van Roma-vrouwen, en dringt er bij de Commissie op aan deze activiteiten door middel van geschikte financieringsmechanismen te ondersteunen;

14.

dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan om modellen voor sociaal ondernemerschap te propageren, die vooral gericht zijn op Roma-vrouwen;

15.

roept de Commissie en het Parlement op om in de context van de steunfondsen capaciteitsopbouw en empowerment ten behoeve van individuele Roma-vrouwen en hun organisaties in het kader van onderwijs, werkgelegenheid, leiderschap en politieke participatie als horizontale doelstelling te behandelen;

16.

dringt er bij de Commissie op aan door middel van haar talrijke daarvoor geschikte financiële instrumenten acties te steunen die met name op Roma-vrouwen zijn gericht, en de regels voor de toewijzing van fondsen te evalueren teneinde te waarborgen dat speciaal in de insluiting van Roma-vrouwen wordt voorzien, en dringt er bij de lidstaten op aan dit eveneens te doen op het niveau van nationale, regionale en lokale instanties;

17.

beveelt aan dat de Commissie juridische procedures instelt tegen en uiteindelijk afschrikkende boetes oplegt aan elke lidstaat die de richtlijnen ter bestrijding van discriminatie (10) nog niet heeft omgezet in nationale wetgeving en/of deze nog niet in de praktijk met betrekking tot Roma-vrouwen ten uitvoer heeft gelegd, en erop toe te zien dat gevolg wordt gegeven aan de uitvoering van de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen waarin niet-nakoming wordt vastgesteld;

18.

dringt er bij de EU-instellingen op aan om de situatie van Roma-vrouwen in kandidaat-lidstaten als toetssteen te hanteren bij de beoordeling of een land klaar is om tot de Europese Unie toe te treden, en daarbij ook te letten op de situatie van Roma-vrouwen in kandidaat-lidstaten die traditioneel niet snel in verband worden gebracht met Roma-kwesties;

19.

beveelt aan dat de lidstaten optimaal dienen te profiteren van beleidsprocessen als de open coördinatiemethode teneinde beleidsmaatregelen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen die de volledige gelijkheid van Roma-vrouwen in de praktijk verzekeren;

20.

dringt er bij de instellingen van de Unie op aan het voortouw te nemen om de regeringen ertoe aan te moedigen, naar geslacht en etnische herkomst uitgesplitste gegevens over de situatie van Roma-mannen en -vrouwen te verzamelen en te publiceren, teneinde de vooruitgang op het gebied van onderwijs, huisvesting, werkgelegenheid, gezondheidszorg en op andere terreinen te meten; is van oordeel dat de EU er bij de regeringen dient op aan te dringen om bij overheidsinstanties en het algemene publiek het feit sterker onder de aandacht te brengen dat etnische gegevens kunnen worden vergaard zonder dat daardoor de identiteit van het individu wordt prijsgegeven; is voorts van oordeel dat de EU de regering dient aan te moedigen gebruik te maken van bestaande veilige en innovatieve methodologieën;

21.

wijst erop dat het dankzij de horizontale aanpak elk jaar mogelijk is om met succes de organisatie van het jaarlijkse forum voor in de Europese Unie levende Roma-vrouwen te steunen;

22.

verzoekt het Europees Waarnemingscentrum voor Racisme en Vreemdelingenhaat een reeks studies te verrichten naar de rol van de media bij de negatieve beeldvorming over zigeuners, in het bijzonder het propageren van negatieve stereotypen van Roma-vrouwen;

23.

roept er met klem toe op de Roma-vrouwen nauw te betrekken bij de opstelling van alle programma's en projecten van de EU-instellingen en/of de lidstaten die hen kunnen aanbelangen, en maatregelen voor positieve actie ten behoeve van hen vast te stellen;

24.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en van de toetredingslanden en kandidaat-lidstaten.


(1)  PB C 45 E van 23.2.2006, blz. 129.

(2)  EG — Directoraat-Generaal voor Werkgelegenheid en sociale zaken, eenheid D3, 2004.

(3)  PC.DEC/566, 2003.

(4)  Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie, Verklaring van Peking en Actieplatform, 1995.

(5)  PB L 180 van 19.7.2000, blz. 22.

(6)  PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16.

(7)  In Roemenië heeft naar verluidt 3 % van de Roma-vrouwen een middelbare schoolopleiding gevolgd, in tegenstelling tot 63 % van alle vrouwen (Open Society Institute, Research on Selected Roma Education Programs in Central and Eastern Europe, 2002).

(8)  Zie het verslag „Avoiding Dependency trap- the Roma in Central and Eastern Europe”, UNDP, Bratislava 2002.

(9)  Zie het perscommuniqué van het European Roma Rights Centre: „Victims of Kosovo Poisoning Bring Lawsuit at European Court of Human Rights”, 20 februari 2006, op: www.errc.org.

