Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/262/64

    Zaak T-279/04: Beroep, op 8 juli 2004 ingesteld door Éditions Odile Jacob SAS tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    PB C 262 van 23.10.2004, p. 33–33 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    23.10.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 262/33


    Beroep, op 8 juli 2004 ingesteld door Éditions Odile Jacob SAS tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-279/04)

    (2004/C 262/64)

    Procestaal: Frans

    Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 8 juli 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Éditions Odile Jacob SAS, gevestigd te Parijs, vertegenwoordigd door O. Fréget en W. van Weert, advocaten.

    Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

    nietig te verklaren de beschikking van de Commissie van 7 januari 2004 waarbij een concentratieoperatie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst (Zaak nr. COMP/M.2978 – Lagardère/Natexis/VUP) (1);

    de Commissie te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Bij de bestreden beschikking heeft de Commissie besloten geen bezwaar te maken tegen de operatie waarbij de vennootschap Lagardère zeggenschap verwerft over bepaalde activa van de vennootschap Vivendi Universal Publishing, die onder zeggenschap staat van Investima, die zelf onder zeggenschap staat van Natexis Banques Populaires, welke operatie op 14 april 2003 bij de Commissie werd aangemeld op grond van artikel 4 van verordening (EEG) nr. 4064/89 (2), en deze operatie verenigbaar te verklaren met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-Overeenkomst, mits de aangeboden verbintenissen worden uitgevoerd.

    Verzoekster, die stelt rechtstreeks en individueel te worden geraakt door de bestreden beschikking daar zij actief heeft meegewerkt aan de administratieve procedure die eraan is voorafgegaan, vordert nietigverklaring van de bestreden beschikking, in de eerste plaats op grond dat de Commissie verordening nr. 4064/89 heeft geschonden. Volgens verzoekster kan de bank Natexis niet onder de uitzondering van artikel 3, lid 5, sub a, van voornoemde verordening vallen omdat zij Vivendi Universal Publishing pas heeft verworven nadat zij zich ertoe had verbonden, deze onderneming aan Lagardère door te verkopen. Bovendien heeft de Commissie het betrokken voorstel verkeerdelijk als de verwerving van een volledige zeggenschap aangemerkt terwijl het in werkelijkheid gaat om de verwerving van de gezamenlijke zeggenschap door Lagardère en Natexis, die deze operatie op grond van artikel 4, lid 2, van verordening nr. 4064/98 gezamenlijk hadden moeten aanmelden.

    Verder betoogt verzoekster dat de Commissie artikel 6, lid 1, en artikel 2, lid 1, sub a, van verordening nr. 4064/89 heeft geschonden door de aanmelding van de betrokken operatie te aanvaarden meer dan vier maanden nadat deze tot stand was gekomen, en door aan Lagardère telkens opnieuw een termijn toe te kennen waardoor de beschikking met negen maanden vertraging is gegeven. Bovendien heeft de Commissie de werkelijke macht van Lagardère kennelijk verkeerd beoordeeld.

    Verzoekster betoogt voorts dat de Commissie artikel 2 van verordening nr. 4064/89 heeft geschonden en een kennelijk beoordelingsfout heeft gemaakt, aangezien de bestreden beschikking de machtspositie van Lagardère versterkt. Het feit dat de Commissie heeft ingestemd met een verkoopverbintenis waarvan noch het beginsel, noch de uitvoeringsvoorwaarden daadwerkelijke mededinging kunnen herstellen, vormt een schending van artikel 8, lid 2, van verordening nr. 4064/89. Ten slotte stelt verzoekster dat de bestreden beschikking ontoereikend is gemotiveerd met betrekking tot het effect van deze verbintenis op de huidige structuur van de markt.


    (1)  PB L 125 van 28.4.2004, blz. 54.

    (2)  Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB 1990, L 257, blz. 13).


    Top