Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/237/11

    Zaak C-312/06: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Magyar Köztársaság Legfelsőbb Bírósága op 18 juli 2006 — OTP Garancia Biztosító Rt./Vas Megyei Közigazgatási Hivatal

    PB C 237 van 30.9.2006, p. 6–7 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    30.9.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 237/6


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Magyar Köztársaság Legfelsőbb Bírósága op 18 juli 2006 — OTP Garancia Biztosító Rt./Vas Megyei Közigazgatási Hivatal

    (Zaak C-312/06)

    (2006/C 237/11)

    Procestaal: Hongaars

    Verwijzende rechter

    Magyar Köztársaság Legfelsőbb Bírósága

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekster: OTP Garancia Biztosító Rt.

    Verweerder: Vas Megyei Közigazgatási Hivatal

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet punt 3, sub a, van hoofdstuk 4 van bijlage X bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (hierna: „Toetredingsakte”), dat krachtens artikel 24 van deze Toetredingsakte (1) van toepassing is en volgens hetwelk Hongarije onverminderd de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag tot en met 31 december 2007 verlagingen van de lokale belastingen voor ondernemingen [lees: verlagingen van bedrijfsbelastingen] van maximaal 2 % van de netto-ontvangsten van bedrijven mag toepassen welke voor een beperkte duur door een lokaal bestuur zijn verleend uit hoofde van de artikelen 6 en 7 van Wet C van 1990 op de lokale belastingen, aldus worden uitgelegd dat sprake is van een overgangsregeling op basis waarvan Hongarije de bedrijfsbelasting mag handhaven, met andere woorden in die zin dat de Toetredingsakte met het bieden van de mogelijkheid om verlagingen van de bedrijfsbelasting te handhaven, Hongarije tijdelijk het recht geeft ook belastingen met hetzelfde karakter als de bedrijfsbelasting te handhaven?

    2)

    Moet artikel 33, lid 1, van de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad (2) (hierna: „richtlijn”) aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een (lokale bedrijfs)belasting die wordt geheven over op winst gerichte ondernemersactiviteiten en in wezen drukt op de netto-ontvangsten, na aftrek van de aankoopprijs van de verkochte goederen en de diensten van derden alsmede van de materiaalkosten? Met andere woorden, kan een belasting met die kenmerken op grond van voormeld artikel worden beschouwd als een omzetbelasting?


    (1)  PB L 236, blz. 846.

    (2)  PB L 145, blz. 1.


    Top