EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/262/42

Zaak C-378/04: Beroep, op 2 september 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk

PB C 262 van 23.10.2004, p. 23–24 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 262/23


Beroep, op 2 september 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk

(Zaak C-378/04)

(2004/C 262/42)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 2 september 2004 beroep ingesteld tegen de Republiek Oostenrijk door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D. Martin en H. Kreppel als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:

1.

vast te stellen dat de Republiek Oostenrijk, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 1999/38/EG van de Raad van 29 april 1999 tot tweede wijziging van richtlijn 90/394/EEG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk en uitbreiding van die richtlijn tot mutagene agentia (1), althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

2.

de Republiek Oostenrijk te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De termijn voor omzetting van richtlijn 1999/38/EG is op 29 april 2003 verstreken.


(1)  PB L 138, blz. 66.


Top