(10)  Met inbegrip van de richtlijnen die zijn goedgekeurd uit hoofde van het als gevolg van het Verdrag van Amsterdam gewijzigde artikel 13 van het EG-Verdrag, evenals de daaraan gerelateerde richtlijnen die de reikwijdte en precieze inhoud van het krachtens de EU-wetgeving geldende verbod op de discriminatie van vrouwen specificeren.

P6_TA(2006)0245

Situatie van vrouwen in gewapende conflicten en hun rol in de wederopbouw erna

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie van de vrouw in gewapende conflicten en haar rol in de wederopbouw en het democratische proces in landen die zich in een postconflictsituatie bevinden (2005/2215(INI))

Het Europees Parlement,

gezien Resolutie 1325(200) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) van 31 oktober 2000 over vrouwen, vrede en veiligheid (verder: UNSCR 1325(2000)), die bevestigt dat het belangrijk is dat vrouwen gelijk worden behandeld met mannen en volledig betrokken worden, wat de inspanningen voor de handhaving en bevordering van vrede en veiligheid betreft,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 30 november 2000 over de rol van vrouwen bij de vreedzame oplossing van conflicten (1),

gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van de VN van 10 december 1948, en de verklaring en het actieprogramma van Wenen die het resultaat waren van de Wereldconferentie over de mensenrechten van 14 tot 25 juni 1993,

gezien het bulletin van de Secretaris-generaal van de VN over specifieke beschermende maatregelen tegen seksuele uitbuiting en seksueel geweld (ST/SGB/2003/13),

gezien het de Verklaring van de VN van 20 december 1993 inzake de uitbanning van geweld tegen vrouwen (2) en het VN-Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind,

gezien het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW) van 18 december 1979, alsmede het daarbij behorende Facultatief Protocol,

gezien het Verdrag van de VN van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling, en VN-Verklaring van 14 december 1974 inzake de bescherming van vrouwen en kinderen tijdens noodsituaties en gewapende conflicten (3), met name paragraaf 4, waarin wordt gevraagd om doeltreffende maatregelen tegen vervolging, foltering, geweld en onterende behandeling van vrouwen,

gezien Resolutie 1265 (1999) van de VN-Veiligheidsraad van 17 september 1999 over de bescherming van burgers tijdens gewapende conflicten, met name paragraaf 14 waarin staat dat VN-personeel dat wordt ingezet voor de handhaving en versterking van de vrede een passende opleiding moet krijgen in mensenrechten, met inbegrip van seksespecifieke bepalingen,

gezien de Resolutie van de Verenigde Naties van 15 december 1975 inzake de deelname van vrouwen aan de versterking van de internationale vrede en veiligheid (4), en de Verklaring van de VN van 3 december 1982 inzake de deelname van vrouwen aan de bevordering van de internationale vrede en samenwerking (5), met name paragraaf 12 over specifieke maatregelen met het oog op een grotere betrokkenheid van vrouwen bij vredesinspanningen,

gezien de verklaring en het actieplatform van Peking die zijn aangenomen op de vierde VN-Vrouwenconferentie van 4 tot 15 september 1995, met name bijzonder zorgpunt E inzake vrouwen en gewapende conflicten, en op het slotdocument van de speciale bijeenkomst Peking + 5 en Peking + 10 van de VN van 5 tot 9 juni 2000 over verdere maatregelen en initiatieven ter uitvoering van de verklaring en het actieplatform van Peking, met name paragraaf 13 over hindernissen voor een gelijkwaardige deelname van vrouwen aan maatregelen ter versterking van de vrede, en paragraaf 124 over een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen bij vredeshandhaving en vredesonderhandelingen,

gezien het op 17 juli 1998 aangenomen Statuut van Rome tot oprichting van het Internationaal Strafhof, met name de artikelen 7 en 8, waarin verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen bevruchting, gedwongen sterilisatie en elke andere vorm van seksueel geweld worden aangemerkt als misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, ongeacht of zij al dan niet stelselmatig en in internationale of interne conflicten plaatsvinden,

gezien de Verdragen van Genève van 1949 en aanvullende protocollen van 1977, waarin staat dat vrouwen bescherming genieten tegen verkrachting en elke andere vorm van seksueel geweld,

gezien Resolutie 1385 (2004) en Aanbeveling 1665 (2004) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa over „Conflictpreventie en -oplossing: de rol van vrouwen”, beide aangenomen op 23 juni 2004,

onder verwijzing naar de resolutie over de gelijkheid tussen vrouwen en mannen, aangenomen tijdens de vijfde Europese ministerconferentie die is gehouden op 22 en 23 januari 2003 in Skopje, met als titel „De rol van vrouwen en mannen in conflictpreventie, vredeshandhaving en het democratische proces na de conflicten — een genderperspectief”,

gezien de verklaring over „De gelijkheid van mannen en vrouwen: een essentiële kwestie in een veranderende samenleving”, alsook het daarmee samenhangende actieprogramma, beide aangenomen tijdens de voornoemde vijfde Europese ministerconferentie,

gezien Besluit nr. 14/04, aangenomen door de Ministeriële Raad van de OVSE op 7 december 2004 in Sofia, over het OVSE-actieplan van 2004 voor de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen,

gezien Besluit nr. 14/05, aangenomen door de Ministeriële Raad van de OVSE op 6 december 2005 in Ljubljana, over vrouwen bij conflictpreventie, crisisbeheer en de wederopbouw na een conflict,

gezien aanbeveling 5 (2002) van het Comité van ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten over de bescherming van vrouwen tegen geweld, met name geweld in conflict- en postconflictsituaties,

gezien het „operationele document” van de Raad over de tenuitvoerlegging van de UNSCR 1325 (2000) in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB), zoals dit in november 2005 is aangenomen,

