Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/093/26

Zaak C-72/05: Verzoek van het Finanzgericht München van 1 februari 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Hausgemeinschaft Jörg und Stefanie Wollny enerzijds en Finanzamt Landshut anderzijds

PB C 93 van 16.4.2005, p. 14–15 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

16.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/14


Verzoek van het Finanzgericht München van 1 februari 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Hausgemeinschaft Jörg und Stefanie Wollny enerzijds en Finanzamt Landshut anderzijds

(Zaak C-72/05)

(2005/C 93/26)

Procestaal: Duits

Het Finanzgericht München heeft bij beschikking van 1 februari 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 15 februari 2005, in het geding tussen Hausgemeinschaft Jörg und Stefanie Wollny enerzijds en Finanzamt Landshut anderzijds, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

 

Hoe moet het begrip „gemaakte uitgaven” in artikel 11, A, lid 1, sub c, van richtlijn 77/388/EEG (1) worden uitgelegd? Omvatten de voor de privé-woning, die zich in een volledig tot het bedrijf behorend gebouw bevindt, gemaakte uitgaven (naast de lopende uitgaven) ook, overeenkomstig de desbetreffende nationale bepalingen, de jaarlijkse afschrijvingen voor de slijtage van gebouwen en/of het in het kader van de desbetreffende nationale periode voor herziening van de aftrek van de voorbelasting berekende jaarlijkse aandeel van de aankoop- en bouwkosten, op grond waarvan een recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde is ontstaan?


(1)  PB L 145, blz. 1.


Top