This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/294/126
Case F-1/05: Judgment of the Civil Service Tribunal (Plenary Formation) of 26 October 2006 — Landgren v European Training Foundation (Member of the temporary staff — Contract of indeterminate duration — Dismissal — Professional inadequacy — Duty to state reasons — Manifest error of appraisal)
Zaak F-1/05: Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 oktober 2006 — Landgren/Europese Stichting voor Opleiding (Tijdelijk functionaris — Overeenkomst voor onbepaalde tijd — Ontslag — Ongeschiktheid voor ambt — Motiveringsplicht — Kennelijk onjuiste beoordeling)
Zaak F-1/05: Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 oktober 2006 — Landgren/Europese Stichting voor Opleiding (Tijdelijk functionaris — Overeenkomst voor onbepaalde tijd — Ontslag — Ongeschiktheid voor ambt — Motiveringsplicht — Kennelijk onjuiste beoordeling)
PB C 294 van 2.12.2006, p. 64–64
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
2.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 294/64 |
Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 oktober 2006 — Landgren/Europese Stichting voor Opleiding
(Zaak F-1/05) (1)
(Tijdelijk functionaris - Overeenkomst voor onbepaalde tijd - Ontslag - Ongeschiktheid voor ambt - Motiveringsplicht - Kennelijk onjuiste beoordeling)
(2006/C 294/126)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Pia Landgren (Turijn, Italië) (vertegenwoordiger: M.-A. Lucas, advocaat)
Verwerende partij: Europese Stichting voor Opleiding (vertegenwoordigers: M. Dunbar, directeur, bijgestaan door G. Vandersanden, advocaat)
Voorwerp
Nietigverklaring van het besluit om verzoekster te ontslaan en schadevordering
Dictum
1) |
Het besluit van de Europese Stichting voor Opleiding van 25 juni 2004 houdende opzegging van de overeenkomst waarbij Landgren voor onbepaalde tijd in dienst was genomen als tijdelijke functionaris, wordt nietigverklaard. |
2) |
Partijen zullen het Gerecht binnen drie maanden te rekenen vanaf de uitspraak van het onderhavige arrest in kennis te stellen, hetzij van het in onderling overleg vastgestelde bedrag van de wegens onrechtmatigheid van het besluit van 25 juni 2004 uit te keren geldelijke vergoeding, hetzij, bij gebreke van overeenstemming, van hun berekeningen van dat bedrag. |
3) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |
(1) PB C 182 van 23.7.2005, blz. 39 (deze zaak was aanvankelijk bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese gemeenschappen ingeschreven onder nr. T-180/05 en is bij beschikking van 15.12.2005 naar het Gerecht voor Ambtenarenzaken van de Europese Unie verwezen.