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0159/2006),

A.

overwegende dat onder de burgerbevolking vrouwen, net zoals kinderen en ouderen, tijdens conflicten het slachtoffer zijn van allerlei mishandelingen en seksuele misdragingen,

B.

overwegende dat geweld tegen vrouwen in gewapende conflicten naast fysieke en/of seksuele mishandeling vaak ook de schending van hun economische, sociale en culturele rechten betreft,

C.

overwegende dat de dieperliggende oorzaken van de kwetsbaarheid van vrouwen in conflictsituaties vaak schuilen in een algemene maatschappelijke onderwaardering van vrouwen en een beperkte toegang tot onder meer onderwijs en de arbeidsmarkt en dat vrouwenemancipatie bijgevolg een noodzakelijke voorwaarde is voor de bestrijding van genderspecifiek geweld in gewapende conflicten,

D.

overwegende dat verkrachting en seksueel misbruik worden ingezet als oorlogswapen om tegenstanders te vernederen en psychologisch te verzwakken, overwegende dat slachtoffers vaak worden gestigmatiseerd, verstoten, mishandeld of in sommige gevallen zelfs vermoord om de eer van de groep te herstellen,

E.

overwegende dat de geschiedenis heeft aangetoond dat vooral mannen oorlogvoeren en dat derhalve de speciale vaardigheden van vrouwen op het gebied van dialoog en geweldloosheid op heel doeltreffende wijze zouden kunnen bijdragen tot het op vreedzame wijze voorkomen en oplossen van conflicten,

F.

overwegende dat vrouwen in conflictperioden slechts moeilijk toegang hebben tot de reproductieve gezondheidszorg waaraan zij als vrouw behoefte hebben, zoals contraceptie, behandeling van seksueel overdraagbare ziekten, medische zorg bij zwangerschap (waaronder voortijdige onderbreking hiervan indien de vrouw dat wenst), bevalling, zorg na de bevalling en behandeling van verschijnselen van de menopauze,

G.

overwegende dat vrijwillige of gedwongen seks, zonder dat de vrouw toegang heeft tot enige vorm van bescherming, de verspreiding van seksueel overdraagbare ziekten, waaronder hiv, in de hand kan werken en dat dergelijke praktijken met name plaatsvinden tijdens conflicten en in vluchtelingenkampen,

H.

overwegende dat vrouwen die tijdens een conflict het slachtoffer worden van seksueel misbruik, zelden de bescherming, de psychologische aandacht, de medische zorg en de juridische hulp krijgen die hen in staat zouden kunnen stellen van hun leed te herstellen en waardoor hun beulen zouden kunnen worden gestraft,

I.

overwegende dat geweld binnen het gezin, dat in iedere conflictsituatie voorkomt, niet afneemt in de periode na beëindiging van een conflict, wanneer de strijders naar huis zijn teruggekeerd,

J.

overwegende dat vrouwen die zich voor de vrede inzetten, zich overal in de wereld hebben verenigd om een dialoog tot stand te brengen tussen de strijdende partijen en om gerechtigheid te eisen voor de mensen in hun naaste omgeving die verdwenen zijn,

K.

overwegende dat door vrouwen opgezette vredesbewegingen niet altijd bewust werken vanuit een perspectief van verandering van de sociale regels en betrekkingen die de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen bepalen,

L.

overwegende dat de aanwezigheid van vrouwen aan de onderhandelingstafel en hun actieve inzet voor een vreedzame overgang een noodzakelijke, maar ontoereikende stap op weg naar democratie vormen en dat deze vrouwen daarom in dit politieke ontwikkelingsproces moeten worden gesteund en begeleid,

M.

overwegende dat sommige buitengewone vrouwen vanuit het politieke verzet zijn opgeklommen naar een hoge staatsfunctie (zoals Hélène Sirleaf in Liberia en Micheline Bachelet in Chili), maar dat dit nog te weinig gebeurt,

N.

overwegende dat de „waarheids- en verzoeningscommissies” het verzoeningsproces in samenlevingen na een conflict vergemakkelijken, maar dat vrouwen daar nog te weinig aan deelnemen,

O.

overwegende dat de initiatieven van sommige landen of internationale organisaties om deze genderdimensie in hun beleid op te nemen moeten worden verwelkomd en als voorbeeld van goede praktijken moeten worden gebruikt,

P.

overwegende dat vrouwen altijd al in oorlogen en in het verzet hebben gevochten, maar dat zij tegenwoordig ook, uit naam van de gelijkheid tussen man en vrouw, in veel landen officieel deel uitmaken van de strijdkrachten,

Q.

overwegende dat het verschijnsel van zelfmoordaanslagen relatief recent is, op beperkte schaal en specifiek in landen met een islamitische traditie voorkomt, en dat er maar weinig vrouwen zijn die zelfmoordaanslagen plegen,

R.

overwegende dat de vaak hopeloze situatie waarin deze vrouwen in politiek, persoonlijk en sociaal opzicht verkeren, een doorslaggevende factor is voor hun deelname aan de strijd,

S.

overwegende dat het huidige fundamentalisme de martelaar verheerlijkt en dat dit weerklank vindt bij vrouwen die verzet plegen en actie voeren voor sociale gelijkheid,

T.

overwegende dat de extreme media-aandacht voor zelfmoordaanslagen de aantrekkelijkheid hiervan voor kwetsbare jongeren vergroot, gezien de eer die hun familie na hun dood te beurt valt,

1.

onderstreept de noodzaak om een genderperspectief aan te brengen in vredesonderzoek, conflictpreventie en -oplossing, vredeshandhaving, rehabilitatie en wederopbouw na conflicten, en om te waarborgen dat er een gendercomponent aanwezig is in veldprogramma's;

Vrouwen als slachtoffers van oorlogshandelingen

2.

herhaalt het belang van de toegang tot diensten op het gebied van reproductieve gezondheid tijdens conflictsituaties en in vluchtelingenkampen, zowel tijdens als na conflicten, omdat zonder deze diensten het sterftecijfer bij moeders en kinderen stijgt samen met de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen; beklemtoont dat huiselijk geweld, prostitutie en verkrachting in dergelijke omstandigheden veel voorkomen en daarom nog meer nopen tot het geven van voorrang aan dergelijke diensten, met inbegrip van de noodzaak voor de vrouwen om in een ziekenhuisomgeving te kunnen bevallen zonder voorafgaande toestemming van een mannelijk lid van hun familie of om een ongewenste zwangerschap te kunnen beëindigen en toegang te kunnen hebben tot psychologische bijstand; onderstreept de noodzaak ervoor te zorgen dat alle vrouwen en meisjes die verkracht zijn onmiddellijke toegang krijgen tot een profylactische behandeling en is van oordeel dat de toepassing van volledig respect voor de seksuele en reproductieve rechten ertoe zal bijdragen het aantal gevallen van seksueel geweld dat in conflictsituaties wordt gepleegd tot een minimum te beperken;

3.

vestigt de aandacht op de verantwoordelijkheid van de lidstaten om een einde te maken aan de straffeloosheid en om de verantwoordelijken van genociden, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, waaronder seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes, zoals verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap, gedwongen sterilisatie en iedere andere vorm van seksueel geweld van vergelijkbare ernst gerechtelijk te vervolgen en deze misdaden als misdaden tegen de menselijkheid en als oorlogsmisdaden te erkennen en te veroordelen; onderstreept in dat opzicht de noodzaak om zo mogelijk deze misdaden uit te sluiten van amnestiebepalingen;

4.

eist dat vrouwen die tijdens de conflicten het slachtoffer zijn van mishandeling en geweld, bij internationale rechterlijke instanties klachten kunnen indienen onder voorwaarden die met hun waardigheid overeenstemmen en onder de bescherming van de voornoemde instanties tegen gewelddadige agressie en trauma's die zij zouden kunnen oplopen tijdens ondervragingen waarbij in geen enkel opzicht rekening wordt gehouden met de emotionele impact daarvan; verlangt dat zowel op burgerlijk als op strafrechtelijk gebied voor die vrouwen recht geschiedt en dat ondersteunende programma's worden uitgevoerd om hen te helpen zich op economisch, sociaal en psychologisch gebied opnieuw te integreren;

5.

is van mening dat prioriteit moet worden gegeven aan de beëindiging van het inzetten van kindsoldaten tijdens conflictsituaties, vooral van meisjes die er het slachtoffer worden van een echte seksuele slavernij; dringt erop aan dat voor deze kinderen reïntegratieprogramma's op lange termijn worden ontwikkeld op psychologisch, sociaal, educatief en economisch gebied;

6.

veroordeelt geweld tegen vrouwen in alle omstandigheden, maar vraagt dat een nultolerantie wordt ingevoerd voor seksuele uitbuiting van kinderen, meisjes en vrouwen tijdens gewapende conflicten en in vluchtelingenkampen; eist strenge administratieve en strafrechtelijke sancties voor hulpverleners, vertegenwoordigers van internationale organisaties, vredeshandhavingstroepen en diplomaten die zich daaraan bezondigen;

7.

wenst dat via interdisciplinaire programma's middelen beschikbaar worden gesteld om het probleem van huiselijk geweld aan te pakken, omdat dit aanzienlijk verergert tijdens de periode na een conflict, als gevolg van de algemene verharding, de fysieke en economische onzekerheid en de trauma's die ook de mannen hebben opgelopen; constateert dat huiselijk geweld in de periode na een conflict een onderwerp is dat nog te weinig aandacht krijgt, maar dat de al voor het begin van het conflict bestaande gevestigde rangorde tussen de seksen bestendigt en de trauma's van vrouwen die het slachtoffer zijn van (seksueel) geweld, verergert;

8.

benadrukt, op grond van door de internationale organisaties beschikbaar gestelde gegevens, het verontrustenden feit dat er zich grote aantallen vrouwen en kinderen tussen de vluchtelingen en ontheemden bevinden, ten gevolge van de gewapende conflicten en burgeroorlogen;

9.

benadrukt de speciale belangen die vrouwen en meisjes hebben bij het opruimen van landmijnen en onderstreept dat „antipersoonsmijnen” weliswaar gebruikt zijn in militaire situaties, maar dat het overwegend vrouwen, kinderen en gewone burgers zijn die hierdoor werden gedood of verminkt en die daardoor de mogelijkheid hebben verloren hun eigen brood te verdienen; herhaalt dat de EU ernaar moet streven dat zoveel mogelijk landen zich aansluiten tot het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op het gebruik, de opslag en productie van en handel in antipersoonsmijnen en de vernietiging van deze wapens, een probleem dat hoofdzakelijk Afrika betreft, maar ook sommige landen in Europa en andere delen van de wereld; dringt bij de EU aan op intensivering van haar streven om gebieden waar conflicten beëindigd zijn, van landmijnen te zuiveren en op het nemen van maatregelen om de behandeling en rehabilitatie van de slachtoffers te verzekeren, evenals het herstel van de ondermijnde gronden, zodat de mensen daar weer veilig kunnen wonen en werken;

Vrouwen als uitdragers van de vrede

10.

benadrukt de positieve rol die vrouwen kunnen spelen bij de oplossing van conflicten en verzoekt de Commissie en de lidstaten te zorgen voor voldoende technische en financiële bijstand voor de ondersteuning van programma's om de vrouwen in staat te stellen volledig te participeren aan de vredesonderhandelingen en de vrouwen meer invloed te geven binnen de civil society in het algemeen;

11.

benadrukt de positieve rol die vrouwen kunnen spelen bij de wederopbouw na een conflict, en in het bijzonder bij de programma's voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (ODR), vooral wanneer die in het bijzonder gericht zijn op de kindsoldaten; dringt er bij de lidstaten op aan om te zorgen voor volledige participatie van de vrouwen bij deze ODR-programma's en er met name op te letten dat deze programma's in het bijzonder op de kindsoldaten zijn gericht;

12.

ondersteunt van harte de oproep die op 8 maart 2006 door een sterke coalitie van Kosovaarse vrouwenorganisaties is gedaan om vrouwen op te nemen in het zeven man sterke internationale team dat over de toekomstige status van Kosovo onderhandelt; betreurt het dat deze oproep tot op heden is genegeerd;

13.

dringt erop aan dat vrouwenvredesbewegingen en vrouwenorganisaties tijdens de postconflictfase pedagogisch, politiek en juridisch worden ondersteund teneinde tot een democratische samenleving te komen die begaan is met de rechten van de vrouw en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in het kader van hervormingen op constitutioneel, wetgevend en politiek niveau; verwelkomt de verschillende internationale initiatieven die in die richting werken, zoals dat van Australië in Papoea-Nieuw-Guinea en dat van Noorwegen in Sri Lanka;

14.

verwelkomt de verschillende initiatieven voor de totstandbrenging van genderspecifieke indicatoren voor snelle waarschuwing en toezicht bij conflicten, zoals die van het VN-Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen (UNIFEM), de Raad van Europa, de Fondation Suisse pour la Paix, de organisatie International Alert en het Forum on Early Warning and Early Response;

15.

is verheugd over het feit dat de Raad zich in 2005 heeft ingezet voor de toepassing van de UNSCR 1325 (2000) in het kader van het EVDB en dat in dat verband gender mainstreaming aan bod is gekomen, en verzoekt de Raad niet na te laten om een aantal adviseurs voor de rechten van de mens en de gelijkheid van mannen en vrouwen op te nemen in de civiele vredeshandhavingstroepen van de Europese Unie en te zorgen voor een opleiding inzake gender mainstreaming;

16.

herhaalt zijn eerder gedane oproepen om het EVDB metterdaad aan strenge parlementaire controle te onderwerpen;

17.

onderstreept het belang van de implementatie en verdere ontwikkeling van generieke gedragsnormen voor EVDB-operaties, waarbij de nodige aandacht moet worden geschonken aan de consistentie van deze normen met de regels die gelden voor andere vormen van EU-aanwezigheid in derde landen, alsmede met de richtsnoeren inzake de bescherming van burgers bij onder EU-leiding gevoerde crisisbeheersingsoperaties;

18.

is zeer tevreden met het in november 2005 goedgekeurde „operationele document” van de Raad inzake „de uitvoering van UNSCR 1325 (2000) in het kader van het EVDB”;

19.

doet een beroep op de EU om maatregelen te steunen gericht op een aanmerkelijke verhoging van het aantal vrouwen dat op alle niveaus bij EVDB-missies betrokken is, en met name de kandidatuur van vrouwen te bevorderen en namen van vrouwen in te dienen op kandidatenlijsten voor militaire, politionele en politieke functies bij EVDB-missies, en wel in het beginstadium van de planning van dergelijke missies;

20.

is ervan overtuigd dat in de programmering van de missies van het EVDB rekening zou moeten worden gehouden met de integratie van de lokale vrouwenorganisaties in het vredesproces teneinde de specifieke bijdrage die zij zouden kunnen leveren, te benutten en als erkenning van de specifieke wijze die conflicten voor vrouwen hebben;

21.

dringt er bij de EU op aan om meer aandacht te schenken aan de presentie, voorbereiding, training en uitrusting van politiemachten binnen haar militaire missies, aangezien politie-eenheden het voornaamste middel vormen om de veiligheid van de burgerbevolking, en met name die van vrouwen en kinderen. te garanderen;

22.

is verheugd over het feit dat de nieuwe vredesmissies van de VN sedert 2000 beschikken over adviseurs voor de gelijkheid van mannen en vrouwen en dat in 2003 een dergelijke functie in het leven werd geroepen binnen het departement Vredeshandhavingsoperaties;

23.

stelt dat ook die moedige vrouwen niet mogen worden vergeten, gezien ze hebben gekozen voor een vorm van vreedzaam verzet en dat hebben betaald of nog steeds betalen met opsluiting, huisarrest of kidnapping;

24.

beklemtoont dat de rol van vrouwen in de politieke besluitvorming tijdens de wederopbouw van hun land en ook hun politieke aanwezigheid aan de onderhandelingstafel moeten worden versterkt; steunt op dat vlak de aanbevelingen van de UNSCR 1325 (2000) en haar resolutie voornoemd van 30 november 2000;

25.

acht het noodzakelijk zich ervoor in te zetten dat vrouwen in ruimere mate vertegenwoordigd zijn in de media en in platforms van de publieke opinie waar vrouwen hun mening kenbaar kunnen maken;

26.

is verheugd over de steun die de Commissie verleent aan de organisatie van vrije verkiezingen in landen die een conflictsituatie achter de rug hebben en de deelname van vrouwen aan die verkiezingen; is ook verheugd over het feit dat vrouwen zijn aangesteld aan het hoofd van sommige verkiezingsmissies en dringt er met klem op aan door te gaan met het benoemen van meer vrouwen aan het hoofd van verkiezingsmissies;

27.

wijst erop hoe hardnekkig discriminatie van vrouwen is, waar het gaat om toegang tot kapitaal en hulpbronnen zoals voedsel en onderwijs, tot informatietechnologieën, alsmede tot gezondheidszorg en andere maatschappelijke faciliteiten, is van oordeel dat het betrekken van vrouwen bij economische activiteiten, zowel op het platteland als in stedelijke gebieden, van cruciaal belang is voor de verankering van hun sociaal-economische positie in samenlevingen na een conflict; onderstreept de positieve rol die microkredieten reeds spelen bij het verbeteren van de economische positie van de vrouw en roept de internationale gemeenschap op tot maatregelen om het gebruik hiervan in landen die herstellen van een conflict, aan te moedigen;

Vrouwen als uitdragers van de oorlog

28.

veroordeelt de verrechtvaardiging van het martelaarschap, die tegenwoordig op jongeren en ook op jonge vrouwen is gericht; merkt op dat oproepen tot zelfmoordacties verwarring zaaien over religieuze toewijding, hopeloos verzet tegen bezetting of onrecht en uiteindelijk het doelwit van dit soort acties, nl. onschuldige burgerslachtoffers;

29.

vestigt de aandacht op het probleem van vrouwelijke plegers van zelfmoordacties en beklemtoont dat verkrachting als oorlogswapen alle vrouwen kan treffen, ongeacht hun etnische, religieuze en ideologische verschillen; merkt op dat vrouwen die het slachtoffer zijn van verkrachting op sociaal vlak worden gestigmatiseerd, uitgesloten of zelfs gedood;

30.

is verheugd over het feit dat dit fenomeen, de omvang ervan en de manipulatie ervan in de media tegenwoordig door sommige islamitische autoriteiten in naam van de koran zelf, die respect voor het leven voorstaat, aan de kaak wordt gesteld;

31.

doet een oproep om vanuit een bloedwraaktraditie en vanuit politieke, sociale of culturele oorzaken gepleegde zelfmoordacties te onderzoeken, en roept de internationale gemeenschap met aandrang op om het internationaal recht te doen naleven en te werken aan de vrede, overal waar vrouwen zijn gerekruteerd voor het plegen van zelfmoordaanslagen of het risico lopen daarvoor te worden gerekruteerd;

Aanbevelingen

32.

steunt alle aanbevelingen waarmee sedert de UNSCR 1325 (2000) is geprobeerd om het lot van de vrouw in conflictsituaties te verbeteren, en verzoekt de Raad en de Commissie deze aanbevelingen en met name die van zijn voornoemde resolutie van 30 november 2000 onverwijld in alle beleidsvormen op te nemen en ten uitvoer te leggen;

33.

stelt vast dat ondanks alle resoluties, oproepen en aanbevelingen van verschillende internationale en Europese instellingen vrouwen nog steeds niet ten volle zijn betrokken bij conflictpreventie en -oplossing, vredeshandhavingsoperaties en het herstel van de vrede; constateert bijgevolg dat het probleem niet het gebrek aan nieuwe aanbevelingen is, en dringt daarom aan op de indiening van een specifiek actieprogramma waarin de juiste maatregelen voor de uitvoering ervan worden aangegeven, de obstakels worden gemeten en wordt aangegeven hoe de resultaten kunnen worden gecontroleerd; dringt erop aan dat jaarlijks aan het Europees Parlement verslag wordt uitgebracht over de tenuitvoerlegging van het programma;

34.

onderstreept het belang van een deelname van vrouwen aan diplomatieke missies en dringt er bij de lidstaten op aan meer vrouwen aan te nemen in hun diplomatieke diensten en vrouwelijke diplomaten te scholen in onderhandelings- en bemiddelingstechnieken om lijsten te kunnen opstellen van vrouwen die gekwalificeerd zijn om posten op het gebied van vrede en veiligheid in te vullen;

35.

dringt erop aan de concepten op het gebied van overgangsjustitie toe te passen op de vredesprocessen en op de overgangsprocessen naar democratie en naar een rechtsstaat, met respect voor de rechten van de slachtoffers en de waardigheid van vrouwelijke getuigen, en met een deelname van vrouwen in voor verzoening op te richten onderzoekscommissies, terwijl in de maatregelen van de genoemde commissies rekening moet worden gehouden met de noodzaak van gelijkwaardigheid tussen de seksen;

36.

stelt voor om de aanbevelingen tot het wezenlijke te beperken, namelijk de instellingen te verzoeken voor concrete acties die moeten worden gevoerd synergieën te creëren met andere internationale instellingen die dezelfde doelstellingen nastreven, alsook optimaal gebruik te maken van de nieuwe financiële instrumenten van het financieel raamwerk 2007-2013 als stimulans en drijvende kracht;

37.

beveelt de Commissie, de Raad en de lidstaten aan om in alle school- en opleidingsprogramma's van de landen waar conflicten zijn de invoering van onderwijs over vrede, respect voor de waardigheid van de mens en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen teneinde een vredelievende ingesteldheid en bekommernis om de rechten van de vrouw in de maatschappijen van die landen en in vredeshandhavingsen interventietroepen, in missies van EU-ambtenaren en andere internationale hulporganisaties te ontwikkelen; stelt voor om lokale vrouwenorganisaties, moederverenigingen, begeleiders van jeugdkampen en leraren bij dit project te betrekken;

38.

verzoekt de Commissie om aan het Parlement verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van de Richtsnoeren inzake kinderen en gewapende conflicten van 2003;

39.

beveelt de EU-lidstaten aan het aantal programma's voor de opvang van kinderen en volwassenen uit conflictregio's in landen van de Europese Unie uit te breiden om hen weg te halen uit een wereld van geweld en wanhoop, die zelf aanleiding geeft tot geweld, ook ten aanzien van vrouwen; verzoekt de Raad de EU-lidstaten ertoe aan te sporen deze opvangmogelijkheid zonder onnodige belemmeringen aan te bieden; dringt erop aan dat een overeenkomst wordt gesloten met transitlanden opdat deze landen dergelijke humanitaire programma's niet in de weg zouden staan;

40.

verzoekt de Commissie de vredesinitiatieven van vrouwen in het verenigingsleven te ondersteunen, en met name de multiculturele, grensoverschrijdende en regionale initiatieven, door politieke, technische en economische steun aan organisaties die zich inzetten voor het oplossen van conflicten en het opbouwen van de vrede; dringt erop aan dat de Raad ervoor zorgt dat die initiatieven een politieke weerklank vinden binnen de besluitvormingsorganen van de betrokken landen; moedigt het Europees Parlement en vooral de Commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid aan om gemengde commissies voor conflictgebieden in te stellen, bestaande uit vrouwen uit die netwerken en leden van het Europees Parlement;

41.

dringt er bij de Commissie en andere donoren op aan middelen beschikbaar te stellen voor capacity building door organisaties in het maatschappelijk middenveld, met name door lokale vrouwenorganisaties die zich inzetten voor de vreedzame oplossing van conflicten, en technische bijstand en beroepsopleidingen te bieden;

42.

vindt het absoluut noodzakelijk dat de Commissie in het kader van het financieel raamwerk 2007- 2013 het Europees Initiatief voor democratie en mensenrechten als specifiek instrument handhaaft; herinnert eraan dat hierdoor in het verleden met succes aanbestedingen en begrotingslijnen met betrekking tot de rechten van de vrouw zijn mogelijk gemaakt, zonder dat hiervoor voorafgaande toestemming van de plaatselijke regering nodig was; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat conflictbeheer in het stabiliteitsinstrument een genderdimensie krijgt om het hoofd te kunnen bieden aan de problemen van vrouwen in het geheel van conflictsituaties;

43.

verlangt dat gender mainstreaming zichtbaar wordt en op een controleerbare manier in alle financiële instrumenten meer en meer ingang vindt, en met name in het pretoetredingsinstrument, het Europees nabuurschapsbeleid, het instrument voor ontwikkelingssamenwerking en economische samenwerking (DCECI) en het stabiliteitsinstrument, alsook dat gender mainstreaming integraal deel uitmaakt van de voorwaardelijkheid van de associatieovereenkomsten;

44.

beklemtoont dat de strategische plannen en de actieplannen per land een uitstekende drager zijn van die gender mainstreaming, mits hiervoor aan beide kanten een politieke wil bestaat, vraagt dat in alle activiteiten van het EVDB de UNSCR 1325 (2000) en zijn hogervermelde resolutie van 30 november 2000, worden toegepast en dat hierover jaarlijks verslag wordt uitgebracht aan het Europees Parlement;

45.

wenst dat het recht op reproductieve gezondheid wordt beschermd en wordt beschouwd als een prioriteit van de Commissie in haar acties voor ontwikkelingssamenwerking en in het stabiliteitsinstrument, met name in conflictregio's, wat uit haar begrotingslijnen moet blijken;

46.

onderstreept de noodzaak om beter toe te zien op de distributie van voedsel, kleding en hygiënisch materiaal, zoals maandverband tijdens noodhulpoperaties en verzoekt de internationale humanitaire organisaties steun te verlenen aan beschermende maatregelen in vluchtelingenkampen en bij te dragen tot de verbetering van dergelijke maatregelen, teneinde de kans op geweld tegen en seksueel misbruik van vrouwen en meisjes te verkleinen, alsmede programma's voor reproductieve gezondheid in deze kampen op te zetten en te waarborgen dat alle verkrachte vrouwen en meisjes onmiddellijk toegang hebben tot een profylactische behandeling;

47.

dringt erop aan dat een samenwerking van het Europees Parlement met de Raad van Europa, de NAVO, alle bevoegde organen van de VN, waaronder UNIFEM, de OVSE, en eventueel andere organisaties met expertise in het veld op touw wordt gezet voor de totstandbrenging van genderspecifieke indicatoren die kunnen worden gecontroleerd tijdens conflictsituaties, indicatoren die kunnen worden geïntegreerd in de nieuwe instrumenten voor buitenlands beleid en voor ontwikkeling of die kunnen dienen als snelle waarschuwing;

48.

is van mening dat de participatie van de vrouw op alle niveaus van het maatschappelijk, economisch en politiek leven van een land waar net een conflictsituatie is beëindigd op gelijke voet zou moeten gebeuren als de participatie van de man, is zich ervan bewust dat met deze quota niet onmiddellijk gendergelijkheid kan worden bereikt, rekening houdend met de cultuur en de sociale evolutie van het desbetreffende land; verzoekt bijgevolg de Commissie een hogere participatiegraad van vrouwen bij de uitvoering van de UNSCR 1325 (2000) in haar actieplannen te bevorderen, de evolutie inzake gendergelijkheid te volgen en hierover verslag uit te brengen aan het Europees Parlement;

49.

pleit voor correcte implementatie van de mensenrechtenclausules in overeenkomsten met derde landen, alsook voor de tenuitvoerlegging van het internationaal humanitair recht en de desbetreffende internationale overeenkomsten, met name waar het de rechten en behoeften van vrouwen betreft;

50.

is van mening dat het wettelijk bindend maken van de EU-Gedragscode betreffende wapenuitvoer het lijden van vrouwen in belangrijke mate zal helpen lenigen door vermindering van het aantal gewapende conflicten over de hele wereld;

51.

dringt erop aan dat het Europees Parlement het probleem van de zelfmoordacties bij vrouwen aanpakt, een studie met betrekking tot dit thema aanvat en deze afsluit met een conferentie waaraan naast specialisten ook andere competente personen op het gebied van genderkwesties uit de betrokken landen en islamitische religieuze leiders deelnemen;

*

* *

52.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten, de toetredingslanden en de kandidaat-lidstaten.


(1)  PB C 228 van 13.8.2001, blz. 186.

(2)  Resolutie 48/104 van de Algemene Vergadering van de VN.

(3)  Resolutie 3318 (XXIX) van de Algemene Vergadering van de VN.

(4)  Resolutie 3519 (XXX) van de Algemene Vergadering van de VN.

(5)  Resolutie 37/63 van de Algemene Vergadering van de VN.


Nahoru