Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/022/38

Zaak T-417/05: Beroep ingesteld op 29 november 2005 — ENDESA/Commissie

PB C 22 van 28.1.2006, p. 20–21 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

28.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 22/20


Beroep ingesteld op 29 november 2005 — ENDESA/Commissie

(Zaak T-417/05)

(2006/C 22/38)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekster: Endesa SA (vertegenwoordigers: M. Merola, M. Odriozola, S. Baxter en M. Muñoz de Juan, advocaten; J. Flynn, QC, barrister)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

Nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 15 november 2005 in zaak COMP/M.3986, Gas Natural/Endesa

Middelen en voornaamste argumenten

Het beroep strekt tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 15 november 2005, waarbij is vastgesteld dat het op 5 september 2005 door Gas Natural SDG SA aangekondigde openbaar bod om 100 % van de aandelen van Endesa SA te verwerven, geen concentratie van communautaire dimensie oplevert.

Preliminair stelt verzoekster verschillende procedurefouten. Dienaangaande verklaart zij in de eerste plaats dat de bestreden beschikking vastgesteld had moeten worden vóór de beschikking betreffende het verzoek om verwijzing van artikel 22 van de concentratieverordening, daar uit deze bepaling kan worden opgemaakt dat beschikkingen betreffende dergelijke verzoeken betrekking moeten hebben op concentraties die de drempels van één of meer nationale wettelijke regelingen in acht nemen en die geen communautaire dimensie hebben.

In de tweede plaats verwijt verzoekster de Commissie dat de procedure niet transparant is verlopen, zodat haar rechten van verdediging zijn geschonden.

Ten slotte betoogt zij dat de Commissie had moeten verzoeken dat de procedure die gelijktijdig voor de nationale autoriteiten liep, werd opgeschort. Volgens verzoekster vormt het feit dat om deze opschorting niet is verzocht een ernstige procedurefout in het licht van de grondbeginselen van het stelsel van concentratiecontrole.

Ten gronde stelt verzoekster schending van bepaalde artikelen van verordening (EG) nr. 139/2004 (1) en kennelijke beoordelingsfouten. Zo schendt de beschikking volgens verzoekster om te beginnen de in de concentratieverordening vastgestelde bevoegdheidsregels, doordat zij de bewijslast met betrekking tot de bepaling van de communautaire dimensie bij Endesa beoogt te leggen, hetgeen duidelijk in strijd is met de regels die de uitsluitende bevoegdheden van de Commissie vastleggen, daar deze regels van openbare orde zijn.

Voorts schendt de beschikking, aldus verzoekster, artikel 5 van de concentratieverordening, doordat zij in afwijking van de praktijk van de Commissie en in strijd met de in de mededeling betreffende de berekening van de omzet neergelegde beginselen geen rekening houdt met de geconsolideerde rekeningen van Endesa van het laatste boekjaar, die rechtsgeldig, volgens de ten tijde van de concentratie heersende communautaire boekhoudregels (IFRS/IAS) zijn opgesteld.

Verzoekster stelt verder dat verschillende van de aanpassingen die in de beschikking worden getoetst aan de mededeling betreffende de berekening van de omzet, berusten op de strikte toepassing van de geldende communautaire boekhoudregels, en dat die aanpassingen niet mogen worden verward met aanpassingen op grond van artikel 5 van de concentratieverordening. Hoe dan ook dienden alle in de beschikking geanalyseerde aanpassingen te worden erkend, aangezien zij de werkelijke economische waarde van de bij de concentratie betrokken ondernemingen beogen vast te stellen.

Ten slotte stelt verzoekster dat de beschikking het rechtszekerheidsbeginsel schendt en afbreuk doet aan de uniforme toepassing van de concentratieverordening, omdat zij de exclusieve bevoegdheden van de Commissie onjuist afbakent.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


Top