Valitse kokeelliset ominaisuudet, joita haluat kokeilla

Tämä asiakirja on ote EUR-Lex-verkkosivustolta

Asiakirja C2005/243/11

    Zaak C-285/05: Verzoek van het Symvoulio tis Epikrateias van 10 mei 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding Enosi Efopliston Aktoploïas, ANEK, Minoikes Grammes, N.E. Lesvou en Blue Star Ferries tegen Ypourgos Emporikis Naftilías en Ypourgos Aigaíou anderzijds

    PB C 243 van 1.10.2005, s. 8—8 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    1.10.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 243/8


    Verzoek van het Symvoulio tis Epikrateias van 10 mei 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding Enosi Efopliston Aktoploïas, ANEK, Minoikes Grammes, N.E. Lesvou en Blue Star Ferries tegen Ypourgos Emporikis Naftilías en Ypourgos Aigaíou anderzijds

    (Zaak C-285/05)

    (2005/C 243/11)

    Procestaal: Grieks

    Het Symvoulio tis Epikrateias heeft bij beschikking van 10 mei 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 15 juli 2005, in het geding tussen Enosi Efopliston Aktoploïas, ANEK, Minoikes Grammes, N.E. Lesvou en Blue Star Ferries enerzijds en Ypourgos Emporikis Naftilías en Ypourgos Aigaíou anderzijds, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

    a.

    „Kunnen, volgens de strekking van artikel 6, lid 3, van verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364, blz. 7), particulieren een beroep doen op deze verordening, teneinde de gelding te betwisten van bepalingen die de Griekse wetgever vóór 1 januari 2004 heeft vastgesteld?”

    b.

    „Zo ja, is het onder de bepalingen van de artikelen 1, 2 en 4 van verordening nr. 3577/92/EEG dan toegestaan dat een nationale regeling wordt uitgevaardigd volgens welke reders slechts cabotagediensten kunnen verrichten op bepaalde trajecten, die elk jaar worden vastgesteld door het daartoe bevoegde nationale gezag, terwijl tevens een voorafgaande administratieve vergunning vereist is, die verleend wordt volgens een stelsel dat de volgende kenmerken vertoont: i) het omvat alle trajecten waarbij eilanden worden aangedaan, zonder enige uitzondering, ii) het nationale bevoegde gezag beschikt bij de aanvaarding van een aanvraag tot het inzetten van een schip over een discretionaire bevoegdheid tot het eenzijdig, en zonder voorafgaande specificering van de gehanteerde criteria, aanbrengen van wijzigingen op de onderdelen van de aanvraag die betrekking hebben op de frequentie van de dienstregeling, wanneer deze onderbroken kan worden, en op het te heffen tarief?”

    c.

    „In het geval van een bevestigend antwoord op de eerste vraag: vormt een nationale regeling, waarin wordt bepaald dat een reder aan wie door een bestuursorgaan vergunning is verleend tot het inzetten van een schip voor het onderhouden van een veerdienst op een bepaald traject (hetzij na aanvaarding zonder wijziging van de daartoe door hem ingediende aanvraag, dan wel nadat wijzigingen zijn aangebracht op bepaalde onderdelen van die aanvraag en de reder deze heeft geaccepteerd), in beginsel verplicht is de veerdienst op het desbetreffende traject zonder enige onderbrekingen uit te voeren en dat hij, ter verzekering van de nakoming van deze verplichting, gehouden is, vóór met de vaart begonnen wordt, een schriftelijke uitvoeringsgarantie te verstrekken, die geheel of gedeeltelijk vervalt bij het niet of niet nauwkeurig nakomen van genoemde verplichting, een ongeoorloofde beperking op het vrij verrichten van diensten in de zin van artikel 49 EG-Verdrag?”

    d.

    „Staan de bepalingen van artikel 5, lid 2, en artikel 6, lid 3, sub a, b, c, f en g, van richtlijn 98/18/EG van de Raad van 17 maart 1998 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (PB L 144, blz. 1), zoals deze gold op het voor de onderhavige zaak relevante tijdstip, vóór de wijziging aangebracht door richtlijn 2003/24/EG van het Parlement en de Raad van 14 april 2003 (PB L 123, blz. 18), toe dat een nationale regeling een volstrekt verbod behelst op het uitvoeren van cabotagediensten door schepen die een bepaalde ouderdom hebben bereikt?”


    Alkuun