Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/193/13

    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 9 juni 2005 in zaak C-510/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België (Niet-nakoming — Richtlijn 2002/6/EG — Formaliteiten voor schepen — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)

    PB C 193 van 6.8.2005, p. 8–8 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    6.8.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 193/8


    ARREST VAN HET HOF

    (Vijfde kamer)

    van 9 juni 2005

    in zaak C-510/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijn 2002/6/EG - Formaliteiten voor schepen - Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)

    (2005/C 193/13)

    Procestaal: Frans

    In zaak C-510/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 13 december 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: K. Simonsson en W. Wils) tegen Koninkrijk België (gemachtigde: M. Wimmer), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: R. Silva de Lapuerta, kamerpresident, G. Arestis en J. Klučka (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: P. Léger; griffier: R. Grass, op 9 juni 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1.

    Door niet binnen de gestelde termijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor het volgen van richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap, is het Koninkrijk België de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2.

    Het Koninkrijk België wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 31 van 5.2.2005.


    Top