This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/261/25
Case C-363/06 P: Appeal brought on 6 September 2006 by Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana against the order made on 5 July 2006 by the Court of First Instance (Second Chamber) in Case T-357/05 Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana v Commission of the European Communities
Zaak C-363/06 P: Hogere voorziening ingesteld op 6 september 2006 door Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 5 juli 2006 in zaak T-357/05, Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana/Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak C-363/06 P: Hogere voorziening ingesteld op 6 september 2006 door Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 5 juli 2006 in zaak T-357/05, Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana/Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 261 van 28.10.2006, p. 14–15
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
28.10.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 261/14 |
Hogere voorziening ingesteld op 6 september 2006 door Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 5 juli 2006 in zaak T-357/05, Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana/Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak C-363/06 P)
(2006/C 261/25)
Procestaal: Spaans
Partijen
Rekwirante: Comunidad Autónoma de Valencia — Generalidad Valenciana (vertegenwoordigers: J. V. Sánchez-Tarazaga Marcelino, letrado, C. Fernández Vicién en I. Moreno-Tapia Rivas, abogados)
Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
de onderhavige hogere voorziening ontvankelijk en gegrond te verklaren; |
— |
de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 5 juli 2006 nietig te verklaren; |
— |
de zaak te verwijzen naar het Gerecht van eerste aanleg met het oog op ontvankelijkverklaring van het aanvankelijk ingestelde beroep en voortzetting van het geding; |
— |
de Commissie te verwijzen in alle kosten van deze procedure |
Middelen en voornaamste argumenten
Tot staving van haar hogere voorziening voert rekwirante de volgende middelen aan:
|
Het Gerecht van eerste aanleg heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting: het Gerecht heeft het EG-Verdrag geschonden, in het bijzonder artikel 19 van het Protocol gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap betreffende het Statuut van het Hof van Justitie (welk protocol overeenkomstig artikel 311 EG een integrerend deel van dit Verdrag uitmaakt), dat de regels met betrekking tot de vertegenwoordiging van de partijen voor de gemeenschapsrechter vaststelt. |
|
Het Gerecht van eerste aanleg heeft wezenlijke procedurevoorschriften geschonden door verzoekster in strijd met artikel 44, lid 6, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht geen termijn te hebben verleend om de verzuimen in het verzoekschrift te herstellen, door artikel 11 ten onrechte op het onderhavige geval toe te passen, en door in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor dat in iedere rechtszaak in acht moet worden genomen, verzoekster niet te hebben gehoord alvorens het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. |
|
Het Gerecht van eerste aanleg heeft het non-discriminatiebeginsel geschonden door de letrado van Generalidad Valenciana een recht te ontzeggen dat in vroegere zaken niet is geweigerd aan vertegenwoordigers die in dezelfde hoedanigheid als hij voor de gemeenschapsrechter zijn opgetreden